21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken

Nr. 928 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 juli 2012

Per abuis is in het verslag van de Ecofin Raad van 22 juni 2012 (Kamerstuk 21 501-07, nr. 927) te Luxemburg de terugkoppeling over het bereikte akkoord inzake de hypothekenrichtlijn ingevoegd tussen de tekst over het resultaat aangaande de verordening inzake kredietbeoordelaars. Dit is in bijgevoegd verslag gecorrigeerd.

De minister van Financiën, J. C. de Jager

Verslag van de Ecofin Raad van 22 juni 2012 te Luxemburg

De Ecofin Raad van 22 juni jl. sprak over het Europees Semester 2012 (de landenspecifieke aanbevelingen) en heeft concept aanbevelingen hierover aangenomen. Het pakket van concept aanbevelingen is tijdens de Europese Raad op 28 en 29 juni besproken, waarna ze in lijn met het EU-Verdrag officieel bekrachtigd worden in de verantwoordelijke Raadsconfiguratie tijdens de aankomende Ecofin op 9 juli. Ook kwamen de Financiële Transactiebelasting en de energiebelastingrichtlijn aan de orde. Andere agendaonderwerpen waren de afronding van de buitensporige tekortprocedures van Duitsland en Bulgarije, de opschorting van uitkering van Cohesiefondsen aan Hongarije, de EMU-convergentierapporten en terugkoppeling van de G20-top in Mexico.

Het officiële verslag van het Deense voorzitterschap kunt u vinden op:

http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/en/ecofin/131141.pdf

1. Europees semester

De Ecofin Raad heeft, in het kader van het Europees semester en op voorstel van de Commissie, concept lidstaatspecifieke aanbevelingen aangenomen. Deze aanbevelingen zijn opgesteld naar aanleiding van de in april jl. door de lidstaten ingediende Stabiliteits- en Convergentieprogramma’s en de Nationale Hervormingsprogramma’s. De aanbevelingen hebben als doel lidstaten aan te spreken op hun verantwoordelijkheden uit hoofde van het Stabiliteits- en Groeipact (budgettair) en de Europa 2020 strategie (structureel-economisch). Zie voor de kabinetsreactie op de Nederlandse aanbevelingen de kamerbrief die in een eerder stadium verstuurd is (kenmerk DGIB-DE/12070738). Het algemene beeld is dat de Europese Commissie EU breed ambitieuze aanbevelingen voorstelt voor de versterking van nationale economieën.

Het pakket van concept aanbevelingen is tijdens de Europese Raad op 28 en 29 juni besproken, waarna ze in lijn met het EU-Verdrag officieel bekrachtigd worden in de verantwoordelijke Raadsconfiguratie tijdens de aankomende Ecofin op 9 juli.

2. Financiële transactiebelasting

De Ecofin Raad hield een debat over de door de Commissie voorgestelde financiële transactiebelasting (FTT) en mogelijke alternatieven ter versterking van samenwerking op het belastingdossier. Het voorzitterschap concludeerde dat na verschillende debatten van de Raad in november 2011 en in maart 2012 er geen unanimiteit in de Ecofin Raad is voor het voorstel van de Commissie voor een FTT.

In de Ecofin Raad hebben tien lidstaten aangegeven positief tegen over nauwere samenwerking te staan op het gebied van belasting op financiële transacties. Volgens de officiële procedure voor nauwere samenwerking van het EU-Verdrag, moeten minimaal negen landen een verzoek indienen bij de Commissie met het doel van de nauwere samenwerking. Het initiatief dient open te staan voor alle EU-lidstaten en mag de interne markt van de EU niet ondermijnen. Daarna stemt de gehele Raad over het voorstel van de Commissie met betrekking tot het voorstel tot nauwere samenwerking voor de betreffende lidstaten. Alleen de deelnemende lidstaten besluiten uiteindelijk over de uiteindelijke richtlijn. Nederland heeft in de Ecofin Raad aangegeven hier niet aan mee te zullen doen.

3. Energiebelastingrichtlijn

In de Ecofin Raad werd ook gesproken over de lopende onderhandelingen over het voorstel van de Commissie tot herziening van de Energiebelastingrichtlijn. Lidstaten verschillen van mening over veel elementen van het voorstel. Een overgrote meerderheid van lidstaten is het wel eens dat minimumbelastingtarieven in de richtlijn gebaseerd zouden moeten worden op een energiecomponent en een C02-component, waarbij lidstaten zelf moeten kunnen bepalen hoe zij dit in nationale belastingen vormgeven. Boven de minimumtarieven moeten lidstaten vrij zijn te bepalen welke tarieven zij hanteren. Het Cypriotische voorzitterschap gaf aan dit dossier prioriteit te geven en in te zetten op een compromis tijdens hun voorzitterschap.

4. Buitensporigtekortprocedure

Duitsland en Bulgarije

De Ecofin Raad heeft, op voorstel van de Commissie, besloten tot beëindiging van de buitensporigtekortprocedures van Bulgarije en Duitsland. Duitsland en Bulgarije hebben beide hun buitensporigtekort structureel onder de 3% bbp gebracht. De meest recente Commissieramingen van mei jl. projecteren voor Bulgarije een daling van het tekort naar 1,9 % bbp in 2012 en 1,7% bbp in 2013. Voor Duitsland raamt de Commissie een tekort van 0,9% in 2012 en 0,7% bbp in 2013, waarmee de meerjarige cijfers laten zien dat er inderdaad sprake is van een duurzame correctie van het buitensporige tekort.

Cohesiefondsen Hongarije

Daarnaast heeft de Ecofin Raad op voorstel van de Commissie besloten de opschorting van de Cohesiefondsen voor Hongarije op te heffen. De opschorting zou per 1 januari 2013 in werking treden. De Raad concludeerde echter dat Hongarije inmiddels voldoende budgettaire inspanningen had geleverd om het buitensporige tekort te reduceren en trok de voorgenomen schorsing in. De Commissie verwacht dat het Hongaarse begrotingstekort in 2012 uitkomt op 2,5%. Wel blijft de Commissie Hongarije nauwgezet monitoren en kan, indien nodig, later in het jaar wederom over gaan tot opschorting van de Cohesiefondsen als Hongarije zou afwijken van de afspraken.

5. Convergentierapport van de ECB

De Europese Commissie en de Europese Centrale Bank presenteerden in de Ecofin Raad hun tweejaarlijkse convergentierapporten, waarin wordt beoordeeld in hoeverre Bulgarije, Tsjechië, Letland, Litouwen, Hongarije, Polen, Roemenië en Zweden gereed zijn voor toetreding tot de eurozone. Geen van de genoemde landen voldoet volledig aan alle EMU-convergentiecriteria, bijvoorbeeld op het gebied van wetgeving, statuten van de Centrale Bank, prijs- en wisselkoersstabiliteit en houdbaarheid van overheidsfinanciën.

6. Follow-up G20 Mexico

Het voorzitterschap en de Commissie vatten in de Ecofin Raad kort de belangrijkste uitkomsten van de G20-top op 17 en 19 juni in Mexico samen. Centraal stond daarbij de ophoging van de middelen voor de IMF. Een kapitaaluitbreiding was al in april overeengekomen en werd op de top bevestigd en verder verhoogd. De totale versterking bedraagt nu $450 miljard. De G20 oefende daarnaast druk uit op de Eurozone om verdere stappen te ondernemen ter bestrijding van de crisis. Op 4 en 5 november treffen de Ministers van Financiën van de G-20 elkaar opnieuw in Mexico.

7. Overig

Tijdens de lunch sprak de Ecofin Raad over het Meerjarig Financieel Kader (MFK), in aanloop naar agendering van het MFK in de Europese Raad. Langs bekende lijnen maakten lidstaten hun prioriteiten kenbaar. Discussie was er logischerwijs over de manier waarop en de mate waarin het MFK in zou moeten worden gezet voor een EU groeiagenda. Discussie was er bovendien over de status van de onderhandelingsbox, waarbij enkele cohesielanden zich kritisch toonden over de inhoud van de huidige tekst van de box terwijl Nederland, het VK en andere gelijkgezinden het document zien als startpunt van verdere onderhandelingen. Uiteindelijk is de onderhandelingsbox ook als zodanig door de Europese Raad van 28 en 29 juni jl. aanvaard

Daarnaast is tijdens het Coreper van 21 mei jl. een compromis voor een algemene inzet voor de Verordening inzake Kredietbeoordelaars (CRA3) bereikt. In dit compromis zijn de bezwaren weggenomen die Nederland initieel had tegen het voorgestelde roulatiesysteem en het goedkeuringsproces voor nieuwe en gewijzigde methodologieën door de European Securities and Markets Authority (ESMA).

Het roulatiesysteem kent nu een gelimiteerd werkingsgebied en een evaluatie in 2016 waardoor geanalyseerd kan worden hoe het voorgestelde roulatiesysteem in de praktijk uitwerkt. Zo kan dan in 2016 afgewogen worden of dit roulatiesysteem een goede methode is om belangenconflicten verder tegen te gaan. Het ex ante goedkeuringsproces van methodologieën door ESMA is omgevormd tot een notificatieplicht van kredietbeoordelaars richting ESMA. Hierdoor kan tijdig kennis worden genomen van wijzigingen van en nieuwe methodologieën waardoor ESMA dit desgewenst vroegtijdig kan betrekken in haar toezicht. Van een goedkeuringsstempel van ESMA is derhalve geen sprake meer. De overeengekomen algemene inzet vormt een goede basis voor de Raad om de onderhandelingen met het Parlement (de triloog) in te gaan.

Tevens is in het Coreper akkoord bereikt over het starten van de triloog voor het voorstel voor een richtlijn inzake woningkredietovereenkomsten (hypothekenrichtlijn). De richtlijn introduceert een Europees paspoort voor kredietbemiddelaars. Nederland is hier voorstander van, maar heeft tegelijkertijd bij de onderhandelingen succesvol gepleit voor een minimum harmonisatie van vakbekwaamheidseisen en een goede samenwerking tussen nationale toezichthouders wanneer gedragsregels ten aanzien van kredietbemiddeling niet goed worden opgevolgd. Dit garandeert dat het hoge Nederlandse niveau van consumentenbescherming blijft gehandhaafd.

Naar boven