21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1199 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 november 2012

Hierbij bied ik u, mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, de geannoteerde agenda aan van de Raad Buitenlandse Zaken van 10 december 2012.

De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans

Geannoteerde agenda van de Raad Buitenlandse Zaken d.d. 10 december 2012

Zuiderburen

Syrië

Het aanhoudende geweld in Syrië en de toename van het aantal ontheemden en vluchtelingen in Syrië en de buurlanden zijn onverminderd zorgwekkend. Als gevolg van het geringe aantal internationale actoren in Syrië is het niet eenvoudig om de noden in sommige regio’s in te schatten en de bevolking te bereiken. Het risico van verdere regionalisering van het conflict bestaat nog altijd.

De Raad Buitenlandse zaken (RBZ) zal in het bijzonder de ministeriële conferentie van de Friends of Syria in Marrakesh op 12 december a.s. voorbereiden. Mogelijk zal Hoge Vertegenwoordiger (HV) Ashton concrete voorstellen formuleren voor het leveren van directe steun aan de Syrische bevolking in gebieden die niet langer onder de controle van het regime staan. Het kabinet meent dat dergelijke steun van geval tot geval kan worden overwogen, mits deze steeds wordt verleend aan vreedzame groepen in overeenstemming met de humanitaire beginselen van onpartijdigheid, neutraliteit en onafhankelijkheid.

Het kabinet blijft de strijdende partijen oproepen het geweld te staken en te zoeken naar een politieke oplossing van het conflict. Ook blijft het internationale samenwerking en inspanningen, onder andere van speciaal vertegenwoordiger Brahimi, ter bevordering van een spoedige politieke oplossing aanmoedigen. Eensgezind optreden door de VN-Veiligheidsraad blijft urgent. Het blijft daarnaast van belang om de druk op het regime hoog te houden door het internationaal intensiveren en verbreden van sancties. Het kabinet is terughoudend ten aanzien van eventuele verzoeken van lidstaten om het EU-wapenembargo op te heffen; verdere militarisering van het conflict zal geen oplossing brengen. Ten aanzien het verzoek van Turkije aan de NAVO om bijstand, meer in het bijzonder de inzet van Patriot-systemen voor het beschermen van de bevolking en het grondgebied van Turkije, wordt verwezen naar de brief aan uw Kamer d.d. 21 november jl. (nog geen Kamerstuk beschikbaar, BZ-kenmerk: DVB/CV-293/2012)

Naar de mening van het kabinet zal de National Coalition for Syrian Revolutionary and Opposition Forces («de coalitie») verdere vooruitgang moeten boeken op het vlak van inclusiviteit en het opzetten van interne structuren, alvorens een hogere status dan tijdens de RBZ van 19 november jl. overeengekomen, kan worden overwogen.

Nederland heeft tot op heden ruim 23,5 miljoen euro bijgedragen aan hulp voor Syrische vluchtelingen en ontheemden.

Libië

Naar verwachting zal de regering van premier Ali Zeidan, die werd benoemd op 31 oktober jl., zich de komende tijd richten op het verbeteren van de veiligheidssituatie, in het bijzonder het onder controle brengen van milities. De veiligheidssituatie is nog altijd een punt van grote zorg. In het algemeen geldt dat het centraal gezag zwak is, met onder meer poreuze grenzen als gevolg.

Van 24-30 november a.s. vindt een EU (GVDB) verkenningsmissie («fact finding») plaats die de mogelijkheden in kaart brengt voor EU-steun aan grensmanagement. Het kabinet steunt die EU-inspanning in Libië, en benadrukt dat gedurende de missie en een eventueel vervolgtraject voldoende aandacht moet worden besteed aan de rechten van vreemdelingen en migranten. Het kabinet is van mening dat er tevens aandacht dient uit te gaan naar de langere termijn steun voor rechtstaatsopbouw en een inclusief democratisch transitieproces.

Midden-Oosten Vredesproces (MOVP)

Bij de discussie over de situatie in het Midden-Oosten zullen naar verwachting de situatie in Gaza en de inzet van de EU gericht op hervatting van de onderhandelingen in het kader van het Midden-Oosten Vredesproces aan de orde komen. Afhankelijk van de ontwikkelingen in de komende weken, zal ook de resolutie in de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (AVVN) waarmee de Palestijnse Autoriteit beoogt de status van «Observer State» te verkrijgen, worden besproken.

Het kabinet zal zich inspannen voor een eensgezind EU-optreden, gericht op de-escalatie en duurzame beëindiging van het geweld in en rondom Gaza, EU-consensus ten aanzien van de Palestijnse resolutie in de AVVN en daadkrachtig optreden ter ondersteuning van de spoedige herstart van de onderhandelingen in het kader van het MOVP. Het kabinet streeft naar nauwe samenwerking binnen het Kwartet, waarbij een cruciale rol voor de VS is weggelegd.

Het kabinet zal uw Kamer op korte termijn middels een brief uitgebreider informeren over zijn inzet voor voortgang in het MOVP.

Westelijke Balkan

De Raad zal mede ter voorbereiding van de Raad Algemene Zaken van 11 december a.s. spreken over de implicaties van het jaarlijks door de Commissie gepresenteerde «uitbreidingspakket» voor de politieke situatie op de Westelijke Balkan. Naar verwachting zal de nadruk daarbij liggen op Bosnië-Herzegovina en de betrekkingen tussen Servië en Kosovo. In dit verband zal HV Ashton onder andere verslag doen van haar gezamenlijke bezoek met Secretary of State (SoS) Clinton aan de regio in oktober jl. Uw Kamer is per brief d.d. 26 oktober jl. geïnformeerd over de kabinetsappreciatie van het uitbreidingspakket (Kamerstuk 23 987, nr. 126, 26 oktober 2011).

Servië en Kosovo

De dialoog tussen Belgrado en Prishtina was eerder dit jaar gestaakt in verband met de presidents- en parlementsverkiezingen in Servië in mei jl. Op 19 oktober jl. faciliteerde HV Ashton in Brussel een ontmoeting van de Servische premier Dacic en de Kosovaarse premier Thaci – de eerste ontmoeting op dit niveau. Vervolgens bracht zij op 30 en 31 oktober jl. samen met SoS Clinton bezoeken aan Belgrado en Prishtina, waarin zij het belang van constructieve deelname aan de dialoog benadrukte. Met een tweede ontmoeting van HV Ashton met beide premiers op 7 november jl. in Brussel is de dialoog feitelijk hervat.

Tijdens de ontmoeting spraken premiers Dacic en Thaci af eerder bereikte deelakkoorden te zullen implementeren en te zullen spreken over verdere stappen in de normalisering van hun onderlinge relaties. Een datum voor een volgende overlegronde is op dit moment nog niet bekend.

Het kabinet verwelkomt de hervatting van de dialoog tussen Belgrado en Prishtina op een hoger, politiek niveau, zoals door HV Ashton bewerkstelligd. Het waardeert de nauwe samenwerking tussen HV Ashton en SoS Clinton, die mede aan deze doorbraak ten grondslag ligt. Het kabinet blijft van mening dat dialoog tussen Servië en Kosovo de enige weg naar normalisering van relaties tussen beide landen is en spoort beide landen aan op constructieve wijze aan de dialoog deel te nemen. Eerder bereikte deelakkoorden moeten te goeder trouw worden geïmplementeerd. Volledig genormaliseerde relaties zullen zowel Servië als Kosovo in staat stellen de rechten en plichten van toekomstig EU-lidmaatschap op zich te nemen.

Bosnië-Herzegovina

HV Ashton bracht – eveneens samen met SoS Clinton – ook een bezoek aan Bosnië-Herzegovina. Doel van dit bezoek was de Bosnische politieke leiders aan te sporen in goede onderlinge samenwerking hervormingen door te voeren die het EU-lidmaatschapsperspectief van het land dichterbij kunnen brengen. Helaas zijn in het afgelopen jaar wegens aanhoudende politieke verdeeldheid hervormingen grotendeels uitgebleven.

Het kabinet is van mening dat met het gezamenlijke bezoek van HV Ashton en SoS Clinton aan Bosnië-Herzegovina een sterk signaal is afgegeven aan de politieke leiders van dat land. Zij dienen hun verantwoordelijkheid te nemen en de voor EU-toenadering benodigde hervormingen, waaronder aanpassing van de grondwet in lijn met de vereisten van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), voortvarend ter hand te nemen.

EU-Rusland Top

De Raad zal de EU-Rusland Top van 21 december a.s. voorbereiden, waar zowel de onderlinge relaties als buitenlandspolitieke onderwerpen op de agenda staan.

Tijdens de top zal worden gesproken over de energierelatie met Rusland, de onderhandelingen over een Nieuw Strategisch Akkoord en het EU-Rusland Partnerschap voor Modernisering. Een geïntegreerde en eensgezinde benadering door de EU is essentieel om de belangen en waarden van de EU in de relatie met Rusland goed te kunnen behartigen. Inzake de onderhandelingen over visumvrijheid met Rusland gaat wat het kabinet betreft kwaliteit voor snelheid. Tegelijkertijd onderkent het kabinet het belang hiervan voor intensivering van de contacten met het Russisch maatschappelijk middenveld en het bedrijfsleven.

Naar mening van het kabinet moet de EU tijdens de Top specifiek aandacht vragen voor de mensenrechtensituatie in Rusland, in het bijzonder voor zorgwekkende ontwikkelingen in de afgelopen maanden, zoals de aangenomen wetgeving op het gebied van NGO’s, internet, verraad, smaad en vrijheid van demonstratie. In dat verband dienen ook het onderzoek naar de dood van Sergey Magnitsky en de LGBT-rechten aan de orde te worden gesteld. De mensenrechtenconsultaties tussen de EU en Rusland op 7 december a.s. vervullen hierbij ook een belangrijke rol.

Voor het kabinet is het tevens van belang dat Rusland wordt aangemoedigd een constructieve rol te spelen in internationale aangelegenheden, zoals ten aanzien van Syrië en Georgië. Voorts dient te worden voortgebouwd op de goede samenwerking met Rusland met betrekking tot het nucleaire programma van Iran, Afghanistan en bij piraterijbestrijding.

Oekraïne

In vervolg op de RBZ van 19 november jl. zullen de ministers mogelijk verder spreken over de relaties van de EU met Oekraïne. Op voorstel van HV Ashton zal de Raad besluiten over de nadere invulling van de criteria die de Raad in mei jl. had geformuleerd op het gebied van vrije en eerlijke verkiezingen, voortzetting van de hervormingsagenda en beëindiging van de selectieve rechtspraak. Vervulling door Oekraïne van deze criteria is een voorwaarde voor ondertekening van het Associatieakkoord en een diepgaande en veelomvattende vrijhandelsovereenkomst (DCFTA).

Het kabinet blijft van mening dat Oekraïne moet voldoen aan deze criteria voordat het Associatieakkoord kan worden getekend. Nederland is geen voorstander van het noemen van een datum voor de ondertekening van het Associatieakkoord; deze dient afhankelijk te worden gesteld van de daadwerkelijke voortgang die Oekraïne boekt bij het vervullen van de voorwaarden.

Iran

De Raad zal mogelijk mede naar aanleiding van het rapport van het Internationaal Atoomenergieagentschap (IAEA) van 16 november jl. de ontwikkelingen in Iran bespreken, in het bijzonder de ontwikkeling van het nucleaire programma. HV Ashton zal de ministers informeren over haar contacten met de Iraanse onderhandelaar Jalili en met de E3+3 (EU-lidstaten Frankrijk, Duitsland, VK en Rusland, China en de VS).

Het kabinet steunt de inspanningen van HV Ashton en de E3+3 om in het kader van het tweesporenbeleid via het diplomatieke spoor tot een oplossing voor de Iraanse nucleaire kwestie te komen. De internationale druk door middel van sancties moet worden gehandhaafd en zo nodig worden vergroot, totdat Iran de gevraagde stappen zet.

VS

De ministers zullen alsnog stilstaan bij de uitslag van de verkiezingen in de VS en de gevolgen

daarvan voor het Amerikaanse buitenlands beleid. Door tijdgebrek kwam dit onderwerp tijdens de Raad van 19 november jl. niet aan de orde. Naar verwachting zal president Obama zich in zijn tweede ambtstermijn meer kunnen richten op zijn buitenlandspolitieke agenda. Zijn herverkiezing biedt goede kansen om actief te werken aan de totstandkoming van een vrijhandelsakkoord tussen de EU en de VS.

Het kabinet acht het van belang dat Nederland en Europa blijven investeren in de trans-Atlantische

relatie. Naast de bestaande samenwerking is er behoefte aan een strategische dialoog met de VS

over de opkomst van nieuwe machtscentra (in het bijzonder in Azië), aan een impuls voor een

vrijhandelsakkoord en aan intensiever overleg over ontwikkelingen op het terrein van onder

andere energie en grondstoffen.

EU-CELAC (Gemeenschap van de Latijns-Amerikaanse en Caraïbische landen)

Op 26-27 januari a.s. zal de zevende EU-CELAC top plaatsvinden in Santiago, Chili. Het thema van de top is duurzame sociale en economische ontwikkeling. Parallel aan de top vindt een bijeenkomst voor het bedrijfsleven plaats. Het Koninkrijk behoort tot zowel de EU als de Latijns-Amerikaanse/Caraïbische regio. Wellicht stelt HV Ashton de voorbereiding van deze bijeenkomst aan de orde tijdens de Raad van 10 december a.s.

Het kabinet ziet de EU-CELAC Top als een belangrijk forum voor versterking van de regionale betrekkingen tussen de EU en de Latijns-Amerikaanse en Caraïbische landen en zal in het bijzonder aandacht vragen voor het tegengaan van handelsprotectionisme.

EU-Brazilië top

Mogelijk staat de RBZ kort stil bij de voorbereiding van de volgende EU-Brazilië top die waarschijnlijk op 23-24 januari a.s. zal plaatsvinden. Hoewel de agenda nog niet bekend is, ligt voor de hand dat gesproken zal worden over de wereldwijde economische en financiële situatie, klimaatverandering en samenwerking ten aanzien van implementatie van de uitkomsten van Rio+20, internationale vrede en veiligheid, samenwerking op het gebied van mensenrechten en trilaterale ontwikkelingssamenwerking.

Het kabinet steunt bespreking van deze onderwerpen en zal ervoor pleiten dat tevens aandacht wordt besteed aan de moeizame EU-Mercosur onderhandelingen en het tegengaan van handelsprotectionisme.

Nobelprijs voor de Vrede

De Nobelprijs voor de Vrede is dit jaar aan de Europese Unie toegekend. HV Ashton nodigt aansluitend op het formele deel van de Raad de ministers van Buitenlandse Zaken uit voor een diner om dit te vieren. De officiële uitreiking van de Nobelprijs voor de Vrede vindt diezelfde dag plaats. Voorzitter van de Europese Raad Van Rompuy, Commissievoorzitter Barroso en voorzitter van het Europees Parlement Schulz zullen de prijs namens de EU in ontvangst nemen in Oslo, in aanwezigheid van de winnaars van de wedstrijd «Vrede, Europa, Toekomst: wat betekent vrede in Europa voor jou?», die de EU voor jongeren uit de Europese Unie organiseert.

Naar boven