21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie

Nr. 999 BRIEF VAN DE MINISTERS VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING EN VOOR KLIMAAT EN ENERGIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 december 2022

Met deze brief informeert het kabinet uw Kamer over de stand van zaken van de Europese besluitvorming over de modernisering van het Verdrag inzake het Energiehandvest (Energy Charter Treaty, hierna: ECT). Daarnaast wordt in deze brief ingegaan op de gewijzigde motie van het lid Teunissen c.s. d.d. 8 november 20221, waarmee wordt voldaan aan het verzoek van het lid Teunissen om uw Kamer middels een brief over de uitvoering van deze motie te informeren. Dit verzoek werd gedaan tijdens de stemmingen op 8 november jl. (Handelingen II 2022/23, nr. 19, item 21)Tevens wordt (opnieuw) ingegaan op de eerdere motie van het lid Teunissen d.d. 22 juni 2022.

Achtergrond

Op 24 juni jl. zijn de onderhandelingen over de modernisering van het ECT afgerond. Dat betekent dat de moderniseringsvoorstellen zouden kunnen worden aangenomen tijdens een ministeriële conferentie van het ECT. In dat geval legt de ECT voorzitter de moderniseringsvoorstellen voor aan de aanwezige ECT verdragspartijen en indien geen van de aanwezige ECT verdragspartijen op dat moment bezwaar maakt, worden de voorstellen door de conferentie aangenomen. De moderniseringsvoorstellen stonden geagendeerd op de ministeriele conferentie van 22 november 2022.

In aanloop naar deze conferentie zijn door de Europese Commissie twee Raadsbesluiten voorgelegd, waarin vastgesteld wordt welk standpunt de Commissie zal innemen tijdens de conferentie namens (1) de Europese Unie en (2) de Europese gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom). Voorgesteld is dat de Commissie bij de conferentie namens de EU en Euratom geen bezwaar zou aantekenen tegen het aannemen van de voorgestelde wijzigingen van het ECT en de goedkeuring van de bijlagen, aanvullende verklaringen en beslissing over het moment van inwerkingtreding en voorlopige toepassing van de wijzigingen.

Stand van zaken

Op het moment van schrijven van deze brief is gebleken dat er onvoldoende steun binnen de Raad is voor de huidige voorstellen voor Raadsbesluiten. Een aantal van de lidstaten die tot uittreding hebben besloten, waaronder Nederland, heeft aangegeven dat zij de Raadsbesluiten in de huidige vorm niet kunnen steunen. Zonder deze Raadsbesluiten kan de Commissie geen positie innemen namens de Europese Unie en Euratom tijdens de Conferentie ten aanzien van de moderniseringsvoorstellen. De Commissie heeft daarom tijdens de Conferentie aan de ECT voorzitter gevraagd de modernisering van het ECT in zijn geheel van de agenda te halen.

Op dit moment is het nog onduidelijk hoe het besluitvormingsproces van de modernisering verder zal verlopen. Indien er weer Raadsbesluiten worden voorgelegd inzake de modernisering van het ECT, dan zal uw Kamer hierover worden geïnformeerd.

Uitvoering motie lid Teunissen d.d. 8 november 2022

In de motie van het lid-Teunissen c.s. wordt het kabinet verzocht om in de Europese vergadering over de standpuntbepaling ten aanzien van het ECT, tegen goedkeuring van het nieuwe verdrag door de EU te stemmen of om zich te onthouden van stemming.

Op dit moment is de goedkeuring van het nieuwe verdrag door de EU nog niet aan de orde. Voordat de ECT verdragspartijen kunnen overgaan tot de ratificatieprocedures voor de moderniseringsamendementen, moeten deze voorstellen eerst aangenomen worden door de ECT conferentie. Een beslissing om deze aan te nemen betreft nog geen besluit tot goedkeuring van het gemoderniseerde ECT door de individuele partijen; die beslissing vindt pas plaats tijdens de ratificatieprocedure van elke verdragspartij. De Raadsbesluiten die voorliggen (maar op dit moment onvoldoende steun genieten) zien dan ook niet op de goedkeuring van een gemoderniseerd ECT door de EU. Die mogelijke beslissing vindt op een later moment plaats en voor dat proces zullen aparte Raadsbesluiten moeten worden voorgelegd aan de Raad van de EU ná een besluit tot aanname door de conferentie. Mocht het zo ver komen, dan zal uw Kamer worden geïnformeerd over de door Nederland in te nemen positie, waarbij uiteraard ook de door uw Kamer aangenomen motie zal worden betrokken.

EU krachtenveld en motie lid Teunissen 22 juni jl.

Tenslotte gaat het kabinet graag nogmaals in op de motie van het lid Teunissen van 22 juni jl.2 waarin het kabinet wordt opgeroepen om zich aan te sluiten bij de oproep van Spanje om in EU-verband uit het ECT te stappen. Naast Nederland heeft inmiddels ook een aantal andere EU lidstaten geoordeeld dat zij het onderhandelingsresultaat onvoldoende vinden en heeft recentelijk aangegeven zich te willen terugtrekken uit het ECT. Het gaat op dit moment om Frankrijk, Spanje, Polen, Slovenië, Luxemburg en Duitsland. Italië is al langer geen partij meer bij het ECT. Andere EU lidstaten zien voorlopig voordelen om bij het gemoderniseerde ECT aangesloten te blijven en beschouwen de modernisering als een stap voorwaarts.

Het ECT is een gemengd verdrag. Dit betekent dat zowel de EU als de EU lidstaten afzonderlijk partij zijn bij het verdrag. De inzet van het kabinet is een gecoördineerde opzegging van het ECT door de EU. Hiervoor is een Raadsbesluit nodig dat met gekwalificeerde meerderheid van de Raad zal moeten worden aangenomen. Op dit moment is er een substantieel aantal EU-lidstaten dat niet wil dat de EU uit het ECT treedt, en lijkt die meerderheid er nog niet te zijn. Een gecoördineerde EU-uittreding is een proces dat meer tijd vraagt. Nederland blijft nauw optrekken met gelijkgestemde lidstaten en blijft daarbij inzetten op uittreding door de EU uit het ECT.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.N.A.J. Schreinemacher

De Minister voor Klimaat en Energie, R.A.A. Jetten


X Noot
1

Kamerstuk 36 200 XVII nr. 33

X Noot
2

Kamerstuk 21 501-33, nr. 940

Naar boven