Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2014-2015 | 21501-02 nr. 1507 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2014-2015 | 21501-02 nr. 1507 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 juni 2015
Sinds juli 2013 onderhandelt de Europese Unie (EU) met de Verenigde Staten (VS) over een handelsverdrag, het Transatlantic Trade & Investment Partnership (TTIP). TTIP is een complex dossier en strekt zich uit over vele onderwerpen van handel in chemicaliën tot dierenwelzijn en van voorschriften voor cosmetica tot democratische besluitvorming. Goede informatievoorziening over TTIP is dan ook cruciaal. In deze brief informeer ik u over de wijze waarop het kabinet en de Europese Commissie het publieke debat organiseren en de samenleving bij TTIP betrekken.
Faciliteren van een open en geïnformeerd debat
Nederland is bij uitstek een land dat profiteert van internationale handel. De export is altijd van groot belang geweest. Sinds het uitbreken van de financiële crisis in 2008 is export vrijwel de enige pijler van economische groei in Nederland geweest en voor de komende jaren blijft export de belangrijkste pijler.1 TTIP zal door de verwachte toename van export extra werkgelegenheid opleveren. Met name het Nederlandse midden-en-kleinbedrijf (MKB) kan van TTIP profiteren, zo blijkt uit recent onderzoek van de Europese Commissie.2 Bovendien kunnen de EU en de VS met TTIP een voortrekkersrol vervullen in het verder uitbouwen van het multilaterale handelssysteem. TTIP zou daarmee kunnen bijdragen aan het neerzetten van nieuwe standaarden voor de gehele wereld, bijvoorbeeld op het gebied van investeringsbescherming of voor sociale- en milieustandaarden.
Desalniettemin bestaan ook zorgen over TTIP. Deze richten zich onder meer op de vrees dat TTIP zou tornen aan wetten en regels die op democratische wijze tot stand zijn gekomen en de mogelijke impact van TTIP op ontwikkelingslanden.
Het kabinet neemt deze zorgen serieus door voorstellen te doen die deze zorgen kunnen wegnemen. Zo heeft het kabinet het initiatief genomen om investeringsbescherming in TTIP en andere handels- en investeringsverdragen te verbeteren en de democratische controle erop te vergroten.3 Ook heeft het kabinet de sociaaleconomische Raad om advies gevraagd over de vraag hoe de EU en haar lidstaten kunnen garanderen dat TTIP geen negatieve gevolgen heeft voor ons sociale model. Voorts laat het kabinet onderzoek uitvoeren om de effecten van TTIP op ontwikkelingslanden beter in kaart te brengen en te optimaliseren. Deze zomer verwacht ik de resultaten van dit onderzoek.
Het kabinet faciliteert het publieke debat door maatschappelijke organisaties te steunen om discussies over TTIP en andere handelsverdragen in een bredere maatschappelijke context te plaatsen. Daarnaast ondernemen het kabinet en de Europese Commissie diverse initiatieven om de samenleving over TTIP te informeren en om stakeholders actief bij de onderhandelingen te betrekken. Wel dient te worden bedacht dat iedere vorm van onderhandeling of dit nu handelsakkoorden betreft of Cao-onderhandelingen, gepaard gaat met enige mate van vertrouwelijkheid gedurende het proces. TTIP is daarin niet anders.
Hieronder licht ik initiatieven toe om de maatschappelijke betrokkenheid bij TTIP te borgen en illustreer ik met enkele voorbeelden hoe het kabinet zich hiervoor de komende periode blijft inzetten.
Initiatieven van het kabinet
De Europese Commissie voert de onderhandelingen namens de lidstaten van de EU. Voor de lidstaten is een belangrijke rol weggelegd om het publiek actief en tijdig te informeren. Dit gebeurt niet alleen door het beschikbaar stellen en openbaar maken van informatie over TTIP, er wordt ook actief de dialoog gezocht met belangenorganisaties en individuele burgers. De belangen en zorgen die de verschillende betrokkenen tijdens de bijeenkomsten en consultaties uiten, worden vervolgens zorgvuldig meegewogen in de onderhandelingen.
Daarnaast is alle beschikbare openbare informatie over de onderhandelingen te lezen op de website van de rijksoverheid.4 De correspondentie met de Tweede Kamer, moties, TTIP-consultaties, verslagen van debatten en overleggen met belangenorganisaties zijn op deze website beschikbaar. Ook kunnen burgers direct in contact treden met het kabinet over TTIP of via politieke partijen hun stem laten horen.
1. Gebruik van een TTIP-postbus
Burgers kunnen via de website van de rijksoverheid vragen en opmerkingen over TTIP sturen naar een speciaal daarvoor ingesteld emailadres: ttip@minbuza.nl. Dit kan gaan over specifieke onderwerpen of over het onderhandelingsproces in algemene zin. Sinds het openen van deze postbus zijn 700 vragen binnengekomen. Het kabinet streeft ernaar vragen binnen drie weken te beantwoorden.
2. Invloed via politieke partijen
De Tweede Kamer vergadert vier keer per jaar over buitenlandse handel in de Algemene Overleggen (AO’s) voorafgaand aan elke (informele) Raad Buitenlandse Zaken over Handel in Brussel. Er is de afgelopen twee jaar in deze AO’s steeds over TTIP gesproken. De laatste overleggen vonden plaats op 11 maart, 9 april en 30 april. Op 30 september 2014 is een AO geheel gewijd aan TTIP. Door middel van moties geeft de Kamer een oordeel over de beleidsinzet van het kabinet. Recentelijk zijn er bijvoorbeeld moties ingediend dat geschillenbeslechting in TTIP geen afbreuk mag doen aan ons nationale rechtssysteem en over het toegankelijk maken van TTIP-documenten voor nationale parlementariërs.5
Het kabinet streeft ernaar zoveel mogelijk vertegenwoordigers van groepen belanghebbenden te consulteren over de onderhandelingen. Dit zijn onder meer ondernemers, vakbonden, werkgeversorganisaties en maatschappelijke organisaties. De vakbeweging vertegenwoordigt bijvoorbeeld een belangrijke belanghebbende bij het akkoord: de Nederlandse werknemer. Om die reden spreek ik regelmatig met de grootste vakcentrales (FNV, CNV en VcP) over TTIP. Kort geleden (29 april jl.) heb ik nog met de voorzitters van deze organisaties voor een tweede keer dit jaar om de tafel gezeten.
3. Consultatie met stakeholders
Medewerkers van de beleidsdirectie Internationale Marktordening en Handelspolitiek van het Ministerie van Buitenlandse Zaken houden sinds 2013 consultaties met diverse belanghebbenden. Tot op heden hebben er dertien consultaties plaatsgevonden waarbij ondernemers, vakbonden en maatschappelijke organisaties hun stem konden laten horen. Op 10 november 2014 vond bijvoorbeeld een consultatiebijeenkomst met maatschappelijke organisaties plaats over de stand van zaken en actuele ontwikkelingen op alle handelspolitieke dossiers, waaronder TTIP. Daarbij waren tien NGO’s aanwezig. De bijeenkomst richtte zich onder meer op landbouw, regulatory cooperation en investeringen. Ook is er afzonderlijk gesproken met diverse maatschappelijke organisaties en belangenorganisaties, waaronder met SOMO, TNI, Foodwatch en VNO-NCW. Binnenkort vinden gesprekken plaats met de Consumentenbond, de Vereniging van Nederlandse gemeenten (VNG) en het Interprovinciaal Overleg (IPO).
Het kabinet zoekt ook actief de dialoog met een breed en divers publiek over TTIP. Daarom neem ik graag deel aan publieke debatten. Tevens vinden er geregeld technische briefings voor de media plaats. De laatste was op 12 januari jl. Ook vraag ik met artikelen en interviews in landelijke dagbladen geregeld aandacht voor het verdrag om onduidelijkheden rondom TTIP weg te nemen6.
4. Publieke optredens
Op 26 maart jl. sprak ik tijdens een debat in Pakhuis de Zwijger te Amsterdam over TTIP. Het debat was georganiseerd door RTLZ en betrof de vierde aflevering in de serie «Economie van overmorgen» van journaliste Hella Hueck van RTLZ en econoom Robert Went verbonden aan de WRR. In aanwezigheid van maatschappelijke organisaties, studenten en andere geïnteresseerden vond een discussie plaats over de toekomst van globalisering met specifieke aandacht voor TTIP. Dit debat bood naast het delen van feitelijke informatie over het onderhandelingsproces de mogelijkheid om dieper op de discussie in te gaan wat TTIP gaat betekenen voor Nederland. Dit was tevens via een «livestream» te volgen en is terug te vinden op https://dezwijger.nl/programma/economie-van-overmorgen/.
Ook medewerkers van het Ministerie van Buitenlandse Zaken verzorgen geregeld lezingen over TTIP voor bijvoorbeeld hogescholen, universiteiten en op debatpodia. Zo sprak op 17 april jl. BZ op uitnodiging van Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen (SOMO) in het Volkshotel te Amsterdam met maatschappelijke organisaties, VNO-NCW, leden van het Europees parlement en wetenschappers. De aandacht ging uit naar het Nederlandse standpunt over TTIP en naar de gevolgen van TTIP voor werknemers en het milieu.
Ook dit debat werd live uitgezonden en is terug te zien op de website van SOMO (http://www.somo.nl/portlets-nl/livestream-ttip-debat).
Op 13 juni a.s. spreekt BZ in Amersfoort tijdens een debat over TTIP georganiseerd door de Socialistische Partij (https://www.sp.nl/doe-mee/2015/moed-debat-over-ttip).
Initiatieven van de Europese Commissie
De Europese Commissie heeft sinds de start van de onderhandelingen concrete stappen gezet om informatie-uitwisseling en consultatie te bevorderen:
1. Voordat de gesprekken met de VS begonnen, is de Europese Commissie gestart met publieke consultaties.7
2. Recent heeft een publieke consultatie plaatsgevonden over het oplossen van investeringsgeschillen in TTIP. Het rapport daarover is in januari van dit jaar gepubliceerd.8
3. In oktober vorig jaar maakte de Raad het onderhandelingsmandaat openbaar.
Daarnaast heeft de Europese Commissie, mede op aandringen van Nederland, afgelopen januari een reeks onderhandelingsdocumenten openbaar gemaakt.9 Op dit moment zijn er meer dan 50 onderhandelingsdocumenten publiekelijk beschikbaar, waaronder tekstvoorstellen en «position papers». Deze documenten gaan over specifieke onderwerpen (o.a. regelgeving, aanbestedingen, diensten) of over specifieke sectoren (o.a. zorg, motorvoertuigen, cosmetica).
4. De hoofdonderhandelaar van de EU legt aan het einde van elke onderhandelingsronde publiekelijk verantwoording af over het verloop van de onderhandelingen.10 Ook publiceert de Europese Commissie na elke ronde een verslag over het verloop van de onderhandelingsronde.11
5. De Europese Commissie heeft een adviesgroep ingesteld bestaande uit mensen die consumenten, milieu, bedrijven en handelsunies vertegenwoordigen om te assisteren bij onderhandelingen en het leveren van input.
6. De Europese Commissie laat ook onderzoek uitvoeren om de gevolgen van TTIP beter in kaart te brengen. Een recent voorbeeld daarvan is het eerder genoemde onderzoek naar de impact van TTIP op het Europese MKB.12
7. Burgers wordt daarnaast opgeroepen hun mening te geven via de website van de Europese Commissie.13
5. Gebruik van sociale media
De Europese Commissie heeft begin dit jaar haar inspanningen op het terrein van communicatie uitgebreid. Daartoe maakt Europese Commissie veelvuldig gebruik van social media kanalen om informatie over TTIP te verspreiden (bijvoorbeeld op Twitter via @EU_TTIP_team). Een aantal bijdragen van de Europese Commissie heeft veel publieke aandacht opgeleverd, waaronder de publicatie van een brochure getiteld «de 10 mythen over TTIP» en de publieke bevestiging over het behoud van beleidsvrijheden om publieke belangen te borgen.14
Tot besluit
Nederland zal maximaal transparant blijven opereren over intenties en procedures en gebruik maken van alle maatschappelijke en politieke input.
Zodra de onderhandelingen zijn afgerond, wordt het resultaat publiek gemaakt en kan iedereen lezen wat er in TTIP staat. Het is vervolgens aan de Raad van de EU en het Europees parlement om al dan niet instemming aan het verdrag te verlenen. Bovendien heeft Nederland met andere lidstaten verzocht omdat het uiteindelijke verdrag ook aan de nationale parlementen ter goedkeuring voor te leggen.15
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen
Meer informatie over het Centraal Economisch Plan 2015 is beschikbaar op: http://www.cpb.nl/publicatie/centraal-economisch-plan-2015.
Dit rapport is beschikbaar op: http://trade.ec.europa.eu/consultations/index.cfm?consul_id=181.
Deze informatie is beschikbaar op: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/ttip-handelsovereenkomst-tussen-europese-unie-en-de-verenigde-staten.
Deze moties zijn beschikbaar op http://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/stemmingsuitslagen/detail?id=2015P07058 en http://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/detail?id=2015Z05256&did=2015D10668.
Zie bijvoorbeeld het artikel «Ploumen wil veilig voedsel, anders geen TTIP-akkoord« in de Volkskrant van 19 april jl.
Informatie over de lopende consultaties is beschikbaar op: http://trade.ec.europa.eu/consultations/
Het rapport is beschikbaar op: http://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2015/january/tradoc_153044.pdf.
Deze documenten zijn beschikbaar op: http://ec.europa.eu/trade/policy/in-focus/ttip/documents-and-events/index_en.htm#/eu-position.
Zo hield de Europese hoofdonderhandelaar Ignacio Garcia Bercero na afloop van de 9de onderhandelingsronde
een toespraak die beschikbaar is op: http://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2015/april/tradoc_153394.pdf.
Het verslag van de 9de onderhandelingsronde is beschikbaar op: http://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2015/may/tradoc_153437.pdf
Dit rapport is beschikbaar op: http://trade.ec.europa.eu/consultations/index.cfm?consul_id=181.
Ik heb de verschillende opties in het besluitvormingsproces over TTIP nader uiteengezet in het Verslag Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) Handel van 7 mei 2015 (kamerstuk 21 501-02, nr. 1499).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-21501-02-1507.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.