21 501-32 Landbouw- en Visserijraad

Nr. 697 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 maart 2013

Met deze brief informeer ik u over de agenda van de Landbouw- en Visserijraad die plaatsvindt op 18 en 19 maart in Brussel, almede over mijn inzet tijdens die bijeenkomst.

Het voornaamste agendapunt betreft de onderhandelingen over de wetgevingsvoorstellen voor het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). Het voorzitterschap streeft ernaar een algemene oriëntatie vast te stellen.

Onder diversen zal Nederland aandacht vragen voor een door de Russische Federatie aangekondigd invoerverbod op bepaalde plantaardige producten uit de EU. Verder zal de Raad op aandringen van Denemarken stilstaan bij het besluitvormingsproces ten aanzien van de vangstmogelijkheden voor de visserij op zandspiering in 2013.

Ten slotte informeer ik u over mijn bilateraal gesprek met de Ierse minister Coveney.

Hervorming van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB)

(Algemene oriëntatie)

De Raad zal proberen een algemene oriëntatie te bereiken over de GLB-wetgevingsvoorstellen. De algemene oriëntatie is een niet-bindende afspraak in de Raad die het Europees Parlement (EP) een indicatie geeft van de opstelling van de Raad, met het oog op verdere behandeling in eerste lezing. Dit is ook de basis voor de inzet van de Raad in de onderhandelingen met het EP. Het Ierse voorzitterschap streeft ernaar in juni een definitief akkoord over het GLB te bereiken tussen Raad en EP en met steun van de Europese Commissie.

De voornaamste punten van mijn inzet voor de komende onderhandelingen heb ik in de GLB-kwartaalrapportage van deze maand geschetst (Kamerstuk 28 625, nr. 159). In die kwartaalrapportage is tevens een uitgebreide weergave van de stand van zaken van de onderhandelingen, het krachtenveld in de Raad en in het EP en over het MFK opgenomen. Hieronder ga ik nog in op enkele punten die niet in de kwartaalrapportage zijn opgenomen.

Sanctionering en vergroening

Eén van de MFK-afspraken die regeringsleiders hebben gemaakt is dat de vergroening een verplicht onderdeel is in het GLB, zowel voor lidstaten als boeren. Het voorzitterschap heeft, om aan dit verplichte karakter invulling te geven, een sanctie voorgesteld van maximaal 50%. Dit naast een inhouding van de vergroeningspremie zelf, waarvan de hoogte van de inhouding afhankelijk is van de mate waarin bedrijven niet aan de verplichtingen voldoen. Het oorspronkelijke Commissievoorstel voorzag in een sanctie van maximaal 200%. Het lijkt erop dat het voorstel van het voorzitterschap aanvaardbaar is voor een belangrijk deel van de lidstaten. Uw Kamer heeft per motie (motie Graus en Dijkgraaf, Kamerstuk 21 501-32, nr. 664) aangegeven dat de sanctie bij niet voldoen aan de vergroeningsverplichting niet ten koste mag gaan van de basispremie. De voorgestelde verlaging van de sanctie van 200% tot 50% geeft hieraan reeds grotendeels invulling. Ik blijf mij, in lijn met uw motie, inzetten voor een verdere verlaging van de sanctie, maar gezien het krachtenveld en het in het MFK afgesproken verplichte karakter van de vergroening, zie ik mij genoodzaakt uw verwachtingen te moeten temperen.

Actieve boer

De Europese Commissie heeft voorstellen gedaan om zeker te stellen dat de directe betalingen alleen ten goede komen aan de zogenaamde «actieve boer». Deze voorstellen zouden in de ogen van vrijwel alle lidstaten tot een uitermate gecompliceerde implementatie en uitvoering leiden. De voorzitter is daarom met voorstellen gekomen voor een vereenvoudigde vaststelling van de «actieve boer», waarbij ook lidstaten zelf enige flexibiliteit wordt geboden. De voorstellen lijken door een overgrote meerderheid van de lidstaten gesteund te worden. Ook Nederland wil de voorgestelde aanpak steunen. De Landbouwcommissie van het Europees Parlement (COMAGRI) heeft een amendement aangenomen met een soortgelijke strekking. Mocht dit voorstel onderdeel uitmaken van het uiteindelijke GLB-besluit, dan zal ik uw Kamer mijn voornemens voorleggen met betrekking tot de toepassing hiervan in Nederland.

Gekoppelde betalingen

De mogelijkheid voor gekoppelde betalingen blijft een punt van discussie. COMAGRI heeft amendementen aangenomen die er toe strekken dat de mogelijkheden voor gekoppelde betalingen ten opzichte van de oorspronkelijke voorstellen van de Europese Commissie ver worden opgerekt. Het Deense voorzitterschap (eerste helft 2012) heeft in zijn voortgangsrapport geconcludeerd dat de voorstellen van de Europese Commissie «de juiste balans» leken te weerspiegelen tussen enerzijds de lidstaten die de voorstellen te ver vinden gaan (waaronder Nederland) en anderzijds de lidstaten die de mogelijkheden voor gekoppelde betalingen willen uitbreiden. De discussie lijkt echter nog niet afgesloten. Lidstaten die pleiten voor uitbreiding zullen naar alle waarschijnlijkheid het punt weer ter tafel brengen, gesteund door het krachtenveld in het EP en de kleine blokkerende minderheid in de Raad. Mijn inzet blijft zich richten op een zo gering mogelijke rol voor gekoppelde betalingen.

Vaststelling van de vangstmogelijkheden voor de visserij op zandspiering

(Informatie van de Commissie op verzoek van de Deense delegatie)

Denemarken wil dat de Raad snel een besluit neemt over de vangstmogelijkheden (Total Allowable Catch, TAC) voor de visserij op zandspiering in 2013. Denemarken vreest dat de TAC pas wordt meegenomen in de eerste aanpassing van de TAC en quotumverordening in 2013 (op basis van akkoorden tussen de EU en onder meer Noorwegen), die mogelijk pas in mei wordt behandeld. Het visseizoen voor de zandspiering begint echter al veel eerder, namelijk op 1 april. Ondertussen hebben de wetenschappers van de International Council for the Exploration of the Sea (ICES) hun advies gegeven. In het gebied rondom de Doggersbank, veruit het belangrijkste gebied in de Noordzee voor de visserij op zandspiering, adviseert ICES een TAC van 225.544 ton, in lijn met de MSY-benadering (Maximum Sustainable Yield, Maximaal Duurzame Opbrengst). Denemarken roept de Europese Commissie op om alles in het werk te stellen om de besluitvorming te vervroegen en het al in de betreffende Raadswerkgroep van 8 maart aan de orde te stellen.

Ik sta positief tegenover het voorstel van Denemarken. Er is momenteel sprake van een uitzonderlijke situatie, omdat er geen voorlopige TAC is afgesproken tijdens de Landbouw- en Visserijraad van december 2012. Afspraken over de vangstmogelijkheden dienen ten principale in lijn met het wetenschappelijke advies, overeenkomstig MSY of voorzorgsprincipe, te worden vastgesteld door de Raad.

Diversen

EU-markttoegang van Russische pijnbomen en pootaardappelen

(Informatie van de Nederlandse delegatie)

De Russische Federatie heeft aangekondigd om per 1 juni 2013 een invoerverbod te zullen instellen voor aardappelen en plantaardig uitgangsmateriaal uit de EU. Het aangekondigde invoerverbod is een reactie op het uitblijven van bevredigende antwoorden van de EU over zogenaamde Pest Free Production Sites en over de bestaande invoerverboden voor bepaalde Russische plantaardige producten naar de EU. Door die invoerverboden kan de Russische Federatie onder meer geen Russische pijnbomen en aardappelen naar Europa exporteren.

Nederland is met een jaarlijkse export van gemiddeld 20.000 ton een van de grootste exporteurs van pootaardappelen naar de Russische Federatie en wordt door deze maatregelen dus hard getroffen. Nederland hoopt dat er op korte termijn een evenwichtige oplossing wordt gevonden voor deze handelskwestie met de Russische Federatie. Het uitblijven van een oplossing zal de export van een aantal lidstaten naar de Russische Federatie, waaronder die van Nederland, in de toekomst zeker schaden.

Het ondersteunen van de Russische autoriteiten bij het verkrijgen van een mogelijke derogatie voor hun pijnbomen en aardappelen op de Europese markt, evenals het leveren van informatie over Pest Free Production Sites in de EU, kan wellicht bijdragen tot die oplossing. Ik ben bereid de Europese Commissie waar mogelijk te ondersteunen en te voorzien van de nodige informatie en gegevens.

Door het tijdig overeenkomen van evenwichtige afspraken met de Russische Federatie hoop ik een Russisch invoerverbod op Europese producten te kunnen voorkomen.

Bezoek aan de Ierse minister van Landbouw, Simon Coveney

In het kader van de volgende stappen in de GLB-onderhandelingen heb ik een bilateraal bezoek gebracht aan mijn Ierse collega, Simon Coveney, die momenteel voorzitter is van de Landbouwraad. In een prettige en constructieve sfeer hebben wij gezamenlijk de stand van zaken doorgelopen en heb ik de voor Nederland belangrijke punten onder de aandacht gebracht. Ik heb nadrukkelijk aangegeven dat voor Nederland de introductie van een gelijke hectarebetaling binnen een lidstaat van belang is, ook als onderdeel van de omvorming van de directe betalingen naar doelgerichte betalingen. Hiernaast heb ik aangegeven dat afbouw van gekoppelde betalingen voor mij ook belangrijk is, voor een level playing field tussen vooral sectoren en lidstaten. Ik heb er vertrouwen in dat de voor Nederland belangrijke punten goed op het netvlies staan van het Ierse voorzitterschap.

Hiernaast heb ik een pleidooi gehouden voor het verder mogelijk maken in Europees verband van de pulskorvisserij. Mijn collega heeft toegezegd dit punt nadere aandacht te zullen geven.

De staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

Naar boven