21 501-20 Europese Raad

25 295 Infectieziektenbestrijding

Nr. 1542 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 mei 2020

Naar aanleiding van mijn toezegging op 4 mei om schriftelijk terug te komen op het onderwerp transparantie in relatie tot informele videoconferenties van de leden van de (Europese) Raad, meer in het bijzonder t.a.v. de wetgevende taak van de Raad en besluitvorming door de (Europese) Raad in tijden van COVID-19 crisis, doe ik u deze brief toekomen.

De Raad nam op 23 maart jl. een besluit aan tot tijdelijke afwijking van zijn Reglement van Orde (RvO)1. Hierover werd uw Kamer op 25 maart jl. geïnformeerd.2 Het besluit tot tijdelijke afwijking van het RvO is op 21 april jl. verlengd tot 23 mei3. Het besluit houdt in dat alle rechtshandelingen van de Raad worden genomen via de schriftelijke procedure, zoals voorzien in artikel 12, lid 1, eerste alinea, van het RvO van de Raad. Vanwege het niet kunnen plaatsvinden van fysieke Raden door de beperkende maatregelen ten gevolge van COVID-19, is de schriftelijke procedure momenteel de enige manier om als Raad besluiten te nemen. Er kunnen geen formele besluiten in videoconferenties worden genomen, aangezien zij informeel van aard zijn. Door het gebruik van de schriftelijke procedure vinden er op dit moment geen beraadslagingen en stemmingen over wetgevende handelingen in de Raad plaats, die zoals gebruikelijk (deels) gelivestreamd worden.

Coreper kan, gelet op de uitzonderlijke omstandigheden die COVID-19 meebrengt, per geval besluiten om de schriftelijke procedure te gebruiken voor de vaststelling van Raadsconclusies door de Raad. Op de agenda van Coreper staan de items waarover Coreper kan besluiten tot gebruikmaking van de schriftelijke procedure voor de vaststelling. Uw Kamer heeft hier via het Delegates Portal toegang toe.

Daarnaast stelt het Raadssecretariaat op grond van artikel 9 van het RvO maandelijks een overzicht op van alle besluiten die door de Raad zijn genomen. De overzichten voor de maand maart en april zijn beschikbaar (6869/20 voor een overzicht van de handelingen die de Raad in de maand maart heeft vastgesteld, en 7759/20 voor het overzicht van de handelingen die de Raad in de maand april heeft vastgesteld). Deze overzichten worden ook opgenomen in het openbare documentenregister van de Raad.

Het kabinet blijft zich inzetten voor transparante besluitvorming en informatievoorziening, ook in deze exceptionele tijden. Zoals eerder aangegeven, informeert het kabinet uw Kamer volgens bestaande afspraken inzake EU-informatievoorziening ten aanzien van informele videoconferenties van leden van de Raden en de Europese Raad. Dit gebeurt door het toezenden van geannoteerde agenda’s en verslagen. Daarbij zal het kabinet er zorg voor dragen dat de informatie over schriftelijke procedures, waar beschikbaar, op een gestructureerde wijze in de geannoteerde agenda’s en verslagen wordt verwerkt.

Het besluit tot tijdelijke afwijking van het RvO is verlengd tot 23 mei, maar kan opnieuw worden verlengd door de Raad indien dit door voortdurende uitzonderlijke omstandigheden is gerechtvaardigd. Een volgende verlenging ligt in de rede vanwege de nog van kracht zijnde beperkende maatregelen in veel lidstaten waardoor de Raad nog niet fysiek bijeen kan komen. Bij de besprekingen over verlenging zal het kabinet onder andere inzetten op het eerder beschikbaar komen van agenda’s van informele videoconferenties van de leden van de (Europese) Raad, zodat uw Kamer hierover tijdig en uitvoerig geïnformeerd kan worden. Daarnaast zal het kabinet ervoor pleiten de overzichten van de besluiten die door de Raad genomen zijn niet maandelijks maar wekelijks te publiceren.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok


X Noot
1

Zie Besluit(EU) 2020/556 van de Raad van 21 april 2020 tot verlenging van de tijdelijke afwijking van het reglement van orde van de Raad, ingevoerd bij Besluit (EU) 2020/430 in het licht van de door Covid-19-pandemie in de Unie veroorzaakte reisproblemen, Publicatieblad van de Europese Unie L 128I, 23.4.2020, p. 1.

X Noot
2

Kamerstuk 21 501-02, nr. 2137

X Noot
3

Besluit (EU) 2020/556 van de Raad van 21 april jl.

Naar boven