21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1106 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 november 2011

Graag bieden wij u hierbij het verslag aan van de Raad Buitenlandse Zaken van 14 november 2011.

De minister van Buitenlandse Zaken,

U. Rosenthal

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,

H. P. M. Knapen

Verslag Raad Buitenlandse Zaken van 14 november 2011

Zuidelijke buurlanden

Syrië

De ministers veroordeelden de voortduring van geweld en onderdrukking door het Syrische regime. Zij waren tevreden met het besluit van de Arabische Liga om Syrië per 16 november te schorsen en nadere politieke en economische maatregelen voor te bereiden, wat duidt op een toenemende isolatie van het Syrische regime. De ministers hoopten dat het besluit van de Arabische Liga de Russische Federatie en China tot meer inschikkelijkheid zou bewegen in het VNVR-traject. Hoge Vertegenwoordiger (HV) Ashton had de Arabische Liga inmiddels verzocht zich nu ook sterk te maken voor nadere stappen door de VN Veiligheidsraad (VNVR). De ministers besloten dat de SG van de Arabische Liga zou worden uitgenodigd voor hun volgende bijeenkomst. Om de internationale druk op Syrië te verhogen, zou niet alleen met de Arabische Liga moeten worden samengewerkt, maar ook met de Gulf Cooperation Council (GCC), Turkije en de Afrikaanse Unie.

De Raad nam nieuwe sancties tegen het Syrische regime aan: het stopzetten van leningen van de Europese Investerings Bank (EIB) en het uitbreiden van de sanctielijst met 18 personen. Minister Rosenthal onderstreepte de effectiviteit van de reeds getroffen sancties, die nog eens zou groeien met de definitieve inwerkingtreding van het olie-embargo per 15 november. Hij wees op het belang van consequente en volledige toepassing ervan. Zolang geweld en intimidatie niet zijn gestopt, blijft de EU zich inzetten voor verdere uitbreiding van het sanctieregime, in overeenstemming met de conclusies van de Europese Raad van 23 oktober jl. Het onderwerp zal op 1 december as. opnieuw aan de orde komen.

De Raad riep het Syrische regime op onder andere internationale media en waarnemers toe te laten en sprak zijn steun uit voor leden van de Syrische oppositie die zich geweldloos inspannen voor democratische transitie. De Raad veroordeelde de aanvallen op diplomatieke missies in Damascus scherp en wees de Syrische autoriteiten op hun verplichtingen onder de Conventie van Wenen. Vooralsnog meenden de ministers, onder wie ook minister Rosenthal, dat de EU ambassadeurs ter plaatse moesten blijven om informatie te verzamelen, contact met de oppositie te houden en belangen van hun burgers te behartigen.

Libië

De ministers toonden zich andermaal verheugd over de bevrijding van Libië en herhaalden hun oproep dat de transitie inclusief moet zijn en een rechtsstaat tot stand moet brengen die is gebaseerd op democratische principes en fundamentele vrijheden, respect voor mensenrechten, gender-gelijkheid, inclusief de participatie van vrouwen in het politieke proces, en non-discriminatie. De Raad herhaalde de plicht tot samenwerking met het ICC en onderstreepte dat een snelle herstart van de economie noodzakelijk is ter ondersteuning van het transitieproces.

Op de zaterdag voor de bijeenkomst van de Raad bezoek HV Ashton Tripoli. Haar waren in het bijzonder het enthousiasme van de Libiërs voor de transitie en de grote waardering voor het optreden van de EU opgevallen. Tijdens haar bezoek had HV Ashton de EU-delegatie in Tripoli officieel geopend.

Tegelijkertijd bestonden er zorgen over geweld, wapenproliferatie (waaronder MANPADS) en grenscontrole, verzoening en acute tekorten in de gezondheidszorg. Tijdens haar bezoek had HV Ashton ook gewezen op het belang van inclusiviteit van het transitieproces. Samen met NTC-voorzitter Jibril en premier Al-Keeb woonde zij een vrouwenconferentie in Libië bij om dit element verder te onderstrepen.

Minister Rosenthal zei dat hij bij zijn bezoek aan Tripoli op de dag voorafgaand aan de Raad een positieve indruk had gekregen van de inspanningen van de NTC voor de transitie van het land. Ook hem was de positieve energie onder Libische leiders en in maatschappelijk middenveld opgevallen. Hij vestigde de aandacht op de liquiditeitsproblemen van Libië, ondanks de aanzienlijke tegoeden in het buitenland. Deze vormen een belemmering bij het bijstaan van Libische burgers en bij de wederopbouw van leger en politie tot veiligheidsstructuren waarin milities waar nodig geïntegreerd zouden kunnen worden. In overleg met de VN had Nederland daarom 2 miljard USD aan Libische tegoeden ontdooid en werd ontdooiing van de overige in Nederland bevroren tegoeden onderzocht. De minister kondigde Nederlandse steun voor de inname van zogenaamde MANPADS aan, evenals de behandeling van ongeveer 50 Libische gewonden in Nederland. De eerste gewonden zijn op 14 november jl. in Nederland aangekomen.

Tunesië

De ministers spraken hun waardering uit voor het grotendeels goede verloop van het verkiezingsproces. Zij willen samenwerken met de nieuwe Tunesische regering, de Assemblée Constituante en het maatschappelijk middenveld met het oog op de vestiging van een democratische staat die fundamentele vrijheden, rechtsstaat en mensenrechten, inclusief de gelijkheid van man en vrouw en non-discriminatiebeginselen, respecteert. De Europese Commissie bevestigde dat gewerkt wordt aan versnelde inwerkingtreding van de preferentiële status, opdat Tunesië de sociaaleconomische problemen beter het hoofd kan bieden. Uitgangspunt hierbij blijft de intelligente conditionaliteit («more for more», «less for less»).

De EU zal de nieuwe autoriteiten ook steunen via de EU Task Force Tunesië, die al 4 miljard euro aan investeringen in Tunesië in de komende drie jaar had aangetrokken. Slowakije en Nederland wezen op de steun aan de transitie in Tunesië via hun co-voorzitterschap van de Task Force Tunesië van de Community of Democracies, die complementair aan de EU Task Force Tunesië werkt; via samenwerking in de Task Force van de Community of Democracies kan een bredere groep landen zijn steun voor de Tunesische transitie laten blijken.

Iran

De Raad uitte zijn groeiende bezorgdheid over het Iraanse nucleaire programma en veroordeelde de uitbreiding van het Iraanse uraniumverrijkingsprogramma en de ontwikkeling van militaire toepassingen van nucleaire technologie zoals beschreven in het rapport van de Directeur-Generaal van het Internationaal Atoomenergie Agentschap (IAEA). De ministers riepen Iran op aan zijn internationale verplichtingen te voldoen, volledig mee te werken met het IAEA en serieuze besprekingen aan te gaan over vertrouwenwekkende maatregelen. De Raad besloot het huidige nucleaire sanctieregime te bezien met het oog op aanscherping en verbreding ervan tijdens zijn volgende bijeenkomst op 1 december as. Minister Rosenthal zei dat hij de druk op Iran maximaal wil opvoeren en dat speculeren over andere opties dan wel uitsluiting ervan op dit moment niet aan de orde is. De minister pleitte voor verbreding van de reikwijdte van het huidige sanctieregime, aanscherping van bestaande maatregelen en uitbreiding van de huidige vergunningsplicht.

Afghanistan

De ministers bevestigden de betrokkenheid van de EU bij Afghanistan tot na de transitie in 2014 en stelden hun onderhandelingsmandaat aan de Europese Commissie voor het Comprehensive Agreement on Partnership and Development tussen de EU en Afghanistan vast. De ministers kondigden bovendien aan dat het EUPOL-mandaat in beginsel tot eind 2014 zal worden verlengd.

De Bonn Conferentie op 5 december as. zal zich vooral richten op transitie, verzoening en een lange termijn perspectief voor Afghanistan. Minister Rosenthal pleitte voor een heldere EU-boodschap aan de conferentie, waarin het belang van voortgang met de civiele aspecten van transitie (bestuur, rechtsstaat en corruptiebestrijding) en verzoening centraal staan. De EU verwacht van de Afghaanse autoriteiten dat zij het Afghaanse politieke verzoenings- en re-integratieproces binnen de afgesproken kaders en voorwaarden volbrengen, waarbij in het bijzonder resultaten op het gebied van goed bestuur, mensenrechten, rechtstatelijkheid en corruptiebestrijding van belang zijn.

Hoorn van Afrika

De Hoorn van Afrika werd besproken door zowel de ministers van Buitenlandse Zaken als door de ministers van Ontwikkelingssamenwerking. Deze laatsten kwamen eveneens op 15 november bijeen. Tijdens beide bijeenkomsten werd uitgebreid gesproken over de geïntegreerde aanpak van problemen in de Hoorn. Uw Kamer zal van de bijeenkomst van de OS-ministers eveneens een verslag ontvangen.

De ministers van Buitenlandse Zaken bekrachtigden het strategisch raamwerk van de EU voor de Hoorn van Afrika om vrede, veiligheid, stabiliteit en welvaart in de regio te bevorderen. De strategie moet de oorzaken van crises in de regio helpen bestrijden en zo dreigingen vanuit de regio verminderen. De strategie legt vijf prioriteiten vast waarop de EU haar optreden zal stroomlijnen en intensiveren: 1) het ondersteunen van democratische politieke structuren; 2) het helpen oplossen van regionale conflicten, in het bijzonder in Somalië en Soedan; 3) het inperken van grensoverschrijdende effecten van piraterij, illegale migratie en terrorisme; 4) het bevorderen van economische groei en; 5) het bevorderen van regionale samenwerking en integratie. De ministers verwelkomden de intentie van HV Ashton om een Speciale EU-vertegenwoordiger voor de Hoorn van Afrika aan te stellen voor de uitvoering van de strategie.

De ministers spraken hun zorg uit over de onveiligheid en de humanitaire nood in Somalië, waarover in meer detail werd gesproken tijdens de bijeenkomst van de OS-ministers diezelfde dag. Zij veroordeelden de voortdurende terroristische aanvallen op Somalische burgers door Al-Shabaab en wezen op de politieke en financiële steun van de EU voor de AMISOM-missie.

Minister Rosenthal benadrukte het belang van bestrijding van piraterij voor de stabiliteit in de regio. Hij waarschuwde voor de activiteiten van Al Shabab en wees op de sterke banden tussen piraterij en grensoverschrijdende misdaad. Hij verwelkomde het Britse initiatief om op 22 en 23 februari 2012 een conferentie te organiseren over de Hoorn van Afrika en pleitte voor meer aandacht voor de internationale geldstromen verbonden aan piraterij.

GVDB

De ministers bespraken de planning en aansturing van missies en operaties in het kader van het Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid (GVDB) en de samenwerking bij de ontwikkeling van civiele en militaire capaciteiten. HV Ashton wees erop dat de planning en uitvoering van missies en operaties verbeterd kan worden. Zo kampen missies met personeelstekorten en ontbreekt in sommige gevallen een voldoende duidelijke «exit-strategie». Betere planning en aansturing en «pooling and sharing» van capaciteiten is gewenst. De discussie zal worden voortgezet tijdens de bijeenkomst van ministers van Defensie op 30 november a.s. en de bijeenkomst van ministers van Buitenlandse Zaken op 1 december a.s.

Rusland

In een informele discussie over de relatie met Rusland aan de vooravond van de Raad constateerden de ministers dat de onderhandelingen over een nieuw strategisch akkoord met Rusland met extra kracht konden worden voortgezet nu overeenstemming was bereikt over de voorwaarden van Russische WTO-toetreding. Ook waren zij het eens dat positieve betrokkenheid van Rusland gewenst is bij de bepaling van de internationale opstelling inzake bijvoorbeeld Iran en Syrië. HV Ashton maakt zich hier sterk voor, net als de ministers van de lidstaten.

Naar boven