21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken

Nr. 1738 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 januari 2021

Hierbij zend ik u de geannoteerde agenda van de Eurogroep en de informele Ecofinraad van 18 en 19 januari a.s. Deze vergaderingen zullen middels videoconferentie worden gehouden en ik ben voornemens deel te nemen.

Het is mogelijk dat nog punten worden toegevoegd aan de agenda of dat bepaalde onderwerpen worden afgevoerd of worden uitgesteld tot de volgende vergadering.

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra

Geannoteerde agenda t.b.v. Eurogroep en Ecofinraad 18 en 19 januari 2021

Eurogroep

Reguliere samenstelling

Thematische discussie – Macro-economische onevenwichtigheden in de Eurozone als gevolg van de COVID-19-crisis

Document: Nog niet beschikbaar, document wordt gepubliceerd op https://www.consilium.europa.eu/en/council-eu/eurogroup/eurogroup-documents-register/

Aard bespreking: Gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: N.v.t.

Toelichting:

In de Eurogroep zal een thematische discussie plaatsvinden over de gevolgen van de COVID-19-crisis voor de macro-economische onevenwichtigheden in de eurozone. De Europese Commissie schetst in een notitie een aantal mogelijke gevolgen van de COVID-19-crisis. Zo zullen onder andere de publieke en private schulden ten opzichte van het bbp in lidstaten stijgen. Ook worden er negatieve gevolgen voorzien in de ontwikkeling van productiviteit, lonen en de huizenmarkt in de eurozone. Daarnaast voorziet de Commissie uitdagende condities voor de bankensector. Tot slot wordt benoemd dat de huidige crisis beperkte gevolgen kan hebben voor het saldo op de lopende rekening van landen. Bestaande verschillen in economische groei kunnen door deze ontwikkelingen verder toenemen. In de Eurogroep staan twee vragen centraal: zal COVID-19 de huidige onevenwichtigheden binnen de eurozone vergroten en welke beleidsmaatregelen zijn nodig om deze onevenwichtigheden te verkleinen?

Nederland onderkent dat de huidige onevenwichtigheden in de eurozone als gevolg van COVID-19 kunnen worden vergroot. Om dit te ondervangen hecht Nederland vooral belang aan structurele hervormingen. Structurele hervormingen kunnen eraan bijdragen om de onevenwichtigheden in de eurozone te verkleinen, in het bijzonder door het verhogen van het groeipotentieel en het verlagen van publieke schuldniveaus.

Prioriteiten voor de herstelplannen in het kader van de Reform and Resilience Facility

Document: N.v.t.

Aard bespreking: Gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: N.v.t.

Toelichting:

De Eurogroep zal spreken over de mogelijke prioriteiten in de plannen die lidstaten indienen in het kader van de Reform and Resilience Facility (RRF). De Raad en het Europees Parlement bereikten eind december 2020 een akkoord over de verordening die de regels voor de RRF vastlegt. Nederland steunt dit compromisvoorstel. Het compromisvoorstel heeft niet geleid tot aanpassing van onderdelen die voor Nederland bijzonder belangrijk waren, zoals de noodremprocedure van de Raad bij de uitbetaling van middelen en de voorwaarde dat plannen invulling moeten geven aan de landspecifieke aanbevelingen die in het kader van het Europees Semester worden opgesteld. De Kamer zal nog separaat worden geïnformeerd over het eindresultaat. Lidstaten stemden op 22 december jl. in het Coreper in met het compromis. Het Europees Parlement zal in de week van 8 februari a.s. formeel instemmen, waarna het instrument in werking kan treden. Lidstaten zijn inmiddels begonnen met het opstellen van hun herstelplannen. Deze zullen bestaan uit zowel publieke investeringsprojecten als structurele hervormingen.

Nederland steunt een bespreking van de mogelijke prioriteiten in de Eurogroep. Voor de invulling van de plannen zijn de eisen uit de RRF-verordening, die gelden voor alle EU-lidstaten, echter leidend. Deze geven voldoende sturing en inkadering aan de plannen die lidstaten dienen op te stellen. Nederland vindt het vooral belangrijk dat herstelplannen voldoende en ambitieuze structurele hervormingen bevatten. Dit zal moeten zorgen voor een groter groeivermogen en meer veerkracht in alle lidstaten van de EU, waaronder de eurozone landen. De landspecifieke aanbevelingen die jaarlijks in het kader van het Europees Semester worden opgesteld zijn daarbij richtinggevend.

Inclusieve samenstelling

Vooruitblik op toekomstige samenwerking met de Verenigde Staten op monetair en financieel gebied

Document: N.v.t.

Aard bespreking: Gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: N.v.t.

Toelichting:

De voorzitter van de Eurogroup heeft een vooruitblik op toekomstige samenwerking met de Verenigde Staten op monetair en financieel gebied op de agenda gezet. Waarschijnlijk wil de voorzitter van de Eurogroep in het licht van de nieuwe regering Biden van gedachten wisselen over samenwerking op monetair en financieel gebied met de VS de komende jaren. Nederland hecht aan een goede trans-Atlantische relatie.

Ecofinraad

Werkprogramma van het Portugese voorzitterschap

Document: https://www.2021portugal.eu/media/e0rjnvdj/programme-for-the-portuguese-presidency-of-the-council-of-the-european-union-en.pdf

Aard bespreking: Gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: N.v.t.

Toelichting:

De eerste helft van 2021 is Portugal de voorzitter van de Raad van de Europese Unie. In deze Ecofinraad zal Portugal het werkprogramma presenteren en aangeven wat de prioriteiten zijn voor het komende halfjaar. Het motto van het Portugese voorzitterschap is: «Time to deliver: for a fair, green and digital recovery».

Op financieel en economisch gebied heeft de implementatie van het Meerjarig Financieel Kader (MFK) en het Europese herstelinstrument Next Generation EU prioriteit. Verder zal het Portugese voorzitterschap voortborduren op relevante discussies die de afgelopen periode in de Ecofinraad hebben plaatsgevonden: versterking van de Economische en Monetaire Unie (EMU) waaronder het verder ontwikkelen van de bankenunie en de kapitaalmarktunie, de versterking van de douane-unie, het verbeteren van de weerbaarheid van de financiële sector, digitalisering in de financiële sector en eerlijke en effectieve belastingen. Het volledige programma is te vinden op de website van het Portugese voorzitterschap.1 Nederland verwelkomt het werkprogramma.

Stand van zaken financiële diensten dossiers

Document: op dit moment nog niet beschikbaar. Het document wordt voorafgaand aan de vergadering op het Delegates Portal geplaatst onder de titel «Progress on financial services legislative files»

Aard bespreking: Gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: N.v.t.

Toelichting:

Het voorzitterschap van de Raad voorziet de Ecofinraad op reguliere basis van informatie over de lopende wetgevingsvoorstellen op het terrein van financiële diensten.

Kapitaalmarkten herstelpakket

Op 16 december jl. heeft Coreper ingestemd met het in de triloog bereikte akkoord tussen de Raad en het Europees Parlement over de gerichte wijzigingen van de EU-kapitaalmarktregels. De voorstellen zijn door de Commissie op 24 juli jl. gepubliceerd, en betreffen wijzigingen van de richtlijn markten voor financiële instrumenten (MiFID II), de prospectusverordening en het EU-securitisatiekader. Deze maatregelen dragen bij aan het economisch herstel na de COVID-19-pandemie. Het kabinetsstandpunt over deze voorstellen is per brief op 2 oktober jl. met de Kamer gedeeld.2 Op 16 december jl. is met de Kamer het verslag van het schriftelijk overleg inzake het kapitaalmarkten herstelpakket gedeeld.3 Momenteel wordt de akkoordtekst vertaald, waarna het Europees Parlement en de Raad naar verwachting in februari de wijzigingen formeel zullen aannemen.

Wijzigingen van de richtlijn markten voor financiële instrumenten (MiFID II)

De wijzigingen van enkele informatieverplichtingen van MiFID II dienen ertoe de nalevingskosten voor beleggingsondernemingen te verminderen, en daarmee middelen vrij te maken voor het economisch herstel. In de onderhandelingen is – in lijn met de kabinetsinzet – door zowel de Raad als het Europees Parlement benadrukt dat dit niet moet leiden tot negatieve gevolgen voor de bescherming van beleggers, specifiek niet-professionele (retail) beleggers. Daarbij was voor het kabinet, eveneens als voor het Europees Parlement, met name van belang dat de wijzigingen van de product and oversights governance (POG) regels voor retailbeleggers niet verder gaan dan het Commissievoorstel. Het kabinet heeft ingestemd met het akkoord, omdat naast de uitzondering op de POG-regels voor obligaties met een make whole clause slechts een uitzondering is toegevoegd voor financiële instrumenten die uitsluitend worden gedistribueerd aan in aanmerking komende tegenpartijen en dit geen negatieve effecten heeft op de bescherming van retailbeleggers. Bovendien zullen de POG-regels worden meegenomen in de bredere MiFID/MiFIR-review die voor dit jaar gepland staat.

De in het akkoord opgenomen wijziging van de voorschriften inzake beleggingsonderzoek (investment research) bewerkstelligt dat beleggingsondernemingen de kosten van dat onderzoek en die van het uitvoeren van transacties gebundeld bij hun klanten in rekening kunnen brengen, indien het beleggingsonderzoek betrekking heeft op MKB-ondernemingen (gedefinieerd als entiteiten met een gemiddelde marktkapitalisatie lager dan EUR 1 miljard). De wijzigingen van positielimieten voor grondstoffenderivaten houden in dat de toezichthouders geen positielimieten meer voor alle in de EER ontwikkelde grondstoffenderivaten behoeven vast te stellen, maar enkel nog voor (i) significante of kritieke derivaten(contracten) en (ii) voor alle derivatencontracten met als onderliggende waarde voedingsmiddelen. De ancillary activity exemption (AAE) bewerkstelligt dat niet-financiële ondernemingen die posities in bepaalde derivaten aanhouden om met de uitoefening van hun hoofdbedrijf samenhangende rente- en valutarisico’s te mitigeren, buiten het toepassingsbereik van MiFID II vallen. De in het akkoord opgenomen wijziging van de AAE vereenvoudigt de test op basis waarvan die niet-financiële ondernemingen kunnen achterhalen of zij gebruik kunnen maken van de AAE.

Wijziging van de prospectus verordening

Er komt een nieuw, tijdelijk «EU-herstelprospectus» – een korter prospectus – om het voor bedrijven gemakkelijker te maken kapitaal op te halen. Het EU-herstelprospectus zal beschikbaar zijn voor kapitaalverhogingen tot 150% van het uitstaande kapitaal binnen een periode van twaalf maanden. Het nieuwe prospectus is van toepassing tot 31 december 2022 om uitgevende instellingen in staat te stellen het nodige extra eigen vermogen aan te trekken om de COVID-19-crisis te boven te komen.

Aanpassingen van de securitisatieregels

Ten aanzien van securitisaties bevat het compromis een uitbreiding van het eenvoudig, transparant, gestandaardiseerd (STS)-keurmerk voor synthetische securitisaties. Tijdens de onderhandelingen is vooral gesproken over de extra criteria waar synthetische securitisaties aan moeten voldoen om in aanmerking te komen voor het STS-raamwerk. In het compromis worden de criteria voor synthetische securitisaties voldoende scherp vastgesteld, in lijn met de inzet zoals beschreven in het BNC-fiche van 2 oktober jl. en het schriftelijk overleg van afgelopen 16 december.

Daarnaast wordt in de verordening kapitaalvereisten (CRR) de berekening van de risicogewichten van NPE- (non-performing exposures) securitisaties aangepast. Deze aanpassingen doen nu meer recht aan het onderliggende risico. Naast de aanpassing voor NPE-securitisaties wordt in de CRR een preferentiële prudentiële behandeling opgenomen voor synthetische securitisaties die aan het STS-keurmerk voldoen, zoals hierboven genoemd.

Europese Commissie mededeling inzake niet-presterende leningen (tevens ter vervanging van BNC-fiche)

Document: https://ec.europa.eu/finance/docs/law/201216-communication-non-performing-loans_en.pdf

Aard bespreking: Gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: N.v.t.

Toelichting:

Op 16 december 2020 publiceerde de Europese Commissie een mededeling aangaande de aanpak van niet-presterende leningen (NPLs) ten gevolge van de COVID-19-uitbraak (COM(2020) 822)4. In de mededeling licht de Commissie het belang toe om NPLs blijvend aan te pakken om mogelijke negatieve gevolgen voor de stabiliteit van het financiële systeem, de kredietverlening en daarmee het herstel van de economie te voorkomen. De mededeling wordt deze Ecofinraad besproken. Omwille van tijdige informatievoorziening vervangt deze toelichting een BNC-fiche over de mededeling. Deze toelichting vormt daarom tevens de Nederlandse inzet voor dit agendaonderwerp tijdens de Ecofinraad.

In 2017 is in de Europese Unie reeds een actieplan voor NPLs overeengekomen.5 Dit actieplan was de basis voor grootschalige maatregelen die erop waren gericht om NPLs af te bouwen en zo de bankensector weerbaarder te maken. Vervolgens presenteerde de Commissie in 2018 een pakket aan wetgevende maatregelen, waarover de Kamer werd geïnformeerd in het fiche «Maatregelen inzake niet-presterende leningen».6 Het toezicht op NPLs werd met dit pakket versterkt, er kwam meer transparantie door verbeterde NPL-rapportage en de verordening aangaande een vereiste minimumdekking voor NPLs werd ingevoerd om de opbouw van voorzieningen bij banken af te dwingen. Dit laatste voorstel zorgt ervoor dat banken volgens een vast tijdspad meer voorzieningen moeten nemen voor de afschrijving van NPLs. Daarmee zijn banken beter in staat om verliezen op NPLs op te vangen. In aanvulling op deze Europese aanpak zijn op nationaal niveau, met name in landen met verhoogde aantallen NPLs, ook veel maatregelen genomen om NPLs af te bouwen. Dit liet ook het risicoreductierapport van de Europese toezichthouders zien waarover de Kamer voor het kerstreces uitgebreid is geïnformeerd.7

Essentie mededeling

De mededeling van de Commissie is gepubliceerd naar aanleiding van de COVID-19-uitbraak. Hoewel de bankensector volgens de Commissie weerbaar is, zijn de risico’s voor de bankensector toegenomen. De Commissie verwacht dat NPLs als gevolg van de uitbraak zullen toenemen, en geeft aan dat een les van de vorige crisis was dat NPLs tijdig dienen te worden aangepakt. In aanvulling op het grote pakket aan maatregelen uit 2017, stelt de Commissie daarom in deze mededeling nog enkele gerichte maatregelen voor om de opbouw van NPLs verder te kunnen mitigeren.

Allereerst noemt de Commissie in haar mededeling dat over enkele voorstellen uit het actieplan uit 2017 nog besprekingen gaande zijn. Zo beoogde de Commissie de secundaire markten voor NPLs te bevorderen door een richtlijn aangaande het beheer van NPLs, de verkoop van NPLs aan derden en het uitwinnen van onderpand. Op dit moment zijn de besprekingen in het Europees Parlement hierover nog niet afgerond. De Raad heeft reeds een onderhandelingsmandaat. In deze mededeling spoort de Commissie het Europees Parlement aan om een akkoord te bereiken zodat de trilogen kunnen starten.

De Commissie noemt in deze mededeling ook het belang van het versterken van insolventieraamwerken. Naast voornoemde richtlijn, noemt de Commissie ook de benchmarkingexercitie die zij samen met de Europese Bankenautoriteit (EBA) heeft uitgevoerd en die inzicht biedt in de efficiëntie van nationale faillissementsregimes en deze tegen elkaar afzet.8 De Commissie overweegt deze exercitie regulier te gaan uitvoeren. De exercitie kan volgens de Commissie in de toekomst aanleiding zijn voor aanvullende wetgevende of niet-wetgevende voorstellen.

Verder werkt de Commissie in de mededeling eerdere (niet-wetgevende) voorstellen voor datatransparantie en -infrastructuur verder uit. Zo denkt de Commissie aan een datahub waarin gestandaardiseerde data over NPLs gedeeld kunnen worden om de markt voor NPLs te bevorderen. Ook doet de Commissie enkele technische suggesties om obstakels voor secundaire markten weg te nemen. Obstakels voor het overnemen van NPLs kunnen secundaire markten belemmeren, en de Commissie wil hier dan ook naar kijken.

Tot slot gaat de Commissie ook in op de rol die Asset Management Companies (AMCs) kunnen spelen in het oplossen van NPL-problematiek. Het centraal uitwinnen van NPLs vanuit een private dan wel publieke AMC kan synergievoordelen opleveren. De Commissie benadrukt daarbij dat een private oplossing de voorkeur heeft. De mededeling spreekt niet over een Europese (publieke) AMC. Wel noemt de Commissie dat het goed is als verschillende nationale AMCs meer samenwerken, bijvoorbeeld binnen een netwerk van AMCs. Dat zou bijvoorbeeld kunnen bijdragen aan het bereiken van schaalvoordelen door het delen van expertise en informatie. De Commissie herhaalt dat het binnen het staatssteunkader mogelijk is om onder strenge voorwaarden met staatssteun een AMC op te zetten. Zo kan dergelijke steun alleen aan gezonde instellingen verleend worden, en is de steun beperkt tot die verliezen die in het slechte scenario van een stresstest worden aangetoond.

Appreciatie

Het kabinet acht het positief dat de Commissie tijdig met voorstellen komt om NPLs aan te pakken nu deze als gevolg van de COVID-19-pandemie naar verwachting weer zullen gaan toenemen. De afgelopen jaren zijn reeds een groot aantal maatregelen genomen in de Europese Unie en door lidstaten om NPLs aan te pakken. Hierdoor is het aantal NPLs op bankbalansen fors afgenomen en zijn banken weerbaarder geworden. Tegelijkertijd kan nooit worden uitgesloten dat NPLs weer gaan oplopen als gevolg van economische tegenvallers. Het kabinet benadrukt ook in de huidige context met name het belang van het versterkte toezicht op NPLs alsmede de wetgeving die afdwingt dat banken grotere reserves aanhouden om verliezen op NPLs op te kunnen vangen (voorzieningen).

In lijn met de eerdere voorstellen van de Commissie steunt het kabinet vooruitgang op de richtlijn die voorligt bij het Europees Parlement zodat de trilogen van start kunnen gaan. Die richtlijn kan eraan bijdragen dat banken meer ruimte hebben om hun bankbalansen te versterken. Ook het bevorderen van transparantie en data-infrastructuur is positief en het kabinet steunt verdere uitwerking, bijvoorbeeld door middel van een datahub. Wel benadrukt het kabinet daarbij het belang van de voorgenomen consultaties, zodat een goed beeld verkregen wordt waar behoefte aan is in de markt. Ook is het kabinet benieuwd naar de voorstellen van de Commissie om belemmeringen voor secundaire markten weg te nemen, zoals in prudentiële regelgeving. Nu zouden banken die NPLs overnemen meer moeten voorzien op leningen dan de verkopende bank deed, ook nadat al op de lening is afgeschreven. Wat het kabinet betreft dienen dergelijke aanpassingen alleen te worden gedaan wanneer het risico ook daadwerkelijk lager is.

Ten aanzien van het wetgevend voorstel voor het versneld uitwinnen van onderpand wacht het kabinet het standpunt van het Europees Parlement af, zodat ook over dit voorstel de trilogen kunnen starten. Ook verwelkomt het kabinet de uitkomsten van de benchmarkingexercitie en kijkt uit naar de vervolgplannen van de Europese Commissie. Wat het kabinet betreft kan de benchmarkingexercitie een goede basis zijn voor gerichte nationale verbeteringen voor landen waar insolventieprocedures relatief inefficiënt zijn. Het kabinet steunt de overweging van de Commissie om de exercitie regulier te gaan uitvoeren.

Tot slot is het goed dat de Commissie in de mededeling geen nieuwe voorstellen doet ten aanzien van AMCs, en alleen bestaande regelgeving bevestigt. Ook is het kabinet tevreden dat de mededeling geen voorstellen bevat ten aanzien van een Europese AMC. De Commissie herhaalt haar voorstellen die zij eerder presenteerde in de zogenoemde AMC blauwdruk, waarin zij uitlegde hoe AMCs kunnen worden opgezet in resolutie, faillissement, en met en zonder staatssteun. Hoewel het kabinet de mening van de Commissie deelt dat het centraal uitwinnen van NPLs vanuit een private dan wel publieke AMC synergievoordelen kan opleveren, is het kabinet in beginsel kritisch op het voorstel van de Commissie om NPLs via publieke AMCs over te nemen met het instrument van preventieve herkapitalisatie. Bij voorkeur lossen banken NPL-problematiek zelf op, via private AMCs, onder scherp toezicht via de toezichthouders. De Commissie past, net als in de eerdere blauwdruk voor AMCs, haar voorwaarden voor preventieve herkapitalisatie toe, hetgeen ook betekent dat het onwaarschijnlijk is dat op grote schaal gebruik wordt gemaakt van AMCs die via preventieve herkapitalisatie worden gefinancierd. Die regels zijn immers streng, en beperken de hoeveelheid steun die geleverd kan worden.

Bevoegdheid

Het kabinet heeft een positieve grondhouding ten aanzien van de bevoegdheid. De mededeling ziet op niet-presterende leningen en de afbouw daarvan. Dit maakt onderdeel uit van de bredere financiële markten en speelt derhalve een rol in het goed functioneren van de interne markt. Het oplossen van NPLs is in de eerste plaats aan banken, hun toezichthouders, en lidstaten zelf. Strengere regels rondom beter ontwikkelde secundaire markten, het makkelijker uitwinnen van schulden en het effectief opschonen van bankbalansen kunnen echter bijdragen aan een beter functionerende Europese bankenunie. De mededeling ziet dan ook voornamelijk op het terrein van de interne markt. Hier is sprake van een gedeelde bevoegdheid tussen de EU en de lidstaten (artikel 4, lid 2, sub a VWEU). De Commissie is dan ook bevoegd hierover een mededeling te doen.

Subsidiariteit

Het kabinet heeft een positieve grondhouding ten aanzien van de subsidiariteit. Actie vanuit de Unie op het gebied van NPLs heeft toegevoegde waarde omdat het gelijkstellen van bepaalde basisprincipes bij kan dragen aan uniformiteit tussen de lidstaten, efficiëntere procedures, vertrouwen in de markt, en daarmee het versterken van bankbalansen.

Proportionaliteit

Het kabinet heeft een positieve grondhouding ten aanzien van de proportionaliteit. De mededeling van de Commissie draagt bij aan het treffen van de juiste voorbereidingen voor de gevolgen van de COVID-19-uitbraak op NPL’s. Daarnaast doet de mededeling een oproep tot het afronden van de reeds lopende onderhandelingen op het beleidsterrein van NPLs. Deze mededeling is geschikt om actie op het beleidsterrein van NPLs onder de aandacht te brengen en gaat daarmee niet verder dan strikt noodzakelijk.

Financiële gevolgen

Het kabinet is van mening dat eventueel benodigde EU-middelen gevonden dienen te worden binnen de in de Raad afgesproken financiële kaders van de EU-begroting 2021–2027 en dat deze moeten passen bij een prudente ontwikkeling van de jaarbegroting. Eventuele budgettaire gevolgen voor Nederland worden ingepast op de begroting van het beleidsverantwoordelijke departement, conform de regels van de budgetdiscipline.

Europees Semester 2021

Document: De concept-Raadsconclusies en aanbeveling van de Raad zijn op dit moment nog niet beschikbaar. Deze documenten worden voorafgaand aan de vergadering op het Delegates Portal geplaatst onder de titel «Alert Mechanism Report 2021 Draft ECOFIN Council conclusions» en «Recommendation for a COUNCIL RECOMMENDATION on the economic policy of the euro area».

Aard bespreking: (gedachtewisseling ten behoeve van) besluitvorming – aanname Raadsconclusies Alert Mechanism Report (AMR) en goedkeuring eurozone-aanbevelingen

Besluitvormingsprocedure: Aanname Raadsconclusies met consensus, goedkeuring eurozone-aanbevelingen met gekwalificeerde meerderheid

Toelichting:

De Europese Commissie heeft op 18 november 2020 verscheidende documenten gepubliceerd als onderdeel van het zogenoemde Herfstpakket9, waaronder het jaarlijkse rapport over het waarschuwingsmechanisme (Alert Mechanism Report) in het kader van de macro-economische onevenwichtighedenprocedure (MEOP) en het voorstel voor de jaarlijkse aanbeveling van de Raad over het economisch beleid van de eurozone (eurozone-aanbevelingen).10 Op 16 december jl. heeft de Eurogroep het Commissievoorstel ten aanzien van de eurozone-aanbevelingen reeds besproken.

In deze Ecofinraad liggen de eurozone-aanbevelingen en de Raadsconclusies ten aanzien van het AMR voor. Beide zullen na de Ecofinraad worden goedgekeurd middels een schriftelijke procedure.11 Voor de eurozone-aanbevelingen geldt dat de Europese Raad de aanbevelingen daarna zal bekrachtigen, waarna de Ecofinraad deze formeel aanneemt.

In het AMR worden aan de hand van een scorebord met indicatoren mogelijke macro-economische onevenwichtigheden opgespoord en bepaald welke lidstaten onderworpen worden aan nader onderzoek. Deze onderzoeken moeten uitwijzen of en in welke mate de betreffende lidstaten te kampen hebben met macro-economische onevenwichtigheden en in hoeverre deze een risico vormen voor de lidstaten zelf, de Economische en Monetaire Unie (EMU), of de Europese Unie als geheel.

De Europese Commissie is voornemens om dit jaar 12 lidstaten nader te onderzoeken om vast te stellen in welke mate zij kampen met onevenwichtigheden. Dit zijn Kroatië, Cyprus, Frankrijk, Duitsland, Griekenland, Ierland, Italië, Portugal, Roemenië, Spanje, Zweden en Nederland. Hiervan zijn er in Cyprus, Griekenland en Italië ernstige onevenwichtigheden geconstateerd. De resultaten van de diepteonderzoeken worden in het voorjaar van 2021 verwacht. Hiernaast signaleert de AMR potentieel hoge risico’s in enkele lidstaten ten gevolge van de COVID-19-uitbraak (voornamelijk door de toename in private en publieke schuld), zonder dat er afzonderlijke diepteonderzoeken nodig zijn in deze lidstaten. In Nederland zal het diepteonderzoek zich richten op mogelijke onevenwichtigheden die verband houden met het overschot op de lopende rekening en de hoge private schulden. De Kamer heeft op 14 december jl. een brief ontvangen met de kabinetsappreciatie van het volledige herfstpakket.12

Wat betreft de eurozone-aanbevelingen doet de Raad dit jaar aanbevelingen op het gebied van 1) expansief begrotingsbeleid in 2021 om het herstel na de crisis te accommoderen, 2) het verder verbeteren van convergentie, weerbaarheid en duurzame en inclusieve groei, 3) het versterken van nationale institutionele raamwerken, 4) het verzekeren van macro-financiële stabiliteit en 5) het vervolmaken van de EMU en de internationale rol van de euro. Tijdens de bespreking in de Eurogroep van 16 december was er brede steun voor de eurozone-aanbevelingen. Hierbij was er aandacht voor discretionaire beleidsmaatregelen die tijdig en gericht zijn om herstel van de COVID-19-crisis te bespoedigen. Daarnaast blijft het belangrijk dat lidstaten aandacht besteden aan het versterken van hun economieën, om duurzame en inclusieve groei te bevorderen, en tegelijkertijd zorg dragen voor houdbare overheidsfinanciën.

Zoals aangegeven in de kabinetsappreciatie van het herfstpakket, erkent Nederland de noodzaak van discretionaire begrotingsmaatregelen om het herstel na de crisis te bewerkstelligen, en onderschrijft de notie dat deze maatregelen tijdelijk en gericht moeten zijn. Hierbij moet de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op middellange termijn behouden blijven en kan de kwaliteit van overheidsfinanciën worden verbeterd door het aandeel publieke investeringen te laten toenemen. Daarnaast steunt Nederland de aanbevelingen om duurzame en inclusieve economische groei en weerbaarheid te bevorderen. Voor Nederland is van belang dat de aanbevelingen voor de eurozone in lijn zijn met eerder gemaakte afspraken over bijvoorbeeld het versterken van de EMU en het voltooien van de bankenunie.

Stand van zaken implementatie van de Recovery and Resilience Facility

Document: N.v.t.

Aard bespreking: Gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: N.v.t.

Toelichting:

De Europese Commissie zal een korte toelichting geven op de implementatie van de Reform and Resilience Facility (RRF). De Raad en het Europees Parlement bereikten eind december een akkoord over de verordening die de regels voor de RRF vastlegt. De Kamer zal hierover nog separaat worden geïnformeerd. Lidstaten stemden op 22 december 2020 in het Coreper in met het compromis. Het Europees Parlement zal in de week van 8 februari a.s. formeel instemmen, waarna het instrument in werking kan treden. Lidstaten zijn inmiddels begonnen met het opstellen van hun herstelplannen. Deze dienen, in de regel, voor 30 april te worden ingediend. Ook daarna is het echter nog mogelijk om plannen in te dienen. Nederland zal de toelichting aanhoren.

AOB – Europese Investeringsbank (EIB) Investering Enquête – Investeringskloven

Document: Het EIB-rapport met de resultaten van de investering enquête is op dit moment nog niet openbaar, maar zal naar verwachting eind januari gepubliceerd worden op de EIB-website

Aard bespreking: Gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: N.v.t.

Toelichting:

De Ecofinraad zal een presentatie krijgen van de EIB over de belangrijkste bevindingen van hun jaarlijkse Investering enquête onder een groot aantal investeerders over het investeringsklimaat.

De EIB voert elk jaar een enquête uit die kwalitatieve en kwantitatieve informatie verzamelt over investeringsactiviteiten van kleine, middelgrote en grotere ondernemingen, hun financieringsbehoefte en de moeilijkheden waarmee ze worden geconfronteerd bij het zoeken naar financiering. De enquête omvat ongeveer 12.500 bedrijven in de EU27 en het Verenigd Koninkrijk, en iets meer dan 800 bedrijven in de Verenigde Staten en is uitgevoerd in de periode mei – augustus 2020. De enquête helpt de EIB in de strategieontwikkeling om te voorzien in de behoeften van bestaande en potentiële klanten.

De belangrijkste conclusies van het rapport zijn dat toegang tot financiering een belangrijke beperkende factor blijft voor sommige bedrijven (met duidelijke verschillen tussen landen), dat er meer equity instrumenten nodig zijn en dat EU bedrijven de noodzaak en het potentieel zien van «slimme en groene» investeringen.

Het kabinet hecht belang aan dit onderzoek naar het investeringsklimaat in de EU, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten, omdat het informatie oplevert over de problemen waar bedrijven tegen aan lopen bij het financieren van hun activiteiten. De verwachting is dat alle lidstaten het onderzoek zullen verwelkomen.


X Noot
2

Kamerstuk 22 112, nr. 2933

X Noot
3

Kamerstuk 22 112, nr. 3000

X Noot
6

Kamerstuk 22 112, nr. 2550

X Noot
7

Kamerstuk 21 501–07, nr. 1728

X Noot
11

Vanwege het niet kunnen plaatsvinden van fysieke Raden door de beperkende maatregelen ten gevolge van COVID-19, is de schriftelijke procedure momenteel de enige manier om als Raad besluiten te nemen. Er kunnen geen formele besluiten in videoconferenties worden genomen, aangezien zij informeel van aard zijn. Coreper kan, gelet op de uitzonderlijke omstandigheden die COVID-19 meebrengt, per geval besluiten om de schriftelijke procedure te gebruiken voor de vaststelling van Raadsconclusies door de Raad.

X Noot
12

Kamerstuk 21 501-20, nr. 1639

Naar boven