Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 februari 2020
Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan voor de extra Raad Algemene Zaken van
17 februari 2020.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok
GEANNOTEERDE AGENDA EXTRA RAAD ALGEMENE ZAKEN VAN 17 FEBRUARI 2020 EN EXTRA EUROPESE
RAAD VAN 20 FEBRUARI 2020
Op maandag 17 februari 2020 vindt een extra Raad Algemene Zaken in Brussel plaats
ter voorbereiding op de extra Europese Raad op 20 februari 2020. Beide bijeenkomsten
zullen in het teken staan van het Meerjarig Financieel Kader (MFK). Deze geannoteerde
agenda dient ter voorbereiding op beide bijeenkomsten. De Minister van Buitenlandse
Zaken en de Minister-President zijn voornemens respectievelijk de Raad Algemene Zaken
en de Europese Raad bij te wonen.
De voorzitter van de Europese Raad, Charles Michel, is in december 2019 gevraagd het
onderhandelingsproces over het toekomstige MFK verder te leiden, met als doel in 2020
een akkoord te bereiken. De heer Michel heeft de ambitie uitgesproken om tijdens de
Europese Raad van 20 februari overeenstemming over het nieuwe MFK te bereiken op het
niveau van regeringsleiders. Ter voorbereiding heeft de voorzitter van de Europese
Raad gesprekken gevoerd met een groot aantal regeringsleiders. Ook zijn op ambtelijk
niveau gesprekken gevoerd om de posities van lidstaten in kaart te brengen.
In deze gesprekken is van Nederlandse zijde de uw Kamer bekende inzet uitgedragen:
het begin december door het Finse voorzitterschap gepresenteerde voorstel is een stap
in de goede richting, met name op het gebied van inhoudelijke modernisering, maar
voor het kabinet niet acceptabel. De Minister-President sprak op 5 februari met de
heer Michel. In dit gesprek heeft de Minister-President benadrukt dat Nederland een
afdrachtenstijging als gevolg van Brexit wil voorkomen. Daartoe zet Nederland in op
een totaalomvang van het MFK van 1% van het EU27 BNI. Daarnaast is behoud van de Nederlandse
korting op de EU-afdrachten daarvoor essentieel. Het is noodzakelijk dat scherp gekeken wordt naar de toegevoegde
waarde van Europese uitgaven. Het kabinet ziet in dat licht dat er nog substantieel
bespaard kan worden op de voorstellen voor o.a. het cohesie- en landbouwbeleid. Daardoor
kan binnen een plafond van 1% ruimte worden gemaakt voor een sterkere reflectie van
Nederlandse prioriteiten zoals onderzoek en innovatie, veiligheid, migratie en klimaat.
De Nederlandse inbreng tijdens de Raad Algemene Zaken van 17 februari en de Europese
Raad op 20 februari is erop gericht om, conform de inzet voor een moderner en financieel
houdbaar MFK, een verdere verlaging van het totaalplafond te bewerkstelligen en het
belang te benadrukken van een eerlijke verdeling van lasten. Een correctie op de afdrachten
is hiervoor de meest eenvoudige en transparante oplossing. Daarnaast zal het kabinet
zich blijven inspannen voor de ingezette modernisering van de EU-begroting. Onderdeel
van die modernisering is de invoering van een effectieve koppeling tussen de waarborging
van de rechtsstaat in lidstaten en de besteding van Europese middelen. Inhoudelijke
modernisering betekent voor het kabinet ook dat er binnen bestaand beleid meer focus
komt op innovatie en klimaat. Zo is het kabinet voorstander van de doelstelling dat
ten minste 25% van de EU-begroting wordt besteed aan klimaatgerelateerde uitgaven.
Ook zet het kabinet zich er voor in dat excellentie en impact het leidende criterium
blijft voor de toekenning van middelen uit het onderzoeksprogramma Horizon Europe
De kabinetsappreciatie van de Commissievoorstellen en de relevante BNC-fiches vormen de basis
voor de Nederlandse inbreng.
In aanloop naar de RAZ zal naar verwachting een nieuwe versie van het onderhandelingsdocument
(de «negotiating box») worden verspreid. Aan de hand hiervan zal de discussie in de Raad Algemene Zaken
en in de Europese Raad worden gevoerd. De posities binnen de Raad liggen onverminderd
ver uit elkaar. Het kabinet werkt actief samen met gelijkgestemde lidstaten om de gezamenlijke inzet voor een moderne en financieel houdbare
EU-begroting kracht bij te zetten. Er is ook een grote groep lidstaten met sterke
gevestigde belangen in o.a. het cohesiebeleid die zich vooral behoudend opstelt. Ten
aanzien van de voorstellen voor nieuwe grondslagen voor de financiering van de EU-begroting
(zogenoemde eigen middelen) neemt het kabinet een terughoudende positie in (Kamerbrief
21 501-20, nr. 1379).
Voor het kabinet blijft een goed eindresultaat leidend boven de wens om tijdig een
akkoord te bereiken. Zodra het kabinet een nieuwe versie van de negotiating box ontvangt, zal uw Kamer hiervan zo spoedig mogelijk een schriftelijke appreciatie
ontvangen, die als aanvulling zal dienen op deze geannoteerde agenda. Tevens zal uw
Kamer het verslag van de Raad Algemene Zaken van 17 februari voorafgaande aan het
plenair debat over de extra ingelaste Europese Raad (voorzien voor 18 februari) toegaan.