Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 april 2012
Hierbij bieden wij u aan, een aanvulling op de geannoteerde agenda van de Raad Buitenlandse
Zaken (Ontwikkelingssamenwerking) d.d. 14 mei 2012.
De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,
H. P. M. Knapen
Aanvullende geannoteerde agenda van de Raad van Buitenlandse Zaken (Ontwikkelingssamenwerking),
14 mei 2012
De geannoteerde agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken / Ontwikkelingssamenwerking
van 14 mei a.s. is uw Kamer op 20 april jl. al toegegaan. Op 25 april werd de agenda
voor de Raad gepresenteerd. Naast de besprekingen van de toekomst van het Europees
ontwikkelingsbeleid (an Agenda for Change) en de toekomstige benadering van EU begrotingssteun aan derde landen, omvat de agenda
de volgende onderwerpen:
Beleidscoherentie voor ontwikkeling
Het belang van beleidscoherentie voor ontwikkeling werd in de Agenda for Change1 al onderschreven. Tijdens de Raad zal hier nader bij worden stilgestaan, naar aanleiding
van de EU voortgangsrapportage.2 De appreciatie van deze voortgangsrapportage ontving de Kamer op 18 april jl. (Kamerstuk
32 605, nr. 91). Deze Kamerbrief is eveneens geagendeerd voor het Algemeen Overleg op 26 april.
Door beleidscoherentie afzonderlijk te agenderen, geeft HV Ashton dit onderwerp de
politieke aandacht die het verdient. Nederland zal hiervoor waardering uitspreken.
Nederland zal eveneens de Commissie oproepen voorstellen te doen voor het ontwikkelen
van indicatoren die de invloed van beleid op ontwikkelingslanden kunnen meten (één
van de aanbevelingen van de voortgangsrapportage) en de rol van EU-delegaties en ambassades
benadrukken bij het evalueren van gevolgen van beleid op ontwikkelingslanden.
Birma
Op 23 april schortte de Raad Buitenlandse Zaken de EU-sancties ten aanzien van Birma
op, inclusief de beperkingen op ontwikkelingssamenwerking. Voorheen was alleen steun
mogelijk ter bevordering van de bescherming van mensenrechten en democratisering of
steun via niet-gouvernementele organisaties ten behoeve van armoedebestrijding, volksgezondheid
en basisonderwijs. HV Ashton heeft Birma geagendeerd om te spreken over de hervatting
van de EU-hulp aan Birma en met lidstaten uit te wisselen wat hun voornemens zijn
ten aanzien van hulpprogramma’s aan Birma. De Commissie heeft voor de komende twee
jaar € 150 miljoen beschikbaar. Ongeveer tweederde daarvan zal dit jaar worden besteed
in de sectoren gezondheidszorg, onderwijs en steun aan meest kwetsbare groepen. Nederland
steunt de hervatting van EU-hulp aan Birma. Het is belangrijk het hervormingsproces
nu te ondersteunen. Voorzichtigheid is daarbij wel geboden: de hulpstructuren in Birma
zijn nog niet optimaal. De Commissie zou vooral moeten inzetten op technische assistentie
en capaciteitsopbouw ter ondersteuning van het hervormingsproces, die de bevolking
ten goede komt. Goede coördinatie en afstemming met politieke partijen, etnische groepen
en maatschappelijk middenveld is hierbij van belang.
Voedselzekerheid in de Hoorn van Afrika
Tijdens de Raad zullen de Commissarissen Piebalgs (Ontwikkelingssamenwerking) en Georgieva
(Humanitaire Hulp) een nieuw EU-initiatief presenteren dat zich richt op het vergroten
van de weerbaarheid van de bevolking in de Hoorn van Afrika en het beter verbinden
van noodhulp en ontwikkelingssamenwerking in deze regio (SHARE: Supporting Horn of Africa Resilience). Nederland vindt het belangrijk dat aandacht uitgaat naar zelfredzaamheid en het
verhogen van de weerbaarheid van de bevolking in de Hoorn. De inzet op rampenrisicovermindering
en het vergroten van de voedselzekerheid door middel van stabiliteit en weerbaarheid
in de Hoorn van Afrika is van groot belang. Nederland staat dan ook positief tegenover
dit nieuwe initiatief. Nederland zal de Commissie blijven aansporen aansluiting te
zoeken bij bestaande initiatieven en nieuwe donoren te betrekken.
ODA rapport
Tijdens de Raad zal de jaarlijkse EU-ODA rapportage worden besproken. Het is sinds
2010 goed gebruik dat de Europese Raad tijdens zijn bijeenkomst in juni eveneens spreekt
over de realisatie van de ODA-doelstellingen van de lidstaten, en hierover een passage
opneemt in zijn conclusies.