21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1224 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 maart 2013

Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan van de Raad Buitenlandse Zaken van 11 maart 2013.

De minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans

Geannoteerde agenda van de Raad Buitenlandse zaken d.d. 11 maart 2013

Zuiderburen

Syrië

Naar verwachting zal Lakhdar Brahimi, speciaal vertegenwoordiger van de VN en de Arabische Liga, bij de bespreking over Syrië aanwezig zijn.

Tegen de achtergrond van het voortdurende geweld in Syrië, zal de Raad met Brahimi van gedachten wisselen over de voortgang op het politieke spoor. Daarbij zullen ook de mogelijkheden om in de VN-Veiligheidsraad een resolutie over (de humanitaire situatie in) Syrië aan te nemen, opnieuw worden geëvalueerd. De uitnodiging van voorman Moaz al-Khatib van de Syrische Oppositiecoalitie (de Coalitie) om, als Assad van het politieke toneel verdwijnt, onderhandelingen te starten met een acceptabele vertegenwoordiger van het Syrische regime, is goed ontvangen door Brahimi. Hij heeft voorgesteld om op neutraal terrein in een andere VN-lidstaat onderhandelingen te starten. Het Syrische regime heeft in reactie gesteld dat dialoog altijd mogelijk is, maar is vooralsnog niet ingegaan op de uitnodiging. Onder andere in het gesprek van minister Timmermans met zijn collega Lavrov bleek dat ook Rusland bereid is de totstandkoming van een dialoog te steunen.

De humanitaire situatie in Syrië is helaas nog steeds erg slecht, in het bijzonder in het noorden. Inmiddels heeft UNHCR enkele cross line humanitaire konvooien naar het noorden van Syrië kunnen uitvoeren en heeft ook de Syrische Rode Halve Maan noodpakketten kunnen distribueren in steden als Aleppo. Deze hoeveelheid hulp staat echter niet in verhouding tot de miljoenen hulpbehoevenden in het noorden van Syrië. Het kabinet onderzoekt daarom mogelijkheden om via andere kanalen, zoals NGO’s, hulp te verlenen in het noorden van Syrië. Daarnaast wordt onderzocht hoe de Assistance Coordination Unit (ACU) van de Coalitie institutioneel kan worden versterkt, zo mogelijk in samenwerking met andere EU-landen.

De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, John Kerry, heeft op 27 februari jl. in Rome tijdens een bijeenkomst met onder andere de lidstaten van de EU en de NAVO de plannen van de VS uiteengezet om oppositiegroepen te ondersteunen. Ook de EU onderzoekt de mogelijkheden om, in aanvulling op de vorige maand overeengekomen verruiming van de uitzonderingen op het wapenembargo, de oppositie breder te ondersteunen, bijvoorbeeld via toegesneden uitzonderingen op de economische sancties.

Egypte

Nadat in december jl. een nieuwe grondwet van kracht is geworden, zullen op 22 april a.s. de parlementsverkiezingen in Egypte van start gaan. Deze zullen naar verwachting eind juni worden afgerond. In vervolg op het Egyptische verzoek aan de EU om de parlementsverkiezingen waar te nemen, zal op korte termijn een EU-delegatie naar Cairo reizen om de waarneming voor te bereiden.

De parlementsverkiezingen vormen een cruciale stap in het transitieproces. Het kabinet acht het zorgwekkend dat de oppositiebeweging National Salvation Front, waaronder de partij Dostour onder leiding van Mohammed El Baradei, heeft aangegeven de verkiezingen te zullen boycotten uit onvrede over het gevolgde proces rondom grondwet en kieswet.

In Egypte wordt gedebatteerd over mogelijke aanpassing van de regelgeving betreffende NGO’s. De Nederlandse ambassadeur in Cairo heeft de Egyptische overheid opgeroepen de onafhankelijkheid van NGO’s te garanderen. Ook zal Nederland erop aandringen dat Hoge Vertegenwoordiger (HV) Ashton en haar dienst nauwlettend toezien op de wijze waarop Egypte grondrechten, zoals de vrijheid van vereniging, uitwerkt en implementeert. In dit licht is het essentieel dat HV Ashton en haar staf in overleg met de Raad zorgdragen voor snelle en brede opvolging van het Egyptische verzoek, doorgegeven via EU Speciaal Vertegenwoordiger voor Mensenrechten Lambrinidis, om EU-assistentie bij de implementatie van grondrechten, training van politie en Security Sector Reform. Over het algemeen delen de EU-lidstaten Nederlandse zorgen over de uitwerking en implementatie van grondrechten.

Medio maart ontvangt uw Kamer een brief over de stand van zaken in Egypte en over de samenwerking met Egypte.

Tunesië

De Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) zal de mogelijke implicaties van de crisis voor de democratische transitie van Tunesië bezien.

De moord op de Tunesische oppositiepoliticus Chokri Belaïd en de daarop volgende straatprotesten zetten reeds bestaande spanningen in de Tunesische regering op scherp. Dit leidde zowel binnen Ennahda als tussen de coalitiepartners tot onenigheid over de samenstelling van de regering en de gewenste staatsinrichting van het nieuwe Tunesië, en uiteindelijk tot het vertrek van premier Jebali (Ennahda). Momenteel probeert Ennahda de coalitie te laten doorstarten. Hiervoor heeft de partij vermoedelijk de steun van de seculiere coalitiegenoot Congres pour la République (CPR). De andere coalitiegenoot, het eveneens seculiere Ettakatol, heeft zich nog niet uitgelaten over eventuele bereidheid tot deelname.

Hoewel de transitie thans door een tumultueuze fase gaat, is het kabinet van mening dat Tunesië gedurende de afgelopen twee jaar grote vooruitgang heeft geboekt en als voorbeeld kan dienen voor andere Arabische transitielanden. Voorzetting van de internationale steun aan Tunesië kan bijdragen aan het slagen van de Arabische transitie. Nederland draagt bij aan de Tunesische transitie onder meer door het samen met Slowakije bekleden van het co-voorzitterschap van de Community of Democracies Task Force Tunisia. Ook onderschrijft Nederland de EU-inspanningen in Tunesië, waarbij prioriteit wordt gegeven aan sociaal-economische hervormingen en inclusieve groei, versterking van justitie, rechtsstaat en goed bestuur en duurzame ontwikkeling & sociale cohesie. Voortzetting van de EU-inspanningen in Tunesië heeft de steun van de meerderheid van de lidstaten.

Rusland

De Raad zal de relatie met Rusland bespreken, mede ter voorbereiding op de Europese Raad van 14 en 15 maart a.s. waar Rusland centraal zal staan tijdens de discussie over strategische partners.

Rusland is in vele opzichten een belangrijke strategische partner voor de EU. Het kabinet ondersteunt daarom krachtig de agendering van de relatie met Rusland, met als doel tot een gedeelde visie te komen op zowel de lange-termijn relatie als op de benadering van actuele kwesties met Rusland. De handels- en energierelatie is voor beide zijden van groot belang. Het kabinet is van mening dat de EU ernaar moet blijven streven de onderhandelingen over het Nieuw Strategisch Akkoord zo spoedig mogelijk af te ronden. Een dergelijk akkoord biedt het kader voor een intensieve relatie, onder andere op het gebied van handel en energie. Het kabinet acht voorts de lopende onderhandelingen over visumvrijheid van belang voor de intensivering van de contacten met het Russisch maatschappelijk middenveld en het bedrijfsleven.

Een geïntegreerde en eensgezinde benadering door de EU is daarnaast van groot belang om de belangen en waarden van de EU in de relatie met Rusland te waarborgen. Nederland is met veel andere EU-lidstaten van mening dat in deze brede relatie ook aandacht moet zijn voor de mensenrechtensituatie in Rusland, in het bijzonder voor zorgwekkende ontwikkelingen in het afgelopen jaar, zoals de aangenomen wetgeving op het gebied van NGO’s, internet, verraad, smaad en vrijheid van demonstratie. Het onderzoek naar de dood van Sergey Magnitsky en de LGBT-rechten dienen ook blijvend aan de orde te worden gesteld, zoals minister Timmermans dat ook deed tijdens zijn recente bezoek aan Moskou. Het uitgangspunt moet zijn dat Rusland zich aan zijn internationale verplichtingen houdt – of dit nu mensenrechtenverplichtingen in het kader van de Raad van Europa of de Verenigde Naties betreft, of de gemaakte afspraken in het kader van de Russische WTO-toetreding.

Rusland moet aangespoord blijven worden een constructieve rol te spelen in internationale aangelegenheden, zoals met betrekking tot zijn buurlanden en tot Syrië. Daar waar goede samenwerking reeds bestaat, zoals bijvoorbeeld inzake Iran, Afghanistan en piraterijbestrijding, dient deze zoveel mogelijk te worden uitgebouwd.

EU-Japan Top

Op 25 maart a.s. zal de 21e EU-Japan Top plaatsvinden. Mogelijk staat de Raad op 11 maart a.s. kort stil bij de voorbereiding van deze bijeenkomst. Hoewel de agenda bij het schrijven van deze geannoteerde agenda nog niet bekend is, is het de verwachting dat tijdens de Top de onderhandelingen over een politiek kaderakkoord en een vrijhandelsakkoord tussen de EU en Japan gelanceerd zullen worden. Daarnaast zullen naar verwachting internationale politieke kwesties en economisch herstel in zowel Japan als de EU aandacht krijgen.

Het kabinet steunt de start van genoemde onderhandelingen. De akkoorden kunnen Nederland aanzienlijke economische voordelen opleveren. Daarnaast zou het kabinet de EU-Japan Top graag aangrijpen om de samenwerking tussen Japan en de EU op een aantal terreinen, zoals veiligheid, energie, non-proliferatie, onderzoek & innovatie en ontwikkelingssamenwerking, concreet te versterken. De door de EU en Japan gedeelde belangen en waarden, waaronder mensenrechten en internationale rechtsorde, moeten daarbij leidend zijn.

Iran

Mogelijk staat Iran op de agenda van de RBZ. Indien dat het geval is, zal HV Ashton de Raad naar verwachting informeren over de voortgang die is geboekt tijdens de gesprekken over het Iraanse nucleaire programma, die de E3+3 (EU-lidstaten Frankrijk, Duitsland, VK en Rusland, China en de VS) onder leiding van de HV op 26 en 27 februari jl. in Kazachstan met Iran voerde. Tijdens deze gesprekken heeft de E3+3 Iran een herzien voorstel gedaan over de wijze waarop Iran zijn internationale verplichtingen in het kader van onder andere het non-proliferatieverdrag en de resoluties van de VN-Veiligheidsraad kan nakomen. Op 5 en 6 april a.s. zal een vervolgbespreking plaatsvinden, voorafgegaan door een technische bijeenkomst. Begin maart zal het kwartaalrapport van het Internationaal Atoomenergie Agentschap (IAEA) over het Iraanse nucleaire programma door de IAEA-bestuursraad worden besproken.

Het kabinet steunt de inspanningen van HV Ashton en de E3+3 om in het kader van het tweesporenbeleid via het diplomatieke spoor tot een oplossing voor de Iraanse nucleaire kwestie te komen. De Raad is hierover unaniem. Daarnaast zet Nederland zich ervoor in de internationale druk door middel van sancties te handhaven en zo nodig te vergroten, totdat Iran de gevraagde stappen zet.

Tegelijkertijd blijft het kabinet onverminderd bezorgd over de mensenrechtensituatie in Iran. Het spant zich ervoor in dat de EU via aanvullende sancties tegen personen en entiteiten in Iran mensenrechtenschendingen in Iran verder bemoeilijkt.

Kenia

Mogelijk zal de Raad spreken over de presidentverkiezingen die op 4 maart a.s. in Kenia zullen plaatsvinden.

Indien geen van de kandidaten voor het presidentschap op die dag meer dan 50 procent van de stemmen haalt, zal een tweede ronde noodzakelijk zijn. De presidentsverkiezingen van 2007 liepen uit op grootschalig geweld, nadat onrechtmatigheden hadden plaatsgevonden bij het tellen van de stemmen. Sindsdien heeft Kenia, ondersteund door de internationale gemeenschap, maatregelen genomen om een herhaling van deze gewelddadigheden te voorkomen. Hiertoe is in 2010 onder meer een nieuwe grondwet aangenomen. Twee (vice)presidentskandidaten, Uhuru Kenyatta en William Ruto, zijn door het Internationaal Strafhof (ICC) aangeklaagd in verband met betrokkenheid bij het verkiezingsgeweld in 2007 en 2008. Afhankelijk van verschillende omstandigheden, waaronder de mate waarin verdachten nalaten om mee te werken met het ICC, beperken de EU en haar lidstaten hun contacten met de aangeklaagden, ten einde te voorkomen dat de indruk zou kunnen ontstaan dat zij de gepastheid of de onafhankelijkheid van de lopende ICC-processen ter discussie stellen. De EU heeft een verkiezingswaarnemingsmissie ter plekke.

Het kabinet steunt de oproepen van de EU tot een geloofwaardig en vreedzaam verloop van de verkiezingen in Kenia. Het kabinet bepleit dat de EU het belang van volledige samenwerking met het ICC blijft benadrukken bij de Keniaanse autoriteiten. De ICC-processen zijn essentieel voor de bestrijding van straffeloosheid.

Naar boven