21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken

Nr. 1011 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 februari 2013

Hierbij zend ik u de geannoteerde agenda voor de Eurogroep en de Ecofin Raad van 4 en 5 maart 2013 te Brussel.

Het is mogelijk dat nog punten worden toegevoegd aan de agenda of dat bepaalde onderwerpen worden afgevoerd of worden uitgesteld tot de volgende vergadering.

De minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem

Geannoteerde Agenda ten behoeve van de Eurogroep en Ecofin Raad van 4 en 5 maart 2013 te Brussel

1. Cyprus

Document: n.v.t.

Aard bespreking: gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting:: De Eurogroep zal spreken over de stand van zaken met betrekking tot de steunaanvraag van Cyprus. De Trojka is momenteel nog in overleg met Cyprus, ook over de punten van zorg rondom het witwassen van geld. De Eurogroep van 11 februari onderstreepte de noodzaak tot een adequate evaluatie van de implementatie van wet- en regelgeving in dit kader, waarbij is afgesproken dat een onafhankelijke partij ingeschakeld zal worden om hier onderzoek naar te verrichten. De Eurogroep zal naar aanleiding van de uitslag van de verkiezingen bespreken in hoeverre nu de weg is vrijgemaakt om tot snelle voortgang op onderdelen van het programma te komen. De Tweede kamer wordt vooraf in de gelegenheid gesteld over het steunprogramma te oordelen alvorens het kabinet namens Nederland een definitief besluit kan nemen. De Tweede Kamer zal op de hoogte gehouden worden over de voortgang rond een mogelijk steunprogramma.

2. Griekenland

Document: n.v.t.

Aard bespreking: gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting: De Eurogroep zal spreken over de stand van zaken omtrent de implementatie van het leningenprogramma door Griekenland. In het eerste kwartaal van 2013, zal het tweede deel van de tranche 49,1 miljard euro beschikbaar komen waar de Eurogroep in december 2012 reeds toe heeft besloten (zie Kamerbrief Verslag Ecofin en Eurogroep Raad van 12 en 13 december, d.d. 20 december 2012 met kenmerk BFB2012–18337M). Dit tweede deel bedraagt in totaal 14,8 miljard euro. Hiervan is 7,2 miljard euro geoormerkt voor het herkapitaliseren en afwikkelen van Griekse banken, in de lijn met de afspraken van maart 2012. Over het uitkeren van deze tranche is reeds besloten (zie Kamerbrief Verslag Ecofin en Eurogroep Raad van 21 en 22 januari 2013, d.d. 28 januari 2013 met kenmerk BFB2013–991M). De overige 7,6 miljard euro wordt gebruikt voor de begroting, aflossingen en rentebetalingen. Deze 7,6 miljard euro wordt in drie subtranches uitgekeerd afhankelijk van het behalen van de doelstellingen waar Griekenland, in lijn met de vereisten uit het leningenprogramma, aan moet voldoen. De eerste subtranche, 2,0 miljard euro, is in januari jl. goedgekeurd en uitgekeerd, nadat de Trojka had geconcludeerd dat Griekenland voldaan had aan de doelstellingen voor uitkeren van deze subtranche (zie Kamerbrief Verslag Ecofin en Eurogroep Raad van 21 en 22 januari 2013, d.d. 28 januari 2013 met kenmerk BFB2013–991M). De uitkering van de tweede subtranche, 2,8 miljard euro, staat gepland voor februari 2013. Ook voor deze uitkering heeft de Trojka geconcludeerd dat Griekenland aan de doelstelling heeft voldaan. Voor deze tweede subtranche was de doelstelling («milestone») het actualiseren van de middellange termijn begroting. Onderdeel hiervan vormt het instellen van bindende uitgavenplafonds voor drie jaar voor verschillende subsectoren.

3. Directe bankenherkapitalisatie uit het ESM

Document: nog niet beschikbaar.

Aard bespreking: Gedachtewisseling / verdere guidance verstrekken voor de technische vormgeving van het instrument.

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting: Tijdens de Eurogroep van 4 maart a.s. zal gesproken worden over de toegangscriteria die verbonden zullen worden aan het instrument voor directe herkapitalisatie en de mogelijkheid om het instrument retroactief toe te passen. Het doel van de discussie is tot een leidraad te komen voor verdere technische vormgeving van het instrument. De Nederlandse inzet met betrekking tot de toelatingscriteria is recentelijk nog uiteengezet in de Kamerbrief van 6 februari 2013 met kenmerk FM/2013/224M.

4. Spanje

Document: n.v.t.

Aard bespreking: gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

De Eurogroep zal naar verwachting spreken over de tweede voortgangsmissie in het kader van het Spaanse bankenprogramma, die plaatsvond van 28 januari tot 1 februari 2013. Er is geen besluitvorming voorzien. De delegatie van de missie bestond uit de Europese Commissie, de ECB, het ESM, de EBA en het IMF. Het IMF nam deel aan de missie als onafhankelijke surveillant. De complete voortgangsrapportage is op dit moment nog niet beschikbaar en zal naar verwachting begin maart gepubliceerd worden, waarna ook de Tweede Kamer via een brief op de hoogte zal worden gesteld van de uitkomsten van deze missie.

Uit de verklaring van de Commissie en de ECB en de verklaring van het IMF blijkt dat de voortgang door Spanje op het gebied van de afgesproken hervormingen in de financiële sector positief beoordeeld wordt. De bankensector heeft zich in het algemeen gestabiliseerd sinds het begin van het programma, voornamelijk als gevolg van de goedkeuring van de plannen voor herkapitalisatie en herstructurering en de oprichting van de activabeheer-organisatie (Sareb).

Ondanks de vooruitgang is de huidige economische situatie uitdagend en blijft verdere consolidatie van de overheidsfinanciën nodig, evenals de implementatie van structurele hervormingen. De volgende missie naar Spanje zal naar verwachting in mei 2013 plaatsvinden.

5. Toekomst EMU

Documenten:

http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/nl/ec/134374.pdf

Aard bespreking: discussie

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting: De Europese Raad van 13–14 december 2012 sprak over de toekomst van de EMU en verzocht vervolgens voorzitter Van Rompuy om samen met Commissievoorzitter Barroso consultaties met lidstaten te houden en in juni 2013 mogelijke vervolgvoorstellen te doen met een tijdgebonden routekaart. De volgende terreinen werden daarbij genoemd:

  • het coördineren van nationale economische hervormingen conform de afspraak uit het Stabiliteitsverdrag;

  • de sociale dimensie van de EMU inclusief de sociale dialoog;

  • de mogelijkheid en modaliteiten van het afsluiten van contracten tussen lidstaten en EU-instellingen die gedifferentieerd worden al naar gelang de specifieke situatie en waarbij alle eurolanden worden betrokken. Niet-eurolanden kunnen zich ook aansluiten;

  • solidariteitsmechanismen die de inspanningen van lidstaten in het kader van de contracten versterken.

Met bespreking hiervan tijdens de Eurogroep en de Ecofin Raad wordt invulling gegeven aan de afspraak om lidstaten te betrekken bij de vervolgstappen die zullen worden gezet. De verwachting is dat de Eurogroep en de Ecofin nu vooral stil zullen staan bij het (ex ante) coördineren van nationale economische hervormingen. Tegelijkertijd spreekt de Raad voor Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken (EPSCO) op 28 februari over de sociale dimensie van de EMU. De Commissie heeft al eerder aangekondigd het coördineren van nationale economische hervormingen verder uit te zullen werken en hier te zijner tijd ook een concreet voorstel voor te doen. Op dit moment is nog niet duidelijk wanneer de Commissie dit precies zal doen. De afspraak tot het coördineren van nationale economische hervormingen vloeit overigens voort uit afspraken die hierover gemaakt zijn in het verdrag inzake Stabiliteit, Coördinatie en Bestuur in de EMU («Stabiliteitsverdrag»).

Voor Nederland is bij de coördinatie van nationale economische hervormingsplannen een aantal zaken van belang. Zo is een focus op best practices zeer belangrijk. Daarnaast dient focus bij de coördinatie van hervormingen te worden aangebracht op onderwerpen die essentieel zijn voor het goed functioneren van de EMU, zodat deze exercitie kan bijdragen aan het voorkomen van macro-economische onevenwichtigheden. Hier zit in potentie ook de grootste winst van het vooraf onderling coördineren van economische hervormingen. Te denken valt aan hervormingen die lidstaten van plan zijn te nemen op bijvoorbeeld de arbeidsmarkt, diensten- en productmarkten. Hervormingen op het gebied van sociaal en werkgelegenheidsgebied worden reeds (ex ante en ex post) gecoördineerd in het kader van het Europees Semester. Hervormingen op het gebied van productmarkten komen op dit moment ook al terug in het Europees Semester. Versterking van al bestaande coördinatie zou hier dus goed bij moeten aansluiten, zonder dat wordt overgegaan tot wijziging in de bevoegdheidsverdeling binnen de EU. Tot slot dienen eventuele lidstaatspecifieke aanbevelingen die voortvloeien uit de coördinatie, niet bindend te zijn. Dit is in lijn met het uitgangspunt dat lidstaten die zich aan de afspraken houden, zelf gaan over de te nemen hervormingsmaatregelen.

6. Markttoegang Ierland en Portugal

Document: n.v.t.

Aard bespreking: gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting: De Eurogroep zal naar verwachting spreken over de geleidelijke terugkeer van Ierland en Portugal naar de markt in 2013 om zich voor te bereiden op de afloop van het EU/IMF leningenprogramma, respectievelijk in medio 2013 en eind 2014. Beide landen zijn reeds (voorzichtig) teruggekeerd naar de markt, door o.a. een obligatieomruil en uitgifte van nieuwe staatsobligaties. In de eerste jaren na afloop van het programma krijgen beide landen te maken met het aflossen van de EFSF en EFSM-leningen. De Eurogroep zal spreken over mogelijke maatregelen om structurele markttoegang te faciliteren, in samenspraak met de Trojka. Te denken valt aan bijvoorbeeld het verlengen van looptijden van de EFSF en EFSM-leningen om de kans op markttoegang na het programma te vergroten. Door het verlengen van looptijden van de leningen, worden de aflossingen over een langere periode uitgesmeerd, wat beide lidstaten meer ruimte zou bieden in de grote hoeveelheid aflossing tussen 2015–2020. Dit is een positief signaal naar investeerders en zou Portugal en Ierland kunnen helpen om schuldpapier uit te geven met een langere looptijd.

7. Economische situatie (Winterraming Europese Commissie)

Document: European Economic Forecast, Winter 2013

Aard bespreking: Gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: Nvt

Toelichting:

De Eurogroep zal waarschijnlijk 4 maart spreken over de economische situatie. De discussie over de economische situatie zal gevoerd worden op basis van de Winterraming van de Europese Commissie. Deze ramingen zijn vrijdag 22 februari 2013 door de Commissie gepubliceerd en bevatten vooruitzichten voor onder andere de economische en budgettaire ontwikkelingen in de lidstaten.

De gemiddelde groeiraming van de eurolanden komt volgens de Commissie voor 2013 circa 0,4% lager uit (van 0,1% groei tijdens de najaarsvoorspelling naar een krimp van – 0,3% in de huidige raming). Voor 2014 zijn de groeiramingen gelijk gebleven: voor de eurozone 1,4% groei. Voor 2013 zijn de ramingen voor het EMU-saldo voor de eurozone verslechterd voor 2013 van – 2,6% bbp naar – 2,8% bbp en voor 2014 van – 2,5% bbp naar – 2,7% bbp. De gemiddelde EMU-schuld stijgt: van 94,5% naar 95,1% voor 2013.

 

Wintervoorspellingen Commissie

 

2012

2013

2014

Eurozone

     

BBP-groei

– 0,6

– 0,3

1,4

EMU-saldo

– 3,5

– 2,8

– 2,7

EMU-schuld

93,1

95,1

95,2

Voor Nederland heeft de Europese Commissie de groeiraming voor 2013 en 2014 neerwaarts bijgesteld. Met name de aanpassing voor 2013 is met 0,9% fors te noemen (van 0,3% groei naar – 0,6% krimp). Het EMU-saldo komt volgens de Commissie voor 2013 slechter uit dan de najaarsraming (van – 2,9% naar – 3,6%).

 

Wintervoorspellingen Commissie

 

2012

2013

2014

Nederland

     

BBP-groei

– 0,9

– 0,6

1,1

EMU-saldo

– 4,1

– 3,6

– 3,6

EMU-schuld

70,8

73,8

75,0

Voor het uiteindelijke oordeel over de buitensporigtekortprocedure zal door de Commissie gekeken worden naar de uitkomst van de lenteramingen in mei, waarbij de realisatiecijfers voor het EMU-saldo over 2012 kunnen worden betrokken.

8. Kapitaalseisenrichtlijn IV (CRD IV)

Document: nog niet beschikbaar.

Aard bespreking: het voorzitterschap zal naar verwachting een aangepast Raadscompromis willen vaststellen om de triloog met het Europees Parlement zo snel mogelijk te kunnen afronden.

Besluitvormingsprocedure: gekwalificeerde meerderheid.

Toelichting: Het hoofddoel van CRD IV is de vertaling van de Basel III afspraken in Europese wet- en regelgeving. De General Approach van de Raad is tijdens de Ecofin Raad van 15 mei jl. vastgesteld. Het voorzitterschap wenst een mandaat van de Raad te verkrijgen op additionele onderwerpen die tijdens de onderhandelingen met het Europees Parlement aan het pakket toegevoegd zijn. Nederland steunt de inzet van het voorzitterschap om de onderhandelingen over CRR/CRD IV zo snel mogelijk af te ronden. Het aannemen van CRR/CRD IV is voor Nederland een voorwaarde voordat de ECB in 2014 feitelijk start met het toezicht. Vanwege de grootte van de Nederlandse bankensector ten opzichte van de economie, en de potentiële risico´s voor de belastingbetaler, is de Nederlandse inzet dat het belangrijkis dat er nationale vrijheid bestaat om strengere eisen te kunnen stellen op het gebied van macroprudentiële en systeemrisico’s en beperkingen op bonussen van banken. Daarnaast pleit Nederland voor een realistische implementatietermijn van 18 maanden. Met betrekking tot het tijdspad voor de liquiditeitsratio’s is de Nederlandse voorkeur dat deze zo snel mogelijk ingefaseerd worden.

9. BTW-fraude: Het snelle reactie mechanisme (SRM) en verlegging

Document: Interinstitutional file 2012/0205 (CNS); Interinstitutional file 2009/0139 (CNS)

Aard bespreking: aanname raadsconclusies

Besluitvormingsprocedure: unanimiteit

Toelichting: Het Voorzitterschap tracht – door een samenstelling van een pakket aan anti fraudemaatregelen voor de BTW – alle lidstaten mee te krijgen. Met name het snelle reactiemechanisme (SRM) in dit pakket stuit op politieke tegenstellingen. Met het SRM wordt lidstaten de mogelijkheid geboden om bij plotse massieve fraude binnen circa 1 tot max 2 maanden de BTW-fraude een halt toe te roepen door de afdracht van BTW in de handelsketens te verleggen naar de afnemende ondernemer (zogenoemde verleggingsregeling). De besluitvormingsprocedure over deze aanvraag door een lidstaat wordt neergelegd bij de Commissie en niet in de Raad. Uit principe zijn 4 lidstaten tegen dit voorstel nu de besluitvorming over die aanvragen niet in de Raad plaatsvinden. NL kan wel instemmen met dit voorstel nu precies is omschreven wat de Commissie in deze mag besluiten en het middel zeer snel en dus efficiënt kan werken. Bij besluitvorming via de Raad vergt dit proces zeker minimaal 3 maanden of meer en bestaat nog steeds de kans dat een lidstaat de besluitvorming kan blokkeren. Besluitvorming via de Raad is daarom geen serieus alternatief voor deze vorm van snelle fraudebestrijding. Om de 4 lidstaten over de streep te trekken is de SRM tot 2018 geldig. In de tussentijd wordt gewerkt aan het robuuster maken van het btw systeem. Ten slotte bevat het pakket een lijst met goederen waar de lidstaten de verleggingsregeling op van toepassing mogen verklaren. Ook hiervoor geldt een einddatum tot 2018.

10. Two Pack

Documenten:

Aard bespreking: politiek akkoord

Besluitvormingsprocedure: Gewone wetgevingsprocedure (gekwalificeerde meerderheid in de Raad, medebeslissingsrecht Europees Parlement).

Toelichting: De Ecofin Raad staat naar verwachting kort stil bij de uitkomsten van de onderhandelingen met het Europees Parlement (EP) over de twee toezichtsverordeningen («twopack») voor eurolanden. Op 20 februari wisten Commissie, Raad en Europees Parlement hierover een akkoord te bereiken.. De verordeningen van het twopack vormen de basis voor een verdere versterking van met name de budgettaire afspraken binnen de Eurozone, bovenop het al aangescherpte Stabiliteits- en Groeipact. De Ecofin Raad nam over deze verordeningen in februari 2012 een gemeenschappelijk standpunt in. Het EP stelde op 13 juni 2012 definitief zijn amendementen vast, waarna de onderhandelingen tussen Raad en EP van start gegaan zijn. Er is sprake van de gewone besluitvormingsprocedure (codecisie) met het EP.

Zoals weergegeven in het verslag van de Ecofin Raad van januari, was een laatste bespreekpunt de wens van een meerderheid van het EP om concrete stappen te zetten richting de introductie van Eurobonds, zoals een schuldaflossingsfonds of de uitgifte van kortlopend gezamenlijk gegarandeerd schuldpapier (eurobills). Tijdens de Ecofin Raad van januari is van gedachten gewisseld over de mogelijkheid van het instellen van een expertgroep om de analyse aangaande deze Eurobondvarianten te verdiepen. De uitkomst van de onderhandelingen is dat een dergelijke expertgroep nu inderdaad wordt opgericht. Deze zal bestaan uit uit onder meer financiële en juridische experts. De expertgroep zal uiterlijk in maart 2014 de bevindingen aan de Commissie rapporteren. Op basis hiervan zal de Commissie bezien of, indien de Commissie dit wenselijk acht, nadere voorstellen vanuit de Commissie zullen volgen.

Aan de belangrijkste voorwaarde van de Ecofin Raad is hiermee voldaan, namelijk dat de Ecofin Raad middels de twee verordeningen van het twopack niet wordt gebonden aan concrete vervolgstappen in de richting van Eurobonds. Nu een akkoord met het Europees Parlement is bereikt is de verwachting dat de verordeningen van het twopack formeel medio april in werking kunnen treden.

11. Europees semester

Document: The Quality of Public Expenditures in the EU

Aard bespreking: Besluitvorming

Besluitvormingsprocedure: Consensus

Toelichting: In de Ecofin Raad zal een thematische discussie plaatsvinden aangaande het Europees semester. Het rapport «The Quality of Public Expenditures in the EU» komt aan bod. Het rapport heeft in het kader van het Europees semester het doel om te bekijken of er in EU-verband acties mogelijk zijn om de kwaliteit van de overheidsuitgaven en het begrotingsraamwerk te verbeteren. Het rapport kijkt daarbij naar trends in de publieke uitgaven in de EU, met bijzondere aandacht voor de gevolgen van de economische en financiële crisis. Daarbij wordt een overzicht van mogelijke acties binnen de grenzen van de EU-begroting/ kaders weergegeven waarbij nadruk ligt op mogelijkheden om de compositie van de overheidsuitgaven groeiversterkend op te zetten. De discussie zal resulteren in conclusies tijdens de Ecofin Raad.

De Nederlandse inzet is dat lidstaten prioriteit dienen te geven aan budgettaire consolidatie, samen met structurele hervormingen. Daarnaast staat Nederland positief tegenover een discussie over de compositie van de overheidsuitgaven om deze (meer) groeiversterkend te maken, binnen de regels van het Stabiliteits- en Groeipact (SGP). Lidstaten dienen structurele hervormingen te implementeren die het functioneren van arbeids-, diensten- en productmarkten verbeteren en de werkgelegenheid bevorderen. Dit kan op korte en lange termijn een belangrijke bijdrage leveren aan het herstel, het versterken van de economie en het vergroten van de houdbaarheid van de overheidsfinanciën.

12. Follow-up G20

Document: n.v.t.

Aard bespreking: gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting: Op 15–16 februari vond een G20-vergadering voor ministers van Financiën en centralebankpresidenten plaats in Moskou. De EU-inbreng was zoals gebruikelijk vooraf gecoördineerd middels een Terms of Reference (ToR). Bij dit punt wordt hierover teruggekoppeld.

De EU vroeg tijdens de G20-vergadering aandacht voor de diverse risico’s die herstel van de wereldeconomie bedreigen. De overheidsfinanciën in de VS en Japan zijn een punt van zorg, alsook de groeivermindering in ontwikkelingslanden en de fragiele situatie in de eurozone. Om die reden heeft de EU gewezen op het belang van duurzame economische groei en de mogelijke bijdrage van de G20 hieraan. Verder heeft de EU zich ook ingespannen voor hervormingen van financiële markten en het monitoren van het naleven van eerder gemaakte beleidsafspraken op het gebied van financiële sector, regelgeving en toezicht.

Naar boven