21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1223 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 februari 2013

Hierbij bied ik u, mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, het verslag aan van de Raad Buitenlandse Zaken van 18 februari 2013

De minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans

Verslag Raad Buitenlandse zaken d.d. 18 februari 2013

Zuiderburen: Syrië en Egypte

Syrië

De ministers herhaalden hun ontzetting over het toenemende geweld in Syrië en het lijden van miljoenen Syriërs. De Raad riep het regime op onmiddellijk het geweld te beëindigen en politieke gevangenen vrij te laten. De ministers spraken hun steun uit voor de inspanningen van speciaal gezant Brahimi. Onder andere Nederland deed een krachtige oproep aan de leden van de VNVR, en in het bijzonder Rusland, om hun verantwoordelijkheid te nemen ten aanzien van de crisis in Syrië.

Net als andere sprak Nederland waardering uit voor het initiatief van Moaz al-Khatib, de president van de Syrian National Coalition for Revolutionary and Opposition Forces («de Coalitie»), om tot een politieke dialoog te komen en riep het regime op hier positief op te reageren. De Raad gaf aan de Coalitie te blijven steunen en riep deze op om haar inspanningen om alle gelederen van de Syrische samenleving te vertegenwoordigen, voort te zetten.

De ministers spraken tevens hun zorg uit over de dramatische verslechtering van de humanitaire situatie in Syrië. De EU heeft haar bijdrage voor de hulpbehoevenden in Syrië en in omringende landen verhoogd, zoals aangekondigd tijdens de donorconferentie in Koeweit op 30 januari jl. De Raad riep andere donoren op om ook hun beloften na te komen. De Raad zal zich er voor inzetten dat de humanitaire hulp verder wordt geïntensiveerd en via alle mogelijke kanalen terecht komt in alle delen van het land, inclusief gebieden die momenteel moeilijk toegankelijk zijn voor humanitaire hulp. Nederland benadrukte dat actief moet worden gezocht naar geschikte uitvoeringsorganisaties in deze gebieden. De Raad bevestigde de leidende rol van de VN bij de hulpverlening in Syrië en verwelkomde de instelling van de Assistance Coordination Unit door de Coalitie om de bevolking beter te kunnen ondersteunen.

In het licht van de periodieke herziening van de sancties tegen Syrië – die voor 1 maart moet plaatsvinden – en de steun aan de (gematigde) oppositie kwam het wapenembargo aan de orde. De Raad besloot de sancties met drie maanden te verlengen en verruimde de mogelijkheden om, in uitzondering op het wapenembargo, niet-dodelijke ondersteuning en technische assistentie te bieden voor de bescherming van burgers. In de discussie gaf Nederland, conform de bespreking met de Tweede Kamer tijdens het algemeen overleg Raad Buitenlandse Zaken (RBZ), aan bereid te zijn dit compromis te steunen, en onderstreepte daarbij dat de uitvoering en de gevolgen hiervan nauwlettend in de gaten moeten worden gehouden.

De Raad herhaalde dat diegenen die verantwoordelijk zijn voor misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden verantwoordelijk moeten worden gehouden voor hun daden. De Raad deed een oproep aan de VN-Veiligheidsraad om de situatie in Syrië spoedig te bespreken, inclusief de mogelijkheid van doorverwijzing naar het ICC.

Speciaal gezant Brahimi was helaas verhinderd om een deel van de RBZ-bespreking over Syrië bij te wonen. Momenteel wordt bekeken of hij een deel van de volgende RBZ op 11 maart a.s. kan bijwonen.

Egypte

De ministers spraken kort over de situatie in Egypte. In het licht van de zorgelijke ontwikkelingen in het land gaf Hoge Vertegenwoordiger (HV) Ashton aan verheugd te zijn dat Egypte de EU officieel heeft verzocht om EU-verkiezingswaarneming bij de aanstaande parlementsverkiezingen. Nederland sprak zijn zorg uit over de situatie in Egypte, in het bijzonder over seksueel geweld en seksuele intimidatie van vrouwen. Rechten van vrouwen en van minderheden dienen hoog op de agenda te blijven staan in overleg met Egypte. De Speciale Vertegenwoordiger van de EU voor Mensenrechten, Lambrinidis, heeft tijdens zijn recente bezoek aan Egypte de zorgen van de EU overgebracht, net als de Speciale Vertegenwoordiger voor de zuidelijke Mediterranée, De Leon. Lambrinidis heeft onder andere politieoptreden en het toegenomen geweld tegen vrouwen (vooral vrouwelijke demonstranten) besproken. De Egyptische autoriteiten reageerden hierop open en ontvankelijk en vroegen om EU-assistentie bij de implementatie van grondrechten, training van politie en Security Sector Reform. Dit moet nu nader worden uitgewerkt en ingevuld.

Medio maart ontvangt uw Kamer een brief van het kabinet over de stand van zaken in Egypte en van de samenwerking met Egypte. Daarin zal, mede naar aanleiding van de motie-Segers c.s. van 6 februari jl. en de toezegging uw Kamer nader te informeren over de EU-criteria voor steun, worden ingegaan op de steun aan Egypte, de Nederlandse inzet en de gesprekken tussen Egypte en het IMF over een lening.

Midden-Oosten Vredesproces (MOVP)

Mede in het licht van het recente bezoek van HV Ashton aan Washington bespraken de ministers hoe de EU nieuw momentum in het MOVP kan brengen. Meerdere ministers benadrukten het belang van het hervatten van directe en substantiële vredesbesprekingen. Beide partijen moeten doordrongen worden van de urgentie daarvan en zich onthouden van stappen die het vertrouwen in en de levensvatbaarheid van een twee-statenoplossing ondermijnen.

De EU staat klaar om een bijdrage te leveren aan een eventuele hervatting van het vredesproces, samen met de VS en andere internationale partners, waaronder het Kwartet. Daarnaast zet de EU in op ondersteuning van de Palestijnse Autoriteit (PA) op technisch en economisch gebied, het versterken van economische en handelsrelaties met Israël en de PA alsook het adresseren van veiligheidsproblemen in Gaza en bij de grens met Egypte (Rafah). Tenslotte heeft de EU een rol te spelen in het bevorderen van stabiliteit en veiligheid in de bredere regio.

Irak

De ministers toonden zich zeer bezorgd over de toenemende (sektarische) spanningen en de geweldsspiraal in Irak. Daarnaast uitten zij, in vervolg op de publieke verklaring van HV Ashton, hun zorgen over de ontwikkelingen rond Camp Liberty. Zij benadrukten het belang van een bijdrage van de EU aan de stabiliteit van Irak, in nauwe samenwerking met de VS en de VN.

Europees Commissaris Piebalgs (Ontwikkelingssamenwerking) lichtte het EU-hulpprogramma met Irak toe. Dat programma ziet mede op voortzetting van de steun van de EU aan versterking van de rechtsstaat in Irak na beëindiging van de missie EUJUST LEX op 31 december 2013.

Bij haar bezoek aan Irak van 17-20 februari jl. heeft de secretaris-generaal van het ministerie van Buitenlandse Zaken ook bilateraal zorg uitgesproken over zowel de spanningen en het geweld in het land als de veiligheid van de bewoners van Kamp Hurriya. Daarbij kwamen ook de recente aanslagen, in het bijzonder die van afgelopen weekend, aan de orde.

Mali

De Raad bevestigde zijn steun voor de internationale inspanningen ten behoeve van stabiliteit en veiligheid in Mali, in het bijzonder operatie Serval en de African-led International Support Mission in Mali (AFISMA), en voor de strijd tegen terrorisme. Het Malinese leger heeft met Franse steun goede voortgang gemaakt met het zekerstellen van de territoriale integriteit van het land en het bedwingen van onrust, maar het zou erg voorbarig zijn om vast te stellen dat de rust in het land is hersteld. Meerdere ministers wezen erop dat de omvorming van AFISMA in een VN-missie moet worden bezien.

De ministers riepen de Malinese interimregering op de noodzakelijke stappen te zetten om het transitieproces, dat moet uitmonden in vrije en transparante verkiezingen later dit jaar, voort te zetten. Daartoe behoren onder meer het verzekeren van de civiele controle over het leger en het starten van een inclusieve nationale dialoog, waaraan ook groepen uit het noorden deelnemen voor zover zij niet betrokken zijn bij terroristische activiteiten.

De ministers verwelkomden de Groupe de Soutien et Suivi sur la situation au Mali, die op 5 februari jl. in Brussel bijeenkwam, en benadrukten het belang van de voortzetting van deze bijeenkomsten voor de goede afstemming van internationale activiteiten. Meerdere ministers onderstreepten dat de militaire, diplomatieke en ontwikkelingssamenwerkingsactiviteiten in samenhang moeten worden ontwikkeld en uitgevoerd.

De Raad kondigde de stapsgewijze hervatting van de Europese hulp aan Mali aan, gekoppeld aan de implementatie van de routekaart door de Malinese interimregering. Op korte termijn zal via een zogenaamd staatsopbouwcontract hulp worden geboden op het terrein van basisvoorzieningen, voedselzekerheid en de organisatie van de dialoog met het noorden en de verkiezingen. Op middellange en lange termijn zal Europese hulp worden ingezet ten behoeve van ontwikkeling, versterking van de rechtsstaat en goed bestuur en de levering van publieke diensten. Commissaris Piebalgs bepleitte joint programming door de EU en de lidstaten. Ook de ministers onderstreepten te hechten aan nauwe samenwerking. Zij verwelkomden het voornemen een volgende donorconferentie voor Mali te organiseren.

De Raad sprak zijn zorg uit over de schendingen van het internationale humanitaire recht en mensenrechtenschendingen en wees op de verplichting van de Malinese autoriteiten de civiele bevolking te beschermen. Voorts spraken de ministers hun intentie uit bij te dragen aan de inzet van mensenrechtenwaarnemers door de Afrikaanse Unie, ECOWAS, de VN en onafhankelijke organisaties uit het maatschappelijk middenveld.

De ministers besloten de EU Trainingsmissie Mali van start te laten gaan. Hierbij zal bijzondere aandacht worden besteed aan het respect voor mensenrechten en internationaal humanitair recht, de bescherming van burgers en aan ethiek binnen het leger.

Meerdere ministers vroegen nogmaals aandacht voor de risico’s van de crisis in Mali voor de veiligheid in de Sahel-regio en daarbuiten. In dat kader werd het belang van de EU-strategie voor de Sahel-regio benadrukt en werd HV Ashton verzocht spoedig een Speciaal Vertegenwoordiger voor de Sahel-regio voor te dragen.

Oostelijk Nabuurschap

De ministers benadrukten het belang van voortzetting van de economische integratie en politieke associatie van de oostelijke buurlanden met de EU. Hierdoor kunnen de stabiliteit en de rechtsstaat in deze landen worden versterkt, hetgeen niet alleen aan de landen zelf, maar ook de EU ten goede zal komen.

De Raad onderstreepte dat de samenwerking is gebaseerd op het principe van «meer voor meer»: landen van het Oostelijk Partnerschap die op het terrein van rechtsstaat goede resultaten boeken, kunnen in aanmerking komen voor meer ondersteuning en nauwere samenwerking met de EU. Hierbij worden de landen elk op hun eigen merites beoordeeld. In dit verband verwelkomde de Raad de voortgang in de onderhandelingen over Associatieakkoorden met meerdere landen van het Oostelijk Partnerschap. Mits voldoende vooruitgang wordt geboekt en aan gestelde voorwaarden wordt voldaan, kunnen tijdens de Oostelijk Partnerschap Top die op 28 en 29 november a.s. te Vilnius plaatsvindt, mogelijk Associatieakkoorden, inclusief handelsafspraken, worden geparafeerd of getekend. In aanloop naar de Top zal de Raad de voortgang in de samenwerking in het kader van het Oostelijk Partnerschap regelmatig blijven bespreken.

Aanslag in Burgas, Bulgarije

De Bulgaarse minister informeerde zijn collega’s over de eerste bevindingen van het onderzoek naar de terroristische aanslag in Burgas in juli jl. en stelde dat de Raad op een later moment op deze kwestie zal moeten terugkomen om de consequenties van de bevindingen van het Bulgaarse onderzoek te bespreken. Nederland heeft in Brussel andermaal benadrukt dat het van mening is dat Hezbollah door de EU als terroristische organisatie gelist moet worden.

Noord-Korea

De ministers veroordeelden in de scherpst mogelijke bewoordingen de derde Noord-Koreaanse kernproef, die strijdig is met verschillende resoluties van de VN-Veiligheidsraad, en eisten van Noord-Korea dat het afziet van verdere kernproeven. In reactie op de proef en op de raketlancering van december jl. besloten de ministers als eerste reactie de EU-sancties verder aan te scherpen, in aanvulling op maatregelen van de VN-Veiligheidsraad. In overleg met partners en in het licht van verdere besprekingen in de VN-Veiligheidsraad, zal de Raad verdere beperkende maatregelen, waaronder maatregelen in de financiële sector, overwegen.

Zimbabwe

De Raad besloot de sancties tegen Zimbabwe met een jaar te verlengen en deze tegelijkertijd, in het licht van de voortgang in uitvoering van het Global Political Agreement in Zimbabwe, te verlichten door het aantal geliste personen en entiteiten te beperken. De Raad onderstreepte zijn bereidheid het sanctieregime verder aan te passen bij verdere voortgang in overeenstemming met het Global Political Agreement en de South African Development Community (SADC) routekaart. Een vreedzaam en geloofwaardig referendum over de ontwerp-grondwet zou in dit verband een belangrijke mijlpaal vormen.

Naar boven