Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 november 2012
Hierbij bied ik u aan, mede namens de minister-president, het verslag van de Europese
Raad van 22 en 23 november 2012.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
F.C.G.M. Timmermans
Verslag van de Europese Raad van 22 en 23 november 2012
Deze Europese Raad (ER) was bijeengeroepen om een akkoord te bereiken over het Meerjarig
Financieel Kader (MFK) voor de periode 2014–2020.
De bijeenkomst begon met de gebruikelijke gedachtenwisseling met de heer Martin Schulz,
voorzitter van het Europees Parlement (toespraak bijgevoegd).1
De ER benoemde de Luxemburger Yves Mersch tot lid van de directie van de Europese
Centrale Bank.
Meerjarig Financieel kader
Op de eerste dag van de ER-bijeenkomst voerde voorzitter Van Rompuy in het bijzijn
van Europese Commissievoorzitter Barroso bilaterale gesprekken met alle leden van
de ER over hun wensen. Deze gesprekken duurden de hele dag.
Minister-president Rutte heeft in het bilaterale gesprek gepleit voor een moderne
en – vanwege de bezuinigingsinspanningen die ook de lidstaten zich moeten getroosten
– sobere begroting en voor behoud van de Nederlandse korting op de afdrachten. Voorzitter
Van Rompuy gaf in het gesprek aan dat hij maar beperkte ruimte zag om het uitgavenplafond
verder te verlagen.
Aan het eind van de eerste dag legde voorzitter Van Rompuy in een plenaire bijeenkomst
een op basis van zijn gesprekken aangepast voorstel aan de staatshoofden en regeringsleiders
voor, met de aankondiging dat dat op vrijdag om 12:00 uur zou worden besproken. In
dit voorstel was het uitgavenplafond inderdaad nauwelijks verlaagd, maar waren verschuivingen
in de meerjarenbegroting aangebracht ten gunste van de uitgavencategorieën landbouw
en structuurfondsen. Dit ging met name ten koste van de Connecting Europe Facility.
Tijdens die plenaire bespreking op de tweede dag gaven de staatshoofden en regeringsleiders
er blijk van dat de standpunten weliswaar nader tot elkaar waren gekomen, maar dat
de toenadering nog onvoldoende was voor het bereiken van een akkoord. Een reeks lidstaten
waaronder Nederland vond dat het voorstel nog tot een te hoog uitgavenplafond zou
leiden, dat zeker naar beneden bijgesteld zou moeten worden alvorens deze lidstaten
met een nieuwe begroting kunnen instemmen. Veel andere lidstaten waren van oordeel
dat het nieuwe voorstel nog onvoldoende rekening hield met hun wensen ook in de komende
periode over structuur- en/of cohesiefondsen in de gewenste hoogte te beschikken.
Ook minister-president Rutte sprak uit dat het voorstel nog onvoldoende aan de Nederlandse
wensen tegemoet kwam.
Daarop besloot voorzitter Van Rompuy de leden van de ER een mandaat te vragen samen
met Commissievoorzitter Barroso de werkzaamheden de komende weken voort te zetten
in een poging een consensus tot stand te brengen. De staatshoofden en regeringsleiders
verleenden hem dit mandaat.
De ER stelde tevens vast dat de bilaterale en de constructieve plenaire discussies
voldoende toenadering hadden opgeleverd om overeenstemming begin volgend jaar mogelijk
te maken.
Kamervragen
In antwoord op de Kamervragen van de leden Wilders en Madlener (d.d. 23 november jl.)
over Poolse geluidsschermen, kan het kabinet u het volgende mededelen:
Volgens de nu beschikbare informatie zijn betreffende geluidsschermen, die onderdeel
uitmaken van de bouw van nieuwe snelwegen in Polen, gedeeltelijk gefinancierd door
het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling.
Tot voor kort werden in Polen zeer strenge normen voor geluidsoverlast gehanteerd.
Ingevolge die wetgeving werd bij de aanleg van nieuwe wegen gebruik gemaakt van geluidsschermen,
ook op plaatsen waar geen of weinig bebouwing is. Op 2 oktober jl. heeft de Poolse
minister van Milieu de geluidsnormen versoepeld. Zoals vermeld in de artikelen in
het dagblad Trouw, waarnaar beide Kamerleden verwijzen, onderzoekt de Poolse justitie
of bedrijven onrechtmatig hebben geprofiteerd van de strenge normen.
De Europese Commissie beoordeelt vanuit haar toezichtrol de implementatie en naleving
van EU-regels en de rechtmatigheid van met Europees geld gefinancierde projecten.
Het is aan de Commissie te bepalen of omzetting van Europese naar nationale wetgeving
– zoals op het terrein van geluidsnormen – op een juiste manier heeft plaatsgevonden.
De lidstaat Nederland speelt daarbij geen rol.
Zoals uw Kamer bekend, streeft het kabinet naar een sobere en moderne EU-begroting.
De kwaliteit van Europese uitgaven en een goede verantwoording daarover blijven voor
het kabinet prioriteit houden.