Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 oktober 2012
Hierbij ontvangt u het verslag van de Raad WSBVC, onderdeel Werkgelegenheid en Sociaal
Beleid, van 4 oktober 2012.
De Raad bevatte een beperkt aantal onderwerpen. De wetgevende voorstellen die aan
de orde waren, betroffen de bescherming van werknemers tegen elektromagnetische straling
en EU-associatiebesluiten met een viertal landen. Verder is er gedebatteerd over het
proces van het Europees Semester, waaronder ook de landenspecifieke aanbevelingen
vallen. Tot slot zijn er Raadsconclusies aangenomen over kinderarmoede en over jeugdwerkgelegenheid.
De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
P. de Krom
Verslag Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid 4 oktober 2012
Deze Raad, onder Cypriotisch Voorzitterschap, bevatte een beperkt aantal onderwerpen.
De wetgevende voorstellen die aan de orde waren, betroffen de bescherming van werknemers
tegen elektromagnetische straling en EU-associatiebesluiten met een viertal landen.
Verder is er gedebatteerd over het proces van het Europees semester, waaronder de
landenspecifieke aanbevelingen. Tot slot zijn er Raadsconclusies aangenomen over kinderarmoede
en over jeugdwerkgelegenheid.
Elektromagnetische velden
Met betrekking tot het richtlijnvoorstel voor de bescherming van werknemers tegen
de ongewenste effecten van elektromagnetische straling is een algemene oriëntatie
vastgesteld. Dit betekent dat de Raad een standpunt heeft bepaald waarmee de onderhandelingen
met het Europees Parlement (EP) kunnen worden gestart. Er zal worden beoogd tot een
akkoord te komen met het EP voordat de implementatietermijn van de richtlijn uit 2004
afloopt (oktober 2013). Deze oorspronkelijke richtlijn uit 2004 bevatte te stringente
normen, waardoor het gebruik van MRI-toepassingen ernstig zou worden belemmerd.
Associatie besluiten
De Raad heeft ingestemd met vier concept-besluiten met betrekking tot sociale zekerheidsbepalingen
in de associatieovereenkomsten van de EU met Turkije, Montenegro, Albanië en San Marino.
Op basis hiervan gaat de Commissie nu onderhandelen met deze vier landen.
Omdat een aantal lidstaten – waaronder Nederland – zorgen had met betrekking tot de
gebruikte rechtsbasis voor het concept-besluit met Turkije, is een gezamenlijke verklaring
aangenomen. Daarin wordt aangegeven dat als het Hof in twee vergelijkbare gevallen
een uitspraak doet over de rechtsgrond, dit ook gevolgen zal hebben voor de rechtsgrond
van het voorgenomen besluit met Turkije.
Europa 2020-strategie (Evaluatie Europees Semester)
In de eerste helft van 2012 heeft het tweede Europees Semester plaatsgevonden. Een
belangrijk onderdeel van het Semester zijn de landenspecifieke aanbevelingen. Er is
gedebatteerd over hoe dit proces verlopen is en wat eraan kan worden verbeterd.
Verschillende lidstaten hebben onderschreven dat het Europees Semester van groot belang
is, maar dat op vele punten nog verbeteringen mogelijk zijn. Nederland heeft aangegeven
dat het deels ook een kwestie van tijd is: het proces van het Semester is nog nieuw
en nationale instituties hebben tijd nodig om beter op het proces van het Semester
te kunnen inspelen. Daarnaast heeft Nederland gepleit voor stevige aanbevelingen voor
de lidstaten teneinde de doelstellingen van de Europa2020-strategie te behalen.
Ook Commissaris Andor stelde dat strengere en duidelijkere aanbevelingen nodig zijn.
Wel gaf hij aan dat de aanbevelingen voldoende ruimte moeten laten voor implementatie
door de lidstaten.
Slechts een zeer beperkt aantal lidstaten heeft gepleit voor steviger aanbevelingen.
Veel lidstaten noemden dat er meer tijd in het proces van de aanbevelingen nodig is.
Nu is er naar hun mening te weinig tijd tussen het uitbrengen van de aanbevelingen
door de Commissie en het vaststellen ervan door de Raad. Ook pleitten verschillende
lidstaten voor bilaterale contacten met de Commissie voorafgaand aan de publicatie
van de landenspecifieke aanbevelingen.
De algemene tendens van het debat was dat sociaal en economisch beleid een sterke
link met elkaar hebben en dat de rol van de Raad WSBVC belangrijk is. Zo werd meermaals
benadrukt dat de sociale dimensie volledig terug moet komen in het Semester. Het moet
niet enkel gaan om een financieel proces, maar ook om pensioenen, sociale bescherming
en armoede.
Raadsconclusies jeugdwerkgelegenheid en kinderarmoede
De Raadsconclusies over jeugdwerkgelegenheid en kinderarmoede werden aangenomen zonder
verdere opmerkingen door lidstaten. Bij de Raadsconclusies over jeugdwerkgelegenheid
merkte Commissaris Andor op dat de conclusies op onderdelen ambitieuzer hadden mogen
zijn. Als voorbeeld noemde hij het voorkomen van armoede onder werkenden, erkenning
van (e-)vaardigheden en het versterken van de mobiliteit van werkenden.