21 501-32 Landbouw- en Visserijraad

Nr. 606 MOTIE VAN HET LID KOPPEJAN C.S.

Voorgesteld 6 juni 2012

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de voorstellen van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB) kunnen leiden tot onnodige visserijsterfte, aanpassing van schepen, aanlanding- en vangstmogelijkheden en verhoging van de verwerkings-, controle-, inspectie- en handhavingkosten;

overwegende dat de impact van een integrale benadering van het GVB, de Vogel- en Habitatrichtlijn (VHR) en de Kaderrichtlijn Mariene Strategie (KRM) op zowel de visserij als natuur nog onbekend is;

overwegende dat voor de Nederlandse visserijsector zowel een ecologische als economische duurzame toekomst van belang is;

verzoekt de regering, om in beeld te brengen welke impact de wijzigingsvoorstellen van het gemeenschappelijk visserijbeleid voor Nederland en zijn betrokken visserijsector hebben, de Kamer hierover te informeren en geen onomkeerbare stappen te zetten zonder overleg met de Kamer,

en gaat over tot de orde van de dag.

Koppejan

Dijkgraaf

Slob

Naar boven