21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1162 BRIEF VAN DE MINISTER EN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 juni 2012

Hierbij bieden wij u het verslag aan van de Raad Buitenlandse Zaken van 25 juni jl.

De minister van Buitenlandse Zaken, U. Rosenthal

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, H. P. M. Knapen

Verslag van de Raad Buitenlandse Zaken d.d. 25 juni 2012

Syrië

De Raad veroordeelde opnieuw het geweld in Syrië, in het bijzonder de aanvallen op burgers. De Raad drong er met klem op aan dat de Syrische autoriteiten het geweld tegen burgers onmiddellijk staken en een vreedzame transitie mogelijk maken. De hoofdverantwoordelijkheid voor het geweld ligt bij de Syrische autoriteiten, zo benadrukte onder anderen minister Rosenthal. De ministers veroordeelden daarnaast het neerschieten van een Turks militair vliegtuig door de Syrische autoriteiten op 22 juni jl. Minister Rosenthal noemde de actie van het Syrische regime volstrekt onacceptabel. Net als andere ministers wees hij met zorg op het risico dat het conflict overslaat naar buurlanden van Syrië.

De Raad blijft het werk van speciaal gezant Annan en zijn zes-punten-plan steunen en sprak verontrusting uit over het opschorten van de werkzaamheden van UNSMIS. Meerdere ministers onderstreepten het belang van een gezamenlijke inzet van alle permanente leden van de VN Veiligheidsraad voor uitvoering van dit plan. In het bijzonder Rusland moet zich engageren voor een vreedzame transitie. Daarnaast noemden zij het essentieel dat landen in de regio, zoals de Golfstaten, andere Arabische landen en Turkije, actief bijdragen aan het isoleren en onder druk zetten van het Syrische regime.

Op 6 juli a.s. vindt de volgende bijeenkomst van de Friends of Syria plaats in Parijs met meer dan 100 deelnemende landen. De EU blijft zich inzetten voor een zogenaamde Hoofdstuk VII-resolutie van de VN Veiligheidsraad, die een vreedzame transitie moet ondersteunen en (de dreiging van) VN-brede sancties moet aankondigen.

Mede op voorstel van Nederland besloot de Raad één persoon en zes entiteiten, waaronder twee ministeries en een veiligheidsdienst, toe te voegen aan de sanctielijst. Meerdere ministers, onder wie minister Rosenthal, drongen er bij hun collega’s op aan bij de bijeenkomst van de Raad in juli in te stemmen met meer vergaande sancties wanneer in de komende weken geen voortgang kan worden gemaakt met het politieke proces. Zij wezen erop dat het nog mogelijk is gerichte maatregelen te nemen die de bevolking ontzien.

In de Raad bestond brede overeenstemming alert te blijven op nieuwe pogingen van bijvoorbeeld Rusland om militair materieel naar Syrië te transporteren en alles te zullen blijven doen om te verhinderen dat militair materieel Syrië bereikt. Er werd aan herinnerd dat een poging tot transport van Russisch militair materieel naar Syrië medio juni kon worden verhinderd, dankzij goede samenwerking tussen onder andere het VK, waar het transport was verzekerd, en het Koninkrijk der Nederlanden, waar het schip was geregistreerd.

De Raad riep de oppositiegroepen op onderling overeenstemming te bereiken over de beginselen voor een inclusieve, ordelijke en vreedzame transitie in Syrië. Mede op basis van zijn gesprekken met vertegenwoordigers van de Syrische oppositie riep minister Rosenthal ertoe op de activiteiten van de verschillende EU-lidstaten ter ondersteuning van de Syrische oppositie beter te coördineren. Hij deed een oproep aan potentiële overlopers te blijven aanmoedigen afstand te nemen van het Syrische regime.

Egypte

De Raad verwelkomde het vreedzame verloop van de Egyptische presidentsverkiezingen. De Raad verwelkomde in het bijzonder Morsi’s voornemen een inclusieve regering te vormen die alle Egyptenaren vertegenwoordigt en alle politieke en sociale groepen betrekt.

De Raad sprak zorg uit over de ontbinding van het parlement en de constitutionele verklaring van de Hoge Militaire Raad en riep ertoe op de macht spoedig volledig aan civiele autoriteiten over te dragen.

Meerdere ministers herhaalden de wens om via handelsmaatregelen de Egyptische economie te ondersteunen en vroegen om spoedige voortgang met stappen van de EU op dit vlak.

Minister Rosenthal riep ertoe op de nieuwe president niet enkel op zijn woorden te beoordelen, maar zeker ook op zijn daden, inclusief het nakomen van internationale verplichtingen en verdragen. Egypte moet de transitie naar een inclusieve, representatieve democratie met kracht voortzetten met bijzondere aandacht voor de verbetering van het respect voor mensenrechten, inclusief de rechten van minderheden en vrouwen.

Pakistan

HV Ashton blikte terug op haar bezoek aan Pakistan op 5 en 6 juni jl., waarbij een strategische dialoog tussen de EU en Pakistan werd gelanceerd. In het kader van deze dialoog moedigt de EU Pakistan aan zijn inspanningen voor politieke, economische en fiscale hervormingen, alsmede hervormingen op het gebied van energiebeleid voort te zetten. De Raad onderstreepte ook zijn verwachtingen op het gebied van de bevordering en het respect voor mensenrechten, waaronder de rechten van minderheden en het recht op vrijheid van geloof. De Raad riep Pakistan op terrorisme en extremisme met hernieuwde kracht te bestrijden en bood zijn steun daarbij aan. De Raad riep Pakistan ook op de terug- en overnameovereenkomst volledig te implementeren.

Meerdere ministers benadrukten het belang van voortzetting van het intensieve contact tussen de EU en Pakistan; de ontwikkelingen in het land zijn van strategisch belang voor de veiligheid en stabiliteit van de regio en kunnen van directe invloed zijn op de veiligheid in de EU. Zij verwelkomden de start van de strategische dialoog, die politieke en veiligheidskwesties en mensenrechten een meer centrale plaats geeft in de relatie met Pakistan.

De Raad herhaalde dat de EU Pakistan verbeterde markttoegang aanbiedt en dat de EU bereid is Pakistan in 2014 toegang te geven tot ASP+, mits Pakistan de internationale conventies die in de ASP-Verordening worden genoemd ook daadwerkelijk implementeert.

Nederland heeft bij de EDEO opnieuw aandacht gevraagd voor de situatie van mevrouw Asia Bibi en mevrouw Asma Jahangir. De EDEO volgt beide zaken actief en dringt via geëigende kanalen bij de Pakistaanse autoriteiten aan op volledig respect van hun rechten en burgerlijke vrijheden.

Bosnië-Herzegovina

Meerdere ministers en HV Ashton verwelkomden de belangrijke stappen die de regering van Bosnië-Herzegovina heeft gezet ter verbetering en hervorming van het landsbestuur. De voorwaarden voor inwerkingtreding van het Stabilisatie- en Associatieakkoord en het indienen van een geloofwaardige lidmaatschapsaanvraag zijn echter niet vervuld. Zo is de grondwet van Bosnië-Herzegovina nog niet aangepast in reactie op het zogenaamde Seydic-Finci-arrest van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens. Ook is nog niet aan alle voorwaarden voor het sluiten van het kantoor van de Hoge Vertegenwoordiger voldaan.

De Raad moedigde Bosnië-Herzegovina aan verder te werken aan de benodigde hervormingen en genomen besluiten volledig te implementeren. De Raad sprak zijn zorg uit over de slechte economische situatie van het land en over het voortgezette gebruik van negatieve etnische retoriek. Hij veroordeelde elke poging om de genocide die in Srebrenica heeft plaatsgevonden te ontkennen of te nuanceren. In het licht van de actuele crisis in de Bosnische regeringscoalitie riep de Raad de Bosnische leiders op er snel voor te zorgen dat regeringen op alle niveaus handelingsbekwaam blijven en zich kunnen concentreren op implementatie van de EU-toetredingsagenda.

Op 27 juni a.s. zullen de Commissie en HV Ashton ter ondersteuning van de Bosnische inspanningen voor toenadering tot de EU in Brussel overleggen met de politieke leiders van Bosnië-Herzegovina.

Mensenrechten

De Raad bereikte overeenstemming over een strategisch raamwerk voor mensenrechten en democratie, een actieplan ter uitvoering van het raamwerk en een mandaat voor een nieuw te benoemen Speciaal Vertegenwoordiger van de Europese Unie (EUSV) voor Mensenrechten.

Mede in reactie op opmerkingen van minister Rosenthal bevestigde HV Ashton dat de benoeming van een EUSV Mensenrechten eraan moet bijdragen dat HV Ashton en de Europese Externe Dienst zich samen effectiever en actiever kunnen inzetten voor vergroting van het respect voor mensenrechten buiten de Europese Unie: «It’s not «I will do less», but «We will do more»». Minister Rosenthal verwelkomde dat in het mandaat van de EUSV expliciet is opgenomen dat de EUSV complementariteit en synergie moet zoeken met andere internationale en regionale actoren op het vlak van mensenrechten. Hij wees daarbij expliciet op het risico van doublures met bijvoorbeeld het werk van de Commissaris voor Mensenrechten van de Raad van Europa. HV Ashton onderkende dit en meldde dat zij hierover in nauw contact stond met de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa. De selectie van een kandidaat voor de functie van EUSV Mensenrechten is nog gaande.

Meerdere ministers, onder wie minister Rosenthal, noemden het belang van intensieve aandacht voor de positie van religieuze minderheden. Enkelen verwezen daarbij naar tegen christenen gerichte incidenten in steeds meer landen. Minister Rosenthal en anderen noemden ook andere prioriteiten, zoals de vrijheid van meningsuiting, in het bijzonder ook via internet, en de rechten van vrouwen en meisjes.

Iran

HV Ashton informeerde de ministers over de besprekingen over het Iraanse nucleaire programma. Zij onderstreepte dat de vijf permanente leden van de VN-Veiligheidsraad en Duitsland (E3+3) zich onder haar leiding bij het overleg op 18 en 19 juni jl. eensgezind hadden opgesteld. Iran had inhoudelijk gereageerd op de voorstellen van de E3+3 betreffende het beëindigen door Iran van de verrijking van uranium tot 20%. De verschillen van inzicht tussen de E3+3 en Iran konden echter bij die bijeenkomst niet worden overbrugd. Daarom werd besloten tot een technische vervolgbijeenkomst op 3 juli a.s., gevolgd door overleg tussen de plaatsvervangers van de onderhandelaars. Na deze besprekingen zullen HV Ashton en de Iraanse onderhandelaar Jalili de perspectieven bezien voor een volgende ontmoeting op politiek niveau. Minister Rosenthal wees op het belang van het behouden van het tempo van de besprekingen.

De minister van Buitenlandse Zaken, U. Rosenthal

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, H. P. M. Knapen

Naar boven