21 501-32 Landbouw- en Visserijraad

Nr. 610 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 juni 2012

Uw lid Koopmans heeft tijdens het Verslag Algemeen Overleg van de Landbouwraad van 22 maart 2012 (Handelingen II, 2011/12, nr. 67, item 8, blz. 62–65) de volgende motie ingediend met het volgende dictum: «...verzoekt de regering zich in te zetten om aan de artikelen 106 en 114 van de Integrale marktordening (Verordening EC1234/2007) toe te voegen dat «erkende producentenorganisaties» een faire en redelijke producentenprijs met inbegrip van de kosten door investeringen in bijvoorbeeld milieu en dierenwelzijn kunnen bewerkstelligen» (TK 21 501-32, nr. 575).

Ik heb de heer Koopmans gevraagd deze motie aan te houden zodat ik in de gelegenheid ben de precieze formulering nader te beoordelen, vooral op de punten van mededinging. Op basis daarvan kom ik tot het volgende oordeel.

De Europese Commissie heeft in haar voorstel voor een nieuwe gemeenschappelijke marktordening voor landbouwproducten de bepalingen voor producentenorganisaties en brancheorganisaties aanzienlijk uitgebreid. Een belangrijke doelstelling van een producentenorganisatie is het plannen van de productie van leden zodat die op de vraag wordt afgestemd. Ook mogen ze het aanbod en de afzet van de leden concentreren, de productiekosten optimaliseren en de producentenprijzen stabiliseren. Ik zie deze doelen als een kans voor boeren en tuinders om gezamenlijk op te treden op de markt, want de bundeling van het aanbod leidt tot een sterkere marktpositie van de producenten in de afzetketen.

Ik ben bereid om in de onderhandelingen over de herziening van de gemeenschappelijke marktordening te pleiten voor een extra doelstelling voor producentenorganisaties. Concreet gaat het om het toevoegen van de volgende bepaling: in artikel 106 sub c wordt aan de doelstellingen onder i. tot en met vii. een bepaling viii. toegevoegd die luidt: «bewerkstelligen dat producenten een redelijke vergoeding krijgen van kosten voor investeringen in bijvoorbeeld milieu en dierenwelzijn». Nederland zal zich in het EU-overleg inzetten om een dergelijke doelstelling toe te voegen aan de producentenorganisaties in de integrale marktordening. Met deze inzet wil ik de aangehouden motie van de heer Koopmans uitvoeren en laat ik het oordeel hierover aan uw Kamer.

De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker

Naar boven