21 501-02
Algemene Raad

nr. 223
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 27 november 1997

Conform de bestaande afspraken heb ik de eer U hierbij te doen toekomen het verslag van de Algemene Raad van 24 november jl.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

H. A. F. M. O. van Mierlo

Verslag Algemene Raad d.d. 24 november 1997

Agenda 2000

Eerste debat over het onderwerp van een volledig verslag voor de Europese Raad en over het algemene onderhandelingskader

Het Rapport van de Algemene Raad (AR) aan de Europese Raad in Luxemburg zal bestaan uit deel I, de EU-uitbreiding, en deel II, de toekomst van het financieel kader en het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid.

De AR behandelde het rapport in een eerste uitgebreide bespreking. Dit leidde niet tot consensus.

Ten aanzien van de aanvang van de toetredingsonderhandelingen tekent zich een meerderheid af voor een compromis dat in grote lijnen overeenkomt met mijn brief aan het informeel overleg van de Ministers van Buitenlandse Zaken te Mondorf, 24 oktober jl. Deze brief is U op 30 oktober jl. toegegaan. Uitgangspunt is dat alle elf kandidaten deelnemen aan het toetredingsproces terwijl de onderhandelingen zich beperken tot de zes landen die de Commissie voorstelt.

Verschillende delegaties waarschuwden het Voorzitterschap niet te ambitieus te zijn en beraadslagingen in de Europese Raad te beperken tot beslissingen m.b.t. de uitbreiding, temeer daar formele voorstellen van de Commissie over de financiële onderwerpen en de hervorming van het landbouwbeleid pas in de loop van 1998 zijn te verwachten. In de ER-conclusies van Luxemburg zouden dan ook algemeen geformuleerde passages over de financiële onderwerpen en de hervorming van het landbouwbeleid moeten worden opgenomen.

Over de rol en plaats van de Europese of Permanente Conferentie kon geen overeenstemming worden bereikt, noch over de deelnemers.

Voorzitter Poos concludeerde dat Coreper de komende dagen zal trachten zoveel mogelijk overeenstemming te bereiken op specifieke onderdelen van het Rapport. Het Rapport wordt vervolgens als document van het voorzitterschap op de agenda van de AR van 8 december geplaatst.

Betrekkingen met Zwitserland

De Raad heeft van gedachten gewisseld over de voortgang in de onderhandelingen met Zwitserland en vastgesteld dat er nog een aantal belangrijke problemen onopgelost zijn in de verschillende dossiers. De Raad vraagt Zwitserland de nodige flexibiliteit te betrachten om de onderhandelingen zo snel mogelijk met een gunstig resultaat te kunnen afronden.

Rusland

Voorbereiding van de eerste zitting van de samenwerkingsraad

De Algemene Raad besprak het Samenwerkings- en Partnerschapsakkoord (PCA) met Rusland dat per 1 december 1997 in werking treedt. De eerste zitting van de Samenwerkingsraad die was voorzien op 8 december a.s. is op Russisch verzoek vanwege agendaproblemen van Minister Primakov uitgesteld. Het Voorzitterschap is op zoek gegaan naar een nieuwe datum voor deze bijeenkomst. Vastgesteld is dat de diverse agenda's het niet meer mogelijk maken om de Samenwerkingsraad nog in 1997 te doen plaatsvinden. Het Britse Voorzitterschap zal een nieuwe datum dienen te vinden. De Raad besprak het belang van het stellen van prioriteiten voor de Samenwerkingsraad alsmede het belang van WTO-toetreding van Rusland, alvorens verdere onderhandelingen kunnen plaatsvinden over een vrijhandelsakkoord. Verder werd een rol gezien voor de Samenwerkingsraad bij samenwerking in de derde pijler en bij het bespreken van langslepende kwesties als operaties van de EIB in Rusland, het statuut van de Russische economie (market/non-market), non-tarifaire belemmeringen, transsiberische overvluchtrechten en de textielonderhandelingen.

Voormalig Joegoslavië

De Algemene Raad besprak in het kort de situatie in voormalig Joegoslavië. Hoge Vertegenwoordiger Westendorp benadrukte het belang van de bijeenkomst van de Vredesimplementatie Raad (PIC) op 9 december a.s. te Petersberg in Duitsland. De Hoge Vertegenwoordiger pleitte voor grote internationale druk op de betrokken partijen en voortgezette aanwezigheid in de regio.

Vredesproces in het Midden-Oosten

In de Raad is van gedachten gewisseld over het Vredesproces in het Midden-Oosten op basis van bevindingen van het Voorzitterschap over de gevoerde gesprekken tijdens het recente bezoek van het Voorzitterschap, de Commissie en de speciale afgezant voor het Midden-Oosten Vredesproces, ambassadeur Moratinos aan de regio. Het onderwerp zal tevens aan de orde komen tijdens de EU–VS Top van 5 december 1997 in Washington.

Transatlantische Betrekkingen

Voorbereiding van de Transatlantische Topontmoetingen Elektronisch Handelsverkeer Normen voor humane vangmethoden met behulp van vallen

a. De Raad is door Voorzitterschap en Commissie ingelicht over de stand van zaken in de voorbereidingen voor de transatlantische topontmoetingen tussen de EU en Canada op 4 december a.s te Ottawa en tussen de EU en de VS op 5 december a.s. te Washington.

De topontmoeting met Canada zal vooral gekenmerkt worden door het uitwisselen van informatie over o.a. de jongste APEC-top te Vancouver en actuele EU-onderwerpen, zoals «Agenda 2000» en Emu/Euro. Tot de andere actuele onderwerpen die aan bod zullen komen behoren onder meer de vooruitzichten voor de a.s. Klimaatconferentie in Kyoto en voor een WTO-akkoord over Financiële Diensten. Tijdens de top wordt de ondertekening van een douanesamenwerkingsakkoord voorzien.

De topontmoeting met de VS wordt voorbereid conform de daarvoor in het leven geroepen formule van bijeenkomsten van de zgn. Senior Level Group. Ofschoon de agenda nog niet gefinaliseerd is, gaven Voorzitterschap en Commissie aan dat handelsgerelateerde kwesties een belangrijke plaats zullen innemen. Tevens zal gesproken worden over de Klimaatconferentie, WTO Financiële Diensten en enkele geselecteerde buitenlandspolitieke onderwerpen, waaronder Oekraïne en Kosovo.

b. De Raad wisselde van gedachten over de wenselijkheid van een gezamenlijke EU-VS-verklaring over «elektronisch handelsverkeer» tijdens de komende topontmoeting. In beginsel was geen der Lid-Staten tegen zo'n verklaring. Over de inhoud ervan diende echter nog nauw overleg plaats te vinden in de daartoe geëigende Brusselse fora.

c. Wildklem

De Commissie deed verslag van de stand van zaken van de onderhandelingen met de VS over een overeenkomst inzake uitbanning van inhumane vangstmethoden. Het Voorzitterschap concludeerde dat de Raad bij zijn besluit van 6 oktober jl. bleef, d.w.z. dat nog niet ingestemd kon worden met het onderhandelingsresultaat. De Raad verzocht de Commissie om alsnog te trachten een beter resultaat te bereiken voor 1 december, de datum waarop anders het importverbod voor bont daadwerkelijk van kracht zal worden.

Herziening halverwege van besluit 91/482/EEG van de Raad van 25 juli 1991 betreffende de Associatie van de Landen en Gebieden Overzee met de Europese Economische Gemeenschap

Aan de Raad lag ter besluitvorming het ontwerp-besluit tot tussentijdse herziening van het LGO-besluit voor. Nederland legde bij de goedkeuring een korte verklaring af. Deze verklaring luidde: «Het Koninkrijk der Nederlanden kan instemmen met de totstandkoming van de tussentijdse herziening van het LGO-besluit. Het land de Nederlandse Antillen verzoekt kenbaar te maken dat het zich niet kan verenigen met dit besluit. Dit laat de standpuntbepaling van het Koninkrijk onverlet.»

Hiermee werd de besluitvorming inzake de herziening van het LGO-besluit voltooid. Het herziene LGO-besluit zal in werking treden wanneer het wordt gepubliceerd in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschap. Dit is voorzien op 28 november 1997.

Nederland vroeg voorts aandacht voor de gevolgen die het besluit zal hebben voor de werkgelegenheid op de Nederlandse LGO. Derhalve deed Nederland een beroep op de Commissie om bij de uitvoering van het besluit de effecten voor de werkgelegenheid door goede samenwerking op te vangen. De Commissie reageerde welwillend op deze oproep.

Betrekkingen met Turkije

De Raad heeft gesproken over de Mededeling van de Commissie inzake de verdere ontwikkeling van de betrekkingen met Turkije, alsmede over de kwestie van de deelname van Turkije aan de Permanente Conferentie. De Raad is ten aanzien van geen van beide onderwerpen tot besluitvorming gekomen.

Mediterraan beleid

Relaties met Israël en Palestijnse autoriteiten

De Raad heeft, naar aanleiding van een mededeling van de Commissie in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen, kort gesproken over het mogelijk onjuist gebruik van certificaten van oorsprong door Israël, met name bij de preferentiële invoer van sinaasappelsap in de Europese Unie. Een en ander zal worden besproken met Israël in het Samenwerkingscomité met Israël.

Afghanistan

Tijdens de lunch stonden Ministers stil bij de situatie in Afghanistan. Het accent lag op beëindiging van de buitenlandse inmenging in de binnenlandse situatie, naleving van de mensenrechten, coördinatie van de internationale hulpinspanningen en het tegengaan van uitvoer van verdovende middelen. De Algemene Raad zal de toestand in Afghanistan blijven volgen, mede in afwachting van de rapportage binnenkort van de speciale afgezant van de VN Brahimi.

Naar boven