21 501-03 Begrotingsraad

Nr. 120 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 juli 2018

Op 22 juni jl. publiceerde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) de gereviseerde statistieken in het kader van de eerder afgeronde revisie van de nationale rekeningen. Ik informeer uw Kamer over de gereviseerde statistieken en de samenhang met de Nederlandse afdrachten aan de Europese begroting.

Revisie nationale rekeningen

Het CBS publiceerde dit jaar de uitkomsten van de vijfjaarlijkse revisie van de nationale rekeningen. Eind mei presenteerde het CBS reeds de gereviseerde statistieken voor verslagjaar 2015; ik heb uw Kamer hierover op 6 juni geïnformeerd.1 Het CBS publiceerde op 22 juni de gereviseerde statistieken voor de jaren vanaf verslagjaar 1995 op Statline.

In een revisie van de nationale rekeningen voert het CBS nieuwe bronnen, methoden en concepten in zodat de niveaus van macro-economische indicatoren, waaronder het bruto nationaal inkomen (bni), aansluiten bij de onderliggende statistieken. Bij deze revisie is geen sprake van een grootschalige invoering van nieuwe internationale richtlijnen.

Nederlandse afdrachten aan de Europese begroting

De afdrachten aan de Europese begroting zijn grotendeels gebaseerd op de relatieve omvang van het bni van de lidstaat. Wijzigingen in het bni over afgesloten begrotingsjaren worden verrekend via de jaarlijkse nacalculatie.

Als onderdeel van de revisie is ook het bni bijgesteld. In mei publiceerde het CBS reeds een opwaartse bijstelling van 1,6% van het Nederlands bni over verslagjaar 2015. Uit de publicatie van 22 juni blijkt dat het CBS het Nederlands bni over de jaren 2010–2017 – dit is de periode die relevant is voor de afdrachten – met gemiddeld 1% opwaarts heeft bijgesteld. Eind juli zal het CBS de gereviseerde statistieken publiceren in de elektronische publicatie «nationale rekeningen 2017».

Deze bni-bijstellingen zorgen bruto (alleen Nederlandse bni-bijstellingen) voor een opwaartse bijstelling van de Nederlandse afdrachten bij de aankomende nacalculatie. Bij het opstellen van de begroting voor 2019 houd ik reeds rekening met een dergelijke bijstelling. Ik informeer uw Kamer hierover op Prinsjesdag.

Het is op dit moment niet precies mogelijk om een raming te maken van de netto nacalculatie (d.w.z. inclusief de bni-bijstellingen in de overige lidstaten). De Europese Commissie presenteert de bijstellingen in andere lidstaten en de netto nacalculatie waarschijnlijk begin 2019. Ik informeer uw Kamer over de definitieve omvang van de Nederlandse nacalculatie na de presentatie van de Europese Commissie.

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra


X Noot
1

Kamerstuk 21 501-03, nr. 118

Naar boven