21 501-32 Landbouw- en Visserijraad

Nr. 526 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 oktober 2011

Op 13 oktober jl. nam uw Kamer de motie Grashoff/Koopmans (TK 21 501-32, nr. 522) aan, waarin de regering wordt verzocht in EU-verband medewerking te verlenen aan een redelijke overgangsregeling voor de communautaire minstbedeeldenregeling voor de jaren 2012 en 2013.

Vandaag heeft het kabinet besloten deze motie niet uit te voeren. In deze brief licht ik toe op welke gronden het kabinet tot dat besluit is gekomen.

Het betreft naar het oordeel van het kabinet een principieel vraagstuk, namelijk of Nederland steun zou moeten geven aan de introductie van een communautair gefinancierd en vormgegeven sociaal zekerheidsvangnet voor de minstbedeelden, dat volledig is gebaseerd op de aankoop van voedingsmiddelen op de vrije markt. Het kabinet is van oordeel dat het domein van de sociale zekerheid een nationale bevoegdheid van de individuele EU-lidstaten moet blijven. De door de Kamer in de motie gevraagde overgangsregeling kan alleen worden gerealiseerd door in te stemmen met het Commissievoorstel van 3 oktober jl. om een rechtsgrondslag in het sociaal beleid te introduceren voor het minstbedeeldenprogramma. Het Europees Hof van Justitie heeft namelijk bepaald dat de oude rechtsgrondslag in het landbouwbeleid bij ontstentenis van agrarische interventievoorraden onvoldoende is voor zo’n programma. De introductie van een rechtsgrondslag in het sociaal beleid om een nieuw communautair minstbedeeldenprogramma op basis van aankoop van voedingsmiddelen op vrije markt mogelijk te maken, acht het kabinet om subsidiariteitsredenen echter niet wenselijk.

De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

H. Bleker

Naar boven