21 501-32 Landbouw- en Visserijraad

Nr. 915 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 april 2016

Met deze brief informeer ik u over de uitkomsten van de Landbouw- en Visserijraad die op 11 april jl. in Luxemburg heeft plaatsgevonden. Nederland zat deze Raad voor.

Tevens geef ik uw Kamer, conform mijn toezegging in het Algemeen Overleg Landbouw en Visserijraad op 5 april jl., een overzicht van de marktmaatregelen voor de melkveesector en informeer ik u over de stand van zaken wat betreft de onderhandelingen tussen de Europese Unie en de Mercosur. Dit stond op verzoek van Frankrijk ook als diversenpunt op de agenda van de Landbouw- en Visserijraad.

Op de Raad geagendeerde onderwerpen

Marktsituatie

Update van de Europese Commissie

De Europese Commissie gaf bij dit agendapunt een update van de marktsituatie en van de stand van zaken van de implementatie van maatregelen ter verbetering van de marktsituatie die zij tijdens de vorige Raad op 14 maart jl. heeft toegezegd te nemen (Kamerstuk 21 501-32, nr. 900). Voorafgaand aan de Raad was een document verspreid met daarin een stand van zaken van de marktsituatie en de implementatie van de steunmaatregelen (ST 7611/16). Bij dit agendapunt werden ook vier diversenpunten besproken, die allen betrekking hadden op de marktsituatie. Litouwen vroeg in zijn diversenpunt om hogere interventieplafonds voor zuivelproducten en doelgerichte steun voor de zuivelproducenten

(ST 7635/16). Polen had twee diversenpunten in samenhang met de marktsituatie, namelijk de vraag om aanpassingen van de steunbedragen in het voorstel voor de aanstaande verlenging van de bijzondere maatregelen voor groenten- en fruitproducenten in verband met de Russische boycot (ST 7606/16). Tevens deed Polen het verzoek om verlenging van de indieningstermijn voor de aanvraag van directe betalingen van 15 mei naar 15 juni 2016 (ST 7605/16). Oostenrijk tenslotte, vroeg aandacht voor de fytosanitaire handelsbarrière bij export naar Rusland (ST 7646/16).

De Europese Commissie gaf allereerst aan dat de marktsituatie helaas nog onvoldoende herstel laat zien. De prijzen in de EU van zuivel zijn in de maand februari met 0,5% gedaald tot 29,3 eurocent/kg en in maart met 2,6% tot 28,6 eurocent/kg. Er is sprake van een toename van de export met ca. 11% en ook de vraag uit China verbeterde licht.

De prijzen van varkensvlees staan nog steeds onder druk, hoewel deze de laatste tijd een lichte verbetering laten zien. In januari is in vergelijking met dezelfde maand vorig jaar sprake van een verbetering van de prijzen.

De Europese Commissie presenteerde in de Raad het al eerder aangekondigde voorstel om de interventieplafonds voor magere melkpoeder (MMP) en boter tegen een vaste prijs te verdubbelen tot 218.000 ton MMP en 100.000 ton boter (ST 7781/16). Verder gaf de Europese Commissie nogmaals aan dat het de lidstaten tijdelijk toestaat tot maximaal 15.000 euro per landbouwonderneming per jaar staatssteun te verlenen, zonder nationale plafonds, onder de voorwaarde dat de productie bevroren of beperkt wordt, of om liquiditeitskrapte te overbruggen. De staatssteun moet wel conform de normale meldingsprocedure gemeld worden aan de Europese Commissie. Verder gaf de Europese Commissie aan voor de zomer een eerste bijeenkomst te houden voor de oprichting van een Meat Market Observatory.

In reactie op de geagendeerde diversenpunten over de marktsituatie gaf de Europese Commissie aan geen voorstander te zijn van extra doelgerichte steun. De Europese Commissie wees erop dat de lidstaten een eigen verantwoordelijkheid hebben voor een structurele aanpak van de marktsituatie. De Europese Commissie herhaalde opnieuw dat de afspraken over de interne markt gehandhaafd moeten worden. Op het verzoek van Polen over verlenging van de bijzondere maatregelen voor groenten- en fruitproducenten gaf de Europese Commissie aan de marktsituatie nader te zullen bekijken. De Europese Commissie gaf aan geen voorstander te zijn van de verlenging van de aanvraagtermijn voor directe betalingen van 15 mei naar 15 juni. Met deze verlenging zal er namelijk geen ruimte zijn voor de correcties van de gegevens die 15 mei aangeleverd zouden moeten worden; de zgn. «gele-kaartprocedure» die de Europese Commissie net heeft mogelijk gemaakt. De verlenging van de termijn zal extra druk op de controles veroorzaken en zal leiden tot vertraging in de uitbetalingen. Naar aanleiding van het Oostenrijks verzoek gaf de Europese Commissie aan met de Russische Federatie in gesprek te zijn. Deze gesprekken verlopen echter moeizaam. De Europese Commissie riep de lidstaten op zelf geen bilaterale afspraken te maken met de Russische Federatie, maar gemeenschappelijk op te treden. De uitkomsten van het Wereldhandelsorganisatie (WTO)-panel dat de EU tegen de Russische Federatie heeft aangespannen worden volgens de Europese Commissie op korte termijn verwacht (zie ook Kamerstuk 21 501-32, nr. 598 en Kamerstuk 21 501-321, nrs. 874 en 888). Ik zal u te zijner tijd informeren over de uitkomsten.

Veel lidstaten benadrukten in hun reactie de onveranderd zorgelijke situatie op de zuivel- en varkensvleesmarkt. Veel lidstaten waren wel positief gestemd over de voortvarendheid van de Europese Commissie met de uitvoering van het in de Landbouw- en Visserijraad op 14 maart jl. aangekondigde maatregelenpakket. Ook reageerden de lidstaten positief op het voorstel van de Europese Commissie om de interventieplafonds te verhogen en de procedure om dit met spoed te bewerkstelligen. Daarnaast werden de diversenpunten zoals opgebracht door Litouwen, Polen en Oostenrijk door veel lidstaten ondersteund.

Verder vroegen enkele lidstaten weer om een verhoging van de minimisdrempel die nu op 15.000 euro ligt. Ook riepen enkele lidstaten de Europese Commissie op om met extra EU-financiering te komen als producenten gebruik maken van artikel 222 voor vrijwillige productiebeperking. Om de afzet te bevorderen suggereerden ook enkele lidstaten om EU-etikettering toe te passen. Tevens riepen enkele lidstaten opnieuw op om de crisisreserve in te zetten om de marktsituatie te verbeteren. Andere lidstaten daarentegen waren hier geen voorstander van.

De Europese Commissie benadrukte dat er geen extra budget beschikbaar is binnen de begroting van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). De Europese Commissie bleef ook nu van mening dat het nog te vroeg is om de crisisreserve aan te spreken. Tevens wees de Europese Commissie erop dat nu vrijwel alle beschikbare instrumenten van het GLB zijn ingezet. Eventuele aanvullende voorstellen moeten binnen het GLB passen en dus gericht zijn op marktoriëntatie teneinde de concurrentiekracht van de Europese landbouw te vergroten. De Europese Commissie wees er verder op dat tot nu toe pas ruim een derde van het bedrag van de nationale enveloppes uit het pakket van maatregelen van september 2015 door de lidstaten is besteed (162 miljoen euro van de 420 miljoen euro) en spoorde de lidstaten aan het bedrag volledig te benutten. De Europese Commissie verwacht dat meer lidstaten de komende tijd de nationale enveloppes uit het pakket van september 2015 zullen benutten en dat dit zijn effect zal hebben op de verbetering van de marktsituatie.

Zoals toegezegd in het Algemeen Overleg Landbouw- en Visserijraad van 5 april jl. stuur ik uw Kamer hierbij een overzicht van de tot nu toe genomen marktmaatregelen voor de melkveesector. In de geannoteerde agenda van de Landbouw- en Visserijraad die ik op 1 april jl. naar uw Kamer stuurde heb ik u geïnformeerd over het gehele pakket met marktmaatregelen van de Europese Commissie ter ondersteuning van de zuivel-, varkens-, groenten- en fruitsector. Ik heb toen een samenvatting gegeven van de laatste voortgang van de maatregelen.

Voor de melkveesector zijn de volgende marktmaatregelen van toepassing:

  • Vrijwillige productiebeperking: artikel 222 uit de verordening voor Gemeenschappelijke Marktordening (GMO) wordt geactiveerd, zodat erkende (unies van) producentenorganisaties en erkende brancheorganisaties vrijwillig afspraken kunnen maken om hun melkproductie te beperken. Op basis van artikel 219 van de GMO is er daarnaast een gedelegeerde handeling opgesteld waarmee de toepassing van de uitvoeringshandeling op basis van artikel 222 ook geldt voor coöperatieven en alle andere vormen van (niet-erkende) producentenorganisaties. De Europese Commissie beoogt met deze twee voorstellen de hele primaire productieschakel uit de zuivelketen te dekken. Deze voorstellen zijn inmiddels gepubliceerd1 2 en op 13 april in werking getreden.

  • Verdubbeling interventieplafonds voor magere melkpoeder (MMP) en boter. De Europese Commissie heeft tijdens de Raad het voorstel tot aanpassing van Verordening 1370/20133 gepresenteerd om de plafonds voor magere melkpoeder (MMP) en boter voor interventie tegen een vaste prijs te verdubbelen naar 218.000 ton (MMP) en 100.000 ton (boter). De Europese Commissie heeft het voorstel op 19 april jl. gepubliceerd. Het huidige plafond van 109.000 ton voor MMP is inmiddels bereikt. Totdat het plafond verdubbeld is, wordt er gebruik gemaakt van het systeem van openbare inschrijving voor de interventieaankoop van MMP. Bedrijven konden daartoe tot 19 april 2016 inschrijven voor de eerste bijzondere inschrijving. Vanaf 19 april 2016 wordt een tweewekelijks ritme gehanteerd.4

  • Promotie: op 1 december 2015 is het nieuwe herziene beleid van de Europese Commissie over promotiemaatregelen voor landbouwproducten van start gegaan. Het herziene beleid omvat een wijder scala aan producten en een hoger budget en is bedoeld om nieuwe markten te openen. Het nieuwe beleid betreft promotieprogramma’s gericht op de interne markt en op derde landen. Onder de slogan «Enjoy, it’s from Europe» is het doel onder andere de melkveesector te helpen nieuwe internationale markten aan te boren en consumenten meer bewust te maken van de inspanningen van Europese boeren om kwaliteitsproducten te produceren. Reclame en afzetbevordering, campagnes á la Joris Driepinter, zijn tegenwoordig niet meer toegestaan als het gaat om de interne markt; de nadruk moet liggen op informatieverstrekking over kwaliteit.

    De Europese Commissie heeft het budget voor promotie op de interne markt van zuivel en varkensvlees verhoogd met 3,5 miljoen euro bovenop de reeds toegezegde 30 miljoen euro (waarvan 9 miljoen euro bestemd is voor de binnenmarkt en 21 miljoen euro voor programma’s gericht op derde landen). Voorstellen voor promotieprogramma’s kunnen nog ingediend worden tot 28 april 2016 door organisaties uit de sector.

  • Versterking van de positie van de producent in de voedselketen: rond de zomer van 2016 zal de Agricultural Markets Task Force (AMTF) een High Level meeting met vertegenwoordigers van de lidstaten houden die volledig gewijd is aan de meer structurele problemen in de zuivelsector. Aan de invulling van deze bijeenkomst wordt nog gewerkt.

  • Evaluatie melkpakket uit 2012: het tweede evaluatierapport over de werking van het melkpakket uit 2012 zal vervroegd worden van 2018 naar de herfst van 2016.

  • Uiteraard worden de structurele problemen in de melkveehouderij ook meegenomen in de aanpak van het openen van nieuwe markten, de inspanningen om de Russische boycot op te heffen, de discussie over de inzet van financiële instrumenten, exportkredieten en de aanpassing van plattelandsontwikkelingsprogramma’s en de wenselijkheid van vervroegde uitbetaling van de directe betalingen.

  • Tijdelijke verhoging van de staatssteun. De Europese Commissie heeft de lidstaten de mogelijkheid gegeven om onder strikte voorwaarden tijdelijke financiële steun te verlenen van 15.000 euro per landbouwonderneming (en dus ook voor melkveehouders) per jaar (zonder nationaal plafond) in de vorm van:

    • een regeling voor subsidies, leningen of garanties voor productiebevriezing- of beperking. Deze maatregel kan onmiddellijk in werking treden. De steun moet conform de staatssteunprocedures worden gemeld aan de Europese Commissie.

    • een regeling voor leningen of garanties om de periode van liquiditeitskrapte te overbruggen. Lidstaten kunnen regelingen opstellen waarmee de toegang tot financiële middelen wordt vereenvoudigd voor boeren in de zuivel, varkensvlees, en groenten- en fruitsector. De steun moet conform de staatssteunprocedures worden gemeld aan de Europese Commissie.

    De steun mag niet gaan naar ondernemingen in moeilijkheden. Het mag niet gaan om exportsteun of steun waarbij nationale producten een voorkeursbehandeling genieten boven geïmporteerde producten. Het steunbedrag mag niet worden berekend op basis van de prijs of de productiehoeveelheid van de producten waarvan de productie beperkt wordt. Het steunbedrag en de duur van de steun moeten worden beperkt tot hetgeen strikt noodzakelijk is gezien de moeilijkheden van de begunstigde. Staatssteun kan ook worden ingezet voor gedeeltelijke of volledige stillegging van de productie of voor hulp voor herstructurering. Deze mogelijkheid bestond al en verandert niet.

    Ik ben van mening dat het een bedrijfseconomische beslissing is als melkveehouders de productie willen beperken. De Nederlandse overheid gaat de productiebeperking dan ook niet financieel steunen.

Verordening datacollectie visserij

Stand van zaken van het voorzitterschap

Het Nederlandse voorzitterschap heeft het compromis (ST 5417/3/16) toegelicht dat is bereikt met de andere lidstaten over het voorstel voor de verordening datacollectie visserij.

De voorzieningen van datacollectie zijn met dit voorstel in lijn gebracht met het Gemeenschappelijke Visserijbeleid (GVB). Belangrijke uitgangspunten daarbij zijn het beheer van het Maximum Sustainable Yield en de regionalisatie die met de hervorming van het visserijbeleid is ingezet.

Een andere belangrijke doelstelling van het voorstel is de vereenvoudiging van de dataverzameling. Duplicatie van dataverzameling wordt met dit voorstel zoveel mogelijk voorkomen. Tevens bevat het compromisvoorstel een goede balans tussen enerzijds de bescherming van data en anderzijds transparantie over de verzamelde data. Dit was voor veel landen een zwaarwegend punt.

De Europese Commissie, bijgevallen door enkele lidstaten, onderschreef het compromis dat bereikt is in de Raad. Wel gaf de Europese Commissie aan het te betreuren dat het verzamelen van sociaal-economische gegevens van de aquacultuur voor de lidstaten nu een optionele keuze is. Aquacultuur is volgens de Europese Commissie immers een belangrijke component binnen het GVB en ook voor aquacultuur is het van belang om op basis van betrouwbare gegevens beleidskeuzes te maken.

De Raad heeft ingestemd met het compromisvoorstel. De onderhandelingen met het Europees Parlement zullen waarschijnlijk tijdens het Nederlandse voorzitterschap nog van start gaan.

Nieuw kader technische maatregelen in nieuwe Gemeenschappelijk Visserijbeleid

Presentatie van de Europese Commissie

De Europese Commissie heeft in de Raad het voorstel voor een nieuwe verordening over de instandhouding van visbestanden en de bescherming van mariene ecosystemen door technische maatregelen gepresenteerd (COM(2016)134). Het voorstel is op 11 maart jl. gepubliceerd.

De Europese Commissie gaf aan dat dit voorstel past in betere regelgeving en binnen het GVB dat gericht is op regionalisering. Met het voorstel zal de besluitvorming over technische details niet langer in de Raad maar in de regio plaatsvinden. Hiermee wordt bijgedragen aan de door de lidstaten en de sector gewenste vereenvoudiging van de regelgeving. De voorschriften die specifiek zijn voor de regio’s staan in de bijlagen van de verordening en deze bijlagen kunnen via gedelegeerde handelingen worden aangepast, op basis van de gezamenlijke aanbevelingen van de lidstaten in de desbetreffende regio’s.

De technische maatregelen zijn bedoeld om de selectiviteit van de vistuigen te verbeteren en om juveniele vis, kwetsbare soorten en kwetsbare gebieden te beschermen. Het voorstel draagt tevens bij aan een goede werking van de aanlandplicht.

Veel lidstaten hebben in deze eerste verkenning aangegeven de doelstellingen van het voorstel te steunen. Daarnaast gaven veel lidstaten aan de verdere stappen naar regionalisering toe te juichen, omdat specifieke regels hiermee beter kunnen worden afgestemd op de behoeftes in de regio en sneller aan te passen zijn. Een aantal lidstaten maakte bovendien enkele specifieke wensen kenbaar die in de komende gesprekken over deze verordening zullen worden meegenomen.

Het voorstel zal verder in Raadsverband worden besproken. De Nederlandse inzet heb ik u kenbaar gemaakt in de geannoteerde agenda van de Landbouw- en Visserijraad van 11 april jl. (Kamerstuk 21 501-32, nr. 902).

Europese Fonds voor Strategische Investeringen (EFSI)

Informatie van de Europese Commissie

De Europese Commissie heeft een presentatie gegeven over het gebruik van het Europese Fonds voor Strategische Investeringen (EFSI) in de landbouwsector. Het fonds voorziet in garantstelling tot 21 miljard euro waarmee tot 315 miljard euro aan investeringen gemobiliseerd kan worden.

De Europese Commissie riep de lidstaten op tot een betere benutting van het fonds door de landbouwsector. Er is nog voor 9 miljard euro aan investeringen in de landbouwsector mogelijk. Met het fonds kunnen onder meer agro-technologische, innovatieve en ICT-landbouwprojecten gefinancierd worden.

Eén van de belangrijkste obstakels blijft de kleine schaal van projecten in de landbouw. De Europese Commissie riep de lidstaten dan ook op de kleine projecten samen te bundelen tot investeringsplatforms.

Enkele lidstaten deelden hun ervaringen met EFSI-projecten en onderschreven het belang van dit financiële instrument voor de innovatie in de landbouwsector in hun lidstaat.

Diversen

Bestrijding van voedselfraude in de EU

Informatie van de Duitse delegatie

Duitsland heeft naar aanleiding van het rapport van Interpol en Europol over voedselfraude (Operation Opson V) (ST 7576/16) in de Raad aandacht gevraagd voor een versterkte samenwerking tussen de lidstaten om voedselfraude te bestrijden. De operatie Opson V heeft vanaf eind vorig jaar tot begin februari 2016 plaatsgevonden. Hieraan hebben 57 landen deelgenomen verspreid over de wereld. Er is bij deze operatie in totaal 10.000 ton en 1 miljoen liter vals voedsel en drank in beslag genomen.

Duitsland onderstreepte zijn steun voor bepaalde elementen uit de concept Controleverordening (COM(2013) 265) waarbij er zo snel mogelijk referentiecentra (referentielaboratoria) aangewezen worden voor authenticiteit en integriteit van voedsel. Daarnaast verzocht Duitsland de Europese Commissie de samenwerking tussen politie, douane en voedselinspecties binnen de EU te intensiveren.

Meerdere lidstaten onderschreven het standpunt van Duitsland en riepen de Europese Commissie op tot verdere actie. De Europese Commissie gaf aan dat er een EU Food Fraud Network is opgericht en dat zij door eerdere controles op voedselfraudes een goed beeld heeft van de problematiek en bestrijding. Tevens drong de Europese Commissie aan op spoedige voortgang van onderhandelingen over de Controleverordening. De inzet van het Nederlandse voorzitterschap is om de triloog met het Europees Parlement over de Controleverordening tijdens zijn voorzitterschap af te ronden.

Mercosur onderhandelingen

Informatie van de Franse delegatie

Frankrijk heeft in deze Raad zijn zorgen uitgesproken over het voornemen van de Europese Commissie – mede gezien de huidige marktsituatie – om in dit vroege stadium al tariefcontingenten voor gevoelige producten op te nemen in het aanbod voor de onderhandelingen over een associatieovereenkomst inclusief een vrijhandelsakkoord met de Mercosur (ST 7629/16). Tevens drong Frankrijk aan op een cumulatieve impactanalyse.

Een grote meerderheid van de lidstaten steunde de zorgen van Frankrijk en het verzoek om een cumulatieve impactanalyse. Een enkele lidstaat gaf aan dat het voor andere sectoren dan de landbouw voordelen verwacht van marktopeningen. Een enkele lidstaat drong aan op de bescherming van de geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen, en vroeg terughoudend te zijn met de toelating van genetische gemodificeerde organismen die niet zijn toegelaten op de Europese markt.

Eurocommissaris Hogan gaf aan de zorgen die er onder lidstaten bestaan door te geven aan de Eurocommissaris voor Handel, Malmström. De Europese Commissie gaf aan in september 2016 met een studie te komen over de cumulatieve effecten op landbouwgebied van (afgesloten en te sluiten) vrijhandelsakkoorden met derde landen.

Nederland heeft aangegeven de zorgen van de lidstaten te delen over de mogelijke gevolgen van een handelsakkoord tussen de EU en de Mercosur. Nederland heeft aangegeven dat een eerlijk speelveld van het grootste belang is en heeft bij de Europese Commissie aangedrongen op een impactanalyse. Nederland kan niet instemmen met een verhoging van de quota van producten die niet voldoen aan de EU standaarden voor dierenwelzijn en milieu. Nederland houdt bij de onderhandeling van vrijhandelsverdragen vast aan de eigen hoge EU-standaarden voor voedselveiligheid, dierenwelzijn en milieu en hecht belang aan het bevorderen van een gelijk speelveld.

Het Nederlandse voorzitterschap riep de Ministers in de Raad op hun collega’s van handel te informeren zodat de belangen van de EU-landbouw goed behartigd worden bij de onderhandelingen tussen de EU en de Mercosur. Ook gaf het Nederlandse voorzitterschap aan de internationale onderhandelingen over vrijhandelsakkoorden te volgen, met name waar het gaat om Mercosur, en de stand van zaken te zullen agenderen in de Raad als dat nodig is.

De Europese Commissie voert de onderhandelingen namens de lidstaten. Alle informatie over de voortgang in de handelsakkoorden wordt verzorgd via de geannoteerde agenda van de Handelsraad. Ik zal u informeren over de landbouw-aspecten in deze akkoorden, mocht daartoe aanleiding zijn. Met bovenstaande beschrijving van de stand van zaken in de onderhandelingen over het handelsakkoord met Mercosur heb ik invulling gegeven aan mijn toezegging tijdens het Algemeen Overleg Landbouw- en Visserijraad van 5 april jl.

Terugkoppeling directeurenconferentie Europese Betaalorganen

Informatie van de Luxemburgse delegatie

Van 11 tot en met 13 november 2015 vond in Luxemburg de 38ste Directeuren Betaalorganenconferentie plaats. Deze conferentie wordt twee keer per jaar georganiseerd door de lidstaat die in het betreffende half jaar het EU-voorzitterschap bekleedt. Het thema was het delen van ervaringen uit het eerste jaar van het GLB. Luxemburg heeft de uitkomsten van deze conferentie gepresenteerd tijdens de Raad (ST 7586/16). Luxemburg benadrukte het belang van een stabiel wetgevingskader en dat veranderingen in het huidige wetgevingskader tot een minimum beperkt moeten worden. Vereenvoudigingsvoorstellen zouden meegenomen moeten worden in de discussie over het GLB na 2020. Uit de workshops die tijdens de conferentie gehouden zijn kwam de wens naar voren dat de Europese Commissie vaker de meest voorkomende bevindingen uit audits presenteert. Wat daarnaast naar voren kwam, was dat meerdere lidstaten vertraging hebben opgelopen bij de betalingen aan landbouwproducenten door de gecompliceerde regels en toegenomen administratieve lasten.

Enkele lidstaten ondersteunden de uitkomsten en wezen op het belang van gerichte controles en goede informatie-uitwisseling tussen de lidstaten over best practices inzake controles. De Europese Commissie wees ook op het belang van een goede informatie-uitwisseling inzake controles zodat de audits op Europees niveau verbeterd kunnen worden en onderschreef de conclusie uit de conferentie dat stabiliteit in de wetgeving nu belangrijk is voor de betaalorganen.

Ik heb de lidstaten uitgenodigd voor de 39ste Directeuren Betaalorganenconferentie die van 25 tot en met 27 mei 2016 in Amsterdam georganiseerd zal worden. Naast informatie-uitwisseling over vernieuwingen in controles zullen ervaringen met het GLB worden gedeeld.

Terugkoppeling AgroBalt 2016 en politieke forum «Rethinking the food supply chain»

Informatie van de Litouwse delegatie

Litouwen heeft tijdens de Raad een terugkoppeling gegeven over de «AgroBalt 2016» en het politieke forum «Rethinking the Food Supply Chain» dat in Kaunas heeft plaatsgevonden (ST 7654/16).

Van 21 maart tot 2 april 2016 organiseerde Litouwen de 21e internationale beurs «Agrobalt 2016», waar aandacht werd besteed aan de ontwikkelingen in de agrarische sector en de voedselverwerkende industrie.

Tijdens de internationale tentoonstelling, op 31 maart, vond het politieke forum «Rethinking the food supply chain» plaats. Hier werd gesproken over concurrentievermogen, betere verhoudingen tussen de verschillende schakels in de keten, innovatie en etikettering. Verschillende Ministers en topambtenaren van zowel EU-landen als niet-EU-landen namen deel aan het forum, als ook vertegenwoordigers van de Agricultural Markets Task Force, de FAO, het Europees Economisch en Sociaal Comité en verschillende boerenorganisaties.

Tijdens het forum hebben Eurocommissaris Phil Hogan (DG AGRI) en Eurocommissaris Vytenis Andriukaitis (DG SANTE) een keynote speech gegeven. Het programma bestond uit twee paneldiscussies. De eerste discussie richtte zich op economische- en duurzaamheidsvraagstukken in de voedselketen, waarbij het verbeteren van het concurrentievermogen en het waarborgen van de balans in de voedselketen zijn besproken. De tweede discussie richtte zich op het management en de geloofwaardigheid van de voedselketen, waarbij men sprak over controlesystemen, labeling en innovatieve producten.

Enkele lidstaten onderstreepten het belang van een eerlijke verdeling in de voedseltoeleveringsketen en een versterkte positie van de primaire producent. Ook de Europese Commissie gaf het belang hiervan aan. Zij gaf aan dat de door haar ingestelde Agricultural Markets Taskforce, onder leiding van de heer Veerman, met aanbevelingen zal komen om de positie van de primaire producent in de voedselketen te versterken. De voorlopige aanbevelingen van deze taskforce zullen in de Landbouw- en Visserijraad van 27 en 28 juni a.s. gepresenteerd worden. Het Nederlandse voorzitterschap heeft de Europese Commissie verzocht de uitkomsten van het politieke forum te overhandigen aan de Taskforce zodat zij deze conclusies bij haar uitkomsten kan verwerken.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam


X Noot
1

Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/558 van de Commissie van 11 april 2016 waarbij toestemming wordt verleend voor overeenkomsten en besluiten van coöperaties en andere vormen van producentenorganisaties in de sector melk en zuivelproducten die betrekking hebben op productieplanning. Publicatieblad van de Europese Unie, 12 april 2016.

X Noot
2

Uitvoeringsverordening (EU) 2016/559 van de Commissie van 11 april 2016 waarbij toestemming wordt verleend voor overeenkomsten en besluiten betreffende productieplanning in de sector melk en zuivelproducten. Publicatieblad van de Europese Unie, 12 april 2016.

X Noot
3

Verordening (EU) Nr. 1370/2013 van de Raad van 16 december 2013 houdende maatregelen tot vaststelling van steun en restituties in het kader van de gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten.

X Noot
4

Uitvoeringsverordening (EU) 2016/482 van de Commissie van 1 april 2016 houdende sluiting van de interventieaankoop van de interventieaankoop van mageremelkpoeder tegen een vaste prijs voor de interventieperiode die eindigt op 30 september 2016, en houdende opening van een openbare inschrijving voor de aankoop.

Naar boven