21 501-32 Landbouw- en Visserijraad

Nr. 1204 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 november 2019

Met deze brief informeer ik uw Kamer over de agenda van de Landbouw- en Visserijraad die op 18 november aanstaande plaatsvindt te Brussel. Tot op heden is er geen definitieve agenda beschikbaar. Conform toezegging in het AO «Behandelvoorbehoud EU-voorstellen over het nieuwe GLB» van 4 september 2018 (Kamerstuk 34 965, nr. 4), informeer ik uw Kamer tevens over de zaken die aan bod zijn geweest in de Raadswerkgroepen over dit thema. Tot slot ga ik in op het commissieverzoek over vangstmogelijkheden 2020.

GEAGENDEERDE ONDERWERPEN OP DE RAAD

Toekomst GLB

Gedachtewisseling

Het Finse voorzitterschap agendeert een gedachtewisseling over de drie GLB-herzieningsverordeningen met een focus op de klimaat- en leefomgevingsaspecten. De groene architectuur vormt de ruggengraat van de klimaat- en leefomgevingsdoelen in het nieuwe GLB. De groene architectuur biedt kansen aan boeren om te worden beloond voor hun inzet om via doelgerichte betalingen een bijdrage te leveren aan de opgaven voor klimaat, leefomgeving en biodiversiteit.

De klimaat- en leefomgevingsambities in het nieuwe GLB hangen voor veel lidstaten af van de hoogte van het GLB-budget. Ik verwacht daarom dat veel lidstaten de noodzaak voor een adequaat GLB-budget wederom zullen benadrukken. Zolang er nog geen akkoord is op het nieuwe Meerjarig Financieel Kader (MFK) zal de Raad voornamelijk een herhaling van zetten zijn.

Om voortgang te blijven maken, heeft het Finse voorzitterschap een nieuw voorstel ter tafel gebracht waarin wordt gepleit voor een gezamenlijk percentage voor klimaat- en leefomgeving voor beide pijlers in het nieuwe GLB. Dit is ambitieuzer dan het oorspronkelijke voorstel van de Europese Commissie dat alleen een percentage vaststelt voor de Pijler II uitgaven. Een gezamenlijk percentage is in lijn met de Nederlandse wens om ook in Pijler I hoge klimaat- en milieuambities na te streven. Ik wil namelijk dat het nieuwe GLB ondersteunend is aan het bereiken van de Europese doelstellingen waaraan Nederland zich heeft gecommitteerd: het doel van klimaatneutraliteit in de EU in 2050, en het ophogen van het CO2-reductiedoel naar 55% in 2030. Het Finse voorzitterschap heeft nog geen uitspraken gedaan over de hoogte van dit percentage. De Nederlandse wens is om snel een ambitieus percentage vast te stellen. In dit kader zal ik ook pleiten voor een Europese verplichting voor lidstaten om eco-regelingen in het Nationaal Strategisch Plan op te nemen en het oormerken van een minimum percentage van het te besteden budget voor eco-regelingen. Het is mijn streven om de eco-regelingen laagdrempelig en breed toegankelijk vorm te geven in het Nationaal Strategisch Plan, zodat boeren die vrijwillig een bijdrage willen leveren ook deel kunnen nemen.

Verordeningen over overgangsbepalingen Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB)

Gedachtewisseling

Op 31 oktober 2019 heeft de Europese Commissie haar voorstellen voor twee transitieverordeningen voor het GLB gepresenteerd. Het betreft in hoge mate technische voorstellen. De Europese Commissie zal tijdens de Raad een eerste toelichting op haar voorstellen geven. De transitieverordeningen zijn noodzakelijk, omdat er nog geen akkoord is bereikt over het nieuwe GLB. Om de betalingen vanuit het GLB ook in 2021, het eerste jaar van de nieuwe MFK-periode 2021–2027, te continueren wordt een aantal noodzakelijke voorstellen gedaan. Daarbij moet worden uitgegaan van de beschikbare budgetten, die in het kader van het Meerjarig Financieel Kader (MFK) voor de periode 2021–2027 beschikbaar worden gesteld. De verordeningen gelden voor één jaar, 2021.

Het eerste voorstel maakt helder hoe in 2021 middelen beschikbaar zullen zijn voor het GLB. In het bijzonder wordt het ook voor 2021 mogelijk gemaakt om budget van pijler 1 over te hevelen naar pijler 2. Verder wordt geregeld dat zonder problemen budget tussen de beide pijlers kan worden overgeheveld, ook in het laatste jaar van het huidige GLB, 2020. Het besluit hiertoe was al eerder dit jaar genomen, maar voor een goede uitvoering moest nog een oplossing gezocht worden. Er is dus geen sprake van beleidsaanpassingen. Het gaat feitelijk om oude regels, maar wel nieuw geld.

Het tweede voorstel voorziet in overgangsbepalingen voor de diverse steuninstrumenten van het GLB waaronder het plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3) en de sectorale steunregelingen onder de GMO-verordening. In de voorstellen is een doorloop en verlenging van POP3 (2014 -2020) als optionele keuze opgenomen. Lidstaten kunnen ook besluiten om hun programma in 2021 niet te verlengen. De daarmee voor het jaar 2021 vrijkomende middelen kunnen in de eerste jaren van de nieuwe programmaperiode worden ingezet.

Ten aanzien van de Gemeenschappelijke Markt verordening (GMO) wordt voorgesteld om de landbouwcrisisreserve van 400 miljoen euro (waaruit de EU-crisismaatregelen kunnen worden gefinancierd) te handhaven. Voorts worden voorstellen gedaan voor aanpassing van de budgetten voor de sectorale steunregelingen aan de nieuwe MFK-periode. Voor operationele programma’s in de groente- en fruitsector geldt verder dat producentenorganisaties een verzoek moeten indienen om het programma aan te passen aan of te vervangen onder de nieuwe regels in het kader van de Nationale Strategische Plannen. Voor de nationale bijenteeltprogramma’s is voorzien dat deze door mogen lopen tot 31 juli 2022.

Ik ben blij met het voorstel van de Europese Commissie waarmee een lacune in de betalingen wordt voorkomen. Ik kan de voorstellen steunen.

Over hoe Nederland in de transitieperiode omgaat met het plattelandsontwikkelingsprogramma, zal ik eerst nader overleg voeren met de provincies en vervolgens met uw Kamer spreken over de te maken keuzes.

INFORMATIE TOEKOMST GLB

Stand van zaken Raadswerkgroepen

Raadswerkgroep Horizontale Vraagstukken

De Raadswerkgroep Horizontale Vraagstukken is op 9, 10 en 31 oktober jl. bijeengekomen. Op 9 en 10 oktober stonden de artikelen betreffende directe betalingen, de financiële provisies, de GLB Strategische Plannen en administratieve zaken geagendeerd. De tekstvoorstellen van de artikelen waren voornamelijk redactioneel of verduidelijkingen waardoor deze positief werden ontvangen door de lidstaten. Nederland heeft benadrukt dat de discussie over directe betalingen nog niet is geconcludeerd. Zo vindt Nederland het belangrijk dat betalingen voor eco-regelingen worden uitgezonderd van de plafonnering en dat gekoppelde steun beperkt moet worden. Voor wat betreft de Strategische Plannen heeft Nederland toegelicht dat zij meer duidelijkheid en helderheid wil over hoe de Nationale Strategische Plannen worden goedgekeurd door de Europese Commissie. Ook andere lidstaten hebben dit moment aangegrepen om hun inzet en standpunten te herhalen. Daarnaast is er gesproken over het nieuwe uitvoeringsmodel aan de hand van presentaties door de Europese Commissie. Met name lidstaten die regionaal georganiseerd zijn, voorzien problemen met het nieuwe uitvoeringsmodel. Op 31 oktober jl. is er gesproken over tekstvoorstellen die raken aan de conditionaliteit, de controles en sancties van de conditionaliteit en het geïntegreerde beheers- en controlesysteem. Deze discussies waren van zeer technische aard. Daarnaast vond er wederom een discussie plaats over het nieuwe prestatiemodel, waar enerzijds benadrukt wordt het model eenvoudig en toegankelijk moet zijn en anderzijds het af te rekenen is op prestaties en fraude. De transitieregels zullen in november besproken worden.

Raadswerkgroep Agrifin

De Raadswerkgroep Agrifin heeft op 2 oktober jl. plaatsgevonden. Het was een korte bijeenkomst waar werd gesproken over administratieve nacontroles, betekenende maatregelen die buiten het NSP vallen, en tekstvoorstellen voor een aantal artikelen uit de Horizontale Verordening. Nederland heeft haar standpunt over de benodigde vereenvoudiging betreffende de administratieve nacontroles wederom herhaald. Daarnaast heeft de Europese Commissie een presentatie gegeven over het nieuwe uitvoeringsmodel, specifiek over hoe de Europese Commissie de rekeningen zal goedkeuren. Het Finse voorzitterschap heeft inmiddels een nieuwe compromistekst voor de Horizontale Verordening gepubliceerd die in november verder besproken zal worden in deze Raadswerkgroep.

Raadswerkgroep Landbouwproducten

De Raadswerkgroep Landbouwproducten is op 25 oktober voor het eerst sinds 12 december 2018 weer bijeengekomen. Op de agenda stond een aantal specifieke wijn-bepalingen. Zo is er gesproken over de verplichte etikettering van voedingswaarde en ingrediëntenlijst en de controle op naleving van wijnetiketteringsvoorschriften en sancties. Nederland heeft tijdens deze Raadswerkgroep een diversenpunt ingebracht waar zij gevraagd heeft om de aanpassing van de erkenningseisen voor producentenorganisaties groente en fruit om de ruimte die er nu al is voor contacten tussen telers en afnemers te verduidelijken. Door andere lidstaten is er aangedrongen op een bredere discussie over de Gemeenschappelijke Marktordening. Er zijn nog geen nieuwe Raadswerkgroepen Landbouwproducten gepland.

Vangstmogelijkheden 2020

Uw Kamer heeft naar aanleiding van het verslag van de Landbouw- en Visserijraad van 18 juni jl. gevraagd wanneer zij geïnformeerd wordt over de inzet van Nederland met betrekking tot de vangstmogelijkheden voor 2020. Ook verzoekt de Kamer mij bij het verstrekken van deze informatie in te gaan op de veranderingen als gevolg van de volledige invoering van de aanlandplicht. Uw Kamer wordt hierover geïnformeerd voor het Algemeen Overleg Landbouw- en Visserijraad, gepland op 11 december a.s., middels de geannoteerde agenda.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

Naar boven