21 501-32 Landbouw- en Visserijraad

Nr. 1278 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 maart 2021

Met deze brief informeer ik uw Kamer over de videoconferentie van visserijministers die op 22 februari jongstleden plaatsvond. Tevens maak ik van de gelegenheid gebruik om u te informeren over de ANIT enquêtecommissie van het Europees Parlement over diertransporten.

I. Videoconferentie van visserijministers

Bilaterale consultaties met het Verenigd Koninkrijk

Het voorzitterschap opende de videoconferentie door de stand van zaken met betrekking tot de consultaties met het Verenigd Koninkrijk over de vangstmogelijkheden voor 2021 te geven. In de Raad van januari jl. zijn uitgangspunten voor deze consultaties vastgesteld. In de weken die daarop volgde hebben verschillende ronden plaatsgevonden waarin veel verschillende kwesties, gerelateerd aan de vangstmogelijkheden, zijn besproken met het VK. Het voorzitterschap meldde daarnaast dat de Commissie onlangs een voorstel voor een formeel Raadsmandaat op basis van artikel 218 lid 9 VWEU heeft voorgelegd en vroeg hiervoor instemming van de Lidstaten. Het voorzitterschap gaf aan zich bewust te zijn van de zorgen die spelen bij verschillende lidstaten, bijvoorbeeld over een flexibel ruilmechanisme voor quota, de wens om de resultaten van de onderhandelingen te laten afronden door de Raad alvorens de consultaties geconcludeerd kunnen worden en voldoende aandacht voor alle pijlers van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB).

Commissaris Sinkevicius verwees naar het aflopen van de voorlopige vangstmogelijkheden op 31 maart aanstaande en benoemde de behoefte aan duidelijkheid in de sector. Afgelopen periode zijn er twee rondes van consultaties geweest. Het verschil in positie met het VK blijft groot. Het VK wil slechts praten over de totale vangstniveaus (Total Allowable Catch, TAC) en wil ook voor non-quota soorten plafonds vaststellen. Over de andere kwesties die spelen wil het VK geen bindende afspraken maken, maar enkel informatie uitwisselen. De Commissie streeft juist naar meer afspraken, bijvoorbeeld over speciale voorwaarden voor flexibiliteit tussen gebieden, de aanlandplicht en uitzonderingen daarop en beheersmaatregelen in de Keltische Zee. De Commissie riep lidstaten op deze benadering te steunen en eenheid te bewaren richting het VK. De Commissie vroeg lidstaten daarnaast flexibel te zijn op de TACs waar mogelijk, omdat verdeeldheid hierop het VK enkel helpt.

Ik heb aangegeven dat Nederland de huidige benadering van de consultaties die nu lopen steunt, maar voor de consultaties voor 2022 een gedetailleerder mandaat met cijfers per bestand wil laten vaststellen door de Raad. Ik heb gewezen op het belang van voortgang in de consultaties, maar dat tijdsdruk niet mag zorgen voor overhaaste beslissingen. Quotaflexibiliteit en gelijkspeelveld blijven belangrijk. Tevens heb ik aangegeven dat ik hoop dat de trilaterale consultaties met Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk spoedig worden afgerond. Daarnaast heb ik aangegeven dat de bilaterale consultaties met Noorwegen, die gaan over toegang tot de wateren en ruil van quota tussen de EU en Noorwegen en recentelijk gestart zijn, moet resulteren in een situatie waarbij de lidstaten die profiteren van de quotaruil er ook evenredig aan bijdragen. Tot slot heb ik gevraagd om duidelijkheid over de invulling van de Brexit Adjustment Reserve (BAR). Het juridische framework van de BAR moet de maatregelen die nodig zijn om vissers te steunen niet beperken.

Commissaris Sinkevicius gaf aan dat de ontwikkelingen op het gebied van de BAR in handen is van de Raad en het Europees Parlement. Op de oproep van enkele lidstaten voor flexibiliteit in bestanden waar een duidelijk advies ligt op basis van de Maximum Sustainable Yield (MSY) benadering gaf de Commissie aan dat de MYS-adviezen de kern van het GVB vormen. De Commissie stelde daarbij dat ze de reguliere aanpak handhaaft, waarbij ook rekening wordt gehouden met » met verstikkingsproblematiek (een tekort aan bijvangstquotum) en de complexiteit van gemengde visserijen. Hierdoor moet soms een lagere vangsthoeveelheid worden vastgesteld dan het MSY advies. De commissie benoemde de problematiek in de Keltische zee als complex, kabeljauw bevindt zich in een slechte toestand en er is een duidelijke link met andere visserijen, waardoor voor die visserijen een lagere vangsthoeveelheid moet worden vastgesteld dan het MSY advies.

Het voorzitterschap streeft naar vooruitgang in de onderhandelingen met het VK en wil dit blijven coördineren met de Commissie en lidstaten. Het voorzitterschap wees erop dat volgende rondes gedetailleerder ingegaan zal worden op cijfers en concrete bandbreedtes van de vangstmogelijkheden. Tevens pleitte de Raad voor expliciete vermelding van pijlers van het GVB. Het voorzitterschap gaf aan de oproepen van lidstaten voor hun prioriteitsbestanden mee te nemen in de onderhandelingen. Daarnaast zal er aandacht komen voor gelijke voorwaarden voor de VK- en EU-vloot. De Raad streeft naar het zo snel mogelijk afronden van de onderhandelingen, conform wetenschappelijke adviezen en de behoefte van de sector. Ook de trilaterale bilaterale akkoorden met het VK en Noorwegen moeten zo spoedig mogelijk worden gesloten.

AOB-punt vangstmogelijkheden Mauritanië

Spanje vroeg aandacht van de Raad voor de onderhandelingen met Mauritanië. De zevende onderhandelingsronde startte deze week en het huidige protocol is al twee keer met een jaar verlengd en loopt op 15 november af. Spanje wees erop dat het visserijakkoord met Mauritanië voor hen en andere lidstaten van groot belang is en drong aan op een versnelling richting een nieuw akkoord. Enkele lidstaten, waaronder Nederland, sloten zich aan bij de oproep van Spanje. Ik heb daarbij tevens gewezen op het belang van een duurzame visserij.

De Commissie erkende dat de tijd om tot een nieuw akkoord te komen begint te dringen. De Commissie gaf aan tijdens de onderhandelingen namens de Raad zich te baseren op historische en toekomstige verwachtingen en het best beschikbare wetenschappelijke advies. De Commissie werkt samen met Mauritanië aan verbeteringen in het akkoord binnen de wetenschappelijke grenzen aan duurzaamheid.

II. ANIT enquêtecommissie van het Europees Parlement over diertransporten

Op donderdag 25 februari is Nederland gehoord door de enquêtecommissie van het Europees Parlement over de bescherming van dieren tijdens het vervoer binnen en buiten de Unie (ANIT)1. De focus van deze commissie ligt bij de tenuitvoerlegging van EU-voorschriften door de lidstaten en de juiste handhaving ervan door de Europese Commissie.

Ter voorbereiding van deze hoorzitting is een aantal vragen schriftelijk beantwoord. In de schriftelijke beantwoording en in de bijdragen tijdens de hoorzitting zelf, heeft Nederland toegelicht wat de beleidslijnen ten aanzien van dierenwelzijn en transport zijn. Inclusief de bereikte resultaten van de afgelopen jaren. Er is in het algemeen veel erkenning voor de ontwikkelingen die de Nederlandse overheid heeft ingezet, in samenwerking met het bedrijfsleven en NGO’s. De schriftelijke beantwoording van de vragen, evenals de videobeelden van de hoorzittingen zijn terug te kijken via openbare websites2. Het onderzoek van de enquêtecommissie worden afgesloten middels de indiening van een eindverslag.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten


X Noot
1

Tijdelijke onderzoekscommissie Bescherming van dieren tijdens het vervoer (ANIT) https://www.europarl.europa.eu/committees/nl/anit/about

Naar boven