Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1997-1998 | 21501-02 nr. 242 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1997-1998 | 21501-02 nr. 242 |
Vastgesteld 17 februari 1998
De algemene commissie voor Europese Zaken1 en de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken2 hebben op 22 januari 1998 overleg gevoerd met staatssecretaris Patijn van Buitenlandse Zaken over de agenda van de Algemene Raad van maandag/dinsdag 26/27 januari 1998.
Van het gevoerde overleg brengen de commissies bijgaand beknopt verslag uit.
De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken deelde de commissies mede, dat bij het laatste ambassadeursoverleg in Brussel de punten WTO hormonen, Afghanistan, ASEM II en het Royaumont Proces van de agenda van de komende Algemene Raad zijn afgevoerd. Het werkprogramma van het Britse voorzitterschap is aan de agenda toegevoegd. Daarover zal een publiek debat gevoerd worden.
Vragen en opmerkingen uit de commissies
De heer Koenders (PvdA) stelde voor de agenda van de komende Algemene Raad te bespreken aan de hand van drie thema's. Op de eerste plaats het nabije buitenland: de weg naar uitbreiding, de noodzaak van een succesvolle start van de toetredingsonderhandelingen in maart en de Europese conferentie.
Op de tweede plaats de verschillende soorten van interventie en de noodzaak om te komen tot een veel effectiever gemeenschappelijk beleid tot conflictvoorkoming en -indamming. Dat betreft vooral Algerije, Kosovo en het Koerdische probleem.
Het derde thema betreft het verre buitenland: het voor Nederland zo belangrijke WTO-dossier; de relatie met China en de wankele positie van Netanyahu.
Na het debacle van Luxemburg is er in de relaties met Turkije een veelheid van problemen ontstaan. Die zouden gegijzeld kunnen worden door een reeks Griekse en Turkse veto's. Cyprus is daarbij het eerste en potentieel gevaarlijkste prioriteitsgebied. Conflicten op Cyprus moeten voorkomen worden. De verkiezingen en de wapenleveranties vormen een reëel kruitvat. Welke strategie volgt de EU in dezen in samenwerking met de VS?
Wat doet het voorzitterschap om de relaties met Turkije te normaliseren?Hoe groot acht men de kans dat Turkije aanwezigheid is op de Europese conferentie? Welke positie neemt de Nederlandse regering in ten aanzien van de Europese conferentie die zonder participatie van Turkije minder zinvol zal worden? Er komt een groot aantal onderwerpen aan de orde. Een en ander wordt ondersteund door een secretariaat van Raad en Commissie. Gaat het daarbij om onderwerpen die reeds elders besproken worden? Hoe wordt voorkomen dat er een nieuwe praatclub ontstaat met de nodige bureaucratie en veel overlapping met bestaande organisaties?
Er liggen grote uitdagingen voor het gemeenschappelijke buitenlandse beleid op het terrein van conflictvoorkoming en conflictindamming. Het lijkt alsof de EU onvoldoende strategie ontwikkeld heeft ten aanzien van Algerije. Sinds Mondorf is er veel gepraat. Ondanks vele voorbereidingsfouten is er echter toch een trojkamissie gekomen. De resultaten zijn mager en staan niet in verhouding met de enorme gewelddadigheden van het conflict. Welke vervolgstap zal Nederland maandag voorstellen nu de regering in Algerije niet bereid is te spreken over humanitaire hulp, niet wil ingaan op een mogelijk onderzoek door de VN, weigert in te gaan op ideeën voor een democratische opening en geen garanties kan of wil geven met betrekking tot bescherming van de mensenrechten? Heeft de Nederlandse regering contact met de Noren? Welke Europese landen vallen uit de boot als wordt voorgesteld de druk op Algerije te vergroten? Welke strategie stelt Nederland in dezen voor? De Algemene Raad moet een krachtig vervolg geven aan het eerste trojkabezoek.
De heer Koenders wees op het gevaar van radicalisering aan Albanese kant en van een zekere chaotisering bij de Serven en vroeg naar het resultaat van de Europees/Amerikaanse inspanningen op dit terrein. Wat gebeurt er met de autonome handelspreferenties voor Joegoslavië?
Zal de regering tijdens het gesprek met Europees commissaris Van den Broek de effectiviteit en het misbruik van Europese hulpgelden aan de orde stellen, nu uit een rapport van Berenschot blijkt dat er nog geen 3% van de Europese gelden in Bosnië is uitgegeven? De heer Westendorp heeft onlangs in het Europees Parlement gesproken over belangrijke gevallen van fraude, bijvoorbeeld met betrekking tot douanerechten.
Is de Commissie bereid hulpgelden te geven aan de steden in de Republika Srpska, nu daar een redelijk gematigde premier benoemd is? Bij een verdere verpaupering is immers het uiteenvallen van Bosnië bijna niet te voorkomen. Sterk geconditioneerde hulp moet mogelijk zijn.
Wat is de visie van de regering op het Italiaanse initiatief om een internationale conferentie te beleggen over het probleem van de Koerden?
De heer Koenders wees op zijn schriftelijke vragen over het actieplan inzake toestroom van migranten en de solidariteit binnen Schengen. Misschien kan de staatssecretaris deze vandaag beantwoorden? Hoe verhoudt de mogelijke uitwisseling van vingerafdrukken zich tot Eurodac?
In december heeft de staatssecretaris gewezen op het belang van een strategische afweging in de EU met betrekking tot een groot aantal handelsconflicten in het kader van de WTO. Daarbij is gesproken over de nauwe relatie tussen handel en politiek en over het transatlantisch kader. Door de problemen ten aanzien van de bananen en de hormonen is de WTO sterk onder druk komen te staan. Waarom is dit punt van de agenda afgevoerd? Welke inzet kiest de EU?
Minister Cook is terug uit China en stelt een ontmoeting voor tussen de Chinese en Europese regeringsleiders. Dat is een zeer goede zaak. Hoe wil het voorzitterschap de mensenrechten hierbij betrekken en hoe verhoudt de inzet van het Britse voorzitterschap zich tot de inzet van het Nederlandse voorzitterschap een jaar geleden? Kan Nederland de Britten helpen bij het smeden van eenheid in de Europese Unie?
Ten slotte vroeg hij de staatssecretaris naar de consequenties van het LGO-besluit voor economie en werkgelegenheid op de Antillen.
De heer Hessing (VVD) vroeg naar de zin van de Europese conferentie als Turkije daarbij niet aanwezig is. Is het geen doublure, een praatcircuit met weinig effect? Al te veel symboolbeleid is niet goed, omdat daardoor het accent binnen de Unie verkeerd komt te liggen.
Op 30 maart vindt er een serieuze bijeenkomst plaats. Daarbij wordt de start gegeven voor het toetredingsproces. Er zullen onderhandelingen gestart worden met zes landen, vijf plus een. Dat ene land is Cyprus. Hoe moet de Cyprische delegatie eruit zien? Wordt vastgehouden aan de voorwaarde dat met heel Cyprus gesproken wordt, inclusief de Turkse vertegenwoordigers? Als er alleen met de Griekse vertegenwoordigers gesproken wordt, hoe groot is dan het risico dat er binnenkort sprake is van twee Griekse stemmen in de Europese Raad?
Tijdens het hele toetredingsproces moet aandacht besteed worden aan de situatie van de mensenrechten. Die mag zeker niet ondergeschikt raken aan de economische aspecten die in de onderhandelingen een rol spelen.
Van het budget voor PHARE is minder dan 5% beschikbaar voor bestedingen op het gebied van public institutions and administrative reform. Is daarvoor een verklaring, of wil men het budget nog aanzienlijk verhogen?
De heer Hessing veronderstelde dat de hormonenkwestie wel behandeld is in de Landbouwraad en vroeg naar de uitkomst van die behandeling. Als de studies van de Europese Commissie niet exact gericht waren op de schade voor de volksgezondheid, waarop is de boycot van de afgelopen negen jaren dan wel gebaseerd geweest?
Bij de kwestie van de bananen speelt hetzelfde probleem. Uit de pers blijkt dat de Europese Commissie plannen ontwikkelt voor een speciaal fonds voor de oude koloniën. In dat bananendossier worden slechts de grote handelaars in Frankrijk en Engeland beschermd en niet de kleine bananenlanden. Voor deze laatste zou beter een diversificatiebeleid gestart kunnen worden om hen fundamenteel te ondersteunen bij de herstructurering van hun economie. Wat is de inzet van de Nederlandse regering in dezen?
Er ligt een actieplan voor Irak. Dat bevat een groot aantal punten. De regering geeft echter geen mening over dit actieplan. Is de staatssecretaris van mening dat de aandachtspunten 1 en 4 uit het JBZ-onderdeel voldoende zijn uitgewerkt in het actieplan?
De heer Hessing sprak de vrees uit dat het optreden van Saddam Hussein met betrekking tot de wapeninspecties van de VN een neerwaartse spiraal veroorzaakt. Is de opstelling van de leden van de EU die tevens lid zijn van de Veiligheidsraad een punt van bespreking tijdens de Algemene Raad?
Hij verbaasde zich over de uitspraak van de Europese commissaris dat de Algerijnse regering geen enkele verantwoordelijkheid draagt. Bescherming van de eigen burgerbevolking is immers de eerste taak van welke regering dan ook! Is het juist dat de Noren nu wel een onderzoek mogen uitvoeren? Is dat een aardige geste van Algerije naar de Europese Unie?
Hij verheugde zich over het bezoek van de heer Li Peng aan Nederland en het tegenbezoek van de heer Wijers en was bijzonder ingenomen met de succesvolle diplomatie van de Verenigde Staten. Die heeft ertoe geleid dat China nu zelf overleg vraagt met de VN-commissaris voor de mensenrechten, mevrouw Robinson. Die ontwikkeling moet door de EU zeer positief worden benaderd. Dit is een goed voorbeeld van een gezamenlijk optrekken van de EU en de VS. Het stemt tot grote tevredenheid dat China nu bereid is te spreken over de mensenrechten.
Het stelde de heer Hessing teleur dat de effectiviteit van de steun van de Europese Unie aan de Palestijnen te wensen overlaat. Er is vrij veel geld ingepompt, maar de economie is gekrompen. Er schijnt ook sprake te zijn van fraude. Het geld moet wel goed terechtkomen.
Ten slotte wees hij op een krantenbericht over de benoeming van de heer Duisenberg. De heer Duisenberg zou conform het Verdrag van Maastricht wel voor acht jaar worden benoemd, maar op basis van een gentlemen's agreement na vier jaar afscheid nemen en de hamer overgeven aan de heer Trichet. Dat zou een zeer vreemde constructie zijn die overigens niets met een gentlemen's agreement te maken heeft. Het is gesjacher van de ergste soort. Indien dit inderdaad het geval is, is dat een blamage zowel voor Nederland als voor de Europese Unie.
De heer Van den Bos (D66) stelde dat Turkije duidelijk gefrustreerd is door de afgelopen Europese top. Daarmee is de Europese conferentie in een merkwaardig daglicht komen te staan. Wat kan Nederland specifiek doen om de relatie tussen de EU en Turkije zoveel mogelijk te herstellen, ook gegeven de opstelling van de Nederlandse regering bij de afgelopen Europese top?
Er is duidelijk sprake van een groot probleem ten aanzien van Cyprus. De kans dat er onderhandeld kan gaan worden met een delegatie waarvan ook de Turkse gemeenschap van de heer Denktash deel uitmaakt, is buitengewoon klein. Wat gebeurt er als het niet lukt? Wordt er dan alleen met het Griekse deel onderhandeld? Wordt er in het geval daarmee overeenstemming wordt bereikt, gewacht totdat de Turken erbij komen of wordt alleen Grieks-Cyprus toegelaten? Dat is een zeer onwenselijke situatie. Is het een beetje de kwadratuur van de cirkel waarvoor niemand een oplossing weet? Is er iets verstandigs te zeggen over de manier waarop er geopereerd gaat worden? Wat is de inzet van de Nederlandse regering?
De heer Van den Bos vroeg zich af, hoe het mogelijk is dat zoveel Koerden Turkije hebben kunnen verlaten. Heeft de Nederlandse regering aanwijzingen dat de Turkse regering dit welbewust heeft toegelaten of zelfs heeft gestimuleerd? Zitten er grote, misschien wel criminele organisaties achter? Hij vond dat in Nederland zwaar overdreven gereageerd is op een eventuele toestroom van Koerden. Vooral aan de zijde van het CDA en de VVD was sprake van een merkwaardige paniek. Was die verontrusting gerechtvaardigd? Zijn er al Koerden aangehouden?
Hij wees erop dat er reeds eerder overeenstemming bestond over een verscherping van de controles. Het is natuurlijk gerechtvaardigd om ook achter de grenzen scherpe controles te houden. Die maatregelen zouden toch genomen zijn.
De heer Van den Bos had zich bij herhaling verbaasd over de inactiviteit van de Europese Unie met betrekking tot Algerije. Waarom is er pas tijdens de ramadanperiode waarin een golf van geweld ontstond, initiatief genomen door de EU? Waarom is niet een halfjaar eerder het initiatief genomen voor het zenden van een trojka? De besluitvorming in dezen is heel duister. De EU heeft heel weinig zichtbare actie ondernomen. Politiek gezien begreep hij de houding van de Algerijnse regering wel, doch hij vond deze niet te rechtvaardigen. Er is wel degelijk rechtsgrond voor de buitenwereld om zich ermee te bemoeien als het gaat om hele grove schendingen van de mensenrechten. Als hetgeen de Algerijnse regering zegt inderdaad waar is, heeft zij niets te vrezen van een internationaal onderzoek.
Het bezoek van Netanyahu aan de Amerikaanse president is een fiasco. De EU moet een actieve rol spelen in het vredesproces in het Midden-Oosten als aanvulling op hetgeen de Amerikanen doen. Maar als het zelfs de Amerikaanse president niet lukt het kabinet-Netanyahu in beweging te krijgen, welke invloed kan de EU dan nog aanwenden? Hij hoopte dat het Israëlische kabinet in elkaar stort en er nieuwe verkiezingen komen.
De heer Van den Bos vroeg naar het oordeel van de regering over de huidige situatie in Albanië. Hoe ontwikkelt een en ander zich op dit moment, welke bijdrage levert de Europese Unie en welke perspectieven zijn er voor het ontstaan van een stabiele situatie aldaar?
De heer Verhagen (CDA) sloot zich aan bij de vragen over de uitbreidingsonderhandelingen. Het is zaak alert te zijn op de situatie in Cyprus en op de mensenrechten. Het is jammer dat het Europees Parlement deze aspecten niet betrokken heeft bij het algemene rapport over de uitbreiding, doch in het kader van het rapport Agenda 2000 pas nader ingaat op het falen van de mensenrechtenpolitiek. Hoe verhoudt een en ander zich in relatie tot de criteria van Kopenhagen?
De institutionele en financiële componenten vragen de nodige aandacht voordat er sprake kan zijn van een succesvolle uitbreiding. De toevoeging van het werkprogramma van het voorzitterschap aan de agenda van de Algemene Raad is in dezen zeer relevant. Wat verwacht de staatssecretaris concreet van het Engelse voorzitterschap op dit punt? Gaat het daarbij om «op de winkel passen»?
De heer Verhagen verwees naar een bericht in het Algemeen Dagblad over de discussies tussen premier Kok en premier Blair over de financiële positie van Nederland. Daarbij zou staatssecretaris Patijn verwezen hebben naar Fontainebleau. Dat wekt de indruk alsof Nederland bereid is de VK-compensatie te blijven accepteren, onder de voorwaarde dat Nederland steun van de Engelsen krijgt met betrekking tot de nettopositie. Welke afspraken zijn er in dezen gemaakt en wat is de bedoeling van de verwijzing naar Fontainebleau? Nederland heeft steeds gepleit voor een herziening van de structuurfondsen, de landbouwfondsen en voor een verschuiving van middelen, ook naar Midden- en Oost-Europa. Zijn deze onderwerpen aan de orde gekomen?
Wordt er gedacht aan de mogelijkheid om in de nabije toekomst over te gaan tot etikettering; dus hormoomvrij vlees en niet-hormoonvrij vlees? De consument weet dan wat er in het vlees zit. Vooruitlopend op de eventuele onmogelijkheid om de grenzen dicht te houden vanwege de WTO-uitspraak zou dat wellicht het overwegen waard zijn. Een iets actievere opstelling is hier gewenst.
Hij was buitengewoon ingenomen met het actieplan voor de toestroom van migranten uit Irak en Turkije. Zo'n actieplan is wel degelijk noodzakelijk. Uit de plotselinge toestroom in oktober en november bleek immers dat de afspraken van Dublin en Schengen niet effectief werden nagekomen. De voorgestelde maatregelen zijn uiterst noodzakelijk. Daardoor kunnen ook andere landen aangesproken worden op hun plichten in dezen. In dit kader heeft er onder andere een bijeenkomst plaatsgevonden van IND- en politiefunctionarissen uit de verschillende Europese landen. De Turkse politiefunctionarissen achtten zich echter niet gehouden aan de gemaakte afspraken omdat er geen veroordeling van de PKK in vermeld werd. Welke stappen worden op politiek niveau ten aanzien van Turkije genomen om te komen tot een effectieve aanpak van de problematiek van de illegale immigratie?
Inzake de wederopbouwhulp aan de Balkan en de hulp aan de Palestijnen sloot de heer Verhagen zich aan bij de reeds gestelde vragen over de fraude. Het is vreemd dat nu ineens voorwaarden worden gesteld aan de Palestijnen met betrekking tot de besteding van de middelen. Het is toch normaal dat de donor betrokken wordt bij de opstelling van programma's waaraan steun verleend wordt? Zijn de voorwaarden die nu gesteld worden, afdoende om een effectief antwoord te geven op de geconstateerde fraude? Ook bij de voorgestelde ondersteuning van de verkiezingen in Cambodja, worden geen voorwaarden gesteld. Dat is uitermate vreemd.
Hij deelde de somberheid over de ontwikkelingen in het Midden-Oosten. Als premier Netanyahu precies zou aangeven welke maatregelen van de Palestijnen verwacht worden in het kader van een effectieve terroristenbestrijding, weet men welke stappen er gezet moeten worden voor een voortgang van het vredesproces. Is daarover gesproken tijdens de top van 5 december tussen Europa en de Verenigde Staten? Welke afspraken zijn er gemaakt over de complementaire rol van de Europese Unie en welk stappen zijn daarbij gezet? Er zijn namelijk twee tegengestelde visies: enerzijds een complementaire rol van de EU ten aanzien van de Amerikanen en anderzijds roept Manuel Marin in toenemende mate de EU op die complementariteit te verlaten en een eigen rol op te eisen. Maar wat is de effectiviteit daarvan, mede met het oog op hetgeen Clinton kan bereiken?
De heer Verhagen nam aan dat er tijdens de Algemene Raad een verslag verschijnt over de missie van de trojka naar Algerije. Uit de reacties blijkt immers een enorm vertrouwen in het vervolg: de dialoog is gestart; de minister van Buitenlandse Zaken van Algerije komt binnenkort naar Londen en dan zal «alles recht komen». Dat is een beetje de teneur. Het bezoek van diezelfde minister aan Luxemburg heeft echter niet geleid tot enige toegeeflijkheid. Kan de staatssecretaris aangeven waarop het optimisme gestoeld is?
De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken was redelijk positief over de effecten van de besluitvorming van de Europese Raad in Luxemburg. Er is een startbesluit genomen ten aanzien van de onderhandelingen respectievelijk de pretoetredingsgesprekken. Voor alle betrokkenen, inclusief degenen waarmee nog geen formele toetredingsonderhandelingen ex artikel N zullen plaatsvinden, heeft dat aanleiding gegeven tot relatief grote politieke blijdschap. Bovendien is er volledige overeenstemming bereikt over de toetredingsstrategie. Er is een traject uitgezet dat voor allen het perspectief biedt dat er een belangrijke samenwerking tot stand gebracht kan worden tussen de Europese Unie en de individuele toetredende landen: partnerschapovereenkomsten, preaccessiesteun, toespitsing van PHARE, eventueel op termijn steun bij de herstructurering van de landbouw en selectieve toegang tot de programma's van de Europese Unie. Er is een zeer belangrijk palet neergelegd dat de EU in staat stelt een maatwerkbeleid te voeren. Dat succes moet in belangrijke mate geschreven worden op het conto van de Europese Commissie en op het Luxemburgse voorzitterschap dat de grote, oplopende gevoeligheden ten aanzien van het politieke besluit heeft weten in te dammen in een besluitvorming die alle betrokkenen tevreden stelt.
Er is bij die pretoetredingsstrategie zeer scherp gelet op de mensenrechtencriteria en de democratie- en rechtsstaatcriteria van de verklaring van Kopenhagen. De meeste landen van Centraal- en Oost-Europa die perspectief hebben op lidmaatschap, zitten – met nuances uiteraard – op het goede traject wat het conversieproces van dictatoriaal geleide landen naar democratie betreft. Vanzelfsprekend bewaakt de EU dit proces zorgvuldig. Als er signalen komen dat zaken in strijd zijn met de beginselen van Kopenhagen, zal de EU die steeds scherp in de gaten houden. Er kunnen geen toetredingsonderhandeling gevoerd blijven worden als er sprake is van serieuze twijfel of deze landen zich politiek tot de onze kunnen rekenen. Daarover bestaat tussen regering en parlement en ook tussen de collega's van de Europese Unie geen enkel misverstand. Het is een broos proces in sommige landen, maar in alle landen gaat het de goede kant op.
Het is minder vreugdevol dat er tijdens de Europese Raad in Luxemburg geen volledige overeenstemming is bereikt over de positie van Turkije. Uiteraard is Turkije een opening geboden. Er kan echter niet gesproken worden over een naadloze aansluiting en consensus tussen de EU en Turkije. Het ziet ernaar uit dat dit ertoe zal leiden dat Turkije voorlopig niet zal deelnemen aan de Europese conferentie. Die positie heeft premier Yilmaz nogal hard naar voren gebracht. De staatssecretaris meende dat de diplomatie erop gericht moet zijn Turkije niet te ondersteunen in haar observatie dat het glas voor een kwart leeg is, maar er vooral op te wijzen dat het glas voor driekwart vol is. De combinatie van deelname aan de Europese conferentie, het opgaan van een traject van intensivering van samenwerking in de Douane-unie en het gebruikmaken van de overige dialoogmogelijkheden, dat is het traject dat de EU met Turkije wil en kan doorlopen. Het is in niemands voordeel dat af te snijden vanwege de teleurstelling in Luxemburg. Het is belangrijk dat die weg opengehouden wordt. Mocht Turkije niet komen op de eerste Europese conferentie, dan is het belangrijk Turkije ervan te overtuigen dat het nuttig is wél aanwezig te zijn op de tweede of de derde Europese conferentie.
In deze besluitvormingsronde bleek het niet mogelijk binnen Europa consensus te bereiken op basis van het ambitieniveau van de Turkse regering. Als de EU daarbij een inhoudelijk redelijk geloofwaardig alternatief biedt, is het onverstandig van de Turkse autoriteiten om dat te betitelen als «belediging van de intelligentie». Er is in Luxemburg een breed platform neergelegd voor intensivering van de samenwerking tussen de EU en Turkije. Het is nu aan de Turkse regering daarop te antwoorden.
Misschien waren een andere toonzetting en een andere voorbereiding wenselijk geweest. De inzet is nimmer geweest Turkije toegang te geven tot een volledige preaccessiestrategie zoals die nu voor de Oost-Europeanen is geformuleerd. Wat de mate van overeenstemming met Turkije betreft, valt het eindresultaat in Luxemburg tegen, inhoudelijk biedt het echter alle mogelijkheden om de draad weer op te pakken. Uiteraard staat er nog veel onder de hypotheek van de Grieks-Turkse relatie en moeten de angels uit de gevoelige situatie op Cyprus gehaald worden, maar de hemel tussen de Europese Unie en Turkije is niet ingestort.
Uiteraard is er nog een heleboel diplomatie nodig, met name ten aanzien van de bedorven bilaterale situatie tussen Turkije en Griekenland en de buitengewoon gevoelige situatie op Cyprus. Op dit moment is David Hannay namens het voorzitterschap in Ankara om dit hele pakket te bespreken. Dat is diplomatie op zeer hoog niveau. Dat is bij David Hannay in kundige handen. Het is een zorgvuldig proces, temeer omdat de Turkse regering uitspraken heeft gedaan die de speelruimte tussen nu en de start van de Europese conferentie wel heel gering maken.
De Europese Unie, inclusief de Nederlandse regering, is zich er zeer van bewust dat voorkomen moet worden dat de situatie op Cyprus uit de hand loopt. Daarover bestaan zeer goede afspraken, ook in parallelle diplomatie met de Amerikanen. Het meest dringend daarbij zijn niet de toetredingsonderhandelingen of de relatie met Europa, maar een militaire misser van de Cypriotische regering, namelijk het besluit tot aanschaf van een aantal grond-luchtraketten van zeer lange dracht wat zou kunnen leiden tot beïnvloeding van de militaire situatie in die regio. Dit onderwerp heeft alle aandacht. Een concreet plaatsingsbesluit houdt in de huidige situatie grote risico's in. Er is dan ook alle reden de Cypriotische regering te verzoeken tot heroverweging in dezen. De concrete discussie daarover zal echter pas na de verkiezingen gevoerd kunnen worden.
Een- en andermaal is door de Europese Raad tot uiting gebracht dat de onderhandelingen met Cyprus in beginsel tot doel hebben een band tot stand te brengen tussen de Europese Unie en een Verenigd Cyprus, die alle bevolkingsdelen ten goede komt. Dat blijft het uitgangspunt. Mocht het op korte termijn niet mogelijk zijn binnen de Cypriotische gemeenschap overeenstemming te bereiken over de samenstelling van de delegatie naar de Europese conferentie, dan zal aan de hand van de dan ontstane situatie bepaald worden wat er gedaan moet worden. Er is duidelijk gesteld, dat de onderhandelingen met Cyprus zullen beginnen zes maanden na de IGC, bovendien zijn er randvoorwaarden gesteld ten aanzien van de betrokkenheid van de Turkse gemeenschap en de samenstelling van de delegatie. Die kwadratuur van de cirkel moet worden opgelost. Er liggen verschillende opties; precieze besluiten kunnen echter pas genomen worden nadat er een nieuwe Cypriotische regering is en er door het Engelse voorzitterschap met de Cypriotische regering en de Turkse gemeenschap is geëxploreerd hoe men een en ander ziet; Mocht het niet mogelijk zijn tot een akkoord te komen, dan moeten daaruit conclusies getrokken worden.
Als er nu gekozen zou worden voor de scherpe opstelling dat Cyprus niet toegelaten wordt tot de toetredingsonderhandelingen als er vóór 30 maart geen helderheid komt hoe een en ander precies geregeld is tussen de twee gemeenschappen, dan is er geen bijeenkomst van 30 maart.
Op 30 maart vindt de ceremoniële start van de toetredingsonderhandelingen plaats. De Europese conferentie is bedoeld als een multilaterale overkoepeling om de relaties tussen de lidstaten van de Europese Unie en iedereen die een perspectief heeft op volledig lidmaatschap te regelen. Er worden met name onderwerpen gekozen die betrekking hebben op regionale veiligheidsonderwerpen en op de derde pijler. Een soort multilaterale controle-instantie van eerstepijleronderwerpen respectievelijk toetredingsonderhandelingen zijn in dat proces uitdrukkelijk buiten haakjes gezet. Daarover moet de besluitvorming nog plaatsvinden. Over de politieke overkoepeling bestaat min of meer overeenstemming. De inhoudelijke agenda voor de komende jaren is nog niet precies bepaald, evenmin is de secretariële ondersteuning ingevuld. Als de Nederlandse regering haar zin krijgt, zal dat een lichte structuur zijn en een flexibele agendavoering. De Commissie is immers mandaathouder van het hele toetredingsproces. De invulling moet nog plaatsvinden en zal, gelet op de actualiteit of bijzondere politieke wensen, een wisselende inhoud krijgen.
De kwestie Algerije zal volgende week apart besproken worden. De binnenlandse ontwikkelingen c.q.de internationale fall-out van wat er in Algerije plaatsvindt is op dit moment een van de meest indringende politieke bespreekpunten binnen de Europese Unie. Het feit dat de EU zo weinig zichtbaar actie in dezen heeft genomen, heeft te maken met het zorgvuldig zoeken naar bruikbare aangrijpingspunten voor een discussie tussen de Europese Unie en Algerije op basis van unanimiteit waarvan steeds sprake moet zijn willen er namens de EU formeel stappen ondernomen kunnen worden richting Algerije. Het betreft immers gemeenschappelijk buitenlands veiligheidsbeleid. Als het Verdrag van Amsterdam geratificeerd zal zijn, kan de unanimiteit onder bepaalde omstandigheden verlaten worden. Pas in de recente periode is de EU in staat op te treden, mede dankzij de inspanningen van het Nederlandse en Luxemburgse voorzitterschap en de diplomatie van minister Poos. Het zenden van een trojka vereist een formeel besluit in het kader van de tweede pijler en dus unanimiteit. Die is tot nu in belangrijke mate afwezig geweest in het kader van het GBVB.
De EU moet de goede hendel vinden voor de benadering van het probleem in Algerije. Het gaat daarbij onder meer om de toegang tot de Algerijnse regering en de andere gesprekspartners, het evenwicht in en de geloofwaardigheid van een optreden voordat er werkelijk iets gedaan kan worden. Het heeft lange tijd gekost voordat er consensus bestond over de door de Europese Unie als zodanig in dezen te spelen diplomatieke en wellicht ook humanitaire rol. De hendel is tot nu toe beperkt geweest. Formeel komt er aanstaande maandag een rapport van de trojka. Uit de voorlopige rapportage blijkt echter dat de resultaten van die missie bescheiden zijn geweest. De contacten hebben zich beperkt tot de Algerijnse regering en een aantal oppositionele groepen uit het Algerijnse parlement. De Algerijnse regering heeft een zeer terughoudende opstelling gekozen ten aanzien van het bespreekbaar maken van het onderwerp, alsmede ten aanzien van de oproep die de trojka heel duidelijk heeft neergelegd bij de Algerijnse regering, namelijk dat, om het probleem in zijn nationale en internationale politieke scherpte hanteerbaar te maken, grotere informatieverschaffing en transparantie over wat er gebeurt absoluut noodzakelijk zijn. De Algerijnse regering heeft eigenlijk geen enkele opening geboden. De oppositionele partijen hebben geen enkele duidelijke indicatie gegeven, dat de Algerijnse regering dit gedaan zou hebben om haar eventuele of vermeende eigen rol in bepaalde wreedheden te verbergen. Objectieve waarnemers zijn voor de Algerijnse regering lastig te accepteren omdat daardoor de indruk gewekt zou kunnen worden dat het gaat tussen een slechte regering en een slechte oppositie en dat de waarheid ergens in het midden ligt. Hoe de Algerijnse regering in de toekomst zal omgaan met de dringende wens om meer transparantie en meer objectieve, feitelijke informatie, moet worden afgewacht. Er komt een follow-upgesprek tussen het Britse voorzitterschap en de Algerijnse minister van Buitenlandse Zaken. De politieke conclusie zal aanstaande maandag getrokken worden.
De staatssecretaris herinnerde er uitdrukkelijk aan dat Nederland de massale migratie van de Koerden reeds over de zomer zorgvuldig geregistreerd heeft. Nederland heeft dit onderwerp in de EU en in Schengenverband op het hoogste politieke niveau aan de orde gesteld. De Nederlandse regering heeft samen met de Duitse regering uitdrukkelijk gevraagd actieprogramma's te ontwikkelen. Het onderwerp staat allang op de agenda maar heeft publicitaire scherpte en onhanteerbaarheid gekregen naar aanleiding van een of twee incidenten in Italië. Het actieprogramma van de EU is in feite al langer in voorbereiding. De EU heeft een geïntegreerde benaderingswijze gekozen. Daarbij is nadrukkelijk aandacht besteed aan de situatie in Noord-Irak, de rol van Turkije als transitland, de opstelling van de Turkse regering en de kwestie van Turkse en Koerdische criminele organisaties en aan kwesties die te maken hebben met grensbewaking, politiële samenwerking binnen Europa voor het ontmantelen van criminele organisaties, de werking van de conventie van Dublin en eventuele nadere afstemming van het asielbeleid ten opzichte van deze migratiestroom. De overgrote meerderheid daarvan betreft overigens economische migranten die van het asielinstrument gebruikmaken. Dit programma is er. Het zal aanzienlijke inspanningen vergen om al die onderwerpen in te vullen en effectief te benaderen. Het aanspreken van de Turkse overheid op haar verantwoordelijkheden is één van die punten. Het gaat daarbij om drie onderdelen: een beter afgrendelen van de Iraaks/Turkse grens, Turkse samenwerking bij het ontmantelen van criminele reisorganisaties en een andere benadering van vluchtelingen die op Turks grondgebied worden aangetroffen. Inzake de werking van de Geneefse verdragen heeft de Turkse regering in het verleden een voorbehoud gemaakt ten aanzien van Aziatische vluchtelingen. In het kader van een afspraak met de UNHCR vindt er binnen vijf dagen een beoordeling plaats. Hierover is gesproken in Rome. Daarbij was geen sprake van onwil bij de Turkse delegatie, zij had echter geen mandaat een stuk te onderschrijven dat zij pas 24 uur eerder van het Italiaanse voorzitterschap had gekregen. De staatssecretaris beoordeelde deze wijze van aanpak door de EU positief. Nu moet de vertaalslag gemaakt worden.
Natuurlijk kan er uit Izmir niet een boot met 1000 vluchtelingen vertrekken zonder medeweten van de Turkse regering. Het gaat erom de Turkse regering ervan te overtuigen dat daarmee richting Europa iets buitengewoon ongewensts gebeurt en dat zij in goed onderling overleg daartegen moet optreden.
De stroom Koerdische illegale asielzoekers is begin van het afgelopen jaar op gang gekomen. Het totale aantal over 1997 ligt tussen 9000 en 10 000. Daarom heeft Nederland zelf de cyclus van internationale samenwerking op gang gebracht.
De Dublin conventie geeft toegangsregels voor asielzoekers in de landen van de EU, waardoor een vluchteling maar in één land asiel kan aanvragen. Indien geconstateerd wordt dat een asielaanvrager hetzij al elders asiel heeft aangevraagd, hetzij niet gerechtigd is asiel aan te vragen, moet die worden overgedragen onder overlegging van bepaalde administratieve bewijsstukken. Vingerafdrukken kunnen daarbij een rol spelen. In Eurodac-verband gaat het om identificatie van vluchtelingen die in een land asiel hebben aangevraagd, zijn afgewezen en in feite naar het volgende land zijn gereisd en aldaar dezelfde procedure in gang hebben gezet.
De Europese Unie blijft de situatie in Kosovo wel degelijk goed volgen. Het is een lastig proces omdat men te maken heeft met de regering van de federale republiek Joegoslavië die in deze wereld een wat geïsoleerd diplomatiek bestaan leidt. Er vinden regelmatig contacten plaats tussen vertegenwoordigers van het voorzitterschap – in zeer nauwe samenwerking met de VS – en de leiding van Belgrado. Daarbij wordt aangedrongen op voorzichtig optreden, vergroting van de autonomie en normalisatie van verhoudingen tussen het Servische gezag en de Albanese meerderheid in Kosovo. Er wordt gezocht naar diplomatieke aangrijpingspunten en drukmiddelen. Bij verdere normalisatie van de politieke betrekkingen tussen de EU en de federale republiek Joegoslavië kan er absoluut geen sprake zijn van wezenlijk verdergaande stappen zoals samenwerkingsakkoorden, handelsakkoorden, et cetera, als er geen duidelijke understanding is tussen de federale republiek Joegoslavië en de rest van de wereld over een aanzienlijke verbetering van de rechtspositie en van de politieke positie van de Albanese minderheid in Kosovo.
In Albanië zelf verloopt de zaak in diplomatiek opzicht goed. De binnenlandse politieke tegenstellingen verbeteren zich echter onvoldoende snel. In de dialoog tussen de EU en Albanië zal blijvend worden aangedrongen op een formele en materiële normalisatie van politieke verhoudingen.
Naar aanleiding van berichten over fraude met betrekking tot de hulp aan Bosnië is er een kort onderzoek geweest naar de kwaliteit van de besteding van de Nederlandse hulpgelden. Daarbij doen zich geen noemenswaardige fraudegevallen voor. Zowel in Bosnië als in de Palestijnse gebieden gaat veel tijd verloren met de opbouw van een counterpartsituatie. De EU heeft maatregelen genomen om fraude tegen te gaan. Die leiden overigens tot vertraging in bestedingsmogelijkheden. Een deel van de problemen wordt veroorzaakt door het feit dat de Bosnische autoriteiten onvoldoende middelen hebben om smokkel c.q. het niet afdragen van douanerechten tegen te gaan. De staatssecretaris zegde toe de Kamer hierover schriftelijk te informeren.
Als de nieuwe regering van de Republika Srpska de Daytonakkoorden op een goede manier implementeert, is er alleszins reden om op het gebied van hulpverlening de terughoudendheid te laten varen. Ook de houding van die regering tegenover de oorlogsmisdadigers moet hierbij betrokken worden.
De staatssecretaris wees op de risico's van cumulatie van irritatiepunten tussen de twee grote aandeelhouders in het wereldhandelsbestel, de VS en Europa. Het gaat daarbij om kwesties zoals het bananendossier, hormonen in vlees, genetische modificatie van materialen en risicomaterialen van dierlijke oorsprong in farmaceutica. Tijdens een langdurig gesprek met de assistant secretary of state for European affairs had de staatssecretaris geprobeerd duidelijkheid te krijgen ten aanzien van de vraag, welke stappen er ondernomen zijn om een aantal van die zaken echt op te lossen. Hij zegde toe tijdens zijn komende bezoek aan de VS te bekijken of een of meer van deze zaken uit de wereld geholpen kunnen worden. Het is echter niet altijd in de handen van Europa om conflictstof uit de weg te ruimen, getuige o.a. de d'Amatowetgeving ten aanzien van Libië en Iran.
Europa is vanzelfsprekend bereid goed samen te werken met de VS bij de ontwikkeling van een zeer zorgvuldige politiek als het gaat om staatsterrorisme of het ontwikkelen van massavernietigingswapens. Europa heeft in dezen ook een eigen verantwoordelijkheid. Aan beide zijden van de oceaan moet worden nagedacht. Echter de wezenlijke oplossing van dreigende ernstige conflicten die hun origine vinden in extraterritoriale wetgeving van de Amerikanen, is een interne Amerikaanse discussie. Nogmaals, een cumulatie van geschillen heeft lastige politieke, bijna strategische effecten, maar conflicten moeten opgelost worden aan die kant van de oceaan waar zij hun origine vinden.
De benadering van China door het Engelse voorzitterschap ligt dicht bij de wensen zoals die onder het Nederlandse voorzitterschap zijn ontwikkeld. Nederland heeft altijd aan dezelfde kant van het touw getrokken, ook toen de verhoudingen binnen de EU soms wat scherp werden. Zowel in Peking als in Brussel is men een conflict verder en een conflict wijzer. Aan beide zijden bestaat de bereidheid elkaar met nieuwe stappen en nieuwe middelen tegemoet te treden. De EU heeft er geen enkel belang bij om de relaties met China onnodig te bemoeilijken en op scherp te stellen, terwijl er aan Chinese zijde geen enkel belang is om het bestaan van mensenrechtendiscussies en mensenrechtenproblematiek te ontkennen. Het bezoek van mevrouw Robinson aan China is dan ook te verwelkomen.
Het Nederlandse voorzitterschap heeft zich buitengewoon ingespannen om niet alleen het onderwerp mensenrechten op de agenda te zetten, maar vooral ook om op dat punt gemeenschappelijke Europese posities te betrekken. Buiten zijn schuld is het Nederlandse voorzitterschap daarin niet geslaagd. Er bestond Kamerbrede consensus dat het optreden van de Nederlandse regering en met name van minister Van Mierlo buitengewoon nuttig geweest is. Met die ervaring exploreert de Britse regering de volgende stappen om te bekijken of dit onderwerp verder te krijgen is. Natuurlijk heeft Europa lering getrokken uit de zwakheden die aan het licht komen als er in de mensenrechtencommissie van de VN uiterst verdeeld wordt opgetreden. De verwachting is dat de Britse regering met die ervaring nieuwe diplomatieke initiatieven zal ontplooien om dat te voorkomen.
De staatssecretaris verwachtte niet dat het Britse voorzitterschap de discussie over de institutionele en financiële componenten van de EU hoog op de agenda zal plaatsen. In formele zin zal het debat over de financiële verhoudingen binnen de EU pas echt van de grond komen als de Europese Commissie haar evaluatie heeft geschreven over het eigenmiddelenbesluit. Die wordt niet voor het najaar verwacht. Bovendien heeft de Britse regering er geen wezenlijk belang bij om nieuwe grond te betreden op dit gebied. Via de regeling van Fontainebleau zit de Britse regering in een buitengewoon geprivilegieerde positie. De verwijzing naar Fontainebleau strekte ertoe aan te geven, dat het de discussie over nieuwe financiële verhoudingen en het bereiken van een stabiele consensus zeer zou vereenvoudigen als de Britse regering niet iedere discussie over het Britse rebate afkapt. Mocht de Britse regering echter insisteren, dan herinnert de Nederlandse regering eraan dat er, naast het Britse rebate, nog een zin stond in het communiqué van Fontainebleau, namelijk dat lidstaten die in een vergelijkbare positie als het VK verkeren ook recht hebben op bepaalde voorzieningen. Instrumenten als nettobegrenzers komen dan aan de orde. Een deel van de politieke problemen zit in de afspraken van Fontainebleau en een deel van de oplossing zal gevonden moeten worden in hetzij Fontainebleau ten grave te dragen, hetzij integraal toe te passen.
Het Verdrag van Maastricht schrijft voor dat de president van de Centrale Bank eenmalig benoemd wordt voor een ambtsperiode van acht jaar. Afgezien van het feit dat het nu gaat om een Nederlander die de regering eminent gekwalificeerd acht om deze positie te bekleden, was de staatssecretaris van mening dat het essentieel is voor de onafhankelijkheid van de Centrale Bank om vast te houden aan het principe van een eenmalige benoeming voor een langere periode zodat ook in psychologische en politieke zin de president van de Centrale Bank met een mandaat van de Europese Raad die onafhankelijkheid kan bekleden. Hij voelde zich in dezen buitengewoon gesteund door een zeer goed geïnformeerd en beargumenteerd artikel in The Economist van afgelopen week, waarin exact dat betoog wordt gehouden. De Nederlandse regering wil een behoorlijke verdragstoepassing en vaart verder op de politieke committering die een overgrote meerderheid van de lidstaten op de persoon en de functie van de heer Duisenberg heeft afgegeven.
Samenstelling: Leden: Van der Linden (CDA), Blauw (VVD), Van Nieuwenhoven (PvdA), Weisglas (VVD), Terpstra (CDA), Verspaget (PvdA), Soutendijk-van Appeldoorn (CDA), Ter Veer (D66), voorzitter, Ybema (D66), Van Middelkoop (GPV), Leers (CDA), Sipkes (GroenLinks), Woltjer (PvdA), ondervoorzitter, Hendriks, Gabor (CDA), Voûte-Droste (VVD), Schuurman (CD), Hessing (VVD), Van den Bos (D66), Van Oven (PvdA), Hoogervorst (VVD), Rouvoet (RPF), Van Waning (D66), Rehwinkel (PvdA) en Koenders (PvdA).
Plv. leden: Bukman (CDA), Te Veldhuis (VVD), Blaauw (VVD), Verhagen (CDA), Van der Ploeg (PvdA), Hillen (CDA), Koekkoek (CDA), Wessels (D66), Van den Berg (SGP), Van der Hoeven (CDA), M.B. Vos (GroenLinks), Witteveen-Hevinga (PvdA), Meyer (groep-Nijpels), G. de Jong (CDA), O.P.G. Vos (VVD), Poppe (SP), Van Heemskerck Pillis-Duvekot (VVD), Roethof (D66), Crone (PvdA), Verbugt (VVD), Leerkes (Unie 55+), Hoekema (D66), Lilipaly (PvdA) en Adelmund (PvdA).
Samenstelling: Leden: Beinema (CDA), Van der Linden (CDA), ondervoorzitter, Blaauw (VVD), Weisglas (VVD), Van Heemskerck Pillis-Duvekot (VVD), H. Vos (PvdA), Verspaget (PvdA), Ybema (D66), Apostolou (PvdA), Van Middelkoop (GPV), Valk (PvdA), Sipkes (GroenLinks), Woltjer (PvdA), voorzitter, Hessing (VVD), Van den Bos (D66), Hoekema (D66), Marijnissen (SP), Verhagen (CDA), Roethof (D66), Rouvoet (RPF), Van den Doel (VVD), Meyer (groep-Nijpels), De Haan (CDA), Visser-van Doorn (CDA) en Koenders (PvdA).
Plv. leden: Leers (CDA), Bremmer (CDA), Korthals (VVD), Van der Stoel (VVD), Voûte-Droste (VVD), Van Nieuwenhoven (PvdA), Lilipaly (PvdA), De Graaf (D66), Van Gijzel (PvdA), Van den Berg (SGP), Rosenmöller (GroenLinks), Van Oven (PvdA), Hoogervorst (VVD), Dittrich (D66), Hillen (CDA), Van Ardenne-van der Hoeven (CDA), Van Waning (D66), Leerkes (Unie 55+), Bolkestein (VVD), Hendriks, Bukman (CDA), Gabor (CDA) en Dijksma (PvdA).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-21501-02-242.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.