Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 november 2019
Op vrijdag 8 november stelde uw Kamer middels een schriftelijk overleg vragen over
de Nederlandse inzet voor de Begrotingsraad. Met deze brief bied ik de antwoorden
op deze vragen aan. De antwoorden zijn opgenomen in de bijlage bij deze brief. (Kamerstuk
21 501-03, nr. 134)
Voorts informeer ik uw Kamer onderstaand over de vijfde aanvullende Europese begroting
voor 2019. De Europese Commissie presenteerde deze aanvullende begroting op vrijdag
8 november. Deze aanvullende begroting wordt waarschijnlijk betrokken bij de begrotingsonderhandelingen
die plaatsvinden tijdens de Begrotingsraad.
Vijfde aanvullende begroting voor 2019
De vijfde aanvullende begroting (draft amending budget; DAB5) bevat de onderdelen van de vierde aanvullende begroting (DAB4) die niet worden
betwist door het Europees Parlement en de Raad. Het gaat om een actualisatie van de
raming van de uitgaven van Europese instellingen vanwege de vertraging van het vertrek
van het Verenigd Koninkrijk (VK) en een actualisatie van de inkomstenraming. De Tweede
Kamer is hier eerder over geïnformeerd in brief van de regering over de Raadspositie
voor de Europese begroting 2020 en de vierde aanvullende begroting voor 20191. Daarnaast verwerkt de Europese Commissie een actualisatie van de salarisraming,
die lager is dan verwacht.
Naast de eerdergenoemde actualisaties stelde de Europese Commissie in de vierde aanvullende
begroting ook financiële dekking voor, voor de verhoging van de vastleggingen voor
Horizon2020 en Erasmus+ met 100 miljoen euro in de tweede aanvullende begroting (DAB2). De Raad zag deze
aanvullende begrotingen voor 2019 dan ook als één pakket. Het Europees Parlement accepteert
de besparingen uit dit pakket echter niet, waardoor de Raad en het Europees Parlement
geen akkoord bereikten over DAB4. De Europese Commissie heeft daarom besloten om de
niet-betwiste onderdelen van DAB4 te presenteren in een vijfde aanvullende begroting,
samen met de meest actuele informatie.
Nederlandse inzet vijfde aanvullende begroting
De voorgestelde wijzigingen in DAB5 zijn naar Nederlandse mening niet controversieel.
Met de presentatie van DAB5 komen de eerder voorgestelde besparingen met een omvang
van 100 miljoen euro echter te vervallen. Nederland pleit voor behoud van deze besparingen
en is zodoende kritisch op dit proces.
DAB5 wordt waarschijnlijk betrokken bij de onderhandelingen over de Europese begroting
voor 2020 tijdens de Begrotingsraad. Vanwege de samenhang met eerdere aanvullende
begrotingen zal Nederland zich samen met gelijkgestemde lidstaten kritisch opstellen
over dit proces en pleiten voor behoud van de eerder gepresenteerde besparingen. Nederland
zal de uitkomst van de onderhandelingen over DAB5 meewegen bij het nog te bereiken
begrotingsakkoord voor 2020.
Gevolgen voor de afdrachten
De in DAB5 voorgestelde wijzigingen aan de uitgavenzijde van de Europese begroting
leiden tot een stijging van ongeveer 1 miljoen euro op de Europese begroting voor
2019 ten opzichte van de eerder aangenomen DAB1, DAB2 en DAB3. De raming van de Nederlandse
afdrachten hoeft derhalve niet aangepast te worden. De in DAB5 opgenomen wijzigingen
aan de inkomstenzijde van de Europese begroting zijn eerder al verwerkt bij Miljoenennota
2020 en zullen worden meegenomen in de tweede suppletoire begroting van het Ministerie
van Buitenlandse Zaken.
Proces
De lidstaten zullen eerst overeenstemming moeten bereiken over de Raadspositie voor
DAB5 voor 2019. Naar verwachting zullen de meeste lidstaten hier uiteindelijk mee
instemmen. De vijfde aanvullende begroting zal vervolgens waarschijnlijk in één pakket
samen worden behandeld met de onderhandelingen over de Europese begroting voor 2020.
Ik informeer uw Kamer te zijner tijd over de uitkomst van de onderhandelingen met
het Europees Parlement.
De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra