Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2016-2017 | 21501-02 nr. 1741 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2016-2017 | 21501-02 nr. 1741 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 mei 2017
Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan voor de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) over handel op 11 mei 2017. Daarnaast informeer ik uw Kamer in deze brief over de voortgang van de triloog met het Europese parlement over de modernisering van het handelsdefensief instrumentarium.
In de bijlage van de geannoteerde agenda vindt u de vierde voortgangsrapportage over handelsakkoorden1. Deze rapportage bevat een overzicht van handelsakkoorden (waarbij de Europese Unie een van de partijen is) die nog niet in werking zijn getreden en waarbij de betrokken partijen al wel ten minste de intentie hebben kenbaar gemaakt om een handelsakkoord te verkennen. Deze rapportage wordt ieder kwartaal aan u toegezonden om u op deze wijze een breed overzicht te geven van alle ontwikkelingen op het gebied van handelsakkoorden.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen
Op 11 mei 2017 vindt de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) over handel plaats. Op de agenda staan de herziening van de antidumpingsmethodologie, de voorbereiding van de 11e WTO Ministeriële Conferentie in december 2017 en de verbetering van implementatie van handelsakkoorden. Daarnaast wordt de Raad geïnformeerd over de stand van zaken rondom de tijdelijke autonome handelsmaatregelen voor Oekraïne, het EU-Myanmar/Burma investeringsakkoord, de handelsrelaties van de EU met Chili, Nieuw-Zeeland en Australië en het reflectiepaper over het in banen leiden van de globalisering voor 2025.
Antidumpingmethodologie
De Raad zal spreken over het voorstel van de Europese Commissie om de antidumpingmethodologie van de Europese Unie aan te passen. In het WTO toetredingsprotocol is afgesproken dat WTO-leden tot 11 december 2016 geen gebruik hoefden te maken van Chinese prijzen bij de berekening van antidumpingmaatregelen. De achterliggende gedachte hierbij was dat de Chinese prijzen niet door voldoende marktwerking tot stand zijn gekomen, omdat China nog geen markteconomie was. Daarom mochten WTO-leden bij de berekening van antidumpingmaatregelen tegen China uitgaan van prijzen in een vergelijkbaar of analoog land. Op 11 december 2016 is deze passage uit het WTO toetredingsprotocol van China verlopen. De EU antidumpingverordening2 moet daarop worden aangepast.
De Europese Commissie heeft daarom op 9 november 2016 een voorstel gedaan om de antidumpingmethodologie aan te passen. Op 16 december 2016 heeft de Kamer middels een BNC fiche3 een appreciatie ontvangen van dit voorstel en op 16 februari 2017 is het voorstel besproken in de Kamer tijdens een Algemeen Overleg (Kamerstuk 22 112, nr. 2327).
Op 12 december 2016 heeft China een klacht ingediend tegen de EU bij de WTO omdat China van mening is dat de EU zich niet houdt aan internationaalrechtelijke verplichtingen. De consultaties over deze klacht hebben niet tot een oplossing geleid en daarom heeft China op 9 maart 2017 verzocht om een panel op te richten om een uitspraak te doen in deze zaak. Het panel moet binnen zes maanden met een uitspraak komen. Als de uitspraak van het panel één van beide partijen niet aanstaat, dan bestaat nog (eenmalig) de mogelijkheid om in beroep te gaan.
Het Maltese Voorzitterschap heeft dit dossier tot een prioriteit van haar Voorzitterschap verklaard en heeft dit dossier zeer voortvarend ter hand genomen. Met het oog op een spoedige besluitvorming vanwege het lopende WTO-geschil heeft zij de besluitvorming in de Raad recent versneld. Op 26 april 2017 heeft het Voorzitterschap een voorstel voor een Raadspositie voorgelegd aan het comité van permanente vertegenwoordigers (Coreper) van de lidstaten. Het doel van het Voorzitterschap was om tot een Raadspositie te komen op basis waarvan het Voorzitterschap namens de Raad in een triloog met de Commissie en het Europese parlement over een definitieve wetgevingstekst kan onderhandelen.
Op 26 april heeft nog geen besluitvorming plaatsgevonden. Het merendeel van de lidstaten gaf in deze bespreking wel aan positief te staan tegenover de voorliggende tekst van het Voorzitterschapsvoorstel. Het Voorzitterschap heeft naar aanleiding van de positieve ontvangst van het voorstel door de lidstaten aangegeven het voorstel opnieuw te zullen voorleggen in het comité van permanente vertegenwoordigers op 3 mei 2017. Nederland heeft in de discussie aangegeven zich te kunnen vinden in het voorstel van het Voorzitterschap, maar nog niet te kunnen instemmen in afwachting van het Algemeen Overleg van 9 mei 2017 ter voorbereiding van de Raad Buitenlandse Zaken over handel op 11 mei 2017. In het comité van permanente vertegenwoordigers concludeerde het Maltees voorzitterschap dat er voldoende steun was van de lidstaten om de triloog te starten. Daarop heeft het Maltees voorzitterschap aangegeven de Raadspositie op 4 mei te presenteren in het Europese parlement. Het comité internationale handel van het Europese parlement (INTA) stemt tijdens haar sessie van 4-5 mei namelijk over haar standpunt ten aanzien van het Commissievoorstel ter herziening van de antidumpingwetgeving. Het definitieve besluitvormingsmoment over het voorstel volgt overigens aan het eind van de triloogonderhandelingen, wanneer lidstaten zich kunnen uitspreken over het definitieve onderhandelingsresultaat.
Nederland wil – samen met een groot aantal andere lidstaten – een snelle afronding van de onderhandelingen over dit Commissievoorstel. Immers, mocht China in het gelijk worden gesteld door het WTO-panel, dan zal de EU alsnog de methodologie moeten aanpassen. Het niet implementeren van een WTO-afspraak kan leiden tot vergelding; China zou dan extra invoerrechten kunnen heffen op goederen uit de EU. Daarbij is het Nederlandse bedrijfsleven niet gebaat bij de voortdurende onzekerheid over de mogelijkheid om in toekomst effectieve antidumpingmaatregelen te nemen jegens China. Voorwaarde is daarbij voor Nederland wel dat de voorgestelde wijziging van de antidumpingmethodologie volledig in lijn is met de WTO-regels, zodat de maatregelen die op basis van de herziene methodologie worden genomen, stand houden bij het WTO-geschillenbeslechtingsmechanisme. Het huidige voorstel van het Maltese Voorzitterschap voldoet hieraan.
Modernisering Handelsdefensief instrumentarium
Conform mijn toezegging aan uw Kamer tijdens het AO over het behandelvoorbehoud EU-voorstel wijziging antidumping- en antisubsidieverordening van 16 februari 2017 (Kamerstuk 22 112, nr. 2327) informeer ik u over het verloop van het voorstel van de Europese Commissie om het handelsdefensief instrumentarium te moderniseren. Op 21 maart heeft de eerste triloog plaatsgevonden tussen de Raad, de Commissie en het Europees parlement. Tijdens dit overleg is het voorstel niet inhoudelijk besproken maar is vooral de ruimte voor onderhandeling afgetast. Het Maltees Voorzitterschap heeft tijdens de triloog namens de Raad aangegeven dat er lang is onderhandeld in de Raad over een mandaat en dat er in de Raad weinig tot geen ruimte is om het voorstel verder aan te passen. Op 27 april 2017 heeft de tweede triloog plaatsgevonden Er is hierbij onder andere van gedachten gewisseld over een aantal technische aspecten van het voorstel. De volgende triloog vindt waarschijnlijk op 1 juni plaats.
Voorbereiding van 11e WTO Ministeriële Conferentie in december 2017
De Raad zal spreken over de voorbereiding van de 11e Ministeriële Conferentie van de WTO (MC11), die gepland staat voor 11 tot en met 14 december 2017 in Buenos Aires, Argentinië. De Commissie zal de Raad informeren over de laatste stand van zaken in de onderhandelingen. De dossiers die op dit moment het meest kansrijk zijn om te leiden tot nieuwe of herziene afspraken in december zijn binnenlandse landbouwsteun, visserijsubsidies, grensoverschrijdende elektronische handel (e-commerce) en binnenlandse wet- en regelgeving ten aanzien van de dienstenhandel.
Het kabinet meent dat inperken van de beleidsruimte om binnenlandse landbouwsteun te geven wenselijk is, omdat het bijdraagt aan een gelijk speelveld op de internationale markt voor landbouwproducten. Het kabinet is voorstander van het aan banden leggen van visserijsubsidies. Het kabinet ziet toegevoegde waarde in multilaterale afspraken over grensoverschrijdende e-commerce, in het bijzonder over consumentenbescherming. Het kabinet is tevens voorstander van het maken van procedurele afspraken over het vergemakkelijken van het zakendoen voor dienstverleners. Bij alle afspraken moet rekening gehouden worden met de belangen van de minst ontwikkelde landen.
Binnen de Raad bestaat brede steun voor de aanpak van de Commissie. Alle lidstaten zijn voorstander van een ambitieus deelakkoord in december. Sommige lidstaten benadrukken dat bij afspraken over landbouwsteun het belangrijk is dat alle WTO-leden hun binnenlandse landbouwsteun in voldoende mate afbouwen.
Implementatie handelsakkoorden
Tijdens de Raad zal een eerste verkennende discussie plaatsvinden over het traject dat de Commissie eind 2016 is gestart om de implementatie van bestaande handelsakkoorden te versterken. Het traject is tweeledig. Enerzijds zal de Commissie inzetten op een betere dialoog met de gebruikers van handelsakkoorden, zodat zij beter bekend zijn met de akkoorden en beter in staat zijn om van de akkoorden gebruik te maken. Anderzijds wil de Commissie de landen waarmee wij akkoorden hebben afgesloten scherper aanspreken op barrières die ons bedrijfsleven ervaart in het gebruik van de akkoorden en afspraken uit het akkoord die niet goed worden geïmplementeerd. Het betreft alle afspraken in een handelsakkoord, inclusief de afspraken over duurzaamheid. Nederland zal ertoe oproepen dat de Commissie in samenwerking met de lidstaten in dit kader ook onderzoekt hoe de implementatie van duurzaamheidsafspraken in handelsakkoorden kan worden versterkt. De dialoog met zowel de gebruikers van de akkoorden als met onze handelspartners kan leiden tot betere handelsakkoorden in de toekomst. De Commissie zoekt in dit traject nadrukkelijk ook de samenwerking met de lidstaten.
Informatiepunten
Op de agenda van de Raad staat ook een aantal informatiepunten.
Australië, Nieuw-Zeeland en Chili
De Europese Commissie zal de lidstaten informeren over drie voorgenomen handelsakkoorden. Het gaat om akkoorden met Australië, Nieuw-Zeeland en Chili. De verwachting is dat de Europese Commissie voor de zomer aanbevelingen aan de Raad zal doen voor een onderhandelingsmandaat. Nadat de Raad heeft ingestemd met het openen van de onderhandelingen en de onderhandelingsrichtsnoeren heeft vastgesteld, kunnen de onderhandelingen met Australië, Nieuw-Zeeland en Chili van start gaan. De verwachting is dat de onderhandelingsmandaten na de zomer zullen worden vastgesteld. Het kabinet is voorstander van ambitieuze, duurzame en inclusieve handelsakkoorden die op transparante wijze tot stand komen. De Tweede Kamer en het Breed Handelsberaad worden zoals gebruikelijk betrokken bij de vaststelling van de onderhandelingsmandaten. Zodra beschikbaar, zullen de concept-onderhandelingsmandaten vertrouwelijk ter inzage worden gelegd voor leden van de Tweede Kamer en het Breed Handelsberaad in de leesruimte bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken.
Autonome handelsmaatregelen Oekraïne
Daarnaast zal het Voorzitterschap en de Europese Commissie de Raad informeren over de stand van zaken ten aanzien van de toekenning van tijdelijke autonome handelsmaatregelen aan Oekraïne. De Europese Commissie heeft in oktober 2016 voorgesteld om tijdelijk, extra handelsconcessies aan Oekraïne te verlenen, gezien de moeilijke economische situatie in en ter ondersteuning van de economische hervormingsinspanningen van Oekraïne. Het betreft hoofdzakelijk een verkorting van de overgangstermijnen die de EU reeds met Oekraïne was overeengekomen in het kader van het associatieakkoord. Het internationale handelscomité van het Europese parlement (INTA) stemt naar verwachting op 4 mei 2017 over diverse amendementen, die omvang van het pakket aanzienlijk zouden beperken. Afhankelijk van de uitkomst van deze stemmingen zal de Commissie en het Voorzitterschap de vervolgstrategie bepalen. Nederland steunt het oorspronkelijke Commissievoorstel, omdat hierdoor op zinvolle wijze een bijdrage wordt geleverd aan het versterken van de Oekraïense economie.
EU-Myanmar/Burma investeringsbeschermingsakkoord
De Europese Commissie zal de lidstaten bijpraten over de stand van zaken van de onderhandelingen tussen de EU en Myanmar over een bilateraal investeringsbeschermingsakkoord. De onderhandelingen zijn in maart 2014 gelanceerd. Van 25-26 april 2017 vond de vijfde onderhandelingsronde plaats in Yangon. De verwachting is dat het akkoord op korte termijn zal worden afgesloten. Nederland verlangt dat het akkoord in overeenstemming is met de nieuwe EU-benadering voor investeringsbescherming (ICS) en dat het akkoord goede afspraken bevat over arbeidsrechten, milieu en maatschappelijk verantwoord ondernemen door bedrijven.
Commissie reflectiepaper «Harnessing globalisation by 2025»
De Europese Commissie heeft op 1 maart 2017 een witboek over de toekomst van Europa gepubliceerd. De Tweede Kamer heeft op 13 april 2017 een kabinetsappreciatie ontvangen van het witboek. In het witboek kondigt de Commissie een aantal reflectiepapers aan, waaronder een paper over «Harnassing globalisation by 2025». De Commissie komt naar verwachting op 10 mei 2017 met dit paper en zal dit tijdens de Raad Buitenlandse Zaken over handel presenteren. Er wordt geen inhoudelijke discussie verwacht. De lidstaten krijgen de komende maanden de tijd om op het paper te reageren.
Verordening 2016/1036 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-21501-02-1741.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.