21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1235 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 maart 2013

Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Buitenlandse Zaken van 11 maart 2013.

De minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans

Verslag Raad Buitenlandse zaken d.d. 11 maart 2013

Zuiderburen – Egypte, Tunesië, Libië

Egypte

Zoals vermeld in de brief «Egypte, Ontwikkeling en Steun» (nog geen Kamerstuk beschikbaar, ons kenmerk 2013 122432) die uw Kamer heden heeft ontvangen met het oog op het plenair debat over Egypte op woensdag 13 maart a.s., heeft Nederland tijdens de Raad nogmaals, en met nadruk aan het begin van de discussie, onderstreept dat Egypte voortgang met de transitie moet laten zien om het mogelijk te maken Egypte met voldoende publiek draagvlak verdere EU-steun te bieden. Zo is bijvoorbeeld vooruitgang noodzakelijk ten aanzien de bevordering van de ontwikkeling van het maatschappelijk middenveld, de verbetering van de positie en bescherming van vrouwen of op het terrein van economische ontwikkeling. Deze visie werd door de andere leden van de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) gedeeld. Tegelijkertijd benadrukte de overgrote meerderheid daarvan dat de EU zich op dit moment met Egypte moet engageren, om de ontwikkeling in het land in de richting van een stabiele democratie te bevorderen. Nu Egypte de rug toekeren, zou een contraproductief effect sorteren en de situatie kunnen doen verslechteren.

Ook Hoge Vertegenwoordiger (HV) Ashton was deze mening toegedaan. Zij sprak haar teleurstelling uit over de ontwikkelingen in Egypte op het gebied van politieke instabiliteit, werkloosheid en veiligheid. Specifiek daarbij noemde zij de grote verdeeldheid van de oppositie, het zorgwekkende economische en investeringsklimaat, en de verontrustende stijging van seksueel geweld tegen vrouwen. Zij benadrukte dat de EU, zoals ook de VS dat doet, verantwoordelijkheid moet nemen voor het bevorderen van een gunstige politieke en sociaal-economische ontwikkeling van Europa’s zuidelijke buurlanden. Dit mede om kwetsbare groepen in deze landen, zoals vrouwen en minderheden, een steun in de rug te geven. De HV zal partijen blijven aanmoedigen het transitieproces op inclusieve wijze te laten verlopen en ervoor te zorgen dat het vertrouwen in het transitieproces wordt hersteld.

De Raad gaf aan uit te zien naar de ontvangst van de voortgangsrapportage deze maand, met daarin een duidelijke weging van de voortgang die Egypte maakt en voorstellen voor het verdere traject.

Tunesië

De Raad stond kort stil bij de actuele politieke ontwikkelingen in Tunesië in het licht van het recente akkoord over de doorstart van de coalitie van Ennahdha, Ettakatol en CPR. HV Ashton concludeerde dat de EU de Tunesische autoriteiten zal blijven aansporen de politieke transitie voort te zetten en dat de Unie hen daarbij samen met de internationale gemeenschap waar opportuun zal ondersteunen.

Libië

Ten aanzien van Libië kwamen vooral de zorgen aan de orde ten aanzien van de binnenlandse veiligheidssituatie in Libië en de bredere impact daarvan op de situatie in de Sahel. HV Ashton onderstreepte dat de EU GVDB-grensbewakingsmissie in Libië, die in juni a.s. van start moet gaan, een praktische bijdrage kan leveren aan de stabilisatie van het land.

Gesprek met de speciaal vertegenwoordiger van de VN en de Arabische Liga Lakhdar Brahimi over Syrië

De Raad besprak met speciaal gezant van de VN en de Arabische Liga Lakhdar Brahimi de situatie in Syrië. De heer Brahimi uitte zijn zorgen over de situatie in Syrië, in het bijzonder de humanitaire omstandigheden. Van toenadering tussen de partijen is geen sprake; zowel krachten rondom Assad als de extremistische oppositie leken ervan uit te gaan dat een eenzijdige overwinning mogelijk was. Brahimi wees tevens op een zorgelijk toenemend aantal personen van niet-Syrische afkomst dat zich in het conflict mengt. Hij sloot regionalisering van het conflict niet uit.

De ministers herhaalden hun steun aan Brahimi’s inspanningen om tot een politieke oplossing voor de situatie in Syrië te komen. Zij bevestigden de voorman van de Coalitie, Moaz Al-Khatib, te blijven steunen en hun diplomatiek offensief richting Rusland, om constructief bij te dragen aan een oplossing van de crisis, voort te zetten. Naast Brahimi hebben de EU en haar lidstaten hierin een taak.

Velen spraken tijdens de Raad hun ernstige zorgen uit over de verslechterde humanitaire situatie, in Syrië, maar ook in de buurlanden, waar inmiddels ruim een miljoen mensen een heenkomen hebben gezocht. Europees Commissaris Füle deed verslag van zijn recente bezoek aan Libanon en wees erop dat het aantal daarheen gevluchte Syriërs snel opliep en de situatie verslechterde.

HV Ashton bevestigde dat zij de Arabische landen zal aanspreken op de noodzaak de door hen gedane toezeggingen om hulp te verlenen, na te komen.

Rusland

Mede ter voorbereiding op de Europese Raad van 14-15 maart a.s. concentreerde de bespreking van het strategische partnerschap met Rusland zich op drie thema's: de binnenlandse ontwikkelingen in Rusland, de samenwerking met Rusland op het terrein van het buitenlands beleid en de relatie EU-Rusland.

De Raad was eensgezind in zijn zorgen over de binnenlandspolitieke situatie in Rusland en over de noodzaak om deze zorgen bij de Russische autoriteiten aan de orde te blijven stellen. Ministers beoordeelden de buitenlandspolitieke samenwerking op meerdere terreinen – bijvoorbeeld ten aanzien van Iran en Afghanistan – als positief, maar constateerden tegelijkertijd dat deze op het Syrië-dossier uiterst moeizaam is. Zij onderstreepten het belang van een toekomstig Nieuw Akkoord met Rusland.

Nederland bracht tijdens de discussie in dat de EU moet zoeken naar een realistische samenwerking waar beide partners baat bij hebben, zonder dat problemen uit de weg worden gegaan. Een duidelijke boodschap over bijvoorbeeld de vrijheid van vergadering, de Magnitsky-zaak en LGBT-rechten – zoals ook overgebracht door de minister van Buitenlandse Zaken tijdens het recente bezoek aan zijn Russische counterpart Lavrov – dwingt respect af en kan effect sorteren wanneer deze consequent en eensgezind wordt uitgedragen, ook op het niveau van regeringsleiders en staatshoofden.

EU-Japan top

Vooruitblikkend naar de EU-Japan Top, die op 25 maart a.s. in Tokio zal plaatsvinden, benadrukte HV Ashton het belang van verbreding van de oorspronkelijk vooral op economische samenwerking gerichte relatie met Japan, naar een relatie gebaseerd op gedeelde waarden, waaronder mensenrechten en internationale rechtsorde. De start van de onderhandelingen over een politiek kaderakkoord en een vrijhandelsakkoord tijdens de aanstaande EU-Japan Top biedt hiertoe de kans en werd door de lidstaten verwelkomd, onder andere vanwege de mogelijkheden die dit kan creëren voor verbetering van toegang tot de Japanse markt.

Irak

HV Ashton vroeg aandacht voor de toenemende (sektarische) spanningen in Irak, radicalisering en de mogelijkheid van spill over van het conflict in Syrië naar Irak. Ministers deelden deze zorgen. De HV riep de lidstaten op zich meer te engageren. Op EU-niveau kon dit vorm worden gegeven door de politieke dialoog te intensiveren en door de EU-Irak Partnership and Cooperation Agreement snel te implementeren. Zij herhaalde het belang van een bijdrage van de EU aan de stabiliteit van Irak, in nauwe samenwerking met onder andere de VS, de VN, Turkije en de Golfstaten.

Stand van zaken kennisgevingsbrief EU trainingsmissie in Mali (EUTM Mali).

Op 18 januari jl. stuurde het kabinet uw Kamer een kennisgevingsbrief (Kamerstuk 29 521, nr. 202) betreffende de GVDB-missie EUTM Mali, gericht op training en hervorming van het Malinese leger, inclusief de commandostructuur. Met deze brief kondigde het kabinet aan dat het de wenselijkheid en mogelijkheid van een Nederlandse bijdrage aan deze missie zou bezien. In de eerste behoefte aan personele ondersteuning van EUTM Mali is op dit moment grotendeels voorzien. Op korte termijn is daarom geen besluit te verwachten over een Nederlandse bijdrage. Nederland houdt evenwel een vinger aan de pols ten aanzien van de behoefte aan ondersteuning van EUTM Mali en de situatie in Mali in het algemeen. Uw Kamer zal daarover te zijner tijd worden geïnformeerd.

Naar boven