21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1306 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 november 2013

Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Buitenlandse Zaken van

18 november 2013.

De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans

VERSLAG RAAD BUITENLANDSE ZAKEN VAN 18 NOVEMBER 2013

Oostelijk Partnerschap

De Raad stond in het bijzonder stil bij de mogelijke ondertekening van een Associatie Akkoord (AA) inclusief Deep and Comprehensive Trade Area (DCFTA) met Oekraïne tijdens de Top in Vilnius. Een aantal Ministers benadrukte het belang van ondertekening van het akkoord met Oekraïne. Een meerderheid van lidstaten, waaronder Nederland, was van mening dat Oekraïne nog stappen moet zetten voordat over ondertekening besloten kan worden en dat daarom de druk onverminderd hoog moet blijven. Daarbij werd onderstreept dat de EP-missie Cox en Kwasniewski een belangrijk instrument is voor de vaststelling van de vorderingen. Commissaris Füle kondigde aan direct na de Raad Kiev te zullen bezoeken. Hoge Vertegenwoordiger (HV) Ashton concludeerde dat het besluit over ondertekening werd uitgesteld. De EU bleef streven naar ondertekening, maar Oekraïne moest eerst nog stappen zetten om aan de uitstaande punten te voldoen.

Inmiddels heeft het bezoek van Commissaris Füle inderdaad plaatsgevonden op 19 november jl. Tijdens zijn gesprek met president Janoekovitsj liep deze al vooruit op de mogelijke beslissing dat Oekraïne in Vilnius niet bereid zou zijn het associatieakkoord te tekenen. Het Oekraïense parlement is op 21 november jl. bijeengekomen om over de uitstaande wetgeving te spreken. Daarbij zijn de zes verschillende wetsvoorstellen die voorlagen om Julia Timosjenko op medische gronden in het buitenland te behandelen verworpen. Het parlement nam wel de nieuwe Kieswet aan in tweede lezing. De aangepaste Wet op de Openbaar Aanklager werd in tweede lezing aangehouden. Op 21 november jl. heeft het Oekraïense kabinet, bij monde van premier Azarov, laten weten dat Oekraïne de onderhandelingen met de EU over het associatieakkoord opschort, onder verwijzing naar nadere studie en maatregelen die moeten worden genomen om de economische en binnenlandse veiligheid van Oekraïne te waarborgen.

Het kabinet is teleurgesteld over dit besluit van de regering van Oekraïne en leidt hieruit af dat Oekraïne niet bereid of in staat was te voldoen aan de door de Raad gestelde voorwaarden, die in de aanloop naar de Top in Vilnius voor de EU steeds essentieel zijn geweest. Ook HV Ashton heeft haar teleurstelling uitgesproken en bevestigd dat de toekomst van Oekraïne gelegen is in een sterke relatie met de EU. Het kabinet deelt deze visie.

Zuidelijke buurlanden

Syrië

De Raad sprak over de politieke situatie in Syrië en benadrukte de noodzaak voor een politieke oplossing voor het conflict en snelle ontmanteling van het chemisch wapenarsenaal. De EU benadrukte het belang van het snel bijeenroepen van de Genève II Conferentie, waarbij het de recentelijke positieve houding van de Syrische Oppositie Coalitie (SOC) ten aanzien van deelname aan de Conferentie een bemoedigende stap vindt.

De focus lag voorts op de impact van de Syrische crisis op de gehele regio, in het bijzonder op Libanon en Jordanië. De Raad sprak zijn ernstige zorgen uit over de 9,3 miljoen Syriërs in Syrië die dringend hulp behoeven met de winter in aantocht en met name de 6,5 mln ontheemden in Syrië en meer dan twee miljoen vluchtelingen in de buurlanden. Ook sprak de EU haar zorgen uit over de polio-uitbraak en drong aan op tijdige vaccinaties. De EU prees de autoriteiten en de bevolkingen in Libanon, Jordanië, Turkije en Irak voor hun uitzonderlijke generositeit jegens de Syrische vluchtelingen en wees op het handhaven van het «open deur»-beleid. De EU verwelkomde plannen voor het houden van een pledging conference begin 2014 («Kuweit II»). Ook de EU zal er alles aan doen om de eigen humanitaire steun aan Syrië en de regio te vergroten en riep internationale partners op hetzelfde te doen.

De EU sprak haar ernstige zorgen uit over de beperkte humanitaire toegang in Syrië en riep daarom alle partijen op, en in het bijzonder de Syrische regering, om toegang voor humanitaire operaties uit te breiden en te garanderen. Ook worden alle partijen bij het conflict opgeroepen alle verplichtingen op het gebied van mensenrechten en humanitair recht te respecteren. Degenen die deze verplichtingen schenden, moeten verantwoordelijk worden gehouden. De EU moedigde de VN-Veiligheidsraad verder aan de mogelijkheden voor een humanitaire resolutie op basis van de voorzittersverklaring van de VN-Veiligheidsraad van 2 oktober 2013 te onderzoeken indien de humanitaire situatie niet verbetert. De Raad riep daarnaast alle betrokken partijen op de steun aan buitenlandse strijders in Syrië te staken.

Libië

De Raad sprak zijn zorgen uit over de significante verslechtering van de politieke en veiligheidssituatie in Libië, veroordeelde de recente geweldsescalatie in Tripoli en riep alle partijen op verder bloedvergieten en geweld te voorkomen. In samenwerking met internationale partners zal de EU Libië blijven steunen op weg naar een vreedzame en democratische transitie, onder meer door steun aan het maatschappelijk middenveld. De Raad benadrukte het belang van een inclusief en geloofwaardig verkiezingsproces voor alle Libiërs, inclusief minderheden en vrouwen, waarbij een niet gefragmenteerde nationale dialoog de basis zou moeten leggen voor verzoening. De EU zal haar steun aan de wederopbouw en versterking van de Libische rechtsstaat voortzetten.

De Ministers riepen de Libische autoriteiten op om mensenrechtenschendingen aan te pakken en de verantwoordelijken te berechten. Ook moedigde de Raad Libië aan door te gaan met de samenwerking met het Internationaal Strafhof, zoals neergelegd in VN-Veiligheidsraadresolutie 1970 (2011).

De bestaande, niet beveiligde wapen- en ammunitievoorraden van het tijdperk onder Khadaffi vormen een ernstige bedreiging voor de stabiliteit en veiligheid van Libië, de Zuidelijke regio en daarbuiten. De EU steunt de inspanningen van Libië en de VN om deze voorraden te beveiligen en benadrukt dat deze, waar mogelijk, moeten worden vernietigd.

Migratie in het Middellandse Zeegebied

Naar aanleiding van de recente tragedies in het Middellandse Zeegebied, sprak de Raad zijn zorgen uit over het verlies aan mensenlevens en de destabiliserende impact van illegale migrantenstromen via Libië. De EU streeft een geïntegreerde aanpak na. Hierbij verwees de Raad onder meer naar de recent ingestelde Task Force Mediterranean onder voorzitterschap van de Europese Commissie en de EU Border Assistance Mission (EUBAM Libya) waarmee de EU bijdraagt aan de capaciteitsopbouw van Libische grensautoriteiten.

Egypte

Tijdens het Algemeen Overleg ter voorbereiding van de Raad Buitenlandse Zaken op 14 november jl. is uw Kamer toegezegd dat u in dit verslag nader zou worden geïnformeerd over de resultaten van de inzet van HV Ashton voor onafhankelijk onderzoek naar het geweld bij de machtsovername in Egypte. De EDEO heeft Nederland geïnformeerd dat zij in haar contacten met de Egyptische autoriteiten, onder meer tijdens bezoeken van de EU Speciaal Vertegenwoordigers aan Egypte, hiervoor aandacht vraagt. De Egyptische Nationale Mensenrechtenraad doet fact-finding naar alle geweldsincidenten van afgelopen zomer en in het bijzonder naar het geweld tegen demonstranten op 14 augustus jl., maar tot dusverre zijn er helaas nog geen concrete resultaten aan Egyptische zijde te melden op het gebied van een officieel, onafhankelijk onderzoek naar de gebeurtenissen. Nederland en de EU blijven het belang benadrukken van onafhankelijke fact-finding, vervolging en steun aan het verzoek van de Verenigde Naties (OHCHR) dat experts en rapporteurs Egypte kunnen bezoeken.

Iran

HV Ashton gaf een korte terugkoppeling van de onderhandelingen tussen de E3+3 en Iran van 7–10 november 2013. De onderhandelingen waren intens en constructief. Er was veel concrete vooruitgang geboekt, echter er waren ook nog enkele geschilpunten. HV Ashton zal op 20 november wederom bijeenkomen met Minister Zarif van Buitenlandse Zaken van Iran en zijn onderhandelteam en de E3+3 om de uitstaande punten te bespreken.

Voorbereiding Europese Raad december

De EU sprak tijdens een gezamenlijke bijeenkomst van Ministers van Buitenlandse Zaken en van Defensie over de voorbereiding van de Europese Raad van 19 en 20 december 2013, waar onder meer de defensie aspecten van het Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid (GVDB) op de agenda staan.

De Raad liet zich positief uit over het rapport van de Hoge Vertegenwoordiger Ashton waarin zij voorstellen doet om het GVDB verder te versterken. De Ministers bespraken de drie clusters die tijdens de Europese Raad voor zullen liggen: betere zichtbaarheid en effectiviteit, capaciteiten en defensiemarkt- en industrie. In lijn met de Nederlandse inzet was er aandacht voor de geïntegreerde benadering waarbij een effectiever GVDB in samenhang met ander EU-instrumentarium wordt ingezet. De Europese Raad kan voortbouwen op de uitkomsten van de Raad Buitenlandse Zaken en richting geven voor toekomstige werkzaamheden op het gebied van GVDB.

Voor een uitgebreider verslag van deze gezamenlijke bijeenkomst wordt verwezen naar het verslag over de Raad Buitenlandse Zaken in Defensie-samenstelling van 18–19 november 2013, dat door de Minister van Defensie aan uw Kamer zal worden gestuurd.

Bosnië en Herzegovina

De Raad sprak over de politieke situatie in Bosnië en Herzegovina. Er was in de Raad overeenstemming over het gebrek aan voortgang in Bosnië en Herzegovina ten aanzien van onder meer de nodige grondwetsherziening en de aanpassing van de kieswet om deze in lijn te brengen met Europese mensenrechtenstandaarden. Luxemburg heeft namens de Benelux gesproken en heeft benadrukt dat dat uitblijven van vooruitgang consequenties moet hebben, ook op het gebied van de financiële steun aan het land. Commissaris Füle kondigde in dit licht aan een korting van 47 miljoen Euro door te zullen voeren op het IPA-programma (Instrument for Pre-Accession Assistance). Gesproken werd tevens over de aanloop naar de verkiezingen van oktober 2014 en de wijze waarop de EU ertoe kan bijdragen dat voordien de noodzakelijke wetgevingsherzieningen worden doorgevoerd.

Het kabinet maakt van de gelegenheid gebruik mede te delen haar bijdrage aan de EU-operatie EUFOR Althea in Bosnië-Herzegovina te verlengen tot medio november 2014. Nederland blijft drie militairen bijdragen aan het trainingsgedeelte van de operatie. Twee van hen zijn werkzaam als adviseur bij het Bosnische leger; de derde Nederlander is werkzaam voor het stafelement van de operatie.

EU-China

De Ministers spraken kort over de voorbereiding van de EU-China Top en de gezamenlijke agenda met de blik op het jaar 2020: EU-China 2020 Agenda for Security, Prosperity and Sustainable Development. De Ministers waren het erover eens dat de aankomende Top met het nieuwe Chinese leiderschap een belangrijk moment is in de verdere ontwikkeling van de relaties. Ten aanzien van de gezamenlijke 2020 Agenda deelden de Ministers de mening dat de EU in de onderhandelingen moet vasthouden aan een gedegen uitkomst die recht doet aan het nieuwe mondiale partnerschap tussen de EU en China. Daarbij hoort aandacht voor de eigen prioriteiten, waaronder op het gebied van markttoegang en universele waarden.

EU-Japan

HV Ashton blikte in dit verband tevens kort vooruit naar de EU-Japan Top (19–20 november). Deze bijeenkomst bood een goede gelegenheid om de politieke en economische relaties met Japan te verbreden en samen te werken op het gebied van onder andere klimaatverandering en mogelijkheden te onderzoeken voor Japanse deelname aan internationale vredesoperaties.

Filipijnen

HV Ashton stond stil bij de ramp en humanitaire noodsituatie op de Filipijnen. Commissaris Piebalgs had inmiddels het getroffen gebied bezocht en namens de EU 10 miljoen Euro noodhulp toegezegd. Een aantal lidstaten maakte melding van bilaterale inspanningen om de nood in het rampgebied te helpen lenigen.

Naar boven