21 501-03 Begrotingsraad

Nr. 115 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 december 2017

Op 18 november hebben de Raad en het Europees Parlement een akkoord bereikt over de Europese begroting voor 2018. In het akkoord is budget vrijgemaakt voor investeringen in onderzoek en innovatie. Daarnaast wordt er bezuinigd op het budget voor pretoetredingssteun voor Turkije en wordt een deel van de middelen uit dit budget in een reserve gezet. Nederland heeft ingestemd met de Europese begroting 2018. In deze brief informeer ik uw Kamer over de inhoud van de Europese begroting voor 2018, de Nederlandse positie en de gevolgen voor de Nederlandse afdrachten. Ook informeer ik uw Kamer over de besluitvorming over de zesde aanvullende begroting voor 2017 (DAB 6).

Europese begroting 2018

Tabel 1 geeft een overzicht weer van het eindresultaat voor de Europese begroting voor 2018 en het voorstel van de Commissie1 inclusief amending letter 12. De totale begroting bedraagt 160,1 miljard euro in vastleggingen (inclusief speciale instrumenten) en 144,7 miljard euro in betalingen. Exclusief de inzet van speciale instrumenten resteert onder het vastleggingenplafond een marge van 1,6 miljard euro. Het betalingenplafond kent 9,9 miljard euro ruimte. De forse omvang van de ruimte onder het betalingenplafond wordt veroorzaakt door vertragingen bij de implementatie van programma’s binnen het Cohesiebeleid. Ten opzichte van het Commissievoorstel zijn de vastleggingen met 0,2 miljard euro verminderd en liggen de betalingen 0,6 miljard euro lager. Onderstaand worden de belangrijkste elementen uit de overeengekomen begroting voor 2018 toegelicht.

Eindresultaat begroting 2018 en Commissievoorstel (in miljoenen euro)
   

Eindresultaat

Commissie (incl. AL1)

   

Vastl.

Betal.

Vastl.

Betal.

 

1a Concurrentiekracht

22.001

20.097

21.846

20.087

 

1b Cohesiebeleid

55.532

46.527

55.408

46.764

 

2 Landbouwbeleid

59.285

56.084

59.500

56.306

 

3 Veiligheid Burgerschap

3.493

2.981

3.473

2.964

 

4 Extern Beleid

9.569

8.906

9.588

8.946

 

5 Administratie

9.666

9.666

9.687

9.690

A

Totaal MFK-headings

159.547

144.261

159.502

144.756

B

Speciale instrumenten binnen headings

1.633

678

1.139

667

C

Overige speciale instrumenten buiten headings1

567

420

797

508

D

Totaal excl. speciale instrumenten (A–B)

157.914

 

158.363

 

E

Totaal incl. speciale instrumenten (A+C)

160.114

144.681

160.299

145.264

 

Marge vastleggingen (F–D)2

1.600

 

1.151

 
 

Marge betalingen (F–E)2

 

9.884

 

9.302

 

Marge Raad na AL1

       

F

Totaal MFK-plafond

159.514

154.565

159.514

154.565

X Noot
1

Betreft hier: Noodhulpreserve, Solidariteitsfonds en Globaliseringsfonds. Andere speciale instrumenten, zoals het flexibiliteitsinstrument, worden gebruikt om extra middelen toe te voegen aan een specifieke MFK-heading. Deze instrumenten zijn daarom al meegenomen in het totaal MFK-headings.

X Noot
2

Op basis van de Nederlandse positie dat speciale instrumenten binnen de headings niet worden meegerekend onder het vastleggingenplafond, maar wel onder het betalingenplafond.

Groei en werkgelegenheid

Ten opzichte van het Commissievoorstel wordt per saldo 156 miljoen euro extra vrijgemaakt voor het stimuleren van onderzoek en innovatie (begrotingscategorie 1a). Zo gaat er 110 miljoen euro extra naar het kaderprogramma Horizon 2020. Daarnaast ontvangt het Erasmus+ programma voor onderwijs, training en sport aanvullend 54 miljoen euro. Onder andere de middelen voor het Europees Solidariteitscorps (ESC) worden in de begroting van 2018 verlaagd.

Binnen het Cohesiebeleid zijn 117 miljoen euro aanvullende middelen opgenomen ter bestrijding van jeugdwerkloosheid (begrotingscategorie 1b). Ook is een gezamenlijke verklaring aangenomen van de Raad, het Europees Parlement en de Commissie over het belang van het bestrijden van jeugdwerkloosheid. Tenslotte heeft de Commissie een eenzijdige verklaring afgegeven waarin ze aangeeft de Raad en het Europees Parlement om extra middelen voor jeugdwerkloosheid te vragen zodra de implementatie en absorptiecapaciteit van het Youth Employment Initiative (YEI) daarom vraagt.

Landbouw

De basisbetalingsregeling binnen het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) wordt verlaagd met 229 miljoen euro in vastleggingen. Binnen het ELGF was op 31 oktober 2017 sprake van een surplus. Dit surplus zal als geoormerkte ontvangst beschikbaar komen in 2018, waardoor verlaging van het budget mogelijk is.

Extern Beleid

In het akkoord wordt de steun aan Turkije in het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA) met 105 miljoen euro verminderd. Bovenop deze bezuiniging wordt 70 miljoen euro van de IPA-steun voor Turkije in een reserve gezet. Voor de uitkering van deze middelen moet Turkije voldoende meetbare voortgang maken op het gebied van rechtsstatelijkheid, democratie, mensenrechten en persvrijheid. Dit wordt gemeten door een jaarlijks rapport van de Commissie. Verder krijgt het Europees Nabuurschapsinstrument 50 miljoen euro extra, onder andere ter ondersteuning van landen aan de Middellandse Zee. Samen met enkele kleine in- en extensiveringen wordt per saldo 19,1 miljoen euro bezuinigd op het extern beleid van de EU.

Agentschappen

Enkele Europese agentschappen ontvangen extra budget en personeel. De in Nederland gevestigde Europese Politiedienst (Europol) mag 10 mensen aannemen en krijgt 3,7 miljoen euro budget extra. Voor het eveneens in Nederland gevestigde Eurojust gaat het om 5 extra mensen en 1,8 miljoen euro. Daarnaast wordt de begroting van het Europees Asielbureau (EASO) met 5 miljoen verhoogd. Ook het Europees GNSS agentschap (GSA) dat de satellietnavigatieprogramma’s Galileo en EGNOS beheerd wordt uitgebreid met 5 mensen en ontvangt 0,3 miljoen euro.

Administratie

De begroting voor 2018 verlaagt het budget voor gebouwen met 5 miljoen euro. Daarnaast leidt de automatische actualisering van de salarissen tot een verlaging van 19,4 miljoen euro.

De onderhandelingen

De Nederlandse inzet is toegelicht in de geannoteerde agenda voor de Ecofin Begrotingsraad van 17 november3. Uitgangspunt voor het kabinet is een moderne EU-begroting, die meer gericht is op onderzoek, innovatie, klimaat en duurzaamheid. Daarnaast is aandacht voor migratie en veiligheid van belang. De eerder overeengekomen Raadspositie vormde hierbij het startpunt voor de onderhandelingen. Het Europees Parlement pleitte voor een totaal aan vastleggingen exclusief speciale instrumenten van 160,6 miljard euro, wat boven het MFK-vastleggingenplafond ligt van 159,5 miljard euro. Deze overschrijding was voor het kabinet onacceptabel.

Nederland heeft zich samen met gelijkgestemde lidstaten tijdens de onderhandelingen met succes ingespannen voor een prudente EU-begroting waarin voldoende marges onder de MFK-plafonds zijn opgenomen. Hiermee behoudt de EU ruimte op de begroting om te kunnen reageren op onvoorziene omstandigheden.Tevens heeft Nederland in samenwerking met gelijkgestemde lidstaten gepleit voor het voortzetten van de stafreductie van 5%. De Raad heeft hiervoor een verklaring afgegeven die alle instituties oproept om de 5% stafreductie af te maken en de Commissie uitnodigt om de uitkomst hiervan te evalueren. Naast de bovengenoemde verklaring over de bestrijding van jeugdwerkloosheid, is een gezamenlijke verklaring van de Raad, het Europees Parlement en de Commissie aangenomen over de vertraging van betalingen.

Nederlandse positie

Het kabinet heeft ingestemd met het bereikte akkoord over de Europese begroting voor 2018. Het akkoord is in lijn met de uitgangspunten die zijn beschreven in de Kamerbrief over het voorstel voor de Europese begroting 20184. De resterende marge van 1,6 miljard euro onder het vastleggingenplafond is naar de mening van het kabinet voldoende om effectief te kunnen reageren op onvoorziene omstandigheden. Ook wordt in de begroting voor 2018 voldoende budget vrijgemaakt voor de benoemde prioriteiten. Met het akkoord over de begroting van 2018 is een einde gekomen aan de conciliatieperiode tussen de Raad en het Europees Parlement.

Gevolgen voor de Nederlandse afdrachten

De omvang van de Nederlandse afdrachten wordt berekend op basis van het betalingenplafond zoals dat is vastgelegd in het MFK. In de begroting voor 2018 is sprake van een marge onder dit plafond van 9,9 miljard euro, vooral vanwege vertraging bij de implementatie van programma’s binnen het Cohesiebeleid. Het kabinet heeft hier in de raming van de afdrachten reeds rekening mee gehouden door ervan uit te gaan dat tenminste 7 miljard euro van deze marge aan het eind van 2018 zal overblijven. Als gevolg daarvan is de raming van de Nederlandse afdrachten voor 2018 bij Miljoenennota5 0,3 miljard lager uitgevallen. Dit bedrag is in gelijke tranches doorgeschoven naar 2019 en 2020. De resterende marge van 2,9 miljard euro wordt aangehouden als marge voor 2018, om ruimte te houden voor onvoorziene uitgaven. Het nu bereikte akkoord over de begroting voor 2018 geeft derhalve geen aanleiding om de raming van de Nederlandse afdrachten voor 2018 te herzien.

Zesde aanvullende begroting voor 2017 (DAB 6)

Als onderdeel van de conciliatie hebben de Raad en het Europees Parlement ingestemd met DAB 6 voor 2017 zoals voorgesteld door de Commissie6. In DAB 6 heeft de Europese Commissie de effecten van de raming van de Spring Forecast op de nationale afdrachten verwerkt. Nederland had deze effecten reeds verwerkt bij Miljoenennota 2018. Echter, omdat DAB 6 pas laat in het jaar werd gepresenteerd en goedgekeurd, kan het effect op de afdrachten niet meer in 2017 verwerkt worden. Hierdoor schuift het BTW en BNI-effect van de Spring Forecast naar 2018. Om die reden is bij Najaarsnota het effect tegengeboekt van de Spring Forecast op de Nederlandse BNI- en BTW-afdracht zoals verwerkt bij MN 2018. In 2018 krijgt het opwaartse effect van circa 65 miljoen euro alsnog zijn beslag.

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra


X Noot
1

Kamerstuk 21 501-03, nr. 106.

X Noot
2

Kamerstuk 21 501-03, nr. 114.

X Noot
3

Kamerstuk 21 501-03, nr. 114.

X Noot
4

Kamerstuk 21 501-03, nr. 106.

X Noot
5

Zie de «Verticale toelichting» bij de Miljoenennota 2018: Kamerstuk 34 775, nr. 2.

X Noot
6

Kamerstuk 21 501-03, nr. 113.

Naar boven