Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 augustus 2016
Op 4 juli 2016 ontving ik het verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
om meer specifiek uiteen te zetten hoe de juridische quick scan (motie Teeven/Bruins) naar de toepasbaarheid van de lesser duty rule in bijzondere omstandigheden is vormgegeven, welk tijdpad daaraan gekoppeld is en
wanneer de eindrapportage gereed zal zijn.
In het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken/Handel van 13 mei 2016 (Kamerstuk: 21 501-02, nr. 1629) is uw Kamer geïnformeerd over de wijze waarop de onderzoeksvraag ten aanzien van
de juridische quick scan is vormgegeven. De quick scan is uitgevoerd in de periode 28 april tot 23 juni 2016. De eindrapportage van deze
scan (Kamerstuk: 21 501-02, nr. 1638) is uw Kamer op 24 juni jl. toegekomen. In deze Kamerbrief wordt de mogelijkheid
of de lesser duty rule in bijzondere omstandigheden niet toegepast kan worden, getoetst aan de drie relevante
juridische kaders: i) het WTO-recht; ii) het EU-recht en iii) het nationale recht.
De conclusie van de uitgevoerde juridische quick scan is dat Nederland noch de EU op basis van de huidige stand van het recht de mogelijkheid
heeft om de lesser duty rule in bijzondere omstandigheden niet toe te passen. Hiervoor is aanpassing vereist van
Verordening (EG) Nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende
maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese
Gemeenschap, en Verordening (EG) Nr. 597/2009 van de Raad van 11 juni 2009 betreffende
bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid van de Europese
Gemeenschap zijn. Aanpassing van deze verordeningen vereist besluitvorming door de
EU-wetgever, dat wil zeggen het Europees parlement en de Raad, op grond van een voorstel
van de Europese Commissie.
De Europese Commissie heeft in 2013 een voorstel gedaan om deze wetgeving aan te passen.
Tijdens de Raad Buitenlandse Zaken over handel op 23 september 2016 te Bratislava
zal hierover gesproken worden. U wordt hierover nader geinformeerd.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen