Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 januari 2022
Mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid, de Minister voor Rechtsbescherming,
de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris voor
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, deel ik hierbij graag met uw Kamer de Nederlandse
inzending op de op 1 december 2021 door de Europese Commissie gedeelde vragenlijst
in het kader van de toetsingscyclus voor de rechtsstaat 20221.
In het jaarlijkse rechtsstaatrapport doet de Commissie verslag van de rechtsstatelijke
situatie in de EU als geheel en in de lidstaten afzonderlijk. Het rapport vormt de
basis van het rechtsstaatmechanisme, een instrument geïntroduceerd in 2020 waarmee
de rechtsstaat in de Unie preventief en structureel gemonitord kan worden om in een
vroeg stadium eventuele problemen in de Unie te kunnen identificeren, te bespreken
en gezamenlijk tot oplossingen te komen. De Commissie legt de lidstaten aan de hand
van vier pijlers langs de rechtsstatelijke meetlat: het rechtsbestel, het anti-corruptiekader,
mediapluriformiteit en overige institutionele zaken met betrekking tot checks and balances. Dit jaar zijn hiertoe 53 indicatoren opgesteld. In vergelijking met vorig jaar is
de reikwijdte van een aantal indicatoren uitgebreid en zijn de volgende indicatoren
toegevoegd: 19, 20, 31, 47 en 52. Welke dit zijn, ziet u terug in de bijlage. In de
beantwoording is rekening gehouden met wat Nederland vorig jaar reeds indiende. Het
virtuele landenbezoek van de Commissie aan Nederland staat gepland op 21 en 22 maart
a.s., waarbij de Commissie op ambtelijk niveau zal spreken met de meest betrokken
vakdepartementen en met relevante (beroeps)organisaties die actief zijn op het terrein
van de rechtsstaat.
De Commissie is van plan om op basis van onder meer de verkregen input het rapport
in de maand juli te publiceren. In lijn met de Nederlandse inzet heeft de Commissie
aangekondigd vanaf dit jaar concrete aanbevelingen aan de landenhoofdstukken toe te
voegen. De horizontale ontwikkelingen op het gebied van de rechtsstaat in de EU worden
vervolgens besproken tijdens de jaarlijkse rechtsstatelijkheidsdialoog in de Raad
Algemene Zaken, aangevuld met een separate bespreking van vijf van de landenhoofdstukken
per voorzitterschap. Het Nederlandse landenhoofdstuk uit de voorgaande rechtsstaatrapporten
zal in maart worden besproken.
Daarnaast is de verwachting dat, in lijn met de Nederlandse inzet, ook dit jaar thematische
onderwerpen uit het rapport bij de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken aan de orde
komen.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
W.B. Hoekstra