21 501-20 Europese Raad

Nr. 496 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 december 2010

Graag bied ik u hierbij, mede namens de minister-president, het verslag aan van de Europese Raaddie op 16 en 17 december 2010 te Brussel plaatsvond.

De minister van Buitenlandse Zaken,

U. Rosenthal

Verslag van de Europese Raad op 16 en 17 december 2010 te Brussel

Zoals vooraf aangekondigd, lag het zwaartepunt van deze Europese Raad (ER) bij financieel-economische onderwerpen. De ER toonde eensgezindheid en verantwoordelijkheid door het snel eens te worden over zowel de contouren van een permanent Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM) als over een tekst voor de wijziging van het EU-Werkingsverdrag die het opzetten van een dergelijk mechanisme mogelijk maakt. De Eurolanden bereikten overeenstemming over een verklaring waarin zij zich verbinden aan onder andere strikt begrotingsbeleid, economische hervormingen en versterking van het Stabiliteits- en Groeipact (SGP).

Het kabinet is zeer tevreden met deze uitkomst, aangezien er in de conclusies de juiste balans is gevonden tussen enerzijds het versterken van inspanningen op preventief gebied en anderzijds het scheppen van de voorwaarden voor een faciliteit die in tijden van crisis stabiliteit moet waarborgen.

Financieel-economische onderwerpen

De voorzitter van het Europees Parlement, de heer Jerzy Buzek, sprak in zijn toespraak (zie bijlage 1)1 lof uit richting het Belgische voorzitterschap dat er in was geslaagd de Raad en het Europees Parlement (EP) nader tot elkaar te brengen in de moeizame onderhandelingen over de Europese begroting 2011. Hij toonde zich tevreden met de afspraken die zijn gemaakt over de betrokkenheid van het EP bij de onderhandelingen over de nieuwe Financiële Perspectieven (FP’s). Voorzitter Van Rompuy bedankte het EP op zijn beurt voor de getoonde flexibiliteit en sloot zich aan bij de waardering voor het Belgische voorzitterschap. Hij benadrukte dat het herstelde vertrouwen tussen de instellingen moet worden vastgehouden, want ze hebben elkaar de komende tijd hard nodig bij de zaken die centraal staan op deze ER.

Vervolgens vond bespreking plaats van de volgende financieel-economische onderwerpen.

Verdragswijziging

Als bekend, had Duitsland om een verdragswijziging verzocht vanuit eigen constitutionele vereisten. Voorzitter Van Rompuy gaf aan dat zijn consultatieronde had uitgewezen dat uiteindelijk alle lidstaten bereidheid hadden uitgesproken voor doorvoering van een zo klein mogelijke verdragswijziging. De ER bereikte overeenstemming over het tekstvoorstel van de heer Van Rompuy dat is opgenomen als bijlage I bij de ER-conclusies (zie bijlage 2)1. Dit artikel opent de weg voor de Eurolanden om een permanent mechanisme op te richten dat kan worden geactiveerd indien de stabiliteit van de Eurozone in haar geheel moet worden gewaarborgd. Het verdragsartikel stelt duidelijk dat iedere noodzakelijke financiële ondersteuning uit dit mechanisme zal worden gebonden aan strikte voorwaarden.

De verdragswijziging zal worden gerealiseerd via een vereenvoudigde procedure. Dat betekent dat het tekstvoorstel nu zal worden gestuurd aan het EP, de Commissie en de Europese Centrale Bank (ECB) voor advies opdat de ER van maart 2011 het formele besluit tot verdragswijziging kan nemen. Daarna begint ratificatie in de lidstaten. In de conclusies heeft de ER verduidelijkt dat wordt gestreefd naar afronding van de nationale ratificatieprocedures per eind 2012, zodat het artikel in januari 2013 in werking kan treden. Tevens is herbevestigd dat de periode waarin van het huidige tijdelijke mechanisme gebruik kan worden gemaakt, zal duren tot juni 2013. Omdat het nieuwe artikel ziet op ondersteuning van de Eurozone heeft de ER in zijn conclusies opgenomen dat in toekomstige gevallen hiervoor geen beroep meer hoeft te worden gedaan op het huidige artikel 122, lid 2 van het EU-Werkingsverdrag, dat immers ziet op de Unie als geheel.

Europees Stabiliteitsmechanisme

De ER heeft tevens de contouren van het permanente stabiliteitsmechanisme (European Stability Mechanism – ESM) goedgekeurd. Hierin zijn de Nederlandse voorwaarden opgenomen, in casu: strikte beleidscondities, betrokkenheid van het IMF en de mogelijkheid om van geval tot geval te bezien òf en hoe de private sector betrokken moet worden. Het ESM wordt een intergouvernementeel instrument (net als het huidige EFSF). De niet-euro lidstaten zullen nauw betrokken worden bij de vormgeving van het ESM. De uiteindelijke beslissing om het ESM te activeren, zal met unanimiteit geschieden. De ER heeft hierbij de eerdere verklaring van de Eurogroep van 28 november jl. bekrachtigd en deze als bijlage II aan de conclusies gehecht.

Economische beleidscoördinatie

Daarnaast heeft de ER het belang onderstreept van spoedige tenuitvoerlegging van de voorstellen ter versterking van de economische beleidscoördinatie, waaronder de versterking van het SGP. Dit is van belang om onhoudbare situaties in de toekomst te voorkomen en om ook al in de preventieve fase begrotingsdiscipline te kunnen afdwingen. Het kabinet is tevreden met de betreffende conclusie (nr. 5), met name omdat de ER daarin oproept tot het vasthouden van een hoog ambitieniveau bij de bespreking in Raadskader van de zes wetgevingsvoorstellen van de Europese Commissie en daarbij een uitdrukkelijke termijn stelt van juni 2011 voor de vaststelling daarvan.

In een additionele verklaring van de staatshoofden en regeringsleiders van de Eurogroep wordt een krachtig signaal afgegeven dat de herstructureringsprogramma’s van Ierland en Griekenland volledig moeten worden uitgevoerd, begrotingsdoelstellingen en hervormingsprogramma’s door de Eurolanden nauwgezet en binnen de termijnen moeten worden gerealiseerd en dat het SGP moet worden versterkt per zomer 2011. Verder stelt deze verklaring dat, zolang het permanente mechanisme nog niet in werking is getreden, de beschikbaarheid van adequate financiële steun via het huidige crisismechanisme, het EFSF, verzekerd is. Daarbij stelt de Eurogroep tegelijkertijd dat tot nu toe slechts een «zeer gering» bedrag uit het EFSF is aangewend. Belangrijk is ook de slotparagraaf waarin de leiders van de Eurogroep hun steun uitspreken voor de onafhankelijke rol van de ECB en die van het netwerk van centrale banken van de Eurozone. De ER als geheel, dus inclusief de niet-Eurolanden, heeft in zijn conclusies deze verklaring verwelkomd. Deze verklaring is als bijlage III aan de ER-conclusies gehecht.

Financiële Perspectieven

De ER heeft, zoals verwacht, niet gesproken over de FP’s maar hierover slechts een procedurele conclusie aangenomen, namelijk dat wordt uitgezien naar de in juni 2011 te verschijnen Commissievoorstellen. Evenwel hebben de regeringsleiders van de drie grootste lidstaten (Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Frankrijk) gesteund door Finland en Nederland daags na de ER een brief gestuurd aan de voorzitter van de Europese Commissie waarin erop wordt aangedrongen dat de FP’s voor de periode vanaf 2014 ten hoogste reëel constant blijven ten opzichte van de huidige periode. Met deze brief willen de vijf lidstaten invulling geven aan de conclusies die de ER van 28 en 29 oktober jl. aannam, namelijk «dat het van essentieel belang is dat in de begroting van de EU en in het komend meerjarig financieel kader de inspanningen van de lidstaten tot uitdrukking komen om door middel van consolidatie tekorten en schulden beter in de hand te houden». De reden om dit signaal pas nà de ER af te geven is erin gelegen dat de opstellers het niet opportuun vonden om deze ER, die in eensgezindheid belangrijke besluiten moest nemen, extra te belasten. De brief is als bijlage bij dit verslag aangehecht (zie bijlage 3)1.

Overige onderwerpen

Strategische partners van de Europese Unie.

De Hoge Vertegenwoordiger (HV), mevrouw Ashton, gaf een presentatie van de bevindingen van haar werkzaamheden tot nog toe ten aanzien van de invulling van de relatie van de Unie met de diverse strategische partners. Zij benadrukte dat de Europese Unie meer focus aan deze relaties moet geven. Zo neemt de rol van China in de wereld toe en zal de EU haar beleid daaraan moeten aanpassen, teneinde de economische belangen van de Unie en de lidstaten te waarborgen. Klimaatverandering en energie zijn nieuwe aandachtspunten die meer gericht onderdeel van onze relatie met China moeten worden.

Voor het beleid ten aanzien van een land als Rusland, dat aan de EU grenst, zijn er weer andere accenten te leggen zoals de noodzaak dat de Unie meewerkt aan de moderniseringsagenda van Rusland. Lady Ashton toonde zich optimistisch over de Russische voortgang ten aanzien van WTO-toenadering. De veiligheidsrelatie EU-Rusland blijft eveneens belangrijk, waarbij de bevroren conflicten in Rusland zelf ook een rol spelen.

Met de VS heeft de Unie weer een andere relatie. Zij delen gezamenlijke waarden en belangen die zich uitdrukken in een «special relationship», en voelen een bijzondere verantwoordelijkheid voor het oplossen van de grote mondiale vraagstukken van deze tijd. Daarbij schenken zij ook aandacht aan nieuwe kwesties zoals internetveiligheid en privacy-vraagstukken.

Voorzitter Van Rompuy gaf in diens reactie aan ruimte te zien voor verbetering in de betrekkingen tussen de EU en derde landen. Er is naar zijn mening nog onvoldoende synergie tussen enerzijds de boodschappen die afgegeven worden door afzonderlijke lidstaten in hun relaties met derde landen en anderzijds de boodschappen die worden afgeven namens de EU. In ongeveer dezelfde bewoordingen stelde Commissievoorzitter Barroso dat er nog winst te behalen valt in de synergie tussen het optreden van de 27 en dat van de Unie op extern terrein. Hij deed een oproep aan lidstaten om zich in contacten met derde landen niet alleen op hun eigen bilaterale agenda te richten, maar ook tijd in te bouwen voor het uitdragen van in EU-kader overeengekomen boodschappen op het gebied van klimaatverandering en energie alsook op het gebied van migratie en opkomende onderwerpen als cyberveiligheid.

In de conclusies verwelkomt de ER de rapportage van de HV. De ER verzoekt de HV op de ingeslagen weg voort te gaan om meer gericht Europese belangen te identificeren in de relaties met de strategische partners. De ER zal jaarlijks de voortgang van dit proces bespreken en waar nodig nieuwe oriëntaties vaststellen.

Montenegro

De ER bekrachtigde de conclusies van de Raad Algemene Zaken (RAZ) van 14 december jl. naar aanleiding van het Uitbreidingspakket van de Europese Commissie. De Er stemde conform artikel 48 van het EU-Verdrag in met het verlenen van de status van EU-kandidaat-lidstaat aan Montenegro. Zoals gesteld in het verslag van de RAZ aan uw Kamer d.d. 14 december jl. zullen eventuele verdere stappen van de EU in relatie tot Montenegro gebonden zijn aan strikte conditionaliteiten.

Ivoorkust

In verband met de gewelddadig verlopen presidentsverkiezingen in Ivoorkust doet de ER in zijn conclusies een dringende oproep aan partijen om af te zien van verder geweld. De ER roept strijdende partijen op zich te scharen achter de democratisch gekozen president en brengt in herinnering dat het Internationaal Strafhof zich beschikbaar heeft verklaard om tot vervolging over te gaan. De ER toont zich bereid gerichte maatregelen te nemen tegen diegenen die het democratisch proces blijven frustreren.

Klimaatconferentie te Cancún

Tenslotte kwam de ER, op initiatief van de voorzitter van de Europese Commissie, overeen een korte conclusie te wijden aan de op 12 december jl. afgesloten klimaatonderhandelingen te Cancún. Daarin verwelkomt de ER de succesvolle uitkomst van de conferentie. Het kabinet heeft in een brief aan uw Kamer d.d. 14 december jl. eenzelfde appreciatie gegeven.


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Naar boven