Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | 21501-02 nr. 2398 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | 21501-02 nr. 2398 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 augustus 2021
Hierbij bied ik u het verslag aan van de informele Raad Algemene Zaken van 22 en 23 juli 2021
De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A.M. Kaag
VERSLAG INFORMELE RAAD ALGEMENE ZAKEN 22–23 JULI 2021
Op donderdag en vrijdag 22 en 23 juli jongstleden vond een informele Raad Algemene Zaken (RAZ) plaats. De Minister van Buitenlandse Zaken was verhinderd om aan deze vergadering deel te nemen. Nederland werd vertegenwoordigd door ambassadeur van Nederland in Ljubljana.
Prioriteiten EU-Voorzitterschap Slovenië
Het Sloveens Voorzitterschap presenteerde zijn prioriteiten gevolgd door een reactie van de Europese Commissie en een korte uitwisseling met de leden van de Raad. Het Sloveens voorzitterschap gaf aan dat een discussie tijdens deze informele vergadering niet was voorzien en dat een inhoudelijk debat over de prioriteiten op de formele RAZ in september gevoerd zou worden. Het voorzitterschap noemde de volgende prioriteiten:
1. Weerbaarheid en herstel van de Europese Unie: een strategische en weerbare unie
Onder deze prioriteit richt het voorzitterschap zich specifiek op de Gezondheidsunie, cybersecurity en economisch herstel van de Europese Unie. Het voorzitterschap streeft er naar om de EU beter voorbereid te laten zijn op crises van diverse aard, dat wil zeggen niet alleen op pandemieën. Daartoe zijn Raadsconclusies voorzien tijdens de RAZ van oktober dit jaar. De mededeling over de Early lessons from the COVID-19 pandemic van de Commissie1 zal meegenomen worden bij de opstelling van deze conclusies. De focus van het voorzitterschap ligt op EU-coördinatie, betere communicatie en beter voorspellen van toekomstige crises. Daarnaast stelt het Sloveens Voorzitterschap de instelling van een permanent overlegorgaan voor de Raad voor, wat bij zou moeten dragen aan een snellere bestrijding van toekomstige crises. Een tweede pijler van het voorzitterschap op het gebied van weerbaarheid richt zich op cyberbedreigingen en weerbaarheid tegen dergelijke dreigingen binnen de EU. Hierbij legt het de nadruk op informatiedeling en collectief situationeel bewustzijn ten aanzien van de gevaren van cybercrises. Ten slotte noemde het voorzitterschap het economisch herstel (de groene transitie, Fit for 55 (FF55), Next Generation EU en de nationale herstelplannen) als onderdeel van een weerbare unie. De presentatie van het voorzitterschap werd in de middag voortgezet en uitgediept op het onderwerp weerbaarheid. Ook de landen van de Westelijke Balkan waren hierbij uitgenodigd (zie hieronder).
2. Conferentie over de toekomst van Europa
Het voorzitterschap stond kort stil bij de organisatie van de Conferentie over de toekomst van Europa (de Conferentie) waarbij het voorzitterschap de Raad vertegenwoordigt in de organisatie (raad van bestuur) van de Conferentie. Het voorzitterschap benadrukte daarbij het belang van transparantie bij de Conferentie en van een gebalanceerde inbreng in de Conferentie van de Raad, het Europees Parlement en de Commissie. Wederom sprak een aantal lidstaten, waaronder het Sloveens voorzitterschap, de wens uit om de Westelijke Balkan op enige wijze bij de Conferentie te betrekken. Besluitvorming in de Raad hierover heeft nog niet plaatsgevonden.
3. De rechtsstaat
Deze prioriteit van het Sloveens voorzitterschap betreft de rechtsstaat in de EU. Slovenië gaf aan op te zullen treden als neutrale facilitator in de processen die in het komend half jaar gepland staan: de jaarlijkse horizontale rechtsstatelijkheidsdialoog op de Raad Algemene Zaken van oktober, de landenspecifieke rechtsstatelijkheidsdialogen met Kroatië, Italië, Cyprus, Litouwen en Letland in november, en de artikel-7-procedure jegens Hongarije en Polen (tentatief voorzien voor de Raad Algemene Zaken van december). Slovenië sprak nog eens uit, ondanks de gevoeligheden, te hopen de verschillende onderdelen zo te kunnen organiseren dat daarmee de eenheid en het vertrouwen binnen de Unie vergroot worden en de fundamentele waarden van de EU verder versterkt worden.
4. Een geloofwaardige en veilige EU die in staat is veiligheid en stabiliteit te garanderen in haar directe omgeving
Slovenië voorziet tijdens zijn voorzitterschap een discussie over de Schengenstrategie die in juni werd gepresenteerd. Asiel en migratie kwamen vervolgens kort aan de orde als een prioriteit van het voorzitterschap zonder dat deze onderwerpen werden uitgediept. Voor Slovenië is de positie van de landen van de Westelijke Balkan een belangrijk onderdeel van zijn voorzitterschap en het hoopt de eerste Intergouvernementele Conferentie (IGC’s) met Noord-Macedonië en Albanië te kunnen starten en de andere dialogen voort te kunnen zetten. Bijdragen aan het economisch herstel van de regio is een doel van het Sloveens voorzitterschap. Tevens wordt een EU-Westelijke Balkan top georganiseerd in Slovenië op 6 oktober.
Commissaris Lenarčič (crisismanagement) steunde de prioriteiten zoals gepresenteerd door het voorzitterschap, stond kort stil bij de huidige COVID-19-crisis en gaf aan dat coördinatie tussen de lidstaten en voortgaande vaccinatie nu van het grootste belang is. Het Digitaal Covid Certificaat (DCC) is, zoals gepland was, sinds 1 juli operationeel. Ook heeft de EU inmiddels 500 miljoen coronavaccins aangekocht. Ook het belang van mondiale toegang tot vaccins werd genoemd door Commissaris Lenarčič. Hij pleitte voor het verder opzetten van de EU-crisisresponscapaciteit, inclusief meer middelen.
Ten aanzien van de rechtsstaat steunde de Commissaris de geplande activiteiten van het voorzitterschap en noemde daarbij het jaarlijkse Rechtsstaatrapport en het Actieplan voor Europese democratie. Daarnaast bereidt de Commissie een aanbeveling voor ten aanzien van het versterken van de veiligheid van journalisten, zo meldde Commissaris Lenarčič, waarbij hij stilstond bij de brute moord op journalist Peter R. de Vries. Ook ten aanzien van de Westelijke Balkan en de Conferentie dankte en steunde de Commissie Slovenië voor de plannen.
In de korte discussie die volgde kon het voorzitterschap rekenen op brede steun voor de gekozen prioriteiten. Ten aanzien van een weerbare Unie werd goede coördinatie veelvuldig genoemd door de lidstaten, evenals een EU die zich in tijden van crisis niet moest afsluiten van de wereld maar juist als politieke entiteit beter zichtbaar zou moeten zijn. Het idee van een open strategische autonomie, zoals eerder aangedragen door onder meer Nederland, werd door veel lidstaten ondersteund.
Ten aanzien van de internationale inzet op de COVID-19 crisis, onderstreepte Nederland het belang van een robuuste Europese inzet voor een wereldwijde toegang tot vaccins. Mede gezien de activiteiten van actoren als Rusland en China, en in lijn met de motie van het lid Kuzu2, benadrukte Nederland dat de EU beter en strategischer moet communiceren over haar inspanningen in dit kader met inachtneming van haar waarden en bredere partnerschappen.
Ten aanzien van de Commissie mededeling Early lessons from the COVID-19 pandemic werd door een aantal landen opgeroepen tot een grondige evaluatie, waarbij Nederland specifiek aangaf dat de aankoop van vaccins onderdeel van de evaluatie zou moeten zijn, in lijn met de motie van het lid Leijten.3
Veel landen steunden ten slotte het idee om het voorstel voor een vast overlegorgaan voor crisisrespons binnen de EU te verkennen en enkele landen stonden stil bij het BENELUX-Baltische non-paper over toepasselijkheid van Europees beleid op grensregio’s.4
Ten aanzien van de Conferentie omarmden lidstaten het streven van het voorzitterschap ten aanzien van transparantie. Nederland gaf nog eens aan dat transparantie in het algemeen binnen de Europese Unie een belangrijk uitgangspunt moet zijn, ook om daarmee het draagvlak voor de Europese Unie te vergroten.
Veel landen stonden stil bij het FF55-pakket waarbij duidelijk werd dat landen verschillen in hun insteek: sommige landen maken zich zorgen over de eerlijke verdeling van de lasten voortkomend uit dit pakket en andere landen gaven aan dit als een belangrijke prioriteit te zien.
Binnen de Raad bestond brede steun voor het zo snel mogelijk starten van de toetredingsonderhandelingen middels eerste IGC’s met Noord-Macedonië en Albanië en tevens brede steun om de Westelijke Balkan te betrekken bij de Conferentie. Ook Nederland gaf aan de Commissie te kunnen steunen in haar conclusies t.a.v. Noord-Macedonië en Albanië.
Op gebied van de rechtsstaat onderstreepten veel landen het belang van zorgvuldige procedures en werd de rechtsstaat beschreven als het fundament van de EU. Nederland sprak hierbij nadrukkelijke steun uit voor de Commissie als hoedster van de verdragen.
Weerbaarheid van de EU na de COVID-19-crisis
In de middag werd uitgebreider ingegaan op de crisisrespons binnen Europa en een weerbare EU. Bij het informele overleg waren eveneens vertegenwoordigers van de Westelijke Balkanlanden uitgenodigd. De discussie ging verder dan de bedreigingen van een pandemie: het volle spectrum van bedreigingen voor de lidstaten van de Europese Unie zou meer aandacht moeten krijgen, zo benadrukten veel van hen. Tevens werd stilgestaan bij de extreme weersomstandigheden. Een aantal landen legden de relatie tussen crisiscoördinatie en FF55. In de discussie werd nog eens herhaald dat samenwerking tussen publieke en private partijen van groot belang is om een crisis goed te kunnen bestrijden. Een all hazard scenario – waarbij rekening wordt gehouden met een breed scala aan terreinen als infrastructuur, voedsel, water, communicatiesystemen, financiële en logistieke systemen en veiligheid – is nodig om de uitdagingen binnen de EU het hoofd te kunnen bieden. Het belang van grensoverschrijdende samenwerking werd daarbij benadrukt. Een aantal lidstaten onderstreepten de noodzaak van training op dreigingsscenario’s. Een omvattende benadering waarbij goede uitwisseling van informatie, exacte cijfers, wetenschappelijk bewijs en feitelijke weergave van de situatie werd tevens regelmatig genoemd als onontbeerlijk voor goede crisisbestrijding. Enkele landen verwezen hierbij naar het door Nederland opgestelde non-paper waarin het verder opbouwen van een EU-crisiscoördinatiemechanisme wordt bepleit. Verder werd nog eens het belang van strategische communicatie herhaald omdat desinformatie in deze tijden een groeiend probleem blijkt te zijn. Openheid en transparantie zijn ook tijdens crises essentieel, aldus een flink aantal lidstaten. Daarnaast noemde een aantal lidstaten het belang van het verankeren van de rechtsstaat voorafgaand aan een crisis omdat een goed functionerend openbaar bestuur de aanpak van lidstaten tijdens een crisis versterkt. Ook was er brede steun voor het idee dat een Economic Fortress Europe, het afsluiten van Europa tijdens een crisis, juist contraproductief zou werken: weerbaarheid en een EU die met open vizier naar de wereld staat, gaan hand in hand, aldus een aantal lidstaten. De interne markt zou ook in tijden van crisis daarom extra goed beschermd moeten worden en altijd moeten kunnen blijven functioneren. In dat licht bracht een aantal lidstaten het belang van het inventariseren en zeker stellen van kritische goederen (en voorraden) en diensten op, als onderdeel van de juiste voorbereiding van crises in Europa. Tenslotte werd het belang van een goed functionerend Schengen, ook in tijden van crises, door verschillende lidstaten genoemd.
Overig
Toezegging De Capitani-zaak
Tijdens het Algemeen Overleg EU-informatievoorziening van 15 januari 2020 zegde het kabinet toe om, als het beroep in de nieuwe De Capitani-zaak is gepubliceerd, schriftelijk terug te komen op de procedure van het beroep en of het kabinet voornemens is te interveniëren in deze nieuwe zaak.
Het beroep in de nieuwe De Capitani-zaak is op 31 mei jl. gepubliceerd in het Publicatieblad van de EU.5 Het kabinet heeft besloten om met een aantal gelijkgezinde lidstaten te interveniëren in deze zaak aan de zijde van De Capitani en heeft hiertoe een interventieverzoek ingediend bij het Gerecht op 6 juli 2021. Het Gerecht zal naar verwachting na 31 augustus over dit verzoek beslissen en een termijn stellen voor de inhoudelijke interventie van Nederland. Het kabinet zal uw Kamer informeren als er verdere ontwikkelingen zijn rondom deze zaak.
Toezegging Nederlandse deelnemers digitale platform van de Conferentie
Tijdens het commissiedebat over de Conferentie over de Toekomst van Europa, van 12 mei jl., zegde het kabinet toe uw Kamer te informeren over het aantal Nederlandse deelnemers op het digitale platform van de Conferentie.6 Het kabinet heeft navraag gedaan bij het gemeenschappelijke secretariaat van de Conferentie en uit de statische gegevens die zij hebben opgesteld, blijkt dat in de periode van 19 april 2021, de dag dat het platform online ging, tot 30 juni 2021 van de 907.754 bezoeken op het platform 35.927 uit Nederland afkomstig kwamen. In die periode zijn er door Nederlandse deelnemers op het platform 554 bijdragen gedaan, bestaande uit 130 ideeën, 411 commentaren en 13 evenementen. Daarbij dient opgemerkt te worden dat voor het grootste deel van de bijdragen in die periode, in totaal 4.338, niet bekend is uit welke lidstaat de deelnemer afkomstig is. Deelnemers zijn niet verplicht dit aan te geven. Naar verwachting zullen vanaf september regelmatig rapporten met gegevens over de bezoeken aan – en bijdragen op – het platform worden gedeeld op het platform zelf.
Motie van het lid Kuzu over een strategie tegen de vaccinatiediplomatie van Rusland en China, Kamerstuk 21 501-02, nr. 2382.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-21501-02-2398.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.