21 501-20 Europese Raad

Nr. 636 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 mei 2012

Hierbij bieden wij u aan, mede namens de minister-president, de geannoteerde agenda van het Informele diner Europese Raad van 23 mei 2012 te Brussel.

De minister van Buitenlandse Zaken, U. Rosenthal

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, H. P. M. Knapen

Geannoteerde agenda informeel ER-diner 23 mei 2012

Voorzitter van de Europese Raad Van Rompuy heeft voor woensdagavond 23 mei a.s. een informele bijeenkomst van de Europese staatshoofden en regeringsleiders geconvoceerd. Doel is voorbereiding van de Europese Raad van 28–29 juni a.s., die zich met name zal buigen over over coördinatie van het economische en budgettaire beleid (het Europees Semester) en het versterken van het Europese groeivermogen. Tevens zal van de gelegenheid gebruik gemaakt worden om in informele setting kennis te maken met de nieuwe Franse president Hollande. De bijeenkomst zal geen conclusies aannemen.

Naar verwachting zal tijdens het diner in het bijzonder worden gesproken over versterking van de Europese economie en het bevorderen van economische groei. De Europese Commissie bracht op 11 mei haar voorjaarsramingen uit. Daarin concludeert zij dat de Europese economie in een milde recessie zit maar dat een geleidelijk herstel zich lijkt aan te dienen. Tegen deze achtergrond zullen de staatshoofden en regeringsleiders van gedachten wisselen over bestaande – en mogelijk nieuw te ontplooien – initiatieven gericht op het aanzwengelen van economische groei. In dit verband wordt mogelijk gesproken over ophoging van het EIB-kapitaal alsook efficiëntere inzet van structuurfondsen en het nieuwe budgettaire kader van de Unie ten dienste van economische groei. Overigens zal over geen van deze onderwerpen tijdens het diner besluitvorming plaatsvinden. Voorts zal de nodige aandacht uitgaan naar het belang van structurele hervormingen, versterking en verdieping van de interne markt en het belang van externe handel voor ontplooiing van het Europese groeipotentieel.

Het kabinet verwelkomt de aandacht voor en erkenning van het belang van het aanjagen van de economische groei in Europa. Nederland heeft hiervoor de afgelopen periode consequent aandacht gevraagd. Samen met het op orde brengen van de overheidsfinanciën en het opzetten van een geloofwaardig stabiliteitsmechanisme via het EFSF/ESM is groei een noodzakelijk onderdeel van de Europese strategie ter bestrijding van de crisis.

De Nederlandse inzet voor deze bijeenkomst zal voortbouwen op de groeivoorstellen die het kabinet in 2011 en 2012 via een aantal brieven met gelijkgezinde lidstaten heeft gedaan aan de voorzitters van de Europese Raad en de Commissie en aan andere lidstaten. Het kabinet heeft uw Kamer hierover middels achtereenvolgende Europese Raadsverslagen geïnformeerd. De kern van het Nederlandse groeipleidooi is dat versterking van het Europese groeivermogen vorm moet krijgen via een tweetal kanalen:

• Op nationaal niveau dienen landen structurele maatregelen door te voeren om hun concurrentiekracht te vergroten en dienen voldoende maatregelen te worden genomen om de overheidsfinanciën op orde te brengen.

• Op Europees niveau moet het volledige potentieel van de interne markt worden aangeboord en moeten de afspraken over begrotingsdiscipline zo onafhankelijk mogelijk worden gehandhaafd. Een dergelijke aanpak is naar het oordeel van het kabinet noodzakelijk om het vertrouwen van burgers en van investeerders in de Europese economie te herstellen. Het kabinet is van mening dat een additionele groeiagenda of -initiatief geen substituut kan vormen voor structurele hervormingen en het op orde brengen van de nationale begroting. Tegelijkertijd meent het kabinet dat EU-middelen op basis van een concrete strategie effectiever kunnen worden ingezet ten behoeve van bevordering van groei.

Tot slot zullen de staatshoofden en regeringsleiders tijdens het diner naar alle waarschijnlijkheid tevens spreken over de situatie in de eurozone en in Griekenland in het bijzonder. Voor Nederland staat hierbij voorop dat Griekenland de gemaakte afspraken onverkort moet uitvoeren.