21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken

Nr. 1338 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 januari 2016

Hierbij zend ik u de geannoteerde agenda voor de Eurogroep en Ecofinraad van 14 en 15 januari te Brussel. Tevens stuur ik u het werkprogramma voor de Ecofinraad toe voor de komende zes maanden1.

Het is mogelijk dat nog punten worden toegevoegd aan de agenda of dat bepaalde onderwerpen worden afgevoerd of worden uitgesteld tot de volgende vergadering.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem

Geannoteerde agenda ten behoeve van de Eurogroep en Ecofinraad van 14 en 15 januari 2016

Eurogroep

1. Europees Semester

Document:

Annual Growth Survey: http://ec.europa.eu/europe2020/pdf/2015/ags2015_en.pdf

Alert Mechanism Report: http://ec.europa.eu/europe2020/pdf/2016/ags2016_alert_mechanism_report.pdf

Eurozone aanbevelingen: http://ec.europa.eu/europe2020/pdf/2016/ags2016_euro_area_recommendations.pdf

Commission staff working document, report on the Euro Area: http://ec.europa.eu/europe2020/pdf/2016/ags2016_euro_area_swd_en.pdf

Aard bespreking: Gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: N.v.t.

Toelichting: De Europese Commissie heeft op donderdag 26 november 2015 de start van het Europees Semester van 2016 ingeluid met de publicatie van een aantal documenten. Dit betreft de jaarlijkse analyse van groeiprioriteiten van de EU voor 2016 (Annual Growth Survey, AGS), het jaarlijkse waarschuwingsmechanismeverslag (Alert Mechanism Report, AMR) van de macro-economische onevenwichtighedenprocedure (MEOP) en de aanbevelingen voor de eurozone, die dit jaar voor het eerst aan het begin van het Europees Semester worden gepubliceerd. Het Europees Semester is de jaarlijkse cyclus waarin lidstaten hun economisch- en begrotingsbeleid met elkaar coördineren.

De Eurogroep zal spreken over eurozone aspecten van het AGS en de AMR. Tevens zal de Eurogroep de aanbevelingen voor de eurozone als geheel bespreken en zal de Eurogroep stilstaan bij de implementatie van de aanbevelingen voor de eurozone zoals in de zomer van 2015 aangenomen.

De Ecofinraad zal Raadsconclusies aannemen over de AGS en het AMR. Tevens zal de Ecofinraad de aanbevelingen voor de eurozone als geheel aannemen.

De Kamer is op 11 december geïnformeerd over de verschillende publicaties (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1064).

AGS

In de AGS blikt de Commissie vooruit op de belangrijkste beleidsuitdagingen voor economische groei en werkgelegenheid voor het komende jaar. De Commissie stelt voor om het economisch beleid van de EU in 2016 te richten op dezelfde prioriteiten als in 2015. Deze drie prioriteiten betreffen het aanzwengelen van de investeringen, het verder moderniseren van economieën door het bevorderen van structurele hervormingen en het voeren van verantwoord begrotingsbeleid.

De drie prioriteiten die de Commissie beschrijft, sluiten aan bij de grootste beleidsuitdagingen waar de EU momenteel voor staat. Het kabinet onderschrijft het doel van de Commissie om private investeringen te mobiliseren en te blijven investeren in onderwijs en training. In algemene zin is het kabinet van mening dat het bevorderen van het investeringsklimaat in sterke mate samenhangt met de voortgang van lidstaten bij het implementeren van structurele hervormingen (zie onder). Om de EU aantrekkelijker te maken voor investeerders, is het van belang om het ondernemersklimaat te verbeteren. Structurele hervormingen die de efficiënte werking van markten bevorderen zijn hiervoor essentieel. Daaronder valt ook het versterken van de interne markt.

Het kabinet onderschrijft tevens het belang van het doorvoeren van structurele hervormingen en deelt de inzet van de Commissie ten aanzien van de effectieve uitvoering van het Europees Semester. Meer dan in voorgaande jaren wordt in de AGS voor 2016 de nadruk gelegd op economische convergentie naar het beste beleid. De Commissie zal hiertoe benchmarks voorstellen en de uitwisseling van best practices op verschillende beleidsterreinen faciliteren. Het kabinet onderschrijft dat benchmarking behulpzaam kan zijn om de prestaties van lidstaten inzichtelijk en daarmee beter communiceerbaar te maken. Deze aanpak sluit tevens aan bij de eerder aan de Kamer gecommuniceerde inzet van het kabinet op het stimuleren van de implementatie van structurele hervormingen en beter openbaar bestuur in de lidstaten.2

Het Stabiliteits- en Groeipact vormt voor het kabinet het anker van vertrouwen voor de stabiliteit van overheidsfinanciën. Solide begrotingsbeleid is noodzakelijk voor het vertrouwen van investeerders en moet voorkomen dat toekomstige generaties worden opgezadeld met onverantwoorde schulden. Van belang is dat de Commissie de beschikbare instrumenten gebruikt om te waarborgen dat de begrotingsregels worden nageleefd.

AMR

Het AMR dient als het startpunt van de jaarlijkse cyclus van de macro-economische onevenwichtighedenprocedure (MEOP). Het AMR presenteert de economische lezing van een scorebord met indicatieve drempelwaarden. Op basis van deze economische lezing identificeert het AMR welke lidstaten in de komende maanden nader onderzocht worden om vast te stellen of en in welke mate zij kampen met onevenwichtigheden en in welke mate de in de vorige MEOP-cyclus geïdentificeerde onevenwichtigheden aangepakt zijn. Om te kunnen beoordelen of lidstaten daadwerkelijk kampen met onevenwichtigheden is een dergelijk diepteonderzoek vereist, wat ook verklaart dat een groot aantal lidstaten aan een diepteonderzoek wordt onderworpen. De resultaten van de diepteonderzoeken worden in het voorjaar van 2016 verwacht.

Achttien lidstaten zullen aan een diepteonderzoek onderworpen worden. Het betreft dezelfde zestien lidstaten die volgens de Commissie in 2015 te kampen hadden met (al dan niet buitensporige) onevenwichtigheden, aangevuld met Estland en Oostenrijk.

De Commissie zal evenals voorgaande jaren een diepteonderzoek uitvoeren naar mogelijke onevenwichtigheden in de Nederlandse economie. In februari 2015 heeft de Commissie al vastgesteld dat er een (niet-buitensporige) onevenwichtigheid in de Nederlandse economie bestaat met betrekking tot de hoge hypotheekschulden van huishoudens en de situatie op de woningmarkt. Het aanstaande diepteonderzoek zal derhalve toetsen in hoeverre het kabinetsbeleid van de afgelopen jaren en andere factoren hebben bijgedragen aan de afbouw van eerder geïdentificeerde onevenwichtigheden. Daarnaast kondigt de Commissie aan om evenals vorig jaar in het diepteonderzoek te gaan kijken naar mogelijke oorzaken van het spaaroverschot van de private sector in Nederland.

Aanbevelingen eurozone als geheel

Op 21 oktober jl. heeft de Commissie voorstellen gepresenteerd voor een nieuwe opzet van het Europees Semester. In deze nieuwe opzet vormen de aanbevelingen voor de eurozone het startsein van het Europees Semester, in plaats van het sluitstuk. De Commissie heeft de aanbevelingen voor de eurozone derhalve gelijktijdig met de AGS en het AMR gepubliceerd.

Er is een aantal aspecten uit de aanbevelingen waar het kabinet zich goed in kan vinden. Zo sluit beleid dat convergentie naar best practices bevordert goed aan bij de inzet van het kabinet. Ook het verbeteren van insolventiewetgeving sluit goed aan bij de inzet van het kabinet. Het kabinet ziet voordelen van effectieve insolventiewetgeving in alle EU lidstaten, met name op terreinen als de duur en transparantie van insolventieprocedures.

Het kabinet is geen voorstander van een centrale plaats voor het concept «fiscal stance» van de eurozone (de begrotingssituatie van eurolidstaten op geaggregeerd niveau). Dit zou een nieuw doel toevoegen aan het Europese begrotingsraamwerk, waar wat betreft het kabinet de focus moet liggen op naleving van het Stabiliteits- en Groeipact door individuele lidstaten. Het kabinet wil dat lidstaten zijn gebonden aan transparante en voorspelbare begrotingsvereisten.

De aanbevelingen roepen lidstaten met een groot overschot op de lopende rekening op om maatregelen te nemen die spaaroverschotten omzetten in binnenlandse investeringen. Nederland heeft al decennialang een overschot op de lopende rekening. Drijfveren van het overschot op de lopende rekening in Nederland zijn de relatief hoge besparingen en buitenlandse investeringen van pensioenfondsen en multinationals en een toename van de spaarquote van huishoudens in de nasleep van de financiële crisis. De verwachting is dat het overschot op de lopende rekening vanzelf zal afnemen als gevolg van de toenemende vergrijzing in Nederland en het teruglopen van de gasexport.

Na aanname door de Ecofinraad zal de Europese Raad de aanbevelingen bekrachtigen waarna de Ecofinraad de aanbevelingen voor de eurozone formeel aanneemt.

Implementatie eurozone aanbevelingen

De Eurogroep zal ook spreken over de implementatie van de aanbevelingen zoals aangenomen in de zomer van 2015. Aangezien de Commissie de nieuwe aanbevelingen november jl. heeft gepubliceerd zijn er slechts enkele maanden verstreken tussen de aanname van de eerdere aanbevelingen en de publicatie van de nieuwe aanbevelingen. Desalniettemin stelt de Commissie in een «Staff Working Document» dat voortgang is geboekt met het adresseren van de aanbevelingen. De mate van voortgang verschilt wel per aanbeveling. Nederland onderschrijft in grote lijnen het oordeel van de Commissie.

2. Thematische bespreking over banen, groei en insolventieraamwerken in de eurozone

Document: niet beschikbaar

Aard bespreking: gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting: In de Eurogroep vindt een thematische bespreking plaats over banen en groei in het eurogebied, waarbij in het bijzonder wordt ingegaan op de rol van insolventiewetgeving. Het terugdringen van non-performing loans (NPLs) en het verbeteren van insolventieprocedures voor ondernemingen en huishoudens is één van de aanbevelingen voor de eurozone van de Europese Commissie. Ook heeft de Europese Commissie aangekondigd eind 2016 een wetgevend voorstel te presenteren met het doel om convergentie van insolventiewetgeving te bevorderen. In de kabinetsreactie op het actieplan kapitaalmarktunie van de Europese Commissie heeft het kabinet aangegeven voordelen te zien van effectieve insolventiewetgeving in alle EU lidstaten, met name op terreinen als duur en transparantie van insolventieprocedures. Effectieve insolventieprocedures kunnen bijdragen aan economische groei via een betere allocatie van kapitaal en een hogere bereidwilligheid tot grensoverschrijdende kredietverstrekking. Voor het eurogebied geldt dat effectieve insolventieprocedures tevens kunnen bijdragen aan absorptie van asymmetrische schokken.

3. Cyprus

Achtste voortgangsmissie Cyprus

Document: nog niet beschikbaar

Aard bespreking: Gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: De Eurogroep zal van gedachten wisselen over de uitkomsten van de achtste voortgangsmissie van de Europese Commissie, de Europese Centrale Bank, en het IMF betreffende het leningenprogramma van het ESM en het IMF aan Cyprus.

De achtste voortgangsmissie vond plaats van 3 november tot en met 13 november 2015. Uit de voortgangsrapportage blijkt onder meer dat de economische groei in Cyprus doorzet. De budgettaire doelstellingen zijn met ruime marges gehaald. Ook verbetert het vertrouwen in de banken geleidelijk, waarbij de binnenlandse banken weer winst maken. Het blijft prioriteit om het hoge aantal leningen waarop een achterstand berust (non-performing loans) te adresseren. Dat is ook een noodzakelijke voorwaarde voor houdbare stabiliteit in de Cypriotische bankensector.

Er zijn drie prior actions geformuleerd: één om het gemakkelijker te maken het aantal leningen waarop een betalingsachterstand berust (non-performing loans) te verminderen en twee om het hervormingsproces van de staatsbedrijven CyTA (telecom) en de Electricity Authority of Cyprus te bevorderen.

Pas na een positief oordeel van de Trojka zal de Board of Directors van het ESM uiteindelijk een besluit nemen over de uitkering van de bijbehorende negende leningentranche. De omvang van deze tranche zal 275 mln. euro bedragen. De tranche van het IMF bedraagt ca. 124 mln. euro. De Tweede Kamer zal separaat nader geïnformeerd worden over de uitkomst van de achtste voortgangsrapportage.

4. Griekenland

Document: n.v.t.

Aard bespreking: Gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting: De Eurogroep zal naar verwachting spreken over de stand van zaken rondom de hervormingen die nodig zijn om de eerste voortgangsmissie van het Griekse ESM-programma af te sluiten. Voordat de eerste voortgangsmissie kan worden afgerond zal Griekenland in ieder geval verdere hervormingen op het gebied van de pensioenen en de begroting moeten doorvoeren. De instituties (de Europese Commissie en de Europese Centrale Bank, het IMF is betrokken maar neemt nog niet formeel deel aan het programma) zijn nog in gesprek met de Griekse autoriteiten over de specifieke invulling van de hervormingen die nodig zijn om de voortgangsmissie af te kunnen ronden. Bij succesvolle afronding van de eerste voortgangsmissie kan er een tweede tranche met geld beschikbaar gesteld worden voor uitkeringen aan Griekenland. Uitkeringen uit een mogelijke tweede tranche zullen zoals gebruikelijk steeds gekoppeld worden aan hervormingen die door de Griekse autoriteiten voorafgaand aan een uitkering geïmplementeerd moeten zijn.

De eerste tranche behorende bij het Griekse leningenprogramma is op 19 augustus jl. vastgesteld op 26 miljard euro. Als onderdeel van deze eerste tranche is, na een positieve beoordeling van de instituties over implementatie van de relevante prior actions, op 20 augustus jl.13 miljard verstrekt zodat o.a. de ECB en het EFSM terugbetaald konden worden. Op 23 november en 22 december is door de ESM Board of Directors goedkeuring gegeven aan uitkeringen uit de eerste tranche van 2 miljard en 1 miljard euro respectievelijk. Hiermee is de 16 miljard euro die voor uitkeringen aan de Griekse staat beschikbaar was in de eerste tranche volledig uitgekeerd. Van de 10 miljard euro uit de eerste tranche die gereserveerd was voor de banken is 5,4 miljard euro gebruikt voor herkapitalisatie van Piraeus Bank en National Bank of Greece. Bij de herkapitalisatie van de Griekse banken waren de kosten dus, door een significante betrokkenheid van de private sector, flink lager dan verwacht.

5. Interim IMF artikel IV missie eurogebied

Document: n.v.t.

Aard bespreking: presentatie

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting: Tijdens de Eurogroep zal het IMF een terugkoppeling geven van de belangrijkste uitkomsten van de interim missie in het kader van de Artikel IV consultatie voor de eurozone. Het IMF heeft medio december met o.a. de Europese Commissie en de ECB gesproken over de economische ontwikkelingen in de eurozone. Er zal zoals gebruikelijk na een interim missie geen rapport gepubliceerd worden. Later dit jaar zal er een uitgebreide artikel IV-missie plaatsvinden. Naar aanleiding daarvan zal er in de zomer een reguliere bespreking plaatsvinden in de IMF Board, waarna een artikel IV rapport uit zal komen. Nederland zal kennis nemen van de interim bevindingen van het IMF.

6. Bankenunie

Document: n.v.t.

Aard bespreking: gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting: De Eurogroep en Ecofinraad zullen naar verwachting spreken over de stand van zaken met betrekking tot de nationale implementatie van diverse elementen van de bankenunie. In het bijzonder gaat het dan om de richtlijn voor herstel en afwikkeling van banken (BRRD) en de herziening van de richtlijn depositogarantiestelsels (DGSD). Nederland heeft de implementatie van zowel de BRRD als de DGSD in november 2015 volledig afgerond.

Vanaf 1 januari 2016 is het gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme (SRM) volledig in werking getreden en is het gemeenschappelijk afwikkelingsfonds (SRF) operationeel. Het SRF zal vanaf dan ook worden gevuld door de banken, omdat voldoende lidstaten – inclusief Nederland – de overeenkomst betreffende de overdracht en mutualisatie van bijdragen aan het SRF op tijd hebben geratificeerd. Ook is vanaf 1 januari 2016 de gemeenschappelijke Afwikkelingsraad (SRB) volledig verantwoordelijk voor het in afwikkeling plaatsen van de banken die direct onder haar bevoegdheid vallen, te weten alle banken die onder direct ECB toezicht staan plus alle grensoverschrijdende bankgroepen.

Met het oog op een effectieve werking van het SRM en om de SRB in de gelegenheid te stellen haar taken op efficiënte wijze te kunnen laten uitvoeren, is het van groot belang dat lidstaten die dat nog niet hebben gedaan, bovengenoemde regelgeving zo snel mogelijk implementeren.

Ecofinraad

1. Werkprogramma Nederlands voorzitterschap

Document: Nationaal programma (Ecofingedeelte)

Aard bespreking: Presentatie

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting: Dit is de eerste Ecofinraad onder het Nederlandse voorzitterschap. Het voorzitterschap zal een presentatie geven van zijn prioriteiten binnen de Ecofinraad voor de aankomende zes maanden. Hierbij zal gesproken worden over de prioriteiten zoals deze ook uiteen zijn gezet in de Staat van de Unie en het Nationaal Programma. Hierin worden onder meer het verder versterken en stroomlijnen van het Europees Semester genoemd: het Nederlands voorzitterschap zal de prestaties van lidstaten en de implementatie van aanbevelingen op de agenda plaatsen. Daarbij zal er nadrukkelijk gelegenheid zijn voor het uitwisselen van best practices. Ook betreft een prioriteit het vervolmaken van de bankenunie: onder het Nederlands voorzitterschap zal het voorstel inzake een Europese depositoherverzekering in de Raad geagendeerd worden en zal tevens ingezet worden op verdere uitwerking van de aanvullende maatregelen ter vervolmaking van de bankenunie. Als onderdeel van het Actieplan zijn twee verordeningen voor securitisaties gepresenteerd, die mogelijk door het Nederlands voorzitterschap kunnen worden afgerond. Eind 2015 is tevens het voorstel tot herziening van de prospectusrichtlijn gepresenteerd. De strijd tegen belastingfraude en -ontwijking vormt ook een speerpunt tijdens het Nederlands voorzitterschap, waarbij het onder meer gaat om het vergroten van transparantie bij de aanpak van belastingontwijking door bedrijven op basis van de afspraken die hierover in oktober jl. in OESO-verband zijn gemaakt binnen het Base Erosion and Profit Shifting (BEPS) traject. Tot slot zal het Nederlands voorzitterschap in de Raad de Europese begrotingssystematiek en de noodzaak te komen tot meer transparantie, betere voorspelbaarheid en consistentie daarvan aan de orde stellen.

2. Bankenunie

Zie de bijdrage voor de Eurogroep hierboven.

3. Europees Semester

Zie de bijdrage voor de Eurogroep hierboven.

4. Algehele verleggingsregeling btw

Document: Combatting VAT fraud in the EU: Use of the reverse charge mechanism (beschikbaar via extranet, documentnummers 15196/15 limite fisc 189 Ecofin 971 en 15517/15 limite fisc 198 Ecofin 1002)

Aard bespreking: Gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: Unanimiteit

Toelichting: Dit agendapunt is door Tsjechië aangedragen, met als doel van gedachten te wisselen over de aanpak van btw fraude middels de algehele verleggingsregeling. Btw carrouselfraude is al lange tijd een groot probleem en in dit kader wordt dan ook over een grondige herziening van het fundament van de btw-heffing gesproken. Deze herziening maakt ook deel uit van het VAT Action Plan dat de Europese Commissie in maart zal publiceren. Omdat de onderhandelingen over dit Action Plan mogelijk vele jaren kunnen duren, wil Tsjechië in de tussentijd via een eigen pilot bekijken of een algehele verlegging een mogelijk oplossing is.

Bij een algehele verleggingsregeling wordt de voor transacties verschuldigde btw niet in rekening gebracht door de leverancier maar berekend en afgedragen door de ondernemer die de goederen of diensten van hem afneemt. De leverancier vermeldt de vergoeding waarover de btw is verlegd in zijn btw-aangifte en de afnemer vermeldt de vergoeding en de btw die naar hem is verlegd in zijn btw-aangifte, maar er gaat niet daadwerkelijk «btw» geld over van de ene rekening naar de andere. Pas in de laatste schakel naar de eindconsument wordt door de leverancier weer daadwerkelijk btw berekend. Kort samengevat houdt dit in dat er business to business door leveranciers geen btw meer wordt berekend, waardoor er aanzienlijk minder momenten zijn die zich lenen voor fraude met btw.

Tsjechië stelt drie vragen om het debat te openen. Deze vragen zien op de geschiktheid van de algehele verleggingsregeling als middel tegen btw fraude, andere alternatieve regelingen voor een anti-fraude regeling en het voorstel tot een pilot met de algehele verleggingsregeling in één of meerdere lidstaten. Nederland is altijd voorstander van een open debat over effectieve fraudebestrijding. De algehele verleggingsregeling zou een middel kunnen zijn dat aan de fraudebestrijding in de btw bijdraagt. De regeling is tot op heden slechts in enkele fraudegevoelige sectoren toegepast, maar nog niet op grote schaal. Een pilot in één of meerdere lidstaten zou daarom een mooie gelegenheid zijn om de gevolgen van het invoeren van een dergelijke regeling in kaart te brengen. Een evaluatie van de pilot kan dan uitwijzen of de algehele verleggingsregeling een geschikt middel is voor fraudebestrijding in de btw.


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Zie o.a. Kamerstuk 21 501-20, nr. 996

Naar boven