21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken

Nr. 1047 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 april 2013

Naar aanleiding van de brief aan de Tweede Kamer over berichten in de media aangaande het wegsluizen van tegoeden in Cyprus (Kamerstuk 21 501-07, nr. 1029) heeft de vaste Kamercommissie van Financiën verzocht om een reactie naar aanleiding van de berichten in de media dat de onderzoekscommissie in Cyprus die moet nagaan hoe de financiële crisis in Cyprus is ontstaan, haar werk heeft neergelegd. Middels deze brief geef ik gehoor aan dit verzoek.

Er worden op dit moment verschillende onderzoeken uitgevoerd op Cyprus gerelateerd aan de huidige crisis. Ten eerste is een parlementaire commissie onlangs een onderzoek gestart naar gelden die voor 15 maart naar het buitenland zijn overgemaakt. Daarnaast heeft president Anastasiades een commissie opgesteld die onderzoek verricht naar het ontstaan van de financiële crisis in Cyprus. Deze commissie onderzoekt de gebeurtenissen en besluiten die hebben geleid tot de afwikkeling van Cyprus Popular Bank (Laiki) en de herkapitalisatie van Bank of Cyprus en een mogelijk oneigenlijke uitstroom van deposito’s. De commissie bestaat uit drie voormalige rechters van het Hooggerechtshof. Tenslotte onderzoekt het internationale consultancybureau Alvarez & Marsal de bancaire blootstelling van Cyprus aan Griekenland in de periode voorafgaand aan het steunverzoek van Cyprus in juni 2012. Ik heb niet vernomen dat één van bovengenoemde onderzoeken is gestaakt.

Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem

Naar boven