21 501-08 Milieuraad

Nr. 427 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 juni 2012

Op 22 mei jl. deed ik u de geannoteerde agenda toekomen voor de Milieuraad die plaatsvindt op 11 juni a.s. (Kamerstuk 21 501-08, nr. 425). Sindsdien zijn er veel veranderingen opgetreden in de agenda van deze Raad. Met deze brief wil ik uw Kamer informeren over deze veranderingen.

In de geannoteerde agenda gaf ik al aan dat het agendapunt ten aanzien van zwavel in scheepsbrandstoffen mogelijk zou komen te vervallen indien het Voorzitterschap vóór de Milieuraad erin slaagde een akkoord te bereiken in Coreper. Dit is gelukt en ik zal uw Kamer informeren over de uitkomst van de onderhandelingen met het verslag van de komende Milieuraad.

Op dit moment overweegt het Voorzitterschap het Commissievoorstel voor de herziening van het EU toelatingsbeleid voor ggo’s te agenderen. Hiermee wordt beoogd lidstaten meer mogelijkheden te geven om op nationaal niveau de teelt van ggo’s te verbieden. Dit voorstel is al aan de orde geweest in de Milieuraad van 9 maart dit jaar, en het is toen niet gelukt om een akkoord te bereiken. Het Voorzitterschap onderhandelt nu met een aantal van de tegenstanders met het doel alsnog een akkoord te bereiken. Op 1 maart besprak ik dit dossier met uw Kamer tijdens het AO Milieuraad (Kamerstuk 21 501-08, nr. 420). Ik heb toen aangegeven dat ik graag zou zien dat de Raad een akkoord zou bereiken op dit dossier en dat ik mij hiertoe flexibel zou opstellen. Voor mij staan daarbij wel een aantal uitgangspunten vast: het resultaat moet niet interfereren met de bestaande milieuveiligheidsbeoordeling die bij de toelating van ggo’s wordt uitgevoerd, en moet in overeenstemming zijn met EU- en internationaal handelsrecht. Deze uitgangspunten gelden onverminderd, en hierbinnen zal ik mij, indien het dossier daadwerkelijk wordt behandeld op 11 juni, weer constructief opstellen. Overigens bereiken mij vooralsnog geen signalen dat een van de tegenstanders van positie lijkt te veranderen. Ik zal uw Kamer nader informeren met het verslag van deze Milieuraad.

Het Voorzitterschap heeft inmiddels ook de Routekaart naar een koolstofarme economie in 2050 die de Commissie op 8 maart 2011 publiceerde geagendeerd. In ieder geval zal het Voorzitterschap de stand van zaken met het uitvoeren van de routekaart presenteren, mogelijk zullen Raadsconclusies voorliggen. Deze Raadsconclusies zullen dan naar verwachting van vergelijkbare strekking zijn als de Voorzitterschapconclusies die het Deens Voorzitterschap op 9 maart 2012 aannam. Tijdens de Milieuraad van 9 maart konden 26 lidstaten, waaronder Nederland, akkoord gaan met de formulering van de Raadsconclusies, maar één land kon zich hier niet in vinden. Indien er een discussie plaatsvindt in de Raad zal mijn positie gelijk zijn aan de positie die ik in maart innam en tijdens het AO Milieuraad op 1 maart met uw Kamer heb besproken.

De voortgang van de herzieningen van de Richtlijn prioritaire stoffen en de LIFE Verordening wordt nu behandeld onder diversenpunten. Het monitoring- en rapportage mechanisme zal niet langer aan de orde komen. Voorts heeft de Commissie, zoals verwacht, aangegeven een stand van zaken te zullen presenteren in de lopende internationale discussies over het onderbrengen van de luchtvaart in het EU emissiehandelsysteem (ETS).

Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, J. J. Atsma

Naar boven