21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken

Nr. 1423 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 maart 2017

Hierbij zend ik u het verslag van de Eurogroep en Ecofinraad van 20 en 21 maart 2017 te Brussel. Met dit verslag wordt ook voldaan aan het verzoek van het lid van Rooijen (50PLUS) tijdens de Regeling van Werkzaamheden d.d. 23 maart 2017 (Handelingen II 2016/17, nr. 59, Regeling van werkzaamheden).

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem

Verslag van de Eurogroep en Ecofinraad van 20 en 21 maart in Brussel

Eurogroep

Griekenland

De instituties en de Griekse autoriteiten hebben een terugkoppeling gegeven over de stand van zaken van de tweede review. Hieruit bleek dat er een hoop werk is verzet en dat er voortgang is geboekt. Er is in de Eurogroep besproken dat in de komende dagen enkele sleutelonderwerpen zullen worden besproken door de instituties en de Griekse regering. Het doel is op die belangrijke onderwerpen overeenstemming te bereiken zodat er een volledig pakket aan maatregelen gevormd kan worden. Daarna kan een politieke discussie hierover in de Eurogroep plaatsvinden. Het is nog onzeker of het zal lukken dit voor de volgende Eurogroep op 7 april te bereiken. Er is wel overeenstemming en een sterke wil bij alle betrokken partijen om er zo snel mogelijk uit te komen.

Begrotingstoezicht

Er heeft een discussie plaatsgevonden over de implementatie van de conceptbegrotingen die in december en januari zijn besproken. Er zijn toen statements uitgebracht die aangaven welke landen «compliant» zijn en welke «broadly compliant» of «risk of non-compliance». Voorafgaande aan deze Eurogroep is gekeken naar de implementatie tot nu toe. Er zijn geen extra maatregelen genomen in de tussentijd, wel gaven verschillende ministers aan dat extra maatregelen worden voorbereid. In mei zal hier opnieuw over worden gesproken op basis van de lenteramingen die de Commissie zal publiceren.

Thematische discussie over houdbare pensioenarrangementen

De Eurogroep heeft een thematische discussie gevoerd over de versterking van de lange termijn houdbaarheid van pensioenarrangementen in het Eurogebied. Met dit verslag wordt ook voldaan aan het verzoek van het lid van Rooijen (50PLUS) tijdens de Regeling van Werkzaamheden d.d. 23 maart 2017.

De Eurogroep voert regelmatig thematische discussies over onderwerpen die een bijdrage kunnen leveren aan het versterken van de muntunie. Voorbeelden van thema’s zijn de kwaliteit van openbare financiën, investeringen, insolventie en de lasten op arbeid. Het doel van deze besprekingen is om meer convergentie in de Eurozone te bereiken en de EMU te versterken.

De thematische discussies worden doorgaans via drie stappen gevoerd. In een eerste verkennende discussie wordt een inventarisatie gemaakt en worden ervaringen tussen lidstaten uitgewisseld. In de tweede stap worden common principles afgesproken. Hier worden uitgangspunten geformuleerd die richting geven aan de discussie. Als laatste stap wordt een benchmark vastgesteld. Deze benchmarks vergelijken de lidstaten op de betreffende thema’s en stimuleren om te verbeteren. De benchmarks zijn niet bindend.

De onderwerpen voor thematische discussies vinden grotendeels hun oorsprong in de landenspecifieke aanbevelingen van de Eurozone.

In afgelopen Eurogroep is voor de derde keer gesproken over pensioenen. In december 2015 is een eerste verkennende discussie gevoerd (Kamerstuk 21 501-07, nr. 1335). In juni 2016 heeft de Eurogroep common principles afgesproken op dit thema1,2.De Eurogroep heeft destijds de Europese Commissie en de voorbereidende comités gevraagd om de ontwikkeling van geschikte benchmarks te onderzoeken op basis van deze common principles. In de Eurogroep is hierover gesproken op basis van een nota van de Europese Commissie3 en is een raamwerk voor het benchmarken van de houdbaarheid van pensioenarrangementen overeengekomen. Deze is vastgelegd in een statement dat na de Eurogroep is gepubliceerd4. In de benchmark wordt gekeken naar de bijdrage van pensioenuitgave aan de lange termijn houdbaarheid van de overheidsfinanciën. De pensioenuitgaven afgezet tegen de medium- en lange termijn houdbaarheid van de overheidsfinanciën. De benchmark is ten opzichte van de bestpresterende landen in de Eurozone. Daarnaast zijn er drie flankerende indicatoren: pensioenleeftijd (wettelijke en effectieve), coverage ratio (aantal gepensioneerde t.o.v. aantal 65-plussers) en de pension benefit ratio (gemiddelde pensioen t.o.v. gemiddeld loon). Ook deze indicatoren worden afgezet tegen de bestpresterende lidstaten.

De benchmark maakt een vergelijking met de best presterende landen in de eurozone. Deze zal een keer per drie jaar worden gemaakt op basis van de publicatie van het Ageing report. De eerste update van dit rapport verschijnt in 2018. Er zal vooral worden gekeken naar twee begrotingshoudbaarheidsindicatoren. Daarnaast zal ook gebruik worden gemaakt van de flankerende indicatoren en zullen landenspecifieke omstandigheden meegenomen worden om een volledig beeld te krijgen van de situatie. De vergelijkingsexcercitie zal plaatsvinden in de context van de bestaande processen en toezichtsmechanismen, met name de Ageing Reports die door de Commissie worden opgesteld. Het vergelijkende karakter van een benchmark geeft lidstaten de mogelijkheid om de houdbaarheid van de pensioenstelsels voor de overheidsfinanciën in Europees verband aan de orde te stellen, maar laat onverlet dat pensioenregelgeving een nationale aangelegenheid moet blijven.

Annual ex-ante reporting on issuance plans

De Europese Commissie heeft een presentatie gegeven over de kwartaal- en jaarrapportages over de schulduitgiftes van de lidstaten. Hierop volgde geen discussie.

Ecofinraad

Verlaagde btw op e-publicaties

Tijdens de Ecofin heeft een oriënterend debat plaatsgevonden over het wijzigingsvoorstel dat lidstaten de mogelijkheid biedt om een gelijke btw-behandeling van elektronische en fysieke publicaties te hanteren. In de Ecofinraad werd bevestigd dat er brede steun is voor het Richtlijnvoorstel. Wel was er nog veel discussie over een aantal specifieke elementen van het voorstel.

Zo gaven veel lidstaten aan niets te zien in het voorstel om lidstaten toe te staan extra verlaagde tarieven of een 0%-tarief toe te laten passen. Hierbij wezen deze lidstaten erop dat de discussie over flexibilisering van tarieven gevoerd moet worden in het kader van het richtlijnvoorstel over tarief-toepassing in de btw die in het najaar wordt verwacht. Andere lidstaten steunden juist wel het opnemen van deze mogelijkheid in het huidige voorstel.

Nederland gaf aan de richtlijn graag snel te willen aannemen. Nederland is voorstander van het uitgangspunt om lidstaten meer vrijheid te bieden bij het vaststellen van de btw-tarieven. Nederland is ook voorstander van een gelijke behandeling tussen elektronische publicaties enerzijds en fysieke publicaties anderzijds.

Btw – tijdelijke toepassing van een algemene verleggingsregeling

Bij de Ecofin heeft een oriënterend debat plaatsgevonden over het voorstel voor een tijdelijke toepassing van een algemene verleggingsregeling voor leveringen van goederen en diensten boven een bepaalde drempel. In het kader van de strijd tegen btw-carrouselfraude wordt het, met dit voorstel, voor lidstaten die aan bepaalde voorwaarden voldoen mogelijk tijdelijk de verschuldigde btw op binnenlandse leveringen en diensten tussen ondernemers te verleggen naar de afnemer van die prestatie.

Tsjechië en Oostenrijk hebben aangegeven graag van deze proef gebruik te willen maken als het voorstel hiertoe is aangenomen. Deze lidstaten gaven aan dat het huidige voorstel in hun ogen te weinig ruimte biedt om deze goed uit te voeren. Zo gaven ze aan dat de voorwaarden en de procedure waarmee de proef kan worden stopgezet te weinig stabiliteit bieden en dat de proef langer zou moeten kunnen duren dan in het voorstel is voorzien. Andere lidstaten waren overwegend positief maar gaven ook kritische kanttekeningen.

De juridische dienst van de Raad gaf aan met een opinie te komen over het voorstel waarbij het zal ingaan op de proportionaliteit van het voorstel en het besluitvormingsmechanisme voor het afbreken van een proef. Het Maltese voorzitterschap concludeerde dat het zal proberen de inbreng van de verschillende lidstaten mee te nemen in het vervolgtraject.

Europees semester 2017

De eurocommissaris Dombrovskis noemde dat het op een heel aantal indicatoren steeds beter gaat met de economie in de EU, onder andere groei en werkeloosheid. Toch zijn er in veel lidstaten nog uitdagingen zoals ook blijkt uit de landenrapporten zo stelde hij. Hij noemde de verschillende lidstaten die onevenwichtigheden hebben en benadrukte dat Italië, Portugal en Cyprus excessieve onevenwichtigheden hebben en hiertoe maatregelen moeten opnemen in hun nationale hervormingsprogramma’s. Terugkijkend op de jaren dat het Europees semester wordt toegepast sinds 2011 stelde de Commissaris dat voortgang is geboekt maar dat in 2016 de resultaten in implementatie van hervormingen in de lidstaten tegenvalt. Daarnaast gaf hij aan dat de Structural Reform Support Service (SRSS) van de Commissie klaar staat om te helpen bij het implementeren van hervormingen.

Vervolgens gaven de vertegenwoordigers van Tsjechië, Italië en Slovenië presentaties waarin ze hun eigen ervaringen met het implementeren van hervormingen deelden. In de discussieronde die op deze presentaties volgde, werd een aantal onderwerpen door lidstaten benoemd. Het belang van inclusieve groei, ook bij de implementatie van hervormingen, werd door meerdere lidstaten benoemd. Daarnaast werd het belang van peer-pressure, door elkaar op de verantwoordelijkheden aan te spreken, benoemd. Een aantal andere ministers gaven aan juist meer analytische onderbouwing te willen zien over de relatie tussen het implementeren van hervormingen en economische groei.

Uitkomsten G20 vergadering Baden Baden/ update Bazelse Comité

Op de Ecofin is kort stilgestaan bij de uitkomsten van de G-20 bijeenkomst van ministers van Financiën en centrale bank presidenten in Baden-Baden. Hierbij is door Duitsland (voorzitter G-20) onder meer aangegeven dat tijdens de G20 niet is gesproken over de lopende discussies in het Bazelse Comité ten aanzien van de kapitaalvloeren. Wel gaf Duitsland aan optimistisch te zijn dat hier voortgang kan worden geboekt. In het concluderende statement is dan ook opgenomen dat alle betrokken partijen hun steun blijven uitspreken voor het afronden van de Bazel III-raamwerk, waarbij opnieuw is benadrukt dat de algehele kapitaaleisen voor banken als gevolg hiervan niet verder significant zouden moeten stijgen.5

Op 3 maart jl. bracht het Bazelse Comite zelf ook een kort persbericht uit.6 Hierin geeft de voorzitter van het Bazelse Comité – Stefan Invges – aan dat voortgang wordt gemaakt bij de besprekingen maar dat niettemin meer tijd nodig is dan in eerste instantie voorzien. Er wordt geen termijn genoemd waarop een akkoord kan worden bereikt, al spreken de leden van het Bazelse Comité wel uit vastberaden te zijn alsnog een akkoord te bereiken.

Al met al is de verwachting dat de besprekingen waarschijnlijk nog minimaal enkele maanden gaan duren. Hierbij speelt ook een rol dat de Amerikaanse autoriteiten – na het aantreden van de nieuwe regering – eerst nieuwe onderhandelaars zullen moeten aanstellen en hen van een mandaat zullen moeten voorzien.

Europees defensiefonds

De Europese Commissie gaf de ministers informatie over de voortgang in het uitwerken van de plannen voor een Europees Defensiefonds (EDF). De Commissie gaf aan dat de discussie hierover op technische niveau lopen en dat het verwacht eind juni voorstellen te kunnen presenteren.

Naar boven