Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 maart 2017
Ik heb toegezegd om uw Kamer elk kwartaal te informeren over de stand van zaken van
de Toegankelijkheidsakte1, dat wil zeggen over de voortgang van de onderhandelingen in de Raadswerkgroep, de
Raad en het Europees Parlement. Met deze brief doe ik verslag van de ontwikkelingen
sinds december 20162.
De voorgestelde conceptrichtlijn heeft tot doel de toegankelijkheid van bepaalde,
specifiek benoemde, producten en diensten voor personen met een functionele beperking
te vergroten. Door gemeenschappelijke eisen te stellen zou de richtlijn moeten bijdragen
aan de werking van de interne markt en een nadere invulling binnen de EU geven aan
het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap.
Het voorstel is sinds 1 januari 2017 in behandeling onder Maltees voorzitterschap.
Dit voorzitterschap heeft «sociale inclusie» als één van haar prioriteiten vastgesteld
en is dan ook voortvarend aan de slag gegaan met de verdere behandeling van de richtlijn.
Op basis van een door de lidstaten ingevulde vragenlijst zijn de (voorlopige) posities
van lidstaten in kaart gebracht.
In februari 2017 hebben de Maltezen twee Raadswerkgroepen belegd, één waarin de uitkomsten
van de vragenlijst zijn besproken en één waarin zij op basis van de ingewonnen informatie
een aangepast richtlijnvoorstel hebben geagendeerd. De Maltezen hebben tot en met
juni 2017 iedere maand een Raadswerkgroep gepland om dit aangepaste voorstel verder
te bespreken. Zij zijn vastbesloten om in juni 2017 tot een Raadsakkoord op hoofdlijnen
(«general approach») te komen. Nederland heeft een studievoorbehoud aangetekend.
Zoals in het BNC-fiche3 al opgenomen, onderschrijft het kabinet de doelstellingen van het voorstel maar staan
vragen rondom rechtsgrond, reikwijdte, samenhang met andere wetgeving, definities
en administratieve en financiële lasten van een groot deel van de voorgestelde producten
en diensten nog open. We staan dan ook positief kritisch tegenover de in de Richtlijn
gekozen benadering.
Nederland zet zich actief in om het voorstel zodanig bij te stellen dat het de beoogde
doelstellingen en principes omarmt zonder dat er onnodige overlap ontstaat met bestaande
Europese, nationale en sectorale regelgeving en het uitvoerbaar is voor overheden
en bedrijfsleven.
De Europese Commissie heeft op 2 en 3 februari 2017 een «Workshop on Accessibility
of Products and Services» georganiseerd met experts uit ook de Verenigde Staten en
Canada om de ervaringen in regelgeving, beleid en praktijk te bespreken.
Om te kunnen besluiten over een goede aanpak van een maatschappelijke kosten en baten
analyse (MKBA), heb ik opdracht gegeven om te onderzoeken of een dergelijke MKBA haalbaar
is of dat een andere evaluatiemethode meer gepast is. Dit vooronderzoek wordt momenteel
verricht. Ik verwacht de uitkomst hiervan in mei. De MKBA (of de andere evaluatiemethode
die hierop volgt) zal vervolgens worden uitgevoerd. Afhankelijk van de uitkomsten
van deze MKBA of andere evaluatiemethode zou de inzet van Nederland in de onderhandelingen
kunnen wijzigen.
In een volgende voortgangsrapportage zal ik u informeren over de verdere ontwikkelingen
in dit dossier onder het Maltese voorzitterschap, waaronder de bespreking op de Raad
WSBVC in juni 2017 en de uitkomsten van het vooronderzoek.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M.J. van Rijn