21 501-31 Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken

21 501-20 Europese Raad

Nr. 367 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 maart 2015

De Minister-President heeft uw Kamer tijdens het Algemeen Overleg op 16 maart jl. over de Europese Raad (Kamerstuk 21 501-20, nr. 966) een verslag toegezegd van de sociale tripartiete top op 19 maart jl., waar ik Nederland heb vertegenwoordigd. Met deze brief voldoe ik aan deze toezegging.

De top stond in het teken van de bijdrage van sociale partners aan investeringen in groei en banen. Deelnemers aan de top, die twee keer per jaar plaatsvindt voorafgaand aan de Europese Raad, waren de voorzitter van de Europese Raad, de voorzitter van de Europese Commissie, de premier van het huidige Letse voorzitterschap, de ministers van Sociale Zaken van Letland en de aankomende voorzitterschappen (Luxemburg en Nederland), de Europese Commissarissen Dombrovskis en Thyssen en de sociale partners op Europees en nationaal niveau. Vanuit Nederland werden de sociale partners vertegenwoordigd door FNV, CNV, VCP en VNO-NCW.

De deelnemers hebben de recente landenrapporten van de Europese Commissie besproken, evenals het Europees investeringsplan en de plannen voor een Europese Energie-unie. De Europese Commissie benadrukte het belang van betrokkenheid van sociale partners bij initiatieven op sociaal terrein, maar ook daarbuiten, zoals bij de Energie-unie. De vertegenwoordiger van de werkgevers op EU-niveau benadrukte het belang van structurele hervormingen, terwijl de vertegenwoordiger van de werknemers pleitte voor meer investeringen.

In mijn bijdrage heb ik gewezen op een aantal dossiers waar de sociale dialoog in Nederland recente resultaten heeft opgeleverd: flexibiliteit en zekerheid op de arbeidsmarkt, het bevorderen van fatsoenlijk werk en pensioenen. Verder heb ik de steun van Nederland uitgesproken voor het Europese Investeringsfonds, en daarbij benadrukt dat nieuwe banen wel van goede kwaliteit moeten zijn: gelijk loon voor gelijk werk op dezelfde werkplek is een voorwaarde.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

Naar boven