Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 november 2020
Zoals toegezegd tijdens de begrotingsbehandeling van Economische Zaken en Klimaat
(EZK), informeren wij u middels deze brief over het door Nederland in te dienen Recovery and Resilience Plan (RRP) voor de Europese Recovery and Resilience Facility (RRF).
De Europese Raad heeft tot oprichting van de RRF besloten om met investeringen en
hervormingen het economisch herstel in lidstaten te bevorderen en tegelijkertijd de
digitale en groene transities te ondersteunen. De RRF biedt daarmee een kans om structurele
hervormingen een extra stimulans te geven. Het doorvoeren van hervormingen was een
belangrijke voorwaarde voor het kabinet om in te kunnen stemmen met de oprichting
van de RRF.
Juist omdat het kabinet een stevig en ambitieus plan wil indienen, is ervoor gekozen
de formatie mee te nemen en het nieuwe kabinet het definitieve besluit te laten nemen.
Zo behoudt een volgend kabinet de ruimte om te kiezen welke additionele hervormingen
en investeringen een plek krijgen in het nationale plan voor de komende jaren. Het
kabinet geeft opdracht tot een ambtelijke verkenning naar de mogelijke inhoud van
een Nederlands herstelplan. Het kabinet zal de komende maanden kansrijke maatregelen
voor dit plan in kaart brengen. Dit betreft zowel maatregelen waartoe dit kabinet
sinds 1 februari 20201 heeft besloten als maatregelen die het volgende kabinet kan treffen.
Er bestaan meerdere indieningsmomenten voor een RRP. Plannen kunnen – op basis van
de Raadspositie – formeel ingediend worden bij de Commissie vanaf het moment van inwerkingtreding
van de RRF tot 30 april 2021, en in de jaren daaropvolgend van 15 oktober 2021 tot
30 april 2022, en van 15 oktober 2022 tot 30 april 2023.
Een lidstaat blijft aanspraak maken op de totale allocatie als het besluit haar nationale
plan niet in de eerste, maar in de tweede periode in te dienen. Nederland loopt dus
geen geld mis.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
E.D. Wiebes
De Minister van Financiën,
W.B. Hoekstra