21 501-31 Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken

Nr. 431 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 maart 2017

Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan voor de informele Gezondheidsraad van 19–20 maart in Valletta (Malta).

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

GEANNOTEERDE AGENDA INFORMELE EU BIJEENKOMST VAN MINISTERS VAN VOLKSGEZONDHEID VAN 19–20 MAART TE VALLETTA (MALTA)

In het kader van het Maltese voorzitterschap staan voor de informele bijeenkomst van de Europese ministers van volksgezondheid van 19-20 maart, de volgende onderwerpen geagendeerd: «Overgewicht bij kinderen», «Hiv/Aids», «Structurele samenwerking inzake het verbeteren van toegang tot innovatieve technologieën voor zeldzame ziekten» en «Structurele mobiliteit van medische specialisten».

Overgewicht bij kinderen

Een van de prioriteiten van het voorzitterschap van Malta, is de inzet op overgewicht en obesitas bij kinderen. Nederland heeft hierin een aantal goede voorbeelden (van preventie tot zorg), die ik op zaterdag 11 februari ook heb gedeeld met een groot aantal wethouders bij het NL Vitaal congres.

Programma’s als «Alles is gezondheid», «Jongeren Op Gezond Gewicht», «Gezonde School en Gezond in…» bieden lokaal handelingsperspectief om op een effectieve wijze in te zetten op de preventie van overgewicht bij kinderen. Daarnaast wordt in het programma «Care for Obesity» in acht proeftuingemeenten gewerkt aan de sluitende ketenaanpak op obesitas bij kinderen. Dit zijn allemaal aanpakken met een nationaal en lokaal karakter, waarover we ervaringen kunnen delen met andere lidstaten, aangezien het terugdringen van overgewicht (bij kinderen) voor alle landen een grote en belangrijke uitdaging is.

Daarnaast zijn er een aantal grensoverschrijdende thema’s aan verbonden dat grote invloed kan hebben op de leefstijl en het gewicht van kinderen. Verbetering van voedingsproducten, een van mijn prioriteiten tijdens het Nederlands voorzitterschap van de EU, is daar een voorbeeld van. Via verbetering van de productsamenstelling kan het aanbod van producten gezonder worden, wat de gezonde keuze makkelijker maakt. Malta heeft in samenwerking met de Europese Commissie een handleiding ontwikkeld voor de publieke aanbesteding van gezonde schoolmaaltijden. Dit is, voor heel veel lidstaten in de EU, ook een belangrijk instrument om het voedingsaanbod gezonder te maken.

Nederland heeft hier met de kennis en instrumenten van het Voedingscentrum aan bijgedragen en werkt nationaal verder aan de doelstelling om alle schoolkantines gezond te maken.

Hiv/Aids

In 2015 bereikte het aantal hiv-infecties in Europa een hoogtepunt sinds het bijhouden van de hiv-cijfers in 1980. Meer dan 153.000 mensen raakten in 2015 geïnfecteerd, een groei van 7% ten opzichte van het jaar ervoor. Op dit moment zijn er meer dan twee miljoen mensen in Europa geïnfecteerd met het virus dat aids kan veroorzaken. Vooral in Oost-Europese landen is een forse stijging te zien. Ondanks de aanzienlijke inspanningen die de afgelopen jaren zijn gedaan om het aantal hiv-besmettingen terug te dringen, blijft hiv een zorg voor de volksgezondheid in Europa.

Het Maltese voorzitterschap agendeert daarom de uitkomsten van een recent gehouden technische bijeenkomst over hiv/aids («Malta Declaration») en komt mogelijk met een nieuw voorstel voor een Europese aanpak van hiv/aids, mede gezien het vorige EU Actieplan Hiv/Aids, dat eind 2016 is afgelopen. Aandacht voor TB en Hepatitis C in een eventueel EU hiv/aids actieplan, is daarbij ook van belang gezien de overeenkomsten tussen de risicogroepen en het feit dat deze aandoeningen vaak gezamenlijk voorkomen.

Nederland steunt de inzet van het Maltese voorzitterschap inclusief het eventueel opstellen van een nieuw EU Actieplan voor hiv/aids, TB en Hepatitis C.

Hiv/aids is een belangrijk volksgezondheidsprobleem in Europa en de door de Maltese voorgestelde inzet op hiv/aids past bij de Nederlandse internationale inzet op hiv/aids-bestrijding. In 2018 wordt het internationale HIV/Aids congres in Nederland georganiseerd.

Structurele samenwerking: het verbeteren van toegang tot innovatieve technologieën voor zeldzame ziekten

Het Maltese voorzitterschap wenst aandacht te besteden aan versterkte (vrijwillige) samenwerking tussen EU-lidstaten om de toegang tot bijvoorbeeld weesgeneesmiddelen te garanderen. De nadruk ligt hier op het delen van «best practices» bij samenwerking; het zorgen voor beschikbaarheid van de juiste informatie op het terrein van weesgeneesmiddelen en de ontwikkeling van de juiste methodologie op bijvoorbeeld het terrein van «Health Technology Assessment» ten einde adequaat te kunnen samenwerken.

Wat Nederland betreft sluit deze agenda van versterkte vrijwillige samenwerking goed aan op de prioriteiten die Nederland heeft gesteld tijdens zijn EU-voorzitterschap op het terrein van geneesmiddelen in 2016. Nederland heeft wat betreft vrijwillige samenwerking (zoals bekend) gekozen voor versterkte samenwerking op het terrein van geneesmiddelenprijzen met België, Luxemburg en Oostenrijk.

Structurele mobiliteit van medisch specialisten

Tenslotte zal het Maltese voorzitterschap aandacht besteden aan mobiliteit van medisch specialisten. Er zal naar verwachting van gedachten gewisseld worden over de juridische, economische, politieke en sociaal- culturele factoren die een rol spelen bij mobiliteit van medisch specialisten in de EU. Het voorzitterschap benadrukt het belang van samenwerking tussen de lidstaten om de uitwisseling van- en toegang tot medisch specialistische diensten in de EU te verbeteren. De lidstaten dienen op vrijwillige basis en samen de uitdagingen aan te gaan op het terrein van de medisch specialistische zorg in de EU. Te denken valt daarbij volgens Malta aan:

  • de veranderende zorgvraag als gevolg van toenemende vergrijzing en de komst van nieuwe technologieën;

  • de behoefte aan adequate opleidingen die de toekomstige medisch- specialisten voorbereidt op nieuwe (technologische) ontwikkelingen;

  • een evenwichtige en flexibele arbeidsmarkt in de zorg, waarbij rekening gehouden wordt met grensoverschrijdend dienstenverkeer.

Iedere lidstaat heeft er belang bij dat medisch specialisten in de EU adequaat en efficiënt om kunnen gaan met nieuwe ontwikkelingen in de zorg. Dit vergt structurele samenwerking op ieder niveau. Het gaat niet alleen om samenwerking tussen overheden. Het is met name aan de opleidingsinstellingen, beroepsorganisaties en zorgprofessionals zelf om met hun Europese counterparts de samenwerking op te pakken. Nederland erkent de noodzaak van structurele Europese samenwerking op dit terrein. De Europese richtlijn erkenning van beroepskwalificaties (RL 2005/36/EU) biedt het juiste kader om die samenwerking gestalte te geven. Enerzijds waarborgt de richtlijn dat iedere medisch specialist aan de benodigde kwaliteitseisen voldoet ingeval deze in een andere lidstaat zijn beroep wil uitoefenen. Anderzijds faciliteert de richtlijn het vrij verkeer van diensten, waarbij belemmeringen om in een andere lidstaat te werken tot een minimum beperkt blijven. Bij faciliteren van uitwisseling komt ook het delen van informatie over disfunctionerende zorgverleners die na een ontzegging in een andere lidstaat gaan werken. Nederland benadrukt in dit verband het belang van actieve uitwisseling van informatie via het waarschuwingsmechanisme (dat is geïntegreerd in het Interne Markt Informatiesysteem). Dit is een Europese verplichting sinds de implementatie van de richtlijn erkenning beroepskwalificaties in 2016.

Naar boven