21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken

Nr. 874 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 december 2011

Op 19 december hebben alle landen van de eurozone een totaal van € 150 miljard aan bilaterale leningen toegezegd om algemene middelen van het IMF te versterken. Hiermee is voldaan aan de afspraak van de Europese Raad van 9 december om binnen tien dagen met een toezegging te doen over versterking van de slagkracht van het IMF. Binnen de eurozone is deze € 150 miljard in een teleconferentie verdeeld op basis van de IMF-quota-aandelen. In de bijlage is een overzicht van de bijdragen van de deelnemende eurozone landen te vinden. Voor sommige landen geldt dat de toezegging onder voorbehoud van parlementaire goedkeuring is. Dit is ook voor Nederland het geval. In deze verklaring maken de eurozone landen geen verder voorbehoud en tijdens de bespreking in de eurogroep zijn ook geen aanvullende eisen besproken.

De Nederlandse bijdrage is zoals aangegeven 13,61 miljard. Uiteraard geldt voor het daadwerkelijk storten van die bijdrage dat we uitgaan van een (nagenoeg) volledige bijdrage van de andere eurolanden. Alleen de landen met een voldoende sterke positie naar oordeel van het IMF, delen overigens mee in de burdensharing. Verschillende niet euro EU landen (Tsjechië, Zweden, Denemarken en Polen) en niet EU landen (onder andere Noorwegen, Rusland en Brazilië) hebben toezeggingen gedaan of het voornemen daartoe geuit.

Zoals ik steeds heb aangegeven, vind ik het zeer belangrijk dat de eurozone initiatief neemt in het waarborgen van de financiële stabiliteit. Betrokkenheid van het IMF bij de bestrijding van de crisis in de eurozone is voor Nederland altijd een belangrijke eis geweest. Om de expertise en de methodiek van het IMF te kunnen toepassen, is het belangrijk dat het IMF ook financieel betrokken is. De financiële betrokkenheid wordt door het aanvullen van de middelen van het IMF gewaarborgd.

We kunnen niet verwachten van landen buiten de EU dat ze het IMF versterken zonder dat de eurozone eerst een bijdrage levert. Door de toezegging van € 150 miljard hebben we onze verantwoordelijkheid genomen. In februari zal de G20 spreken over hun bijdrage aan de versterking van de IMF-middelen. Het Verenigd Koninkrijk heeft aangegeven een bijdrage te overwegen in het G20 kader. Deze toezeggingen hebben geen gevolgen voor de omvang van de Nederlandse bijdrage.

Voordat DNB de lening aan het IMF kan verstrekken, moet de staatsgarantie aan DNB worden verhoogd. Omdat ik het belangrijk vind dat de eurozone initiatief en daadkracht uitstraalt, heb ik ervoor gekozen om deze garantie aan DNB op het eerst mogelijke moment parlementair te behandelen. Overige landen zullen, waar relevant de komende tijd ook zorgen voor de parlementaire behandeling van hun bijdrage aan het IMF.

De minister van Financiën,

J. C. de Jager

Bijlage Burdensharing eurozone

 

IMF quota-aandeel

Aandeel in de eurozone

Bilaterale lening (in mld €)

       

Oostenrijk

0,83%

4,09%

6,13

België

1,35%

6,66%

9,99

Cyprus

0,06%

0,32%

0,48

Finland

0,51%

2,51%

3,76

Frankrijk

4,23%

20,94%

31,4

Duitsland

5,59%

27,67%

41,5

Italië

3,16%

15,66%

23,48

Luxemburg

0,28%

1,37%

2,06

Malta

0,04%

0,17%

0,26

Nederland

1,83%

9,07%

13,61

Slowakije

0,21%

1,04%

1,56

Slovenië

0,12%

0,61%

0,91

Spanje

2,00%

9,91%

14,86

Totaal

20,19%

100,00%

150

Naar boven