21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie

Nr. 394 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 december 2012

Bijgaand doe ik u de geannoteerde agenda toekomen voor de Telecomraad die in Brussel op 20 december a.s. plaatsvindt. De agenda voor deze Raad is nog niet vastgesteld. Op basis van de conceptagenda informeer ik u over de Nederlandse inzet op de onderwerpen die op de agenda zijn voorzien.

Op de Raad zal het voorzitterschap waarschijnlijk verslag doen van de gemaakte voortgang in de onderhandelingen over de verordening Elektronische identificatie en vertrouwensdiensten en over de Richtsnoeren voor Trans-Europese Telecommunicatienetwerken (de telecomuitwerking van de Connecting Europe Facility).

Tevens zal de Raad de voortgang bespreken over de onderhandelingen inzake de wijziging van de richtlijn hergebruik van overheidsinformatie.

Het voorzitterschap streeft naar het presenteren van een akkoord in eerste lezing met het Europees Parlement over het voorstel van de Commissie van september 2010 inzake een modernisering en versterking van het Europese Agentschap voor Netwerk- en Informatiebeveiliging (ENISA).

Mogelijk zal de Europese Commissie presentaties verzorgen over de Midterm Review van de Digitale Agenda, de Mededeling Gedeeld radiospectrumbeleid en de Mededeling Cloud computing. Het aankomende Ierse voorzitterschap zal een toelichting geven op haar werkprogramma voorjaar 2013.

Tijdens de lunch zal de Raad van gedachten wisselen over de Annual Growth Survey.

De minister van Economische Zaken, H. G. J. Kamp

BIJLAGE: GEANNOTEERDE AGENDA TELECOMRAAD 20 DECEMBER 2012

Verordening Elektronische identificatie en vertrouwensdiensten

Voortgangsrapport van het voorzitterschap

In de Raad zal het voorzitterschap het voortgangsrapport presenteren over de onderhandelingen over de verordening elektronische identificatie en vertrouwensdiensten. Het voortgangsrapport van het voorzitterschap zal naar verwachting op 6 december a.s. gepresenteerd worden.

De verordening heeft tot doel veilige elektronische transacties in Europa via het internet mogelijk te maken. Dit kan worden bereikt door de onderlinge erkenning en acceptatie van elektronische identiteiten en vertrouwensdiensten. Dit is een belangrijk punt uit zowel de Europese als de nationale Digitale Agenda. Burgers en ondernemers moeten bij digitale communicatie, onderling en met de overheid

(zoals het versturen van belastingaangiften), gebruik kunnen maken van betrouwbare identiteitsoplossingen en diensten die de veiligheid verhogen.

Bovendien draagt de verordening bij aan beter en meer geharmoniseerd toezicht op elektronische vertrouwensdiensten. Hiervan gaat een preventieve werking uit en mocht het misgaan, dan kan er ingegrepen worden.

Het toezicht op de vertrouwensdiensten bestaat onder meer uit een meldplicht aan de nationale toezichthouder in het geval zich een veiligheidsincident voordoet, een verplichte jaarlijkse veiligheidsaudit, de mogelijkheid van bindende instructies van de toezichthouder aan de verlener van vertrouwensdiensten en de wederzijdse hulp en bijstand tussen toezichthouders in de lidstaten. Deze maatregelen zijn een goede eerste stap om problemen, zoals die bij Diginotar, in de toekomst op nationaal en Europees verband aan te pakken. Nederland verwelkomt daarom deze verordening.

Tijdens het AO Telecom op 21 november jl. heb ik u aangegeven de aanpak van Eurocommissaris Kroes te steunen, namelijk om niet alleen naar de regels te kijken, maar ook de technische implementatie aandacht te geven. De Nederlandse inzet spitst zich toe om de uitvoerbaarheid, aansprakelijkheid, toezicht en veiligheid.

De onderhandelingen zullen zeker tot de zomer 2013 duren. Mijn inzet daarbij zal het standpunt zijn zoals verwoord in het BNC-fiche (Kamerstuk 22 112, nr. 1439).

Richtsnoeren trans-Europese telecommunicatienetwerken

Voortgangsrapport van het voorzitterschap

Tijdens de Raad zal de voortgang van de onderhandelingen in raadskader op de richtsnoeren voor Trans-Europese Telecommunicatienetwerken worden besproken.

Deze richtsnoeren zijn de uitwerking van het telecomdeel van de Connecting Europe Facility (CEF). De CEF verordening legt de financiering vast voor drie vitale infrastructuren in de EU: transport, energie en telecom/ICT. Voor telecom/ICT komen twee soorten projecten in aanmerking voor (co)financiering onder het CEF:

  • 1) Infrastructuurprojecten gericht op het behalen van de doelstellingen in de Europese Digitale Agenda (100% huishoudens toegang tot breedbandige verbinding van minimaal 30 Mbps en 50% tot 100 Mbps in 2020);

  • 2) projecten die zich richten op het ontwikkelen van grensoverschrijdende Europese publieke dienstverlening (ICT). Het gaat hier om projecten die bijdragen aan het creëren van de juiste randvoorwaarden voor deze diensten (bijvoorbeeld EU-brede elektronische procedures om een bedrijf op te zetten, grensoverschrijdend e-aanbesteden), het digitaal toegankelijk maken van cultureel erfgoed (Europeana) en slimme energiediensten.

Over dit onderwerp wordt weinig discussie verwacht. Het wachten is op het conceptrapport van het Europees Parlement zodat de eerste trilogen kunnen beginnen. De meeste lidstaten verwelkomen het CEF voorstel voor ICT en de Telecommunicatierichtsnoeren. Wel heeft een aantal lidstaten nog opmerkingen bij de regie die de Commissie zou krijgen bij het wijzigen van de prioriteiten van het fonds. De discussie hierover wordt nog gevoerd. Ook zijn er vragen over de verhouding van deze voorstellen tot andere Europese financiële instrumenten zoals de structuur- en cohesiefondsen.

Nederland hecht grote waarde aan de beschikbaarheid van breedband in heel Europa en ondersteunt de ambitie van de Commissie zoals verwoord in de Digitale Agenda. Nederland vindt dat de markt aan zet is bij de uitrol van breedbandnetwerken tot stand te brengen. De opzet van de CEF, met gebruik van financiële instrumenten, respecteert die rol van de markt en kan dus op steun van Nederland rekenen. Daarbij worden de staatssteunkaders in acht genomen.

Nederland ziet dat het fonds kansen biedt aan het bedrijfsleven en brengt dit ook actief onder de aandacht van belanghebbenden (bedrijven, lokale overheden). In het bijzonder wordt gekeken naar een oplossing voor het buitengebied in Nederland via CEF. Ongeveer honderdvijftig- tot tweehonderdduizend huishoudens in Nederland hebben immers geen toegang tot een vaste breedbandinfrastructuur.

De financiering van het fonds staat nog wel ter discussie, maar dit is geen onderwerp van gesprek in de Telecomraad. Besprekingen over het budget vinden immers plaats onder de lopende onderhandelingen over het Meerjarig Financieel Kader (MFK) 2014–2020.

Hergebruik van overheidsinformatie

Voortgangsrapport van het voorzitterschap

Het voorzitterschap zal een terugkoppeling geven van de eerste triloog met het Europees Parlement over het voorstel voor wijziging van de richtlijn hergebruik overheidsinformatie, die op 17 december a.s. gepland staat.

Het voorstel van de Commissie heeft ten doel hergebruik van overheidsinformatie makkelijker te maken om zo het maximaal economisch potentieel te kunnen behalen. Het voorstel gaat, in afwijking met de huidige richtlijn, uit van de verplichting tot het beschikbaar stellen van openbare overheidsinformatie voor hergebruik. Uitzondering wordt gemaakt voor informatie waar nog rechten van derden op rusten. Daarnaast wordt bepaald dat overheidsorganen geen hogere vergoeding mogen vragen voor het verstrekken van documenten dan de marginale kosten van reproductie en verspreiding. Afwijking van dit principe is slechts in uitzonderlijke gevallen mogelijk en moet worden onderbouwd op basis van objectieve, transparante en te herleiden criteria. Een andere belangrijke wijziging in het voorstel is dat de reikwijdte van de richtlijn wordt uitgebreid naar archieven, bibliotheken en musea. Culturele instellingen mogen daarbij wel meer rekenen dan de marginale kosten.

De onderhandelingen over dit voorstel binnen raadskader verlopen voorspoedig. Er zijn nog enkele punten te bespreken. Het voornaamste discussiepunt gaat over de tarieven die overheden in rekening mogen brengen voor de informatie die beschikbaar wordt gesteld voor hergebruik. In het voorstel mogen overheden (voor zover ze geen culturele instellingen zijn) alleen afwijken van het uitgangspunt dat alleen maximaal marginale verstrekkingskosten in rekening mogen worden gebracht als ze voor de uitvoering van de publieke taak afhankelijk zijn van tarieven. De discussie spitst zich toe op de uitzonderingsmogelijkheden die worden geboden, de mate van flexibiliteit daarbinnen en de hoogte van het tarief. De Commissie wil de ruimte voor uitzonderingen graag zoveel mogelijk beperken, omdat het economisch potentieel van de richtlijn het best behaald kan worden met de laagste mogelijke tarieven. Nederland bevindt zich samen met enkele andere lidstaten aan de kant van de Commissie.

Een ander groot discussiepunt was de uitbreiding van de reikwijdte van de richtlijn naar musea, archieven en bibliotheken. Nederland wilde geen dwingende Europese regels voor hergebruik van (digitaal) cultureel erfgoed. Er bleek echter geen blokkerende minderheid van lidstaten om de uitbreiding van de richtlijn tegen te houden, of te beperken tot alleen de grote musea, archieven en bibliotheken. Wel zijn de spelregels voor erfgoedinstellingen mede dankzij Nederlandse beïnvloeding gematigd:

  • Erfgoedinstellingen hoeven gedigitaliseerde werken waarop (nog) auteursrecht rust niet vrij te geven voor hergebruik;

  • Zij mogen meer rekenen dan de marginale (verstrekkings)kosten;

  • En zij mogen voor digitalisering van collecties exclusieve contracten sluiten met bedrijven voor een langer periode dan andere overheidsinstellingen.

Al met is Nederland tevreden met wat tot nu toe is bereikt. Op nationaal niveau wordt hergebruik van digitaal erfgoed al gestimuleerd. De instellingen zullen daarbij straks de Europese regels hanteren.

Sinds de vorige voortgangsrapportage is ook het onafhankelijk toezichtorgaan vervangen door een onpartijdig orgaan waaronder ook het nationale rechtssysteem valt. Dit was de inzet van meerdere lidstaten waaronder Nederland.

Nederland pleit er daarnaast voor, conform de lijn zoals geschetst in het BNC-fiche (Kamerstuk 22 112, nr. 1338), om de bescherming van privacy bij hergebruik nadrukkelijker in de richtlijn op te nemen.

De plenaire stemming van het Europees Parlement is vooralsnog voorzien op 11 maart 2013.

ENISA

(Mogelijk) akkoord in eerste lezing

Het voorzitterschap streeft naar een akkoord in eerste lezing met het Europees Parlement over het voorstel van de Commissie van september 2010 inzake een modernisering en versterking van het Europese Agentschap voor Netwerk- en Informatiebeveiliging (ENISA). Op basis van het voorstel van de Europese Commissie, het voorlopige standpunt van de Raad en de door het Europees Parlement ingediende amendementen voert het Cypriotisch voorzitterschap momenteel via de trilogen de onderhandelingen met de rapporteur van het Europees Parlement. Het voorzitterschap streeft ernaar nog voor het einde van dit jaar een akkoord met het Europees Parlement over de nieuwe verordening te bereiken.

In het oorspronkelijke Commissievoorstel krijgt ENISA een mandaat voor vijf jaar en is er een aantal belangrijke veranderingen ten opzichte van de huidige situatie. Het gaat bijvoorbeeld om een ruimere taakomschrijving; een betere afstemming met de beleids- en regelgevende activiteiten in de Europese Unie; meer interactie met relevante partijen onder andere in de strijd tegen cybercriminaliteit; het versterken van de bestuursstructuur en mogelijk een geleidelijke toename van de middelen. Nederland verwelkomt de versterking en modernisering van ENISA, omdat dit een gezamenlijke aanpak door de lidstaten van de Europese Unie meer zal bevorderen. Conform de Nederlandse wens is er ook aandacht voor samenwerking van ENISA met de terzake relevante autoriteiten op het gebied van de bestrijding van cybercriminaliteit en dataprotectie. Daarmee wordt een brug geslagen waarbij elkaars verschillende verantwoordelijkheden en bevoegdheden worden gerespecteerd. Zo houdt ENISA zich bezig met het vergroten van weerbaarheid vanuit preventie, terwijl andere organen, zoals EUROPOL en haar in ontwikkeling zijnde Europese Cybercrime Centrum er zijn voor de bestrijding van misbruik via het faciliteren van opsporing en vervolging. De lidstaten behouden verder hun eigen verantwoordelijkheid voor de operationele uitvoeringsaspecten.

De inhoud van het te bereiken akkoord is op dit moment nog niet bekend. Het belangrijkste nog openstaande politieke punt is de lengte van het mandaat van ENISA. Een aantal landen pleit voor een onbeperkt mandaat en een blokkerende minderheid van lidstaten, waaronder Nederland, steunt tot nu toe de Commissie in haar visie voor een beperkte termijn van vijf tot zeven jaar vanwege de snelle ontwikkelingen op het gebied van ICT en telecommunicatie. Onderliggend punt is dat de Commissie met steun van een aantal lidstaten, maar ook het Europees Parlement, de efficiency van het Agentschap willen vergroten door verplaatsing van met name de operationele activiteiten van de formele vestigingsplaats Kreta naar een te openen nevenkantoor in Athene. Recent is de Griekse overheid uiteindelijk na lang overleg aan die wens tegemoet gekomen en is in principe met de Commissie overeenstemming bereikt. Dat lijkt de weg nu vrij te maken om op korte termijn over de resterende zaken een akkoord te vinden waaronder de uiteindelijke lengte van het mandaat.

Nederland stelt zich, gezien de ontwikkelingen tot nu toe, constructief op in het bereiken van overeenstemming over een nieuw mandaat. De toekomstige benodigde middelen zullen mede voortvloeien uit en beoordeeld worden in het kader van de onderhandelingen over het Meerjarig Financieel Kader 2014–2020.

Midterm Review Digitale Agenda

(Mogelijke) presentatie van de Commissie

De Commissie zal de Midterm Review van de Digitale Agenda voor Europa presenteren. Deze zal kort voor deze Raad uitkomen. De Review geeft inzicht in de stand van zaken van de Digitale Agenda halverwege de termijn van Eurocommissaris Kroes. Hierbij gaat men zowel in op de beoogde doelstellingen als op de voortgang van de geplande beleidsacties. Veel acties zijn al afgerond. De verwachting is daarom dat er op bepaalde gebieden, zoals veiligheid en cloud computing, aanvullende acties worden aangekondigd.

Mededeling bevorderen gedeeld gebruik radiospectrum op de interne markt

(Mogelijke) presentatie door de Commissie

De Commissie zal mogelijk een presentatie houden over de Mededeling bevorderen gedeeld radiospectrum op de interne markt.

Er is een groeiende vraag naar radiospectrum. Om aan die groeiende vraag te kunnen voldoen is meer gedeeld gebruik van spectrum nodig. Dit leidt tot een efficiënter gebruik van radiofrequenties.  «Gedeeld gebruik van spectrum» geeft verschillende gebruikers de gelegenheid om dezelfde frequenties te gebruiken onder de voorwaarde dat er geen storing optreedt en de kwaliteit van dienstverlening niet achteruit gaat.

De Mededeling, die op 12 september jl. is verschenen, is de uitwerking van een onderdeel van het Radio Spectrum Beleidsprogramma van de Europese Unie. U bent nader over deze Mededeling en de Nederlandse inzet geïnformeerd door middel van een BNC-fiche (Kamerstuk 22 112, nr. 1489).

De Commissie stelt voor om verder te werken aan regelgeving die het zonder storing samengaan van verschillende toepassingen in een frequentieband mogelijk maakt, en die prikkels bevat voor belanghebbenden om daar actief aan mee te werken. De Commissie stelt daarom voor:

  • (1) een EU-aanpak om mogelijkheden voor «beneficial sharing opportunities (BSO)» in geharmoniseerde en niet-geharmoniseerde banden te identificeren. Er is sprake van BSO als de economische/maatschappelijke voordelen van gedeeld gebruik groter zijn dan de kosten van gedeeld gebruik.

  • (2) voldoende (geharmoniseerde) vergunningvrije spectrumruimte vrij te maken voor draadloze innovaties; en

  • (3) samen met de lidstaten een gemeenschappelijke route vast te leggen naar meer gemeenschappelijk gebruik, op basis van contractuele afspraken tussen spectrumgebruikers.

Mededeling Cloud Computing

(Mogelijke) presentatie door de Commissie

De Commissie zal mogelijk de Mededeling Cloud Computing presenteren tijdens de Raad. U bent geïnformeerd over het voorstel en de Nederlandse inzet door middel van een BNC-fiche (Kamerstuk 22 112, nr. 1500).

Bij cloud computing wordt digitale bewerking en dataopslag op afstand verzorgd. Dit in tegenstelling tot traditioneel computergebruik waar bewerkingen en opslag in de pc of een bedrijfsnetwerk plaats vindt. Door deze opzet kan de apparatuur worden versimpeld en kan van recente sofwareversies gebruik worden gemaakt. Cloud computing is een (mogelijke) stap om ICT efficiënter te maken. Mobiele apparatuur als tablets en smart phones spelen in op deze architectuur. Tegenover dit voordeel staan mogelijk ook nadelen als kwetsbaarheid en integriteit. Centraal bewaarde gegevens kunnen ook een extra beveiligingsmogelijkheid betekenen.

De mededeling is gericht op het benutten van de economische kansen van cloud computing in Europa. De mededeling bevat zelf geen verdere voorstellen tot regelgeving, maar verwijst naar lopende wetgevingtrajecten zoals rond dataprotectie. Verder noemt de Commissie dat cloud computing voor de EU ongeveer netto 2,5 miljoen nieuwe banen en een jaarlijkse toename van het BBP van 160 miljard euro (ongeveer 1%) kan betekenen.

Presentatie werkprogramma Iers voorzitterschap

Presentatie

Het aankomend Ierse voorzitterschap zal haar werkprogramma (januari- juni 2013) op het beleidsterrein van telecom en informatiemaatschappij presenteren. Het werkprogramma is thans nog niet gepubliceerd.

Annual Growth Survey

(Mogelijke) gedachtewisseling

Tijdens de mogelijk voorziene lunch zal van gedachten gewisseld worden over de Annual Growth Survey (jaarlijkse groeianalyse). Deze is op 28 november jl. verschenen en is het startsein voor de nieuwe cyclus van het Europees Semester. De prioriteiten voor groei zijn dit jaar identiek aan die van vorig jaar. Gezien de aanhoudende economische crisis blijft begrotingsconsolidatie en de verhoging van concurrentiekracht in lidstaten essentieel. De prioriteiten voor 2013 zijn:

  • 1. Streven naar groeivriendelijke begrotingsconsolidatie

  • 2. Kredietverschaffing aan de economie normaliseren

  • 3. Bevorderen van groei en concurrentievermogen

  • 4. Tegengaan werkloosheid en de sociale consequenties van de crisis;

  • 5. Moderniseren overheden

De vijf prioriteiten van de Commissie zijn gericht op spoedig herstel uit de crisis. Het is essentieel dat lidstaten hun begrotingen en economieën op orde brengen.

De Commissie beschrijft ook dat sinds het uitbreken van de crisis belangrijke stappen zijn gezet om de Europese economie te versterken. Lidstaten hebben onevenwichtigheden die bijgedragen hebben aan de crisis teruggedrongen en op EU-niveau zijn stappen gezet om het institutionele raamwerk te verbeteren.

Uw Kamer zal een separate brief ontvangen met daarin een kabinetsappreciatie van deze Annual Growth Survey.

Naar boven