21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1401 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN L

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 juli 2014

Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Buitenlandse Zaken van 22 juli 2014. Het verslag van de besprekingen over Oekraïne tijdens deze Raad gaat uw Kamer heden separaat toe (Kamerstuk 33 997, nr. 1).

In het verslag is tevens opgenomen een appreciatie van de situatie in Gaza, zoals door uw Kamer verzocht op 21 juli jl.

De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans

Verslag Raad Buitenlandse Zaken van 22 juli 2014 inclusief stand van zaken Gaza

Oekraïne

Het verslag van de Raadsbespreking over Oekraïne is meegenomen in de kamerbrief «Stand van zaken MH17», die uw Kamer separaat toegaat (Kamerstuk 33 997, nr. 1).

Iran

De onderhandelingen over een alomvattend akkoord over het Iraanse nucleaire programma tussen de E3+3 (Frankrijk, Duitsland, VK, Rusland, China en de VS) en Iran zijn verlengd tot 24 november 2014. Er zijn nog steeds grote verschillen tussen beide partijen, maar er is voldoende voortgang om de gesprekken voort te zetten. Iran heeft zich de afgelopen zes maanden aan de afspraken van het interim-akkoord gehouden. De Raad verlengde de tijdelijke opschorting van een beperkt deel van de EU-sancties tegen Iran met vier maanden. De overige sancties blijven strikt gehandhaafd.

Zuidelijk Nabuurschap – Irak

De Raad besprak de voortdurende zorgelijke ontwikkelingen in Irak in vervolg op de bespreking tijdens de Raad Buitenlandse Zaken van 23 juni jl. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1394) waarbij VN Speciaal Vertegenwoordiger voor Irak, Nikolay Mladenov, aanwezig was. De Iraakse leiders hebben een belangrijke verantwoordelijkheid om de huidige crisis op te lossen middels een inclusief politiek proces. De Ministers verwelkomden in dit licht de verkiezing van een parlementsvoorzitter en vicevoorzitter. De verslechtering van de relaties tussen het centrale gezag en de Koerden baart de Ministers zorgen, ook hier heeft premier Maliki een rol in het bewaren van de eenheid in zijn land en het beëindigen van sektarische retoriek. Zijn beschuldigingen over Koerdische steun aan ISIS en ontslag van de (Koerdische) Minister van Buitenlandse Zaken Zebari zijn hierbij niet behulpzaam, net zo min als de aankondiging van een referendum over onafhankelijkheid door de Koerdische president Barzani.

MOVP

De Raad besprak de situatie in Gaza en nam conclusies aan die ook ingingen op bredere ontwikkelingen binnen het Midden-Oosten Vredesproces (MOVP). De EU riep beide partijen op om onmiddellijk de gewelddadigheden te staken en tot een staakt het vuren te komen. De EU veroordeelde de raketaanvallen op Israël en riep Hamas op geweld af te zweren. Hoewel de EU het recht van Israël om zichzelf te verdedigen erkent, moet de militaire operatie proportioneel zijn en in lijn met internationaal humanitair recht. De Ministers stonden stil bij het grote aantal slachtoffers die zijn gevallen in de Gazaanse wijk Shuja’iyya en benadrukten het belang van humanitaire hulp aan de burgers in Gaza. De tragische gebeurtenissen bevestigen dat de humanitaire en socio-economische situatie in Gaza onhoudbaar is. De Raad stond tevens stil bij de brute moord op de Israëlische en Palestijnse jongeren.

Recente ontwikkelingen in de regio en de huidige crisis tonen de noodzaak aan van een tweestatenoplossing als enige manier om het Israëlisch-Palestijnse conflict duurzaam op te lossen. De Ministers benadrukten dat de levensvatbaarheid van de tweestatenoplossing prioriteit moet blijven. In dit kader werd Israël ondermeer opgeroepen om de uitbreiding van nederzettingen stop te zetten. De Ministers herhaalden eerder beschreven parameters voor een duurzame oplossing, waaronder een akkoord over de grenzen, veiligheidsvoorzieningen, een oplossing voor de vluchtelingencrisis en voor de status van Jeruzalem.

De EU verwelkomde de benoeming van een Palestijnse regering van onafhankelijke personen en de verklaring van president Abbas dat deze regering de Kwartetbeginselen zal respecteren. De EU zal de Palestijnse regering hierop beoordelen en spoort aan tot het organiseren van democratische verkiezingen voor alle Palestijnen. De relatie tussen de EU en beide partijen zal afhankelijk zijn van hun toewijding aan een duurzame vrede gebaseerd op een tweestatenoplossing. De EU zal dit doel blijven ondersteunen en herhaalde de eerdere toezegging van een speciaal geprivilegieerd partnerschap zodra er een vredesakkoord is.

UNDOF

Het kabinet maakt van deze gelegenheid gebruik uw Kamer te informeren over de Nederlandse bijdrage aan United Nations Disengagement Observer Force (UNDOF). Sinds 22 augustus 2013 levert Nederland twee stafofficieren aan UNDOF. UNDOF is de VN-waarnemersmissie voor toezicht op het troepenscheidingsakkoord op de Golan-hoogte tussen Israël en Syrië (VNVR resolutie 2131). Daarnaast levert UNDOF ook de «force protection» voor de ongewapende waarnemersmissie UNTSO (United Nations Truce Supervision Organization), waaraan Nederland twaalf waarnemers levert. Nederland zal de bijdrage aan UNDOF verlengen tot september 2015.

Stand van zaken Gaza

In reactie op het verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken van 21 juli 2014 over de ontwikkelingen in Gaza en in aanvulling op de antwoorden van het Schriftelijk Overleg d.d. 18 juli jl. geldt het volgende.

Operatie «Protective Edge»

De huidige geweldsescalatie in Gaza volgt op een geleidelijke verslechtering van Palestijns-Israëlische verhoudingen gedurende de afgelopen paar maanden. Zo werden in april de vredesonderhandelingen opgeschort en liepen de spanningen op na de ontvoeringen en moorden op Israëlische en Palestijnse jongeren. Tegelijkertijd is als gevolg van de ontwikkelingen in Egypte en de regio de positie van de Moslimbroederschap, waaraan Hamas gelieerd is, na een periode van toenemende profilering onder druk komen te staan.

De intensivering van raketbeschietingen door Hamas uit Gaza op Israël vormt de directe aanleiding voor de Israëlische militaire operatie «Protective Edge» die op 8 juli jl. van start ging. De operatie omvatte in eerste instantie luchtaanvallen op lanceerlocaties, terroristische infrastructuur en huizen van Hamas-kopstukken. Hiertoe voerde de Israëlische luchtmacht aanvallen uit op doelwitten in de Gaza-strook. Gedurende de eerste week van het conflict vielen hierbij ca. 200 Palestijnse slachtoffers. Volgens VN-rapporten was het percentage burgerslachtoffers onder hen circa 70 à 80 procent. Hamas en andere Palestijnse groeperingen vuurden gedurende dezelfde periode ongeveer 1.000 raketten af richting Israël. Aan Israëlische zijde overleed één burger als gevolg van deze raketaanvallen.

Operatie «Protective Edge» ging op 17 juli jl. een tweede fase in toen Israël een grondoffensief startte. Het grondoffensief begon als een territoriaal beperkte militaire operatie gericht op het lokaliseren en vernietigen van de tunnels naar Israël daar deze volgens Israël zo diepgelegen zijn dat zij niet met luchtbombardementen kunnen worden ontmanteld. Directe aanleiding was een poging van militanten om Israël te infiltreren via deze tunnels, nadat Israël al eerder enkele pogingen tot een dergelijke aanval had weten te voorkomen. Het Israëlische leger claimt inmiddels 13 zogenaamde «aanvalstunnels» naar Israël te hebben vernietigd. De berichten over strijders die via tunnels Israël proberen binnen te dringen blijven aanhouden. Deze infiltraties hebben tot nog toe niet geleid tot burgerslachtoffers, wel zijn drie Israëlische militairen omgekomen.

De dag voor het grondoffensief had Israël 100.000 mensen in Noord-Gaza gewaarschuwd hun huizen te verlaten. Er zijn bewijzen dat Hamas hierop reageerde door hen op te roepen te blijven. Israël heeft duizenden grondtroepen naar de grens met Gaza gestuurd, die bij hun invallen worden gesteund door artilleriebeschietingen. Tijdens de grondoperatie is het dodental sterk toegenomen. Zo vielen op 20 juli jl. in de wijk Shuja’iyya (Gaza-stad) tenminste 60 Palestijnse doden en werden minstens dertien Israëlische soldaten gedood. De Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties, Ban Ki-moon, en de Secretaris-Generaal van de Arabische Liga, Nabil el-Araby, hebben de aanval op Shuja’iyya veroordeeld.

Gevolgen

Vooralsnog zijn volgens het Palestijnse Ministerie van Gezondheid 718 Palestijnen omgekomen en ruim 4500 gewond geraakt. In Israël zijn drie burgerdoden gevallen en 32 soldaten omgekomen (stand van zaken donderdagochtend 24 juli). Als gevolg van de crisis is de humanitaire situatie op de Gaza-strook sterk verslechterd en zit de burgerbevolking van Gaza op tragische wijze klem tussen Hamas en Israël. Er zijn grote tekorten aan medicijnen, de watervoorziening en sanitaire voorziening zijn ernstig beschadigd en de voedseltekorten lopen op. Ziekenhuizen hebben directe schade opgelopen en kunnen daardoor minder goed het hoofd bieden aan het grote aantal gewonden. Palestijnen worden slechts in beperkte mate toegelaten tot Egypte voor medische behandeling. Een aantal keer is een tijdelijk staakt-het-vuren afgekondigd om medische hulp toe te laten. Volgens UNWRA bevinden zich in Gaza-stad momenteel meer dan 100.000 ontheemden, die bijna allemaal in UNRWA-scholen worden opgevangen omdat deze locaties het minste risico lopen te worden getroffen. Desondanks zijn twee keer raketten van gewapende groeperingen gevonden in UNRWA-scholen en is één school direct door het IDF onder vuur genomen. Er is een dreigend tekort aan noodvoorzieningen en UNRWA heeft bijna geen fysieke capaciteit meer om de ontheemden op te vangen. De Palestijnse Autoriteit heeft scholen aangeboden als aanvullende opvanglocaties. Deze gebouwen zijn echter niet als VN-locaties aangemerkt en genieten daarom niet dezelfde immuniteit als de UNRWA-scholen. Ook hebben kerken in Gaza hun deuren voor ontheemden geopend.

In Israël wordt door de voortdurende raketbeschietingen het dagelijks leven ontregeld. Hoewel veel raketten uit de lucht worden geschoten door het «Iron Dome-systeem» of in open veld landen, vallen er met enige regelmaat raketten in bewoond gebied en komen regelmatig granaatscherven neer die schade aanrichten. De raketbeschietingen concentreren zich op Zuid-Israël, maar ook ten noorden van Tel Aviv en Jeruzalem zijn raketten neergekomen. Een klein aantal raketten heeft dorpen tot ver in Noord-Israël bereikt. Ook het oproepen van minimaal 45.000 reservisten en het zenden van zulke grote getalen (jonge) dienstplichtigen roept heftige emoties op in de Israëlische maatschappij. Hamas vuurt met enige regelmaat raketten af richting Israëls internationale luchthaven in de hoop zo de burgerluchtvaart te ontregelen. Dit heeft ertoe geleid dat een groot aantal luchtvaartmaatschappijen hun vluchten van en naar Ben Goerion tijdelijk hebben opgeschort. Dit is voor het eerst sinds de aanvallen met Scud-raketten in 1991 door het toenmalige regime van Saddam Hoessein.

Door de ontwikkelingen in Gaza neemt ook de spanning op de Westelijke Jordaanoever en in Oost-Jerusalem toe. Er is sprake van toenemende Palestijnse demonstraties en confrontaties met Israëlische veiligheidstroepen o.a bij Damascus-gate, Qalandiya en vluchtelingenkampen. De Palestijnse Autoriteit grijpt waar mogelijk in om confrontaties te voorkomen. Dat de spanningen oplopen blijkt ook uit diverse incidenten tussen Palestijnen en kolonisten op de Westelijke Jordaanoever.

Onderhandelingen over een staakt-het-vuren

Egypte heeft vrij snel na het begin van het geweld een bemiddelende rol op zich genomen door een voorstel voor een staakt-het-vuren te presenteren. De belangrijkste elementen zijn: een einde aan het Israëlische offensief, een einde aan de raketbeschietingen, het openstellen van de grensovergangen voor personen en goederen wanneer de veiligheidssituatie dat toelaat en besprekingen in Cairo over verdere veiligheidszaken. Israël heeft dit voorstel geaccepteerd maar Hamas wees het af. De belangrijkste eisen van Hamas voor een staakt-het-vuren zijn het vrijlaten van de opnieuw door Israël gearresteerde gevangenen die als onderdeel van het akkoord tussen Israel en Hamas over de Israëlische militair Gilad Shalit waren vrijgelaten; het opheffen van de blokkades van Gaza en het heropenen van grensovergangen met internationale garanties dat deze niet opnieuw gesloten zullen worden; de opening van de zeeroute naar Gaza, toegang voor Gazanen tot de Al Aqsa-moskee en geen Israëlische bemoeienis met een verzoening tussen Fatah en Hamas en de vorming van een eenheidsregering.

Internationaal wordt de noodzaak van een staakt-het-vuren breed gedragen en wordt druk op beide partijen uitgeoefend om dit te bereiken. Zo is de VN-Veiligheidsraad is 20 juli jl. bijeen gekomen. De Voorzitter riep in zijn verklaring op tot een onmiddellijk staakt-het-vuren. Er bestaat internationaal veel steun en waardering voor de Egyptische bemiddelingspogingen. Zo heeft de VS en groot aantal EU-lidstaten zich achter het voorstel geschaard. Ook de LAS heeft in een resolutie steun uitgesproken voor het Egyptische voorstel.

Positie Palestijnse Autoriteit en Abbas

President Abbas heeft de operatie door het Israëlische leger veroordeeld en heeft zich herhaaldelijk uitgesproken tegen de raketaanvallen vanuit de Gaza-strook. Hij zoekt in de regio steun voor oplossingen die kunnen leiden tot een staakt-het-vuren. Daarnaast heeft Abbas vlak voor het uitbreken van de crisis het belang van de veiligheidssamenwerking met Israël onderstreept. De Palestijnse Autoriteit (PA) probeert aldus zoveel mogelijk bij te dragen aan de-escalatie. Zo heeft President Abbas in een brief aan de secretaris-generaal van de VN gevraagd om de Palestijnse Gebieden (Gaza, Westelijke Jordaanoever en Oost-Jerusalem) onder VN-bescherming te brengen. Daarnaast heeft de Arabische Liga op zijn verzoek de situatie aan de orde gesteld in de VN-Veiligheidsraad. Tegelijk moet worden geconstateerd dat Abbas weinig invloed heeft in de Gaza-strook, die de facto door Hamas wordt gecontroleerd. De nieuwe technocratische Palestijnse regering die op 1 juni jl. werd geïnstalleerd heeft het bestuur niet kunnen uitbreiden naar de Gaza-strook. De Palestijnse regering heeft geen zeggenschap over de Qassam-brigades of andere groepen die deelnemen aan de beschietingen. President Abbas zit hiermee in een lastig parket: aan de ene kant is samenwerking met Israël cruciaal voor de stabiliteit van de Westelijke Jordaanoever en aan de andere kant roept de bevolking op tot hardere maatregelen tegen Israël. Met name op sociale media, ook op pro-Fatah websites, krijgt hij veel kritiek en is er een toenemend aantal steunbetuigingen aan strijdende facties waarneembaar. President Abbas heeft zijn steun uitgesproken voor de bemiddelende rol van Egypte en voorstellen tot een staakt-het-vuren, daarnaast heeft hij zich achter de eisen voor een staakt-het-vuren van Hamas en Islamic Jihad geschaard.

Nederlandse appreciatie

Nederland is zeer bezorgd over een verdere escalatie van het Gaza-conflict. Hamas en andere groeperingen dienen beschietingen vanuit Gaza te staken en hun tunnelnetwerk naar Israëlisch grondgebied op te geven en te laten ontmantelen. Het kabinet veroordeelt in scherpe termen de inzet van burgers als menselijk schild en het plaatsen of opslaan van wapens in scholen. Daarnaast doet Nederland een dringende oproep aan Israël tot uiterste terughoudendheid en roept Israël op om incidenten met burgerslachtoffers op een transparante manier te onderzoeken. Nederland heeft grote zorgen over de snelle stijging van het dodental sinds de aanvang van de grondoperatie. Nederland erkent het zelfverdedigingsrecht van Israël, met inachtneming van de grenzen die het internationaal recht stelt. Proportionaliteit is hierin essentieel.

Een staakt-het-vuren gevolgd door een hervatting van de vredesonderhandelingen is de enige manier om te komen tot een duurzame en vreedzame oplossing van het conflict. Nederland roept partijen op om zo snel mogelijk tot een bestand te komen en steunt een centrale en actieve rol van Egypte als bemiddelaar tussen beide partijen. Deze boodschap heeft de Minister van Buitenlandse Zaken ook in telefoongesprekken met Ministers Lieberman, Malki en Shoukry overgebracht. Daarnaast zal een alomvattende oplossing moeten worden gevonden, die aan de ene kant de humanitaire en economische situatie in en de ontwikkeling van Gaza verbetert en aan de andere kant recht doet aan de Israëlische veiligheidseisen. Alleen dan kan de terugkerende geweldsspiraal worden doorbroken.

Nederland ziet de volgende betrokkenheid van de EU: waar mogelijk druk op partijen uitoefenen om tot een staakt-het-vuren te komen; aandacht bieden aan de humanitaire noden in Gaza en steun verlenen aan het ontwikkelen van een wederopbouwprogramma. De rol van de VS blijft essentieel. Voor een weergave van de discussie in EU-verband wordt verwezen naar het verslag van de RBZ van 22 juli 2014 hierboven.

Wapenleveranties Al-Shabaab

Hierbij wordt u nader geïnformeerd over een VN-rapport over wapenleveranties aan Al-Shabaab naar aanleiding van de toezegging aan uw Kamer om de Kamer te informeren. Deze toezegging werd gedaan tijdens het AO «Werking van de artikel 100-procedure en het Toetsingskader» van 18 juni 2014.

Het betreffende rapport dateert van februari 2014 en is afkomstig van de «Somalia & Eritrea Monitoring Group» (SEMG) die is ingesteld door de Veiligheidsraad en is belast met de monitoring van onder meer het wapenembargo tegen Somalië. Het rapport spreekt over «systematische misstanden bij het beheer en distributie van wapens» en constateert onder andere dat het verkopen of illegaal doorsluizen van wapens plaatsvindt door en/of met medeweten van de hoogste kringen, inclusief President Hassan Mohamud. Bestemming van de wapens zijn veelal milities van clans waartoe de president en bepaalde Ministers behoren. Ook vond de SEMG aanwijzingen dat elementen uit het Somalische leger wapens en materieel verkopen en dat een deel daarvan via nieuwe, private wapenmarkten in Mogadishu vrijwel zeker bij Al-Shabaab terechtkomt. De Somalische regering heeft de aantijgingen ontkend.

Het kabinet meent dat de Somalische regering moet worden aangesproken op deze kwestie. Tegelijkertijd moet ervoor worden gewaakt de politieke verhoudingen in het land te destabiliseren. De huidige regering biedt immers nog steeds de beste kans op stabiliteit. In contacten met leden van de Veiligheidsraad en met leden van de SEMG worden de Nederlandse zorgen met regelmaat voor het voetlicht gebracht. Op 11 juli jl. gaven de voorzitter van de SEMG en VNVR-leden opnieuw aan bezorgd te zijn over de schendingen van het wapenembargo en het doorsluizen van wapens naar Al-Shabaab. Het definitieve rapport van de SEMG staat gepland voor oktober en zal de basis zijn waarop de toekomst van het sanctieregime zal worden gevormd. Tot slot wordt opgemerkt dat EUTM-Somalië een trainingsmissie is en geen wapens levert aan de Somalische regering. Van doorverkoop is dan ook geen sprake.

Naar boven