21 501-31 Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken

Nr. 561 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 juni 2020

Op 9 juni aanstaande vindt een informele Raad WSBVC plaats via videoconferentie.

Hierbij zend ik u de Geannoteerde Agenda voor deze Raad toe.

Conform de vastgestelde afspraken1 informeer ik uw Kamer middels de Geannoteerde Agenda tevens over de voortgang van de onderhandelingen inzake de herziening van de Coördinatie verordening Sociale Zekerheid.

Tevens bevat de Geannoteerde Agenda de kwartaalrapportage lopende EU-wetgevingsdossiers op het terrein van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees

GEANNOTEERDE AGENDA INFORMEEL VIDEO-OVERLEG RAAD WERKGELEGENHEID EN SOCIAAL BELEID (WSBVC) 9 juni 2020

In deze GA treft u aan:

  • Voortgangsrapportage

  • Geannoteerde Agenda Raad WSBVC 9 juni 2020

  • Raadsconclusies die middels schriftelijke procedure worden vast gesteld

  • Kwartaalrapportages

Voortgangsrapportage herziening Coördinatieverordening Sociale Zekerheid

In het nu volgende geef ik u een overzicht van de stand van zaken van de onderhandelingen over de herziening van de Coördinatieverordening Sociale Zekerheid.

Terugblik

De WSBVC Raad van 21 juni 2018 is een algemene oriëntatie over de herziening van Verordening 883/2004 overeengekomen (Kamerstuk 21 501-31, nr. 491). Nederland heeft tegen deze algemene oriëntatie gestemd. Ook Oostenrijk, Duitsland, Malta en Denemarken stemden tegen. België, Luxemburg en Cyprus onthielden zich van stemming.

In januari 2019 zijn de trilogen gestart tussen het voorzitterschap, het EP en de Commissie, waarin onderhandeld werd over de uiteindelijke tekst. Op 19 maart 2019 lieten de drie onderhandelende partijen, de Commissie, het voorzitterschap en het EP, weten dat zij een voorlopig akkoord bereikt hadden. Vervolgens zijn in het voorjaar van 2019 de onderhandelingen gestrand doordat een blokkerende minderheid van lidstaten tegen het in de trilogen bereikte voorlopig akkoord stemde. Naast Nederland maakten een aantal gelijkgezinde lidstaten deel uit van deze blokkerende minderheid. Daarnaast stemden ook een aantal Oost-Europese landen tegen het voorlopig akkoord. Struikelblok vormden de hoofdstukken werkloosheid en toepasselijke wetgeving. Nederland en de gelijkgezinde lidstaten waren tegen de aanpassingen in het hoofdstuk werkloosheid. De Oost-Europese landen daarentegen waren tegen de door het EP aangebrachte aanscherpingen in het hoofdstuk toepasselijke wetgeving, met name wat betreft detachering. Het EP heeft het dossier vervolgens over de EP-verkiezingen heen getild. In het najaar van 2019 zijn de trilogen tussen Commissie, het huidige EP en het toenmalige Finse Voorzitterschap hervat. In de eerste triloog op 22 oktober jl. is het bereik van de onderhandelingen vastgesteld. Het betreft een beperkt bereik wat nadelig is voor Nederland. Op 6 november heeft het Finse Voorzitterschap een nieuw mandaat verkregen om de verdere triloog onderhandelingen mee in te gaan. Deze trilogen verliepen moeizaam. De standpunten van de Raad en het EP bleken dusdanig uit elkaar te liggen dat het voorzitterschap zich genoodzaakt voelde opnieuw een nieuw mandaat te vragen. Dit mandaat werd door de lidstaten echter niet verleend. Het voorzitterschap heeft daarop aangegeven het gesprek met het EP en de Commissie nogmaals op basis van het oude mandaat te willen aangaan. De triloog op 12 december is vervolgens op verzoek van het EP geannuleerd.

Stand van zaken

Het huidige Kroatische voorzitterschap heeft een Raadswerkgroep georganiseerd. Onderwerp van bespreking was een onderdeel van het hoofdstuk toepasselijke wetgeving, namelijk voorafgaande notificatie bij detachering en A1-verklaringen en werken in meer lidstaten. Nederland heeft – gesteund door gelijkgezinde lidstaten – tijdens deze bijeenkomst naar voren gebracht dat een mogelijk akkoord over de herziening van de verordening ook betrekking dient te hebben op het werkloosheidshoofdstuk. Een «package deal« moet zowel betrekking hebben op het werkloosheidshoofdstuk als op het hoofdstuk toepasselijke wetgeving. Zowel de Europese Commissie in haar Mededeling van 13 mei jl., als rapporteur Bischoff en de schaduwrapporteurs van het Europees Parlement dringen aan op een snelle afronding van het dossier in het licht van de Corona-crisis. Eenzelfde boodschap heeft de ETUC, de Europese federatie van vakbonden afgegeven. Het kabinet acht een snelle afronding van de herziening niet noodzakelijk, ook niet in het licht van de Corona-crisis. Tijdens deze crisis is gebleken dat de huidige Verordening zijn functie goed vervult en voldoende bescherming biedt. Voor zover nodig hebben lidstaten binnen het kader van de huidige Verordening onderling praktische oplossingen uitgewerkt

Inzet Nederland

Ik blijf mij op verschillende fronten inzetten voor een beter resultaat voor Nederland. Uiteraard neemt Nederland stelling tijdens de formele onderhandelingsmomenten met het voorzitterschap. Daarnaast blijf ik met de gelijkgezinde lidstaten optrekken en voorstellen doen. Ik laat me daarbij uitdrukkelijk niet inperken door het gekozen beperkte bereik van de onderhandelingen. Omdat het voorlopig akkoord eerder strandde door een blokkerende minderheid van lidstaten die dit voorlopig akkoord om heel uiteenlopende redenen niet konden steunen, beperk ik me voor steun en samenwerking niet tot de groep gebruikelijke gelijkgezinde lidstaten, maar werk ik met een zo ruim mogelijke groep samen, teneinde blokkerende minderheden te bewerkstelligen of gekwalificeerde meerderheden te bereiken.

Daarnaast zijn er uiteraard ook regelmatig contacten over de herziening van de Verordening met vertegenwoordigers van Nederland in het EP, met de Europese Commissie en andere stakeholders.

Mijn inzet op het gebied van werkloosheid blijft gericht op het bereiken van een zo kort mogelijke exportduur, gecombineerd met maatregelen gericht op vergroting van de arbeidsparticipatie en verbetering van de handhaving.

Geannoteerde Agenda Informele Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid (WSBVC) 9 juni 2020

In het nu volgende geef ik u een overzicht van de inbreng van Nederland bij het agendapunt van het video-overleg van de Informele Raad WSBVC van 9 juni, waaraan ik voornemens ben deel te nemen. Bij een informeel overleg kan geen besluitvorming plaatsvinden.

Agendapunt: Het herstelpakket: bijdragen op nationaal en EU-niveau om nationaal werkgelegenheids- en sociaal beleid robuuster en arbeidsmarkten veerkrachtiger te maken om de gevolgen van de huidige crisis te overwinnen.

Doel Raadsbehandeling

Beleidsdebat

Inhoud/achtergrond agendapunt

Ten tijde van het opstellen van de Geannoteerde Agenda was er nog geen voorbereidend document beschikbaar.

Inzet Nederland

De Raad zal van gedachten wisselen over maatregelen op nationaal en EU-niveau om nationaal werkgelegenheidsbeleid en sociaal beleid robuuster en arbeidsmarkten veerkrachtiger te maken om de gevolgen van de huidige crisis te overwinnen.

Tijdens het debat zal Nederland aangeven dat de crisis duidelijk maakt hoe belangrijk een goed werkende interne markt is voor de welvaart en het creëren en behouden van banen. Nederland zal verder benadrukken dat hoewel oplopende werkloosheid onvermijdelijk is, voorkomen dient te worden dat tijdelijke werkloosheid structureel wordt en menselijk kapitaal verloren gaat. Het is van belang om mensen zo snel mogelijk weer aan het werk te krijgen door activerend arbeidsmarktbeleid, bijvoorbeeld door middel van bij- en omscholing om zo vraag en aanbod op de arbeidsmarkt beter te matchen. Hierbij dient er specifiek aandacht te zijn voor duurzame en digitale banen die nodig zijn om de klimaattransitie en verdergaande digitalisering te faciliteren en waar mogelijk te versnellen. Bij het herstel van de economie is het tevens van belang negatieve effecten voor mens, milieu en maatschappij in de gehele keten met toeleveranciers uit derde landen zoveel mogelijk te voorkomen (Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen). Ook zal Nederland inbrengen dat voor het structurele groeipotentieel van belang is dat lidstaten structurele hervormingen doorvoeren. Zo is het van belang dat socialezekerheidsstelsels een activerend karakter hebben en onevenwichtigheden op arbeidsmarkten geadresseerd worden.

Voor de inbreng ten aanzien van het herstelpakket zal Nederland aansluiten bij de kabinetsappreciatie welke de Kamer op korte termijn separaat ontvangt.

Indicatie krachtenveld Raad en Europees Parlement

Niet van toepassing

Raadsconclusies die middels schriftelijke procedure worden vast gesteld

Nu Formele Raden nog niet kunnen plaatsvinden i.v.m. Corona zullen verschillende raadsconclusies en andere stukken op korte termijn middels een schriftelijke procedure in COREPER worden vastgesteld. In het nu volgende geef ik aan om welke stukken het gaat en wat de Nederlandse positie is.

Horizontale Opinie van het Werkgelegenheidscomité en het Sociaal beschermings comité over de 2020 cyclus van het Europees Semester

Doel

Aanname van de horizontale opinie.

Inhoud/achtergrond agendapunt

Het Sociaal Beschermings Comité en het Werkgelegenheidscomité hebben, zoals elk jaar, een concept horizontale opinie opgesteld over de 2020 cyclus van het Europees Semester. Deze is nog niet afgerond. De opinie bevat o.a. een analyse van de implementatie van de landspecifieke aanbevelingen 2019. Gesteld wordt dat lidstaten progressie hebben geboekt, maar dat structurele uitdagingen blijven bestaan. Ook bevat de opinie een aantal algemene opmerkingen over de governance aspecten van het Semester. O.a. wordt opgemerkt dat het Europees Semester een effectief coördinatie instrument blijft om duurzame en inclusieve groei, concurrentievermogen, werkgelegenheid, sociale bescherming en sociale integratie te bevorderen, vooral in de huidige crisis.

Inzet Nederland

Naar verwachting kan Nederland instemmen met de opinie.

Indicatie krachtenveld Raad en Europees Parlement

Niet van toepassing

Conclusies over belang omscholing en bijscholing

Doel

Aanname van Raadsconclusies, extranet-nummer nog niet beschikbaar.

Inhoud/achtergrond agendapunt

De concept Raadsconclusies benadrukken het toegenomen belang van omscholing en bijscholing in de herstelfase na de uitbraak van de Coronacrisis. Ook wordt er aandacht besteed aan het toegenomen belang van digitale vaardigheden. De conclusies roepen lidstaten op om te streven naar een strategische aanpak voor omscholing en bijscholing in de herstelfase en meer te investeren in beleid gericht op leven lang ontwikkelen (LLO). Hierbij wordt vooral gevraagd om burgers te voorzien van extra begeleiding en stimulans m.b.t. LLO.

Inzet Nederland

NL kan instemmen met de conclusies.

Indicatie krachtenveld Raad en Europees Parlement

Naar verwachting kunnen alle lidstaten instemmen. Er is geen rol voor het Europees Parlement.

Conclusies over welzijn op het werk

Doel

Aanname van Raadsconclusies, 8277/1/20.

Inhoud/achtergrond agendapunt

De Raadsconclusies benoemen de grootste uitdagingen om te komen tot gezond en veilig werk, zoals nieuwe vormen van werk en het steeds vaker voorkomen van stress en burn-outs. De Raadsconclusies moedigen lidstaten aan om hun kennispositie rondom deze thema’s te versterken, alsook om aandacht te besteden aan het thema in hun beleid.

Inzet Nederland

Nederland kan zich goed vinden in de lijn van de concept conclusies. Het is positief dat dit thema wordt besproken en dat er aandacht is voor welzijn op het werk.

Indicatie krachtenveld Raad en Europees Parlement

Naar verwachting kunnen alle lidstaten instemmen. Het Europees Parlement heeft geen rol.

Conclusies over demografische uitdagingen in de EU

Doel

Aanname van Raadsconclusies, extranet-nummer nog niet beschikbaar.

Inhoud/achtergrond agendapunt

In de Raadsconclusies wordt ingegaan op de vergrijzing, demografische verschuivingen als gevolg van arbeidsmobiliteit, de krimpende beroepsbevolking en de uitdagingen die dat met zich meebrengen. Dit raakt aan verschillende zaken, zoals een leven lang ontwikkelen, de werk privé balans, pensioen, zorg- en verzorgingsstelsels. Lidstaten worden opgeroepen om aandacht te besteden aan demografie in het beleid, ook waar dat raakt aan andere vraagstukken zoals de aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt en een goede werk privé balans. Er wordt daarnaast opgeroepen om de demografische veranderingen te monitoren, zodat beleid adequaat en effectief kan zijn.

Inzet Nederland

Nederland kan zich goed vinden in de lijn van de concept conclusies. Het is positief dat dit thema wordt besproken en dat er aandacht is voor de demografische uitdagingen.

Indicatie krachtenveld Raad en Europees Parlement

Naar verwachting kunnen alle lidstaten instemmen. Het Europees Parlement heeft geen rol.

Conclusies over langdurige zorg en de werk privé balans

Doel

Aanname van Raadsconclusies, extranet-nummer nog niet beschikbaar.

Inhoud/achtergrond agendapunt

In de Raadsconclusies wordt ingegaan op het verband tussen langdurige zorg (waaronder mantelzorg) en de werk privé balans en gendergelijkheid. De Raadsconclusies stippen aan dat er aandacht besteed dient te worden aan kwalitatieve langdurige zorg, dat er meer waardering dient te komen voor onbetaalde zorg (zorg voor kinderen en mantelzorg). Ook moet er meer aandacht komen voor een eerlijker verdeling tussen vrouwen en mannen van betaalde en onbetaalde arbeid. Deze punten dienen meegenomen te worden in nationaal beleid rondom werk privé balans.

Inzet Nederland

Nederland kan zich goed vinden in de lijn van de concept conclusies. Het is positief dat dit thema wordt besproken.

Indicatie krachtenveld Raad en Europees Parlement

Naar verwachting kunnen alle lidstaten instemmen. Het Europees Parlement heeft geen rol.

Kwartaalrapportage: EGF 2021–2027

Er zijn weinig nieuwe ontwikkelingen ten opzichte van de vorige kwartaalrapportage. In de Raad is een gedeeltelijke algemene oriëntatie bereikt. Nederland kon niet instemmen met deze gedeeltelijke algemene oriëntatie. Naast Nederland stemde één andere lidstaat tegen. Twee lidstaten onthielden zich van stemming. Er wordt nog over een aantal aspecten van het EGF gesproken in het kader van de bredere onderhandelingen over een nieuw MFK, zoals de hoogte van het budget en de plaatsing van het EGF binnen het MFK. In het kader van deze bredere onderhandelingen pleit Nederland voor het samenvoegen van het EGF met het ESF+. Tevens is de Nederlandse inzet erop gericht om de verhoging van het budget van het EGF zoveel mogelijk te beperken. Het Europees Parlement heeft ook haar positie vastgesteld. De trilogen zijn van start gegaan en deze besprekingen waren vooral technisch van aard. De besprekingen zijn tot nadere orde tot stilstand gekomen door de quarantaine n.a.v. COVID-19. Het opstarten van de onderhandelingen zal afhangen van (i) ontwikkelingen m.b.t. quarantainemaatregelen en (2) ontwikkelingen rondom het voorstel voor een nieuw MFK en herstelfonds

Kwartaalrapportage: ESF +

Er zijn weinig nieuwe ontwikkelingen ten opzichte van de vorige kwartaalrapportage. In de Raad is een gedeeltelijk mandaat bereikt. Nederland kon instemmen met dit gedeeltelijk mandaat omdat enkele voor Nederland belangrijke zaken, zoals een sterke koppeling met het Europees Semester, goed overeind zijn gebleven. De trilogen zijn van start gegaan en de besprekingen waren vooral technisch van aard. De Europese Commissie heeft op 28 mei jl. een nieuw voorstel gepresenteerd voor ESF+, als onderdeel van het nieuwe MFK en herstelfonds. De Tweede Kamer zal later separaat geïnformeerd worden via een Kamerbrief over de sectorale voorstellen, inclusief het ESF+, van het nieuwe MFK en herstelfonds.

Kwartaalrapportage: Richtlijn Gendergelijkheid in Raden van Bestuur/ Commissarissen

Er zijn geen nieuwe ontwikkelingen t.o.v. de vorige kwartaalrapportage. De onderhandelingen over deze richtlijn zijn gestart in 2012. Het doel van de richtlijn is:

  • Dat beursgenoteerde vennootschappen zich inspannen om te bereiken dat in 2020 tenminste 40% van de leden van Raden van Commissarissen vrouw, dan wel man is;

  • Dat lidstaten ervoor zorgen dat bedrijven voldoen aan de in het richtlijnvoorstel gestelde eisen voor de benoemingsprocedures voor Raden van Commissarissen; en

  • Dat een objectieve toetsing plaatsvindt van kandidaten aan de gestelde functiecriteria, waarbij geldt dat bij gelijke geschiktheid de voorrang wordt gegeven aan de kandidaat van het ondervertegenwoordigde geslacht.

Wanneer bedrijven niet aan deze eisen voldoen, moeten ze volgens dit voorstel sancties opgelegd krijgen, bijvoorbeeld door middel van bestuurlijke boetes.

Nederland heeft zich sinds het begin van de onderhandelingen tegen de richtlijn uitgesproken met een beroep op het subsidiariteitsbeginsel. Nederland maakt daarmee deel uit van de blokkerende minderheid. Door deze blokkerende minderheid ligt het dossier al enkele jaren stil. Het voorstel is voor het laatst geagendeerd door Malta in 2017. Er is op dit moment geen aanleiding om de Nederlandse positie ten aanzien van het Commissievoorstel te heroverwegen. Naar verwachting blijft de blokkerende minderheid in stand. De nieuwe Commissie heeft haar intentie uitgesproken om het dossier weer op te starten.


X Noot
1

Kamerstuk 34 655, nr. 2.

Naar boven