21 501-08 Milieuraad

Nr. 791 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Ter griffie van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 20 september 2019.

De wens om over de voorgenomen voordracht voor de vast te stellen ministeriële regeling nadere inlichtingen te ontvangen kan door of namens de Kamer of door ten minste dertig leden van de Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk op 31 oktober 2019.

De voordracht voor de vast te stellen ministeriële regeling kan niet eerder worden gedaan dan op 1 november 2019 dan wel binnen veertien dagen na het verstrekken van de in de vorige volzin bedoelde inlichtingen.

Bij de termijnen is rekening gehouden met de recesperiode van de Tweede Kamer.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 september 2019

In artikel 4.10, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016 is bepaald dat subsidieregelingen een vervaltermijn van maximaal vijf jaren bevatten. Hoofdstuk 5 van de Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies (hierna: REES), dat betrekking heeft op het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, heeft een vervaldatum van 1 december 2019. Om hieronder vermelde redenen ben ik voornemens deze vervaldatum voor dit hoofdstuk te verlengen tot 1 januari 2024. In overeenstemming met artikel 4.10, zevende lid, van de Comptabiliteitswet 2016 leg ik de regeling1 die strekt tot wijziging van het moment waarop hoofdstuk 5 van de REES vervalt, aan u voor en zal ik deze regeling niet eerder vaststellen dan 30 dagen na verzending van deze brief.

Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling

Het Europees Fonds Regionale Ontwikkeling (EFRO) heeft als doel de economische verschillen tussen de Europese regio’s te verkleinen, en de regionale concurrentiepositie en werkgelegenheid te verbeteren. In Nederland wordt het geld vooral besteed aan projecten op het gebied van innovatie (valorisatie, proeftuinen, R&D samenwerking en clustervorming) en een koolstofarme economie. De belangrijkste doelgroep van EFRO is het MKB (Kamerstuk 21 501-08, nr. 525). De Rijkscofinanciering dient voor projecten die bijdragen aan het realiseren van nationale beleidsdoelen op het gebied van innovatie en energie (Kamerstuk 21 501-08, nr. 489).

In hoofdstuk 5 van de REES zijn uitvoeringsbepalingen opgenomen ten aanzien van subsidieverstrekking met cofinanciering uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (hierna: EFRO). Deze bepalingen zijn gebaseerd op verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013. Dit vormt de basis voor de subsidieverstrekking in het kader van het EFRO binnen Nederland en binnen de grensoverschrijdende samenwerkingsprogramma’s met buurlanden («INTERREG A»), waaraan Nederland deelneemt.

Verordening 1301/2013 is van toepassing in de programmaperiode 2014–2020 en kent een uitfinancieringsfase van 3 jaar (tot uiterlijk 31 december 2023). Dit betekent dat er begunstigden tot dit moment betalingen kunnen doen. De uitvoeringsbepalingen, zoals opgenomen in hoofdstuk 5 van de REES, dienen dan ook gedurende een gelijke periode (tot en met 31 december 2023) van kracht te zijn. Om deze reden ben ik voornemens de vervaldatum voor hoofdstuk 5 van de REES te verlengen tot 1 januari 2024. Voor verdere informatie verwijs ik u naar de toelichting op de wijzigingsregeling2.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven