21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie

Nr. 946 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR KLIMAAT EN ENERGIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 juli 2022

Hierbij stuur ik u de geannoteerde agenda van de formele Energieraad die op 26 juli a.s. onder Tsjechisch voorzitterschap in Brussel zal plaatsvinden.

Op moment van schrijven is de definitieve agenda nog niet bekend, maar de verwachting is dat het over gasleveringszekerheid en maatregelen voor komende winter zal gaan. De inhoud van deze geannoteerde agenda geeft de meest recente stand van zaken weer.

De Minister voor Klimaat en Energie, R.A.A. Jetten

GA Energieraad 26 juli 2022

Tijdens de formele Energieraad van 27 juni jl. is gesproken (zie Kamerstuk 21 501-33, nr. 915) over de nationale situatie met betrekking tot aardgas in de lidstaten en in de EU, alsmede over welke additionele acties behulpzaam zouden zijn om de risicoparaatheid/leveringszekerheid in de gassector te vergroten. De Commissie kondigde toen al verdere acties aan om de paraatheid te versterken, namelijk (1) versterkte monitoring op EU-niveau in de Gas Coordination Group en hoogambtelijke energiebijeenkomsten, (2) het stimuleren van hernieuwbare energie, inclusief biogas, (3) het versnellen van energiebesparing door een versterkte EU-energiebesparingscampagne, (4) het actualiseren van de nationale risicoparaatheidsplannen, (5) verdere diversificatie van gasimport door versterkte samenwerking met internationale partners, en (6) publicatie (verwacht tweede helft van juli) van een gecoördineerd gasreductieplan met best practices van lidstaten en niet-bindende richtsnoeren voor afschakeling van niet-beschermde industriële afnemers in geval van fysieke tekorten.

Het is de verwachting dat tijdens de Energieraad het delen van de laatste stand van zaken en de publicatie van een pakket maatregelen voor besparing en de richtsnoeren met betrekking tot mogelijke afschakeling centraal zullen staan. Deze maatregelen zullen op basis van artikel 122 VWEU worden gepubliceerd, wat als gevolg heeft dat ze met gekwalificeerde meerderheid en zonder instemming van het Europees parlement kunnen worden vastgesteld. Tevens zal de Commissie hoogstwaarschijnlijk het steunkader verruimen, zodat lidstaten energie-intensieve sectoren kunnen compenseren, alsmede hoge energieprijzen kunnen adresseren.

Het is voor mij van groot belang acties te ondernemen om de afhankelijkheid van Russische brandstoffen verder af te bouwen en gasopslagen te vullen. Daarbij zijn energiebesparing, het versnellen van de energietransitie en verdere diversificatie van import van groot belang. Ook vind ik het belangrijk dat solidariteit tussen EU lidstaten behouden blijft, zonder dat daarbij een ongewenste overdracht van nationale bevoegdheden plaatsvindt. Tot slot dient naar uitvoerbaarheid van sommige solidariteitsverplichtingen gekeken te worden (rekening houdend met de capaciteit van de gasinfrastructuur).

De Nederlandse inzet ten aanzien van de hierboven genoemde acties zal in lijn zijn met de inzet zoals tijdens de Energieraad van 27 juni jl. (Kamerstuk 21 501-33, nr. 943) is uitgedragen. Nederland zal de discussie voeren langs de lijnen van het in mei gepubliceerde RePowerEU plan. Het kabinet vindt het daarbij van groot belang dat de Commissie met gerichte acties komt om energiebesparing te stimuleren en zal inzetten op meer hernieuwbare energie om de afhankelijkheid van Rusland verder af te bouwen (zie Kamerstuk 22 112, nr. 3438).

Met betrekking tot paraatheid neemt Nederland de situatie op de gasmarkt zeer serieus. Ik heb namens het kabinet op 20 juni jl. het eerste niveau van een gascrisis aangekondigd en een breed pakket aan maatregelen genomen (zie hiervoor ook Kamerstuk 29 023, nr. 312). Nederland wil conform de ambitie van de Commissie en de strategie voor externe energiebetrekkingen (Kamerstuk 22 112, nr. 3447) verder inzetten op nieuwe Europese partnerschappen met betrekking tot energieleveringen, waaronder voor gas en waterstof. Nederland heeft de afgelopen jaren zelf actief nieuwe partnerschappen met toekomstige exporterende landen aangeknoopt voor onder andere waterstof. Voor Nederland is het bij nieuwe EU energiebetrekkingen een aandachtspunt dat energiebedrijven uit de EU hierbij nauw worden betrokken en het voortouw hebben bij het opstellen van concrete contracten met potentiële leveranciers. De Europese energiepartijen dienen rekening te houden met ambities en doelstellingen van het Europese klimaatbeleid bij hun contracten.

Tijdens de Energieraad van 27 juni jl. heeft een aantal lidstaten aangegeven meer coördinatie te wensen op het beleid voor gasleveringen door bijvoorbeeld een platform voor gezamenlijke inkoop van gas op te zetten. Nederland steunt platforms die op vrijwillige basis en in regionaal verband opereren, zodat vraagaggregatie van kleine partijen kan plaatsvinden en mogelijk, prijsstijgingen enigszins gedempt kunnen worden.

Nederland is nog altijd geen voorstander van het maximeren van prijzen op de groothandelsmarkten voor gas of elektriciteit (price caps), om de stijgende energieprijzen tegen te gaan. Nederland ziet dit als een zeer risicovolle marktinterventie die de leveringszekerheid kan schaden, de vraag naar aardgas en andere vormen van fossiele energie kan opdrijven, en grote financiële gevolgen kan hebben. Ik blijf dan ook pleiten voor maatregelen op nationaal niveau om de gevolgen van de gestegen energieprijzen voor kwetsbare consumenten te verzachten.

Nederland is voorstander van het delen van best practices met betrekking tot gasreductie, en ziet meerwaarde in Europese coördinatie van reductiemaatregelen, aangezien eventuele tekorten in één land ook invloed hebben op de rest van de Europese markt. Hierbij is het echter voor Nederland van belang dat de coördinatie op EU-niveau een tijdelijk karakter heeft. Ook vind ik het van belang dat eventuele reductieplannen van de Europese Commissie richting lidstaten rekening houden met de reeds forse besparing van gasconsumptie die Nederland in 2022 heeft gerealiseerd.

Naar boven