21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1195 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 november 2012

Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Algemene Zaken van

20 november 2012.

De minister van Buitenlandse Zaken, F. C. G. M. Timmermans

Verslag van de Raad Algemene Zaken d.d. 20 november 2012

Europese Raad 22-23 november: Meerjarig Financieel Kader 2014–2020

De Raad Algemene Zaken (RAZ) voerde een laatste discussie over de onderhandelingsbox over het Meerjarig Financieel Kader 2014–2020 (MFK) voordat de Europese Raad (ER) van 22-23 november zal proberen de onderhandelingen hierover af te ronden.

ER-voorzitter Van Rompuy had vorige week een nieuwe versie van de onderhandelingsbox verspreid, die hij op 19 november aan de leden van de RAZ toelichtte. Een appreciatie van deze box ging uw Kamer toe in de geannoteerde agenda voor de aanstaande ER (nog geen Kamerstuk beschikbaar, kenmerk: DIE-1443/2012 d.d. 16 november jl.). Tijdens de plenaire RAZ-bijeenkomst op 20 november vond er geen discussie plaats over het MFK.

In de nieuwe versie van de onderhandelingsbox zijn binnen het MFK besparingen opgenomen van 75 miljard euro in vastleggingen ten opzichte van het Commissievoorstel. Dit laat zich vertalen in een besparing van circa 56 miljard euro op het betalingenplafond. Deze bezuinigingen zijn grotendeels proportioneel verdeeld over de beleidsterreinen, waarbij op het cohesiebeleid en het landbouwbeleid als grootste uitgavencategorieën het meeste wordt bespaard. Voorzitter Van Rompuy liet in zijn toelichting duidelijk doorschemeren dat verdere besparingen lastig te realiseren zullen zijn en dat het uiteindelijke akkoord dus dicht bij zijn voorstellen zal moeten liggen. Verder heeft Van Rompuy in de onderhandelingsbox nieuwe voorstellen gedaan voor de afdrachtenkortingen, die voor Nederland echter nauwelijks een verbetering inhouden ten opzichte van het oorspronkelijke Commissievoorstel. Van Rompuy stelt verder voor om de perceptiekostenvergoeding te verlagen naar 15% in plaats van 10% zoals door de Commissie werd voorgesteld (nu bedraagt deze vergoeding voor het innen van douanerechten 25%).

Het kabinet vindt deze eerste compromisvoorstellen van ER-voorzitter Van Rompuy de juiste richting uitgaan, maar had in deze fase van de onderhandelingen grotere stappen verwacht. Voor Nederland is er op basis van dit voorstel nog onvoldoende sprake van een substantiële afdrachtenvermindering. Wat besparingen op het totaalplafond betreft, schieten de voorstellen nog duidelijk te kort om aan te sluiten op de Nederlandse wens om ten minste 100 miljard te besparen op de voorstellen van de Commissie. Bovendien moet het gat tussen de huidige Nederlandse korting en het voorstel van Van Rompuy gedicht worden. De verlaging van de perceptiekostenvergoeding wil Nederland terugdraaien.

Het kabinet vindt het positief dat de heer Van Rompuy oog houdt voor modernisering van de Europese begroting door vooral besparingen voor te stellen in de structuur- en landbouwfondsen en belang lijkt te hechten aan de uitgaven aan onderzoek en ontwikkeling. Ook komt de Nederlandse wens duidelijker tot uitdrukking dat de kwaliteit van de uitgaven verbeterd moet worden.

Nederland had met gelijkgestemde lidstaten een gemeenschappelijke boodschap afgestemd. Centraal voor deze groep landen staat de noodzaak van een sobere ontwikkeling van de Europese begroting. Daarvoor zijn nog verdere forse besparingen nodig. Minister Timmermans gaf tijdens het overleg met Van Rompuy aan dat het totaalplafond verder omlaag gebracht moet worden. Het kabinet vindt dat in alle uitgavencategorieën verder bezuinigd moet worden. In de verdeling van die besparingen moet rekening gehouden worden met de wens om de Europese begroting verder te moderniseren. Zo acht het kabinet het van groot belang het Horizon2020-programma bij verdere besparingen zoveel mogelijk te ontzien, zodat er sprake zal zijn van een absolute en relatieve stijging van de middelen voor onderzoek en innovatie ten koste van structuurfondsen en landbouwsubsidies. Minister Timmermans herhaalde tijdens de bespreking met Van Rompuy de Nederlandse inzet voor behoud van de huidige korting en het ongemoeid laten van de huidige perceptiekostenvergoeding.

Uit het overleg bleek eens te meer dat de posities van lidstaten nog sterk uiteenlopen. Op de verschillende inhoudelijke punten zijn er geen wijzigingen in het krachtenveld ten opzichte van de situatie zoals geschetst in de laatste kwartaalrapportage (d.d. 2 november, Kamerstuk 32 833, nr. 2). Een overgrote meerderheid heeft principiële en financiële bezwaren tegen het huidige kortingensysteem, terwijl de lidstaten die nu een korting hebben deze willen behouden. Diverse lidstaten, ook lidstaten die nu geen korting hebben, stellen dat ze gecompenseerd moeten worden voor hun betalingspositie. De weerstand tegen verdere bezuinigingen op het totaalplafond wordt steeds feller. Lidstaten die veel ontvangen uit het cohesiebeleid vinden de door Van Rompuy voorgestelde besparingen op structuurfondsen veel te ver gaan. Sommige van hen behoren ook tot de groep landen die het budget voor landbouwbeleid willen vrijwaren van bezuinigingen. Andere vinden dat juist daar meer besparingen gevonden moeten worden. Ook over de vormgeving van de macro-economische conditionaliteiten is nog geen overeenstemming bereikt. Een aantal voor Nederland belangrijke elementen is opgenomen in het concept, zoals verbreding van de sanctiemogelijkheden naar lidstaten die de EU begrotingsregels niet naleven. Evenmin is de discussie over de administratieve uitgaven en de bijbehorende versobering van de arbeidsvoorwaarden voor Europese ambtenaren beslecht, hoewel nagenoeg alle lidstaten het er over eens zijn dat ook hier fors bezuinigd dient te worden.

Volgens de laatste berichten zal ER-voorzitter Van Rompuy op 22 november een aangepaste versie van de onderhandelingsbox als ontwerp-conclusies aan de ER presenteren.

Tijdens het algemeen overleg op 15 november jl. met de Tweede Kamer ter voorbereiding van de RAZ verzocht de fractie van de PVV om een overzicht van de netto-posities. In bijgevoegde tabel zijn de betalingsposities van de grootste netto-betalers opgenomen voor de periode 2008–2011 zoals gepubliceerd door de Europese Commissie.

Minister Timmermans deed in hetzelfde algemeen overleg de toezegging om voor zover mogelijk inzicht te zullen geven in de parameters van de hoofdelementen van de Nederlandse inzet. De precieze effecten op de Nederlandse afdrachten zijn afhankelijk van de vormgeving van de voorstellen ten aanzien van het plafond, de Nederlandse korting en de perceptiekostenvergoeding. Ten aanzien van het plafond bevat de laatste onderhandelingsbox reeds een fors bedrag aan bezuinigingen ten opzichte van het Commissievoorstel; circa 80 miljard in vastleggingen. De Nederlandse bijdrage aan het MFK is circa 5%. Elke euro die wordt bezuinigd levert Nederland dus circa 5% minder afdrachten op. Voor de korting geldt dat deze direct, één op één, resulteert in een afdrachtenvermindering. De door de Commissie voorgestelde verlaging van de perceptiekostenvergoeding zou Nederland circa 250 miljoen per jaar kosten.

Voorbereiding december Europese Raad

De RAZ besprak de geannoteerde agenda van de eerstvolgende ER (d.d. 13-14 december a.s.).

De december-ER gaat voor een belangrijk deel over de toekomst van de Economische en Monetaire Unie (EMU), waarover ER-voorzitter Van Rompuy een rapport in voorbereiding heeft. Commissaris Maroš Šefčovič (Inter-institutionele relaties) kondigde tijdens de RAZ aan dat de Commissie voorafgaand aan de ER een mededeling («blauwdruk») zal presenteren met mogelijke instrumenten ter versterking van de EMU, inclusief of daartoe mogelijk verdragswijzigingen vereist zullen zijn. De Commissaris wees in dit verband ook op het belang van de uitvoering van het Pact voor Groei en Banen en de Commissievoorstellen ter versterking van de interne markt.

De Commissie en een aantal lidstaten vroegen aandacht voor de onderhandelingen tussen Raad en Europees Parlement over het bankentoezicht. De ER van oktober had immers gevraagd om per 1 januari 2013 overeenstemming te bereiken over het juridische raamwerk hiervoor, en voor de mogelijke verdere uitwerking hiervan tot een bankenunie. Dit staat op de agenda van de EcoFin-raad van 4 december a.s.

Tot slot verwezen enkele lidstaten naar het belang van Europese defensiesamenwerking en de voorbereiding van de ER van december 2013 die zich zal buigen over de defensieaspecten van het Gemeenschappelijk Veiligheids en Defensiebeleid (GVDB). Dit thema stond geagendeerd op de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) van 19 november jl. , zie ook het verslag van deze RBZ-bijeenkomst.

Cohesie verordening

De RAZ bereikte een gedeeltelijke algemene oriëntatie (partial general agreement) op een tweetal deelonderwerpen van het wetgevingspakket voor het cohesiebeleid. Zoals, bekend geldt daarbij het principe dat «nothing is agreed until everything is agreed». Aan de orde kwamen de onderwerpen:

  • 1. Gemeenschappelijk Strategisch Kader (GSK);

  • 2. Financieel Management.

Nederland kan goed leven met de tijdens de RAZ bereikte algemene oriëntatie.

Het GSK behelst aanbevelingen op EU-niveau over de wijze waarop uitvoering van het Cohesie-beleid door de lidstaten kan bijdragen aan de doelstellingen van de Europa 2020-strategie. Tevens schetst het GSK synergiemogelijkheden tussen de verschillende Cohesie- en Structuurfondsen en bijbehorende programma’s. Hoewel de Commissie het graag anders had gezien, heeft de Raad besloten het GSK, inclusief de aanbevelingen, vast te leggen in de verordening zelf (en deze dus niet later door de Commissie te laten uitwerken).

De Commissie, daarbij gesteund door vele lidstaten, benadrukte het belang van het voorstel over het financieel management van de Cohesie- en Structuurfondsen. Een belangrijk artikel daarin schrijft voor dat lidstaten kunnen worden gekort op ontvangsten uit deze fondsen, indien de Commissie ernstige tekortkomingen constateert in management- en controlesystemen die de betrokken lidstaat tot dan toe niet zelf heeft gecorrigeerd. De Commissie ziet deze korting als de juiste prikkel voor lidstaten om hun nationale systemen op orde te brengen. Zij zal criteria uitwerken voor de beoordeling van zulke ernstige tekortkomingen.

Het voorzitterschap koppelde tot slot terug over de uitkomst van de informele ministeriële bijeenkomst inzake het Cohesie-beleid te Nicosia op 6 november jl. Daar is met name gesproken over de effectiviteit en governance van het Cohesiebeleid. De RAZ onderschreef de bevindingen van deze bijeenkomst, onder andere het pleidooi voor periodiek overleg tussen lidstaten over de samenhang tussen de Cohesie- en Structuurfondsen en de bijdrage ervan aan de Europa 2020 Strategie.

Commissiewerkprogramma 2013

Commissaris Šefčovič gaf een toelichting op het recent gepubliceerde Commissiewerkprogramma voor 2013. In zijn presentatie liep de heer Šefčovič de hoofdpunten van het programma langs. De Commissie legt in het werkprogramma opnieuw sterk de nadruk op het aanpakken van de economische crisis. In dit kader wordt dit jaar vooral ingezet op besluitvorming en waar mogelijk afronding van wetgevende voorstellen en initiatieven, met name die gericht op de versterking van de interne markt. Dit betekent dat het komende jaar relatief weinig nieuwe voorstellen zullen uitkomen. Het programma ziet ook op een deel van 2014, het jaar waarin verkiezingen voor het Europees Parlement zullen plaatsvinden en een nieuwe Commissie zal aantreden. De Raad nam nota van het Commissie-werkprogramma. Er vond geen inhoudelijk debat plaats.

Het kabinet heeft uw Kamer op 16 november jl. de kabinetsappreciatie (Kamerstuk nog niet beschikbaar, kernmerk DIE-1436/12) van het Commissiewerkprogramma toegestuurd.

Bijlage: tabel netto-posities

DEFINITIE EUROPESE COMMISSIE

2008

2009

2010

2011

Zweden

-0,32%

België

-0,43%

België

-0.41%

Italië

-0,38%

Duitsland

-0,31%

NL

-0,36%

Duitsland

-0,36%

NL

-0,36%

Italië

-0,30%

Denemarken

-0,36%

Zweden

-0,34%

België

-0,36%

NL

-0,27%

Duitsland

-0,33%

VK

-0,33%

Denemarken

-0,34%

Denemarken

-0,26%

Luxemburg

-0,32%

NL

-0,31%

Duitsland

-0,34%

België

-0,24%

Italië

-0,27%

Italië

-0,30%

Finland

-0,34%

Frankrijk

-0,23%

Frankrijk

-0,25%

Frankrijk

-0,28%

Zweden

-0,33%

Finland

-0,21%

Finland

-0,25%

Denemarken

-0,26%

VK

-0,32%

Cyprus

-0,14%

Zweden

-0,24%

Oostenrijk

-0,24%

Frankrijk

-0,31%

Oostenrijk

-0,12%

Oostenrijk

-0,16%

Finland

-0,16%

Oostenrijk

-0,27%

Luxemburg

-0,11%

VK

-0,09%

Luxemburg

-0,14%

Luxemburg

-0,24%

VK

-0,05%

           

Bron: Europese Commissie (Financial Report)

Noot: Netto-posities kunnen fluctueren, omdat de ontvangsten van lidstaten uit Europese programma’s per jaar variëren. Dit hangt o.a. samen implementatiesnelheid van programma’s per lidstaat.

Naar boven